??????????
Berichten

De beste strips om in te lijsten: onze redacteuren kiezen hun toppers van 2023

Onze scheidend Stripmaker des Vaderlands zou zingen: “top, het meest gelezen stukje strip, top”. En gelijk heeft hij, in dit geval: de jaarlijkse optocht van hoogtepunten van de recensenten en medewerkers van 9e Kunst, onder elkaar gezet van 1 tot 5 (met soms een extraatje), wordt altijd goed gelezen.
Nu het stripjaar 2023 op zijn einde loopt, blikken we terug en sommen we hier de beste strips, graphic novels, comics en leeswerkjes op. Handig voor iedereen die graag eens een goede strip leest, maar daar niet eerst een heel jaar recensies voor wil doorvlooien.
Dit zijn de hoogtepunten van 2023 (en als je op de titels klikt, kom je alsnog bij de recensie).


Hans van Soest

1 Daniel Clowes – Monica (Concerto Books)

Wat een comeback van de auteur die de jaren hiervoor vooral nog middelmaat afleverde. Clowes graaft in zijn eigen psyche en vertelt over de zoektocht naar een vader. Alle vertrouwde elementen uit zijn oeuvre komen weer terug: bizarre sektes, buitenaardse wezens, angstdromen en alleen maar slappe en slechte manspersonen. Het culmineert in een meeslepend, verrassend en soms schokkend boek dat in de kern over de jeugd van Clowes zelf gaat.

2 Riad Sattouf – De arabier van de toekomst 6 (De Geus)

Slot van het meeslepende relaas van het disfunctionerende gezin Sattouf. Zes boeken lang wist de auteur de lezer te boeien met zijn ongelooflijke levensverhaal. Zijn doorgedraaide vader sleept het gezin mee in zijn obsessie voor het panarabisme. In een knappe mengeling van drama en luchtigheid beschrijft Sattouf hoe hij zich er uiteindelijk aan ontworstelt. Laat het een aanmoediging zijn om alle zes delen terug te lezen. Het is absoluut de moeite waard.

3 Micky Dirkzwager – Knipperen & ademhalen (Scratch)

Intieme autobiografie waarin de auteur verhaalt over haar knagende onzekerheid en haar eetstoornis. Ze doet dat via het idioom van kinderboeken, waarbij al haar negatieve gedachten worden verbeeld als vrolijke beren die letterlijk in de weg gaan liggen zodra ze grip op zichzelf probeert te krijgen. Een grafische ontdekkingsreis.

4 Frederik Peeters & Serge Lehman – De kladdenman (Sherpa)

Europese manga van meesterverteller Peeters. Een verhaal vol vaart over een moeizame moeder-dochter relatie. De hoofdpersoon wordt opgejaagd door een griezelig, vogelachtig wezen. Op zoek naar een familiegeheim word je als lezer meegesleept langs sneeuwlandschappen en andere oogverblindende decors. Klassiek vakmanschap vol Japanse horrorelementen.

5 Martin Panchaud – De kleur van dingen (Concerto Books)

Oefening in het zo minimalistisch maken van een beeldverhaal. Met louter gekleurde bolletjes en pictogrammen vertelt Zwitser Panchaud het verhaal van een tiener die een enorm geldbedrag heeft gewonnen bij de paardenrennen, maar om het geld te kunnen innen de handtekening van zijn vader nodig heeft. Alleen heeft die net zijn moeder in coma geslagen en is er vandoor. Ondanks de kille computertekeningen, komen de personages toch tot leven. Geslaagd experiment.


Marc Bastijns

Galapagos1 Michaël Olbrechts – Galapagos (Oogachtend)

Michaël Olbrechts heeft zich met zijn vorige graphic novels opgewerkt tot één van de vaandeldragers van de Vlaamse graphic novel. ‘Galapagos’ is zijn nieuwste pennenvrucht. Dit keer kiest hij het curieuze historische gegeven van het Duitse koppel Friedrich Ritter en Dore Strauch dat zich in de jaren ’30 vestigde op één van de onbewoonde Galapagos-eilanden. Hun teloorgang op dit onherbergzame eiland vormt het kader van Olbrechts’ meeslepende stripverhaal. Tekeningen en teksten zijn van een bijzonder hoog niveau en maken Galapagos tot de top van wat 2023 te bieden had op stripvlak. Dat dit boek als enige strip op de longlist van de Boon Literatuurprijs prijkt, is ook al geen geringe verdienste.

2 Nicolas Barral – Als de fado weerklinkt (Lauwert)

Na een glunderende start in 2022 met Sirocco, ging uitgeverij Lauwert in 2023 verder op de ingeslagen weg met een mooi aanbod aan kwaliteitsstrips. Als de fado weerklinkt van Nicolas Barral was zonder meer één van de sterkste strips uit het aanbod van de uitgeverij. De wat sullige Fernando Pais werkt als arts mee aan het instandhouden van de Portugese dictatuur. Barral verwerkt de tegenstrijdige gevoelens en de dilemma’s van gewone mensen in ongewone situaties in deze prachtige strip.

3 Gary Frank & Geoff Johns – Junkyard Joe (Image)

Muddy Davis is een striptekenaar op rust. Zijn populaire creatie Junkyard Joe blijkt een wel heel bijzondere ontstaansgeschiedenis gehad te hebben. Gary Frank en Geoff Johns zetten al hun talenten in om van Junkyard Joe de perfect leesbare en meeslepende strip te maken. Ze verbinden heden en verleden naadloos en laten de lezer pas bij de laatste bladzijde weer los. Puur vakmanschap.

4 Erik Kriek – De kuil (Scratch)

Na jaren van meer humoristische verhalen en kortverhalen is De kuil de tweede lange graphic novel van Erik Kriek. Zelden werden angst en beklemming zo onomkeerbaar in een verhaal opgebouwd. Zijn sfeervolle tekenwerk ondersteunt dit verhaal perfect. Met een koppel dat een prachtig oud landhuis wil opknappen maar er vooral een lading onheil bij krijgt, is De kuil perfect leesmateriaal in de donkere dagen van het eindejaar.

5 Michel Rabagliati – Rose à l’île (La Pasteque)

Jarenlang maakte de Canadees Michel Rabagliati graphic novels over zijn alter ego Paul. Wereldwijd kreeg hij daarvoor veel bijval door de herkenbare situaties maar ook de zachtaardige manier waarop hij vaak complexe situaties toch een plek kon geven in zijn verhalen. Voor zijn nieuwste boek Rose à l’île verliet hij de vertrouwde omgeving van het stripverhaal en maakte een soort mengvorm van een geïllustreerde roman en een stripverhaal. Hoewel het even wennen is, blijft de verteltrant onveranderd aantrekkelijk. Het is onmogelijk om je als lezer niet te laten opslorpen door Rabagliati’s verhaal en de wereld die hij rond Paul (daar is hij toch weer) en diens dochter Rose geschapen heeft.


Stefan Nieuwenhuis

Malaterre1 Pierre-Henry Gomont – Malaterre (Sherpa)

Een literaire, overdonderende familiesaga over een eigenwijze alcoholist die de koloniale familiejuwelen wil redden en zich rücksichtlos in een exotisch avontuur stort. Prachtig verteld, zeker in de smetteloze Nederlandse vertaling die heerlijk leest: het is volop gniffelen en genieten. Een magistrale leeservaring over schuld, loyaliteit en familiebanden. Een tien.

2 Camille Jourdy – Juliette (Drawn & Quarterly)

De eindtwintiger Juliette verlaat Parijs om een tijdje onder te duiken in haar geboorteplaats, ergens op het platteland. Het loopt haar over de schoenen, de angststoornissen waar ze al sinds haar jeugd mee kampt drukken op haar gemoed. Gerust is ze allerminst: het eindstation van haar tijdelijke reis is niet bepaald een warm bad, met familieleden die allemaal bezig zijn met hun eigen sores. En toch leest Juliette als een fijne, gevoelige zomerfilm, met liefde, drama en emotie.

3 Michaël Olbrechts – Galapagos (Oogachtend)

Het prachtig uitgewerkte en waargebeurde verhaal van Friedrich Ritter die in 1929 besluit om met zijn vriendin een nieuw begin te maken op het onbewoonde eiland Floreana: een ascetisch leven, naar Nietzsches theorie van de übermenschen. De onheilstijding kondigt zich aan als steeds meer figuren opduiken en Ritter zijn idealisme ziet verwateren.

4 Jean-Paul Eid – De kleine astronaut (Dark Dragon Books)

Een prachtige, emotionele graphic novel over een jong gezin dat een kindje krijgt met een hersenverlamming. Jean-Paul Eid tekende zijn eigen verhaal: hij is de vader van een zwaar gehandicapt kind dat ook niet kan praten en lopen. Eid schetst een lieve vertelling waarin offers, moeilijkheden, twijfels en positiviteit dicht bij elkaar liggen.

5 Étienne Davodeau – Het grondrecht (Concerto Books)

Een contemplatief wandelverslag, met de centrale vraag: hoe geven wij de aarde door aan volgende generaties? Het Grondrecht leest als een manifest voor het behoud van onze aarde. Doordat Davodeau de korte termijn negeert en over eeuwen kijkt, laat hij de impact van ons handelen nog duidelijker doorklinken. En dat is een verhaal dat gehoord moet worden.


Tamara Ansing

David Sala: In de schaduw van de helden1 David Sala In de schaduw van de helden(Concerto Books)

In de recensie van Hans van Soest die eerder dit jaar op de website verscheen, wees hij erop dat veel autobiografieën vaak vol met saaie navelstaarderij zit, maar dat Sala dit met In de schaduw van de helden weet te ontwijken. Ik sluit me hierbij aan. Daarnaast laat Sala hier zijn illustratiekunsten goed flexen – van het droomachtige, semi-realistische en kleurrijke werk wat centraal staat tijdens Sala’s jeugd in de jaren ‘70, tot het expressionistische, die Brücke-achtige schilderingen waarin Sala het leven van zijn grootvader in Mauthausen voorstelt. Een strip om van te genieten.

2 Tatsuki Fujimoto – Goodbye, Eri (Viz Media)

Middelbare scholier Yuta Ito wordt door zijn klasgenoten met de nek aangekeken nadat ze de film hebben gezien die Yuta heeft gemaakt over de laatste dagen van zijn moeder. Alleen schoolgenoot Eri ziet iets in zijn werk en wil Yuta aanzetten om een tweede film te maken.
Goodbye, Eri van Tatsuki Fujimoto (Chainsaw Man, Look Back) is, naast een liefdesbrief aan Hollywood, vooral een intrigerend drama waarbij de camera altijd liegt: Je weet nooit zeker wat de waarheid is. Waarbij Chainsaw Man vol actie zit, is Fujimoto hier erg terughoudend, maar niet minder sterk. Een manga die meerdere keren gelezen moet worden.

3 Léa Murawiec De grote leegte(Concerto Books)

Het debuut van Léa Murawiec is vreemd, maar intrigerend. Het soort boek wat makkelijker te lezen valt dan over te schrijven, ook al is het niet eens zo’n heel complex verhaal. Murawiec weet een fijne analogie voor social media en roem te creëren. Daarnaast lijkt het tekenwerk meer om emotie te draaien dan om stijlvastheid. Het is daarmee een boek wat eindeloos blijft fascineren. Murawiec heeft afgelopen september haar Semi-Science Fiction bij Flutiste uitgebracht en ik kijk reikhalzend uit naar de vertaling.

4 Tom King & Greg Smallwood – The Human Target (DC Black Label)

Het Black Label van DC is er voor de unieke stand-alone verhalen die het niet altijd even nauw nemen met het canon van DC. En dat geeft de makers die onder het label publiceren veel vrijheid, zoals schrijver Tom King. In The Human Target heeft Christopher Chance twaalf dagen om de persoon te vinden die hem heeft vergiftigd, voordat hij zelf het loodje legt. Het resulteert in een fijne crime noir, inclusief femme fatale, waarin vrijwel elke verdachte een superheld is. Maar de échte held van dit verhaal is tekenaar Greg Smallwood, die met zijn jaren ‘60 geïnspireerde illustraties de show steelt.

5 Ai Yazawa – Nana (VIME)

Veertien jaar geleden werd de mangaka Ai Yazawa onverwacht opgenomen in het ziekenhuis. Sindsdien heeft zij niet meer aan haar succesvolle manga Nana kunnen werken. Nana was destijds een van de meest gelezen strips van haar tijd, maar is tegenwoordig wat in de vergetelheid geraakt. Toch blijkt Nana anno 2023 het nog steeds meer dan de moeite waard om te lezen. In een jaar waar we al niets te klagen hebben over de kwaliteit van de verschenen strips, is Nana het werk dat mij dit jaar het meest heeft achtervolgd. Het verhaal van twee compleet verschillende vrouwen met dezelfde naam die besluiten om een huis te delen is een tijdloze klassieker. Het grote nadeel is dat Nana nooit een echt einde heeft gehad, en waarschijnlijk ook nooit zal krijgen.


Marcel Ruijters

1 Riad Sattouf – De arabier van de toekomst 6 (De Geus)

Afsluitend deel van deze succesvolle Simpsoneske tragedie van ‘vader doet mal en sleept het hele gezin mee in mislukkingen’. De vader is met een van de kinderen naar Syrië verdwenen maar blijft in het hoofd spoken van Riad, die op het punt staat de drempel naar de volwassenheid te nemen.

2 Marcello Quintanilha – Luister, mooie Marcia (Concerto Books)

Eigenlijk van ‘22, maar nu pas gelezen. Voortreffelijk getekend portret van een tot het uiterste getergde moeder in de Braziliaanse favela’s, waar drugsbendes en corrupte politie de dienst uitmaken. Dochterlief gaat op het slechte pad, en hoe.

3 Daniele Murtas – Diskomodo (eigen beheer)

Diskomodo is een Berlijnse underground techno DJ ‘van Komodo-afkomst’. En een ontzettende eikel die steeds in conflicten belandt. Die beslecht hij met zijn scherpe tanden. Hilarische undergroundstrip uit het dit jaar ter ziele gegane striptijdschrift Kutlul.

4 Charles Guthrie – Op een beetgare eergisteren (Sherpa)

Langverwachte bundeling van high weirdness, bekend uit Zone 5300 en Schokkend Nieuws. De term onnavolgbaar was nooit zo terecht: Guthrie stuurt absurdisten als Gummbah en consorten terug naar school.

5 Glenn Head – Chartwell Manor (Fantagraphics)

Autobiografisch verhaal van een ADHD-jongetje dat naar een kostschool moet, waar hij misbruikt wordt. Drugsproblematiek en eenzaamheid zijn het resultaat in zijn volwassenheid. Maar uiteindelijk komt hij dat te boven.


Gert Olthuis

1 Tiitu Takalo – Memento mori (Oni Press)

Minutieuze reconstructie van een hersenbloeding en de gevolgen daarvan. Terwijl haar vriend naar een feestje is en Tiitu Takalo besluit vroeg te gaan slapen knapt er een bloedvat in haar hoofd. Ze belandt op de spoedeisende hulp, ligt op de intensive care, wordt geopereerd en krabbelt langzaam weer op. Takalo is een gerenommeerde Finse tekenares en maakte acht graphic novels, waarvan dit de tweede is die in het Engels is vertaald. Memento mori (‘gedenk te sterven’) is een ware tour-de-force. Na haar hersenbloeding had Takalo niet verwacht ooit nog een boek te tekenen. Memento mori maken kostte haar uiteindelijk 6 jaar en 325 dagen. Het resultaat is een verbluffend verslag van een diep existentiële ervaring.

2 Kate Schneider – Headland (Fantagraphics Underground Press)

Dit is zo’n boek waarin de volle kracht van het stripmedium zichtbaar is. Geïnspireerd door haar oma en een vriendin met dementie vertelt Kate Schneider het verhaal van de 95-jarige Ruth die in het ziekenhuis terecht komt. Ik zag sterke parallellen met eigen onderzoek, waarin we de betekenis van het verblijf van oudere mensen in het ziekenhuis omschreven als ‘feeling an outsider left in uncertainty’. Schneider onderzoekt (en toont!) Ruths gevoelens van eenzaamheid, onzekerheid en verwarring via prachtige potloodtekeningen. Ze verbeeldt ervaringen die nauwelijks in tekst te vatten zijn.

3 Anneli Furmark – Walk me to the corner (Drawn & Quarterly)

Elise is 56, gelukkig getrouwd, met 2 volwassen zoons. Het leven gaat zijn gang en dat is prima. Totdat ze Dagmar ontmoet op een feestje. Opeens is alles anders. Elise valt als een blok voor haar, en andersom. Furmark tekent het verhaal gevoelvol en nauwgezet, met vrijwel alleen dialoog en nauwelijks actie. Tragisch, ontwrichtend, intiem.

4 Pierre-Henry Gomont – Malaterre (Sherpa)

Voluptueus getekend en ingekleurd familiedrama waarin het landgoed Malaterre in een ver, tropisch Afrikaans land centraal staat. De titel voorspelt weinig goeds. Hitte, oerwoud, leugen en bedrog. Plus de complexiteit van ouderschap, een opgeblazen mannelijk ego, (post)kolonialisme en de keerzijde van kapitalisme. Een heerlijk meeslepend verhaal.

5 Keum Suk Gendry-Kim – The naked tree (Drawn & Quarterly)

Tussen 1950 en 1953 heerste er een bloedige oorlog tussen Noord- en Zuid-Korea. Dit liet diepe sporen na in de generatie die dat meemaakte en de generaties die volgden. Tegen die achtergrond schreef Park Wan-suh (1931-2011) de roman The naked tree (1970). Die roman is nu verstript door Gendry-Kim. Ik vond het een bijzondere, fijn getekende graphic novel, over een voor mij onbekende wereld en tijd. Over oorlog en vrede, over liefde, kunst en de veerkracht van mensen.

Eervolle vermelding

The NIB, politiek-satirisch platform met een onstuitbare stroom van actuele korte strips en cartoons.

Persoonlijk hoogtepunt

Interview voor een artikel over graphic medicine in Nederlands grootste artsenblad


Peter Moerenhout

1 Neyef – Hoka Hey! (Daedalus)

Georges is een Indiaans jongetje dat door een dominee als blanke wordt opgevoed. Een bende outlaws met een geheime missie vermoorden de dominee en Georges sluit zich bij hen aan. Langzaam maar zeker groeien George en Little Knife, een verbitterde Indianenrebel, naar elkaar toe. De andere twee outlaws, de Ierse Sully en No Moon, een Indiaanse met een verminkt gezicht, worden ook mooi vol uitgewerkt. De personages krijgen ruimte om zich te ontwikkelen zonder dat auteur Neyef de actie en de raadselachtige motieven van de personages uit het oog verliest. De strip is niet uiterst origineel en verlegt geen grenzen, maar alle elementen zijn perfect uitgewerkt en op elkaar afgestemd en dat kom je maar zelden tegen. Het resultaat is een prachtig getekend, uiterst goed gebalanceerd en ontroerend verhaal.

2 Nicolas Juncker & Simon Spruyt – De ruiterlijke confessies van Dragon Dragon 2: België, 1792 – 1793 (Le Lombard)

We hebben ons indertijd rot geamuseerd met het eerste album van Pierre-Marie Dragon Dragon, l’ homme que tu aimes détester, en ook dit tweede deel stelt niet teleur. Pierre-Marie, een laffe, geile en criminele soldaat van het Franse leger maakt deel uit van de troepenmacht die eind achttiende eeuw België bevrijdde. De man zet meteen een handeltje in gestolen kunstschatten op. Alles aan deze stripreeks is verrukkelijk: de gedetailleerde historische setting, de humor, de hilarisch expressieve tekenstijl, de grafische verwijzingen naar historisch drukwerk, et cetera. Magistraal!

3 Wes Craig – Kaya (Image)

Wes Craig, de tekenaar van het magnifieke Deadly Class (scenario: Rick Remender) probeert het eens solo met zijn eigen scifi/fantasy reeks. En verhip: naast dodelijk goed tekenen kan de man schrijven ook! Kaya is een jong meisje met een magische gouden arm. Wanneer haar stam uitgemoord wordt kan ze, samen met haar verwende jongere broertje, ontsnappen. Samen moeten ze het hoofd bieden aan lizard people, het keizerrijk van evil robots en een oude voorspelling die zegt dat Kaya’s broertje de uitverkorene is. Craig levert kinetisch tekenwerk af dat soms de grenzen van het medium opzoekt en weet als geen ander razend spannende actiescènes neer te zetten. Toch zijn het de kleine dingen, zoals de vaak gespannen relatie tussen Kaya en haar broertje, die van de reeks een topper maken.

4 Declan Shalvey – Old Dog (Image)

Declan Shalvey breekt al een tijdje potten als tekenaar en scenarist. Vooral bij Marvel comics is hij een graag geziene kerel die Moonknight mocht tekenen en een nieuwe Alien reeks schrijft. Shalvey blijft echter trouw aan zijn indie roots en lanceerde laatst Old Dog, waarvan hij beiden script en tekeningen verzorgt. De strip begint als een spionagethriller met een spion op retour in de hoofdrol, maar al snel beginnen vreemde scifi toestanden hun intrede te doen in het verhaal. De ideeën van Shalvey zijn een originele mix van eigen vondsten en meer bekende scifi ingrediënten. De uitwerking daarvan, met experimentele bladspiegels en prachtig vloeiende actiescènes maken het plaatje af.

5 Balak, Mickaël Sanlaville & Bastien Vivès – Lastman (Skybound Entertainment)

Deel 1 van Lastman verscheen in 2013 in het Frans en intussen is de reeks, twaalf dikke delen, afgerond. De drie eerste delen verschenen ook in het Nederlands maar wegens teleurstellende verkoopcijfers bleef het daarbij. De Amerikaanse uitgever Skybound geeft de reeks echter sinds (relatief) kort uit in het Engels. Dus deze inzending telt nog, scheids! Balak, Mickaël Sanlaville en pedo viezerik Bastien Vivès slagen er ondanks het verschrikkelijke perverse brein van die laatste in om een ontroerend avonturenverhaal te vertellen. In een fantasy wereld waar vechttoernooien eer, roem en fortuin beloven droomt de twaalfjarige Adrian ervan om kampioen te worden. Samen met zijn mama raakt hij verwikkeld in een wereldomspannend avontuur met massa’s zwierig getekende actie en veel ruimte voor kleine gevoelens.

Eervolle vermelding: Dick Matena – Nu ik er nog ben (Uitgeverij L)

En dan nog een eervolle vermelding. Oké, het is geen strip, maar wel één van de meest vermakelijke boeken die ik dit jaar las. Dick Matena werd op 24 april tachtig jaar en is één van de grootse nog levende monumenten van de Nederlandse stripwereld. Niet meer en niet minder. De man schrijft al enkele jaren columns voor Eppo en Uitgeverij L bundelt daarvan nu de beste. Dit boek is een ware schatkist aan anekdotes uit de Nederlandse stripwereld. Dat alleen al zou om duimen en vingers bij af te likken zijn. Matena vertelt alles ook nog eens in een uitgepuurde stijl met trefzekere zinnen, schuwt de humor niet en neemt geen blad voor de mond. Verplichte lectuur voor de stripliefhebber.


COMICS team van Universiteit Gent (Eva Van de Wiele, Maaheen Ahmed, Lou Braibant, Kin Wai Chu, Manuela di Franco en Margot Renard)

1 Doublebob – Quelques minutes après que le temps s’arrête (FRMK)

Geen boek maar een slip case met zes kleine dagboeken, een kleine krant en een briefje. Een poëtische collage van visuele stijlen, vormen en spelletjes die stukken van kwetsbare levens samenbrengen. Met een originele soundtrack van Lukewarm. Hier online te lezen. Je kunt het ook beluisteren.

2 Camille Jourdy – Juliette (Drawn & Quarterly)

Camille Jourdy’s Juliette combineert verfrissend een zachte pastelkleurige tekenstijl, met een glasheldere en directe analyse van een doorsnee Franse familie. Het boek gaat geen enkel taboe uit de weg: eenzaamheid, hypochondrie, verlies van een kind, overspel. Ik keerde de laatste pagina om met ontzag.

3 Thomas Wellmann – Nika, Lotte, Mangold! Immer was los! (Rotopol)

Thomas Wellmann’s reeks Nika, Lotte, Mangold brengt verhalen vol humor en avontuur met in de hoofdrol drie meisjes. De wervelende serie snijdt luchtig allerhande thema’s aan: van lastige schoolvakken en onbeantwoorde liefde tot de klimaatcrisis. Boeken om gezellig samen in bed te verslinden.

4 Ohara Toya Minsei, Utagawa Toyohiro, Katsushika Taito – La Pérégrination vers l’Ouest (Editions 2024)

Deze indrukwekkende, heerlijke uitgave van de Japanse versie van 1806-1837 omvat 100 hoofdstukken (bijna 800 pagina’s). We volgen de turbulente zoektocht van de Apenkoning in een fantasierijk verhaal in woord en beeld. Met nuttige historische en contextuele aantekeningen.

5 Lika Nüssli – Une enfance de paille (Atrabile)

Dit verbeeldingrijk getekende boek gaat over de kindertijd van de vader van de auteur, die door zijn ouders werd gestuurd om bij een boer te gaan wonen en werken om extra geld te verdienen voor de familie. Via korte dagboekaantekeningen van de vader wordt het harde verhaal met gevoel verteld.

6 Darrin Bell – The talk (MacMillan Publishers)

Darrin Bell’s memoire toont wat het betekent om Afro-Amerikaan te zijn in de Verenigde Staten en hoe het kinderen vergaat die door hun ouders niet voorbereid zijn om in een racistische samenleving op te groeien. Het werk is tegelijk ontroerend en ophefmakend, en bovendien prachtig om te zien. Als Bell niet al de Pulitzer had binnengehaald in 2019 voor Editorial Cartooning, had hij die zeker gewonnen met The Talk.

7 Olivier Schrauwen – Sunday (Colorama Books)

In Sunday vertelt Olivier Schrauwen het verloop van een schijnbaar saaie zondag uit het perspectief van zijn jarige neef Thibault. Opdringere gedachten nemen de bovenhand, onverwachte verhaallijnen spiegelen elkaar, en er lijkt op komische wijze maar geen einde te komen aan deze grauwe zondag. Schrauwen portretteert op experimentele wijze zijn neef, zonder gêne en zonder excuses, rauw, vaak op het randje van wrange humor en zelf-pessimisme. De perfecte serie om op een grijze zondag even in weg te duiken, om nog eens goed te schaterlachen en om een kijkje te nemen in iemand anders mondaine leven.

8 Pen So – See You in Memories (Traditional Chinese)

See You in Memories verscheen voor het eerst in 2022 dankzij het “The First HK Comics Support Programme”. Ondanks de lovende kritieken bereikte het boek door de kleine oplage maar een beperkt aantal lezers. Na de uitreiking van de Silver Award op de 16de “Japan International Manga Award” in maart 2023, werden later dit jaar een tweede en derde editie uitgebracht. In een boxset met twee boeken, is het ene het verhaal van een meisje dat per ongeluk een tijdreis maakt. Ze gaat op zoek naar haar verleden nadat ze haar herinneringen is kwijtgeraakt en een mysterieus schetsboek ontvangt met daarin de historische monumenten van Hong Kong. Lezers kunnen zich meer ondergedompeld voelen in het verhaal door dat tweede boek, een schetsboek met Pen So’s prachtig getekende zwart-wit schetsen, te doorbladeren.

9 Julie Doucet – Suicide total (L’Association)

144 pagina’s en 20 meter lang, de autobiografische leporello van Julie Doucet is meesterlijk: de vorm van de leporello weerspiegelt de stroom van het leven en de energie van de jonge fanzine-maker. De strip is boeiend en gewaagd: zonder plaatjes en boordevol zwaar geïnkte, expressieve tekeningen, vooral veel gezichten, die de lezer binnen lokken. Een fascinerende wending in een autobiografie in stripvorm, die de grenzen van het stripmedium verlegt.

10 Arnaud Nebbache – Brancusi contre États-Unis (Dargaud)

De rechtszaak die de moderne beeldhouwer Constantin Brancusi in 1927 aanspande tegen de Amerikaanse overheid was een mijlpaal in de kunstgeschiedenis. De reden: de douane van New York wilde belasting heffen op zijn sculpturen als ze de stad binnenkwamen, omdat het industriële stukken waren en geen kunstwerken. Het proces veroorzaakte heel wat opschudding omdat het niet alleen het object belichaamde, maar ook de ideologische strijd tussen conservatisme en de artistieke avant-gardes van het begin van de twintigste eeuw. Tegelijkertijd versterkte het de toch al solide reputatie van Brancusi, de beeldhouwer die als eerste abstractie toepaste. Arnaud Nebbache, schrijver van jeugdliteratuur, heeft een prachtig eerste stripboek gemaakt. Hij gaat verder dan de biografie van de kunstenaar en het verslag van een rechtszaak en biedt inzicht in het werk van de beeldhouwer in een mooie grafische reflectie op moderne kunst, waarbij hij het werk van Brancusi en zijn eigen werk als auteur en kunstenaar tegenover elkaar plaatst.


Jos van Waterschoot

1 Gummbah – Op de camping (De Harmonie)

Heerlijk absurdisme, waarbij de vondsten zó bizar zijn, dat je bijna op elke pagina in lachen uitbarst.

2 Cyril Lieron – In het hoofd van Sherlock Holmes (Standaard Uitgeverij)

Schitterend gemaakt boek. Het verhaal is tot daar aan toe, maar grafisch vond ik dit boek een verademing.

3 Nina Blom & Margreet de Heer – Jij gaat dood (Personalia)

Indringend verhaal waarvan je ternauwernood gelooft dat dit echt kan gebeuren. Maar niets is minder waar, de werkelijkheid is altijd erger dan het best bedachte gruwelverhaal.

4 Enrico Marini – Noir Burlesque 2 (Dargaud)

Opnieuw een schitterend getekende strip die me erg aan de verhalen van Mickey Spillane deed denken. Ook de kleurstelling sleurt je de jaren 1950 binnen en drukt je achterover in je stoel.

5 Charles Guthrie – Op een beetgare eergisteren (Sherpa)

Alleen al met de titel wist ik me geen raad, laat staan met de verhalen. Vroeger wierp ik zo’n boek dan aan de kant, nu laat het me niet los en zit ik naar fraai tekenwerk te kijken, zonder ook maar een beetje te begrijpen waar het over gaat. Vervreemdend, intrigerend.


Erik Ploegmakers

1 Mathieu Bablet – Carbon & Silicium (Scratch)

Op de valreep van het vorige jaar, maar de onbetwiste nummer één. In een overweldigende reis naar de toekomst slingert Mathieu Bablet heen en weer tussen hoop en afgrijzen. Via het levensverhaal van twee aan elkaar verbonden androïden ervaren we waar de wereld naartoe beweegt en het is niet fraai. Toch blijven fundamentele waarden overeind en overleeft de liefde. Een boek dat mij uitgeput achter liet en nog dagelijks bezighoudt.

2 David Sala – In de schaduw van de helden (Concerto Books)

Schitterend vormgegeven met tekeningen om bij weg te dromen. Juist doordat het er allemaal zo ‘anders’ uit ziet, is er vanaf de eerste pagina aandacht en nieuwsgierigheid. De mix van jaren ’70 nostalgie en een fascinerende familiegeschiedenis maakt dat het verhaal nog lang na blijft dreunen.

3 Xavier Coste – De man met de leeuwenkop (Concerto Books)

Opvolger van mijn nummer 1 van vorige jaar (1984). Xavier Coste maakt alweer een boek met tekeningen om je vingers bij af te likken. Hij vertelt over een bijzondere man die zoveel haargroei heeft dat zijn gezicht nog het meeste lijkt op dat van een leeuw. Het verhaal van de rondreizende freakshows intrigeert en opent een onbekende wereld, die toch gebaseerd is op de werkelijkheid. Door continu te flirten met het sprookjesachtige, bevind je je steeds prettig halverwege feit en fictie.

4 Jean-Paul Eid – De kleine astronaut (Dark Dragon Books)

Dit verhaal gaat door merg en been. Iedere ouder met gezonde kinderen heeft zich wel eens afgevraagd hoe het leven er uit zou zien met een gehandicapt kind. Jean-Paul Eid omschrijft dit zo hartverscheurend eerlijk, dat het bijna voor te stellen is. Zonder romantiek of sentiment blijft hij teder en toegankelijk, terwijl je het boek soms het liefste weg zou willen leggen, omdat er zoveel pijn vanaf straalt. Toch eindig je met een goed gevoel en zelfs een bepaalde soort opluchting. Werkelijk onvoorstelbaar knap gedaan.

5 Lewis Trondheim – Ik blijf hier (Scratch)

Het verhaal met de vreemdste premisse van het jaar. Al na een paar pagina’s ligt de hoofdpersoon onthoofd bij het strand. Het voorval is zo bizar, dat er verder maar weinig woorden aan gewijd worden. De reis die echtgenote Fabienne vervolgens aflegt roept emoties van vervreemding en irritatie op. In een week tijd draait alles van radeloos naar herboren en de tekeningen beelden precies dat uit. Een verhaal waar maar weinig woorden voor nodig blijken, precies daarvoor is het medium strip zo perfect geschikt.

6 Thibault Vermot, Alex W. Inker – Colorado Train (Concerto Books)

Thriller en pageturner die bij mij fijne nostalgische gevoelens oproept. De combinatie van de jaren ’90 vibe (inclusief soundtrack!) met een steeds nadrukkelijker naderend onheil werkt uitstekend. Scream meets Mid 90’s meets Stranger Things. Een strip die zonder aanpassing het storyboard zou kunnen zijn van een lekkere spannende highschool horror. Bonuspunten voor de fraaie uitgave, die zo voor koffietafelboek zou kunnen doorgaan.

7 Didier Cassegrain & Fred Duval – Laat mijn hand niet los (Dupuis)

Als laatste op de lijst een kneitergoede detective. Op het heerlijke eiland Reunion, overzees departement van Frankrijk in de buurt van Madagascar, volgen we een klopjacht op vader en dochter. Na het verdwijnen van zijn vrouw is vader de hoofdverdachte en hij wordt gedwongen te vluchten. De feiten wijzen naar hem, maar is allemaal wel érg duidelijk. Hier moet meer aan de hand zijn. Het verhaaltje leest lekker en is vermakelijk op zich. Wat het boek vooral goed maakt, is de heerlijk getekende vakantiesfeer. Overal zon, strand en fantastische natuur: dankzij Laat mijn hand niet los weet ik waar ik mijn pensioen wil slijten.


Martijn Daalder

Malaterre1 Pierre-Henry Gomont – Malaterre (Sherpa)

Met dit tweede deel is Gomont’s magnifieke familiegeschiedenis compleet. Zo meedogenloos én tegelijkertijd liefdevol kan een vaderportret zijn. Narcistische vader ontvoert zijn oudste kinderen naar het postkoloniale familiebezit in Afrika. In een rauwe, wervelende stijl, nauwelijks de schets ontgroeid, parachuteert Gomont ons in het vervallen familiehuis, het zompige Frankrijk, de grote stad, de jungle… Hoe zorg je dat je kinderen je nooit kunnen verlaten? Precies, dan moet je ze flink te grazen nemen, en hun moeder ook. Wreed, melancholiek, meeslepend. Een meesterwerk.

2 Nicolas Debon – Marathon (Scratch Books)

Nicolas Debon neemt ons in deze poëtische én pictografische stripdocumentaire mee naar de Olympische marathon van 1928. We volgen de Franse Algerijn El Ouafi op zijn onwaarschijnlijke triomftocht door de bakstenen wereld van Amsterdam-Zuid en de winderige polders langs de Amstel. Weinig woorden, schetsende lijnen en geveegde kleuren. Debon laat ons ruimte voor onze eigen bespiegelingen over winnen en verliezen, de ironie van de geschiedenis en psychologie van de loper. Had ook op nummer één gemogen.

3 Riad Sattouf – De arabier van de toekomst 6 (De Geus)

Nog meer vadermoord – maar dan anders. Riad Sattouf voltooit zijn minutieuze reconstructie van een jeugd in de hel. In dit zesde deel zien we hoe het afloopt met het verscheurde gezin waarin Sattouf (de Franse striptekenaar des vaderlands) opgroeide. Een narcistische vader, een ontvoerd kind dat als volwassene uit de Syrische burgeroorlog gered moet worden, een Franse moeder die steeds te laat voor zichzelf en haar kinderen opkomt en aan verdriet ten onder gaat. En dan Sattouf… Hij ontsnapt naar de stripwereld, waar dit kind van twee culturen uiteindelijk thuiskomt en zijn ongekende observatievermogen omzet in een even milde als tergende afrekening met het verleden. Het zesde deel is niet het beste deel uit deze monumentale reeks, maar wel een noodzakelijk slot.

4 Aurelia Aurita – Smakelijk leven (Scratch Books)

In vrolijke, losse tekeningen neemt Aurita’s alter ego ons mee op naar een cruciale fase in haar leven. Wat zit er eigenlijk niet in? Afscheid van geliefden, de schaduw van de Cambodjaanse genocide, de centrale rol van eten en smaak, een bijna fatale borstkanker, vrouwenvriendschappen, de spanning tussen autonomie en de al dan niet polyamorische liefde. Typisch Franse autofictie, zou je zeggen. Dit is wat strip kan: die enorme breedte van thematiek, snelle verschuivingen in perspectief, de lezer in seconden meenemen van een restaurant met 3-sterren verrukkingen, naar een doktersspreekkamer naar een cerebraal-nostalgische bespiegeling over smaak en herinnering. Zo zwaar, zo luchtig.

5 Nicolas Barral – Als de fado weerklinkt (Lauwert)

In de nadagen van de verstikkende en bijna vergeten dictatuur in Portugal leren we dokter Pais kennen. Dit is de aandachtige, humane dokter die we allemaal willen. Hoewel, hij is ook de huisdokter van de Pide, de geheime dienst en daar doet Pais ook zijn rondes in de martelkamers en cellenblokken. Is Pais een vriendelijke opportunist? Langzaam ontvouwt zich een voorgeschiedenis waaruit blijkt dat niet alle keuzes uit overtuiging waren. En dat goedbedoelde interventies weer fatale gevolgen hebben. Je kunt wel kapitein van je ziel en meester van je lot willen zijn – maar dan moeten de omstandigheden ook een beetje meezitten. Een verhaal zonder makkelijke antwoorden.

Speciale vermelding: De Comiclopedia

Onder redactie van Bas Schuddeboom en Kjell Knudde is deze online stripencyclopedie (een initiatief van Kees Kousemaker) een fenomenale en onmisbare kennisbron voor iedereen die het beeldverhaal en zijn auteurs serieus neemt. Een diepe buiging voor redactie en team! Check it out.


Teunis Bunt

1 Sami Makkonen – Paardengod (Scratch)

Drie verdwaalde reizigers komen aan bij een afgelegen boerderij en belanden zo in een beklemmende wereld. Overal waart de dood rond, er zijn duistere rituelen, uit de christelijke en de voorchristelijke tijd. Een boek dat met het verstand maar lastig te volgen is, maar waardoor je je wel kunt laten meevoeren, zodat je het diep in je buik voelt.

2 Erik Kriek – De kuil (Scratch)

Bomen met tekens, een kuil met zwart water en een koppel dat een nieuw leven probeert op te bouwen, maar in de macht komt van het duistere verleden van de plaats. Een goed verhaal van Kriek, met de gebruikelijke uitstekende tekeningen. Je krijgt er je vinger net niet achter, wat ook hoort bij zo’n verhaal.

3 Micky Dirkzwager – Knipperen & ademen (Scratch)

Je moet zoveel in het leven (van anderen of van jezelf) en hoe hou je dan alles op de rails? De hoofdpersoon in deze autobiografische graphic novel wordt er doodmoe van. Omgaan met druk en stress, erachter proberen te komen wie je bent en hoe je daarmee moet omgaan – dat doet Micky Dirkzwager op een ontwapenende manier. En steeds is de lichte toon behouden.

4 Martin Draax – Baby Boom (Hum!)

Baby Boom komt van een andere planeet terecht in het Amsterdam van de toekomst, waarin de rechtse populist Boudewijn Hakkert, van de boreale vrindenclub Sneeuwwitje, het voor het zeggen heeft. Scherpe satire. Er is best wat op het verhaal aan te merken, maar de tekeningen zijn wonderschoon.

5 Noël Ummels en Liesbeth Waijers – En mijn vader waande me dood (Personalia)

Autobiografische graphic novel over het leven met een getraumatiseerde vader die kampt met een bipolaire stoornis. Het album moet het niet hebben van de tekeningen, maar de inzet van het verhaal is hoog. Ummels heeft het dicht bij zichzelf gehouden en laat de lezer heel dichtbij komen.


Robert Schuit

1 David Shrigley – I am the jug you are the glass (Shrigshop)

Een in eigen beheer uitgegeven gebonden boek met driehonderd nieuwe zwart-wit-tekeningen van de Britse grootmeester van het Aardse absurdisme. Wederom verbindt hij de esthetiek van de cartoon met de verbeeldings- en zeggingskracht van Dada.

2 Daniel Warren Johnson – Do a Powerbomb! (Image)

DWJ heeft zich de afgelopen jaren ontwikkeld tot dé nieuwe superster op comicgebied. Explosieve tekeningen en ontroering gaan hand in hand. Dit keer richt hij zijn vizier op de worstelwereld. Verschillende teams wortelaars moeten strijden voor de ultieme prijs: de winnaar mag een wens doen. De dochter van een overleden worstellegende heeft er één: dat haar moeder weer tot leven wordt gewekt. Tussen de tranen door voel je de ledematen langs te gezicht suizen.

3 James Tynion IV & Fernando Blanco – W0rldtr33 (Image)

Onder het internet blijkt een demonische variant te liggen, het Undernet, dat ons allemaal wil vernietigen. Een groep vrienden heeft het ooit opgesloten, maar nu is het losgebroken en zet het mensen aan tot moorden die ze live streamen op hun sociale media. De oude groep moet weer bij elkaar komen om dit kwaad voor eens en altijd uit de wereld te helpen. Geweldig vertelde en getekende moderne horror over het potentiële kwaad dat we allemaal in onze broekzak bij ons dragen.

4 Dave Chisholm – Miles Davis and the search for the sound (Z2 comics)

Dat Dave Chisholm behalve tekenaar ook muzikant is zie je aan alles af. Niet eerder werd muziek zo goed invoelbaar gemaakt in de vorm van tekeningen. Hij laat Miles Davis zelf aan het woord door gretig te citeren uit zijn autobiografie. Elke fase, elk dieptepunt en elk hoogtepunt, uit het leven van de jazz-legende komt aan bod. Miles zijn grilligheid en genialiteit en hoe hij de muziek tijdens zijn leven steeds weer een nieuwe richting wist te geven, ondanks (of misschien wel dankzij) zijn moeilijke karakter en de rassenstrijd die hij uiteindelijk als winnaar op zijn naam wist te schrijven komen tot leven op een manier de de muziek bijna tastbaar maakt.

5 Jeff Lemire & Gabriel Walta – Phantom Road (Image)

Een truckchauffeur en de vrouw die hij oppikt komen door een vreemd voorwerp dat hij vervoert in een bizarre wereld terecht. Ze worden achtervolgt door vreemde wezens en moeten alles op alles zetten om het vege lijf te rijden. Lemire heeft er een handje van om de perfecte tekenaars bij zijn scenario’s te kiezen en Walta is wederom een regelrechte voltreffer. In Sentient lieten de twee al zien dat ze met de ruimte uit de voeten kunnen, maar ook met het Amerikaanse wegdek leveren ze een visueel spektakelstuk af waarbij leegte en de kracht van suggestie grote rollen spelen.

De lijst niet gehaald omdat ze uit 2022 komen, maar ik las in 2023 ook nog de volgende boeken die ik graag wil noemen:

1 Steve Aylett – Hyperthick (Floating World Comics)

Als James Joyce en Gummbah een kind zouden krijgen en dit kind zou een schaar en lijm krijgen en oude strips verknippen en voorzien van bizarre, geestverruimende maar o zo ware nieuwe teksten dan zou dit Steve Aylett zijn.

2 Nick Drnaso – Acting Class (Granta)

Soms komt het werk van Nick Drnaso over als een getekende Roy Anderson-film, beklemmende scenes uit levens waar maar geen beweging in lijkt te komen. De sfeer in dit boek is vaak zo claustrofobisch dat ik het regelmatig moest wegleggen om weer even op adem te komen. Een klasje amateurtoneelspelers raakt steeds meer in de greep van hun leraar.

3 David Shrigley – Get your shit together (Chronicle Books)

Elke ochtend gaat David Shrigley op zoek naar een object dat hij nog nooit eerder schilderde. Hij schildert dit vervolgens en voorziet het van een bijschrift. Tekst en beeld verstrerken elkaar maar zorgen tegelijkertijd voor extra vervreemding. Er is niet een kunstenaar die de middelen van een cartoon zo goed inzet als Shrigley.

Ik heb mijn eigen boek ‘Er komt altijd een ei uit’ niet genoemd omdat dit niet echt sjiek zou zijn. Toch hoop ik dat mensen het gaan lezen. Vrolijk gekleurde cartoons over de ingewikkelde relaties die mensen met elkaar hebben en met de objecten die hen omringen.


Arold Roestenburg

1 Charles Soule & Ryan Browne – Eight Billion Genies (Image)

Een onmogelijk verhaal over een dag waarop iedere aardbewoner één wens kan doen, is dankzij Soule en Browne een pracht van een boek geworden (zoek naar de hardcover) waarin je steeds nieuwe dingen ontdekt in het artwork en ook bij herlezen verbluft bent door de wijze waarop beide heren hun idee hebben uitgevoerd.

2 Daniel Warren Johnson – Do A Powerbomb! (Image)

Als je van plat Amerikaans vermaak als showworstelen een enorm emotioneel verhaal kan maken met prachtige actiepagina’s en karakterontwikkeling dan ben je een grote. Daniel Warren Johnson mag zich na Do A Powerbomb definitief rekenen tot de grote comicmakers van deze tijd.

3 Jason Aaron, Alexandre Tefenkgi & Nick Dragotta – Once Upon a Time at the End of the World: Love in the Wasteland (Boom!)

Aan (post-)apocalyptische comics is de laatste tien jaren echt geen gebrek. Jeff Lemire in zijn eentje zorgt al bijna voor een verzadiging van deze markt. Maar het is Jason Aaron die weg van het keurslijf van Marvel weet te verrassen met een verhaal over twee totaal verschillende mensen die elkaar steunen in een wereld die er alles aan doet om hun ondergang te bewerkstelligen.

4 Emily Caroll – A Guest in the House (Faber)

Zelden heeft een graphic novel meer weggehad van de betere gothic romans dan A Guest in the House van Emily Caroll. Hoe zij speelt met kleur en stijl om haar verhaal te vertellen over de leegte die mensen achterlaten na overlijden en hoe moeilijk het is om die leegte op te vullen is enorm knap. Een boek waar mee over gepraat zou mogen worden in de lage landen.

5 James Tynion & Werther Dell’Edera – Something Is Killing The Children vol 6 (Boom!)

Tegenwoordig zijn de meeste creator owned comics geen lang leven beschoren. Na vol. 3 stoppen de meesten omdat de verkoop tegen begint te vallen en er nieuwe ideeën zijn ontstaan. Tynion en Dell’ Edera gaan gelukkig stug door met hun saga over monster die alleen gezien worden door kinderen en de daarbij behorende monsterjagers. Hoofdpersoon Erica Slaughter is de enige waardige opvolger van Buffy The Vampire Slayer. Knap aan de serie is dat de creators steeds nieuwe lagen weten toe te voegen zonder de filmische vertelstijl uit het oog te verliezen.


Lode Goukens

Berlijnse Trilogie 1: De Berlijnse kwestie1 Pierre Boisserie & François Warzala – Berlijnse Trilogie (Scratch)

Berlijnse Trilogie is een zwarte parel. De zeldzaamste soort. Een prachtig eerbetoon aan schrijver Philip Kerr, een trouwe en toch unieke verstripping van diens beste werk en een op zichzelf staand kunstwerk van internationale klasse.

De tekeningen van Warzala zijn werkelijk uitmuntend. De vloeiende lijnvoering van de inkting ademt trouwens ook een soort jaren ’30 sfeer uit. Een gleufhoed is pas een gleufhoed met mooie penseelvoering. Zijn auto’s ogen correct en dynamisch. De gebouwen zijn treffend. De personages stijlvol. Een must have en vooral een must read.

2 Philippe Wurm & François Rivière – Edgar P. Jacobs de Doemdromer (Daedalus)

Een stripbiografie van Edgar Pierre Jacobs, weeral. Deze biografie is zowel vormelijk als inhoudelijk een meesterwerk. De bladspiegel van de pagina’s is enerzijds zeer klassiek, maar anderzijds is het ritme van de grafische vertelling zeer apart. Wurm bouwt zijn tekeningen in de ‘cases’ of vakjes zeer traag op. De grootte van de vakjes of stroken wisselt aan de lopende band. Elke pagina is een klein kunstwerkje. De relaties tussen de protagonisten waaronder bekende schilders en stripauteurs ogen en lezen zeer authentiek. Nergens verbloemt Rivière de mindere kantjes van Jacobs of zijn stroeve omgang met andere auteurs, ex-collega’s, uitgevers enzovoort. Een echt stripverhaal voor de echte stripfanaat.

3 Luc Cromheecke – De magnifieke Monet (Oogachtend)

Nog een biografische strip. Eén die begint in Giverny. Dus op latere leeftijd van de impressionistische schilder Claude Monet. Luc Cromheecke’s hommage aan deze vaak te eendimensionaal voorgestelde schilder is een speciaal stripverhaal. Ten eerste qua tekenstijl. Je houdt ervan of juist niet. Ik ben die tekenstijl pas toen ik ouder werd beginnen appreciëren. Ten tweede speciaal door het gebrek aan tekst. Normaal al evenmin iets waar ik van hou. Monet is een tekstloze stripfiguur. Deel 1 Étretat moet het begin worden van een stripreeks over de excentrieke schilder. Bonus: een geïllustreerd dossier van 6 à 8 pagina’s.

4 Thierry Demarez & Valérie Mangin – Alex Senator 14 – De eed van Arminius (Casterman)

Na enkele gruwelijk middelmatige tot slechte scenario’s wist Valerie Mangin zich te herpakken in de succesreeks Alex Senator. Het is gelukkig afgelopen met excursies naar science fiction, exotica en esoterie. Het intrige is zoals vanouds een mengeling van geschiedenis, intriges en verzinsels. Dit keer bevindt Alex, op middelbare leeftijd, zich in Germania. Keizer Augustus stuurde de zonen van zijn echtgenote Livia naar de Germanen. Alex’ zoon Titus dient als officier onder Tiberius. De belangrijke historische context is het ongeluk van Livia’s zoon Drusus (de beoogde opvolger van Augustus volgen veel Romeinse historici). Drusus zal sterven, maar daar gaat het niet over. Titus wordt ontvoerd door barbaren. De tegenspeler is de kleine Arminius, de zoon van een met Rome geallieerd stamhoofd. Het levert een boeiend intrige op. Zelfs of juist daarom voor de lezer die weet dat Arminius later Augustus enkele legioenen zal ontnemen in het Teutoburger Woud in de smadelijke nederlaag van Varus. De tekeningen van Demarez zijn zoals altijd subliem. Zo goed dat je als lezer denk dat ‘ie op één of ander manier vals moet spelen.

5 Paul Teng & Jean Dufaux – Klaagzang van de verloren gewesten (cyclus 4) – De Sudenna’s deel 2 (Dargaud)

Eigenlijk wilde ik de nieuwe Asterix op 4 of 5 zetten, maar het werd toch die album dat begin 2023 verscheen. Een stripverhaal in het heroic fantasy-genre. In dit geval baadt het stripverhaal in een middeleeuwse sfeer met inderdaad een draak en bovennatuurlijke krachten (althans dat denken de personages). Uiteraard mag het nodige zwaardzwaaien en wapengekletter niet ontbreken. Ook enkele licht erotische passages komen aan bod. De scenarist Jean Dufaux (Ninove, 7 juni 1949) is één van de belangrijkste stripscenaristen van de afgelopen dertig jaar. Dufaux is een veelschrijver en een bedenker van cycli. Dufaux is de Tolkien van de franco-belgische strip.

Paul Teng is dan weer de beste Nederlandse levende striptekenaar. Dit album is het tweede deel van de vierde cyclus in de reeks de Klaagzangen van de Verloren Gewesten die hij in 1992 ooit begon met Poolse striptekenaar Grzegorz Rosinski. De tweede cyclus verscheen tussen 2004 en 2014 met de te jong overleden Doornikse striptekenaar Philippe Delaby (die met Dufaux een briljante Romeinse reeks maakte getiteld Murena). Tengs techniek is uitzonderlijk en tijdloos. Minder stekelig en rafelig dan Rosinski en minder glossy en barok dan Delaby.

De sfeer, de gelaagdheid en de spanningsboog zitten goed en de prachtige scenes en de werkelijk verblindende tekeningen van Teng maken dat zelfs lezers die normaal gruwelen van ‘fantasy’ dit prachtig stripalbum zullen kunnen smaken.

Net niet op de lijst:

Conrad & Fabcaro – Asterix de Witte Iris (Hachette)
Etien & Beka – Rommelgem 3  – Koolstofatomen en steroïden (Dupuis)
Willem Ritstier & Fred de Heij – De Witte Dood (Menlu)
Neyef – Hoka Hey! 1. Georges (Daedalus)
Frank Le Gall – De avonturen van Theodoor Cleysters 14 – Aro Satoe (Dupuis)
Pascal Bertho & Yannick Corboz – De Verhoeven brigade 3 – Alex (Silvester)


Tonio van Vugt

1 Charles Guthrie – Op een beetgare eergisteren (Sherpa/Zone 5300)

Ja, ik heb hard aan dit boek gewerkt als samensteller, redacteur en vormgever, maar het eindresultaat is 100% Charles Guthrie. Het werd de hoogste tijd dat deze in Leeuwarden neergestreken Amerikaan bekend werd bij een groter publiek, dus dit debuut bij een echte uitgeverij (eerder gaf hij twee boekjes uit in eigen beheer die niemand wist te vinden) was meer dan welkom. Bizarre personages en prachtige taalvondsten in een hallucinant universum, getekend in een stijl die verraderlijk veel lijkt op de klassieke Amerikaanse comics, maar dan na een kilo paddo’s. Of zoals Wilbert Plijnaar het treffend omschreef: ‘De strips van Charles Guthrie zijn vergelijkbaar met het werk van verhalenvertellers als Kafka, Runyon, Ionesco, Camus en Harvey Kurtzman, na een mislukte groepslobotomie.’
Niets ten nadele trouwens van De familie die te veel wist van Berend J. Vonk, dat tegelijkertijd verscheen en waar ik ook razend trots op ben, maar Berend mag intussen wel bekend worden geacht bij de lezers van 9e kunst.

2 Josep Busquet & Alex Xoul – De overblijvers (Lauwert)

Deze graphic novel gaat verder waar Peter Pan ophoudt en focust op het verdriet dat ouders voelen wanneer je kind door een fabelwezen wordt meegenomen naar een andere wereld om daar samen te strijden tegen een of ander kwaad. Fantastisch leuk voor het kind dat de tijd van zijn leven heeft, maar de ‘overblijvers’ lopen tegen een muur aan van machteloosheid en wantrouwen door autoriteiten en buren. Een geweldig uitgangspunt werd perfect uitgewerkt door scenarist Busquet, die de enorme tragiek goed invoelbaar maakt, en tekenaar Xouls, wiens sfeervolle bruintinten het Engeland van de jaren 40 fraai tot leven wekken. De laatste pagina’s van het verhaal, dat heel mooi tot zijn uiterste consequentie wordt verteld, laten de lezer gegarandeerd met een brok in de keel achter.

3 Serge Lehman & Frederik Peeters – De kladdenman (Sherpa)

Om eerst maar eens een misverstand uit de wereld te helpen: het titelpersonage is niét de figuur op de cover. Wie wil weten wie die ‘kladdenman’ dan wel is, moet dit boek maar lezen. Ik was al een fan van Peeters’ werk voor ik gevraagd werd dit boek te letteren, dus mijn betrokkenheid heeft weinig invloed op dit oordeel: het stripjaar 2023 kon nauwelijks beter beginnen dan met deze feministische thriller met flinke bovennatuurlijke elementen. Er zijn invloeden van manga, maar niet te veel, en er vloeit bloed, maar precies genoeg. Peeters’ tekenwerk blijft om van te watertanden, en Lehman zet liefdevol drie generaties van vrouwen neer, die tegenover een raadselachtige en uiterst gewelddadige vijand komen te staan. En die kladdenman? Niets is wat het lijkt…

4 Alex W. Inker – Colorado Train (Concerto Books)

Volgens mijn buurtstripdealer liep dit boek minder hard dan verwacht en dat is zeer onterecht (al kan de prijs van graphic novels daarin een rol spelen): als het nog veel duisterder broertje van de tv-serie Stranger Things dendert Colorado Train je geest binnen en deelt een aantal flinke mokerslagen uit. Vier Amerikaanse tieners raken in de ban van een brute moord op een leeftijdsgenoot en gaan zelf op onderzoek uit. De Vijf is dit echter niet: Durham is verslaafd aan crack en Suzy heeft een op zijn zachtst gezegd problematische relatie met haar vader de sheriff. Maar de zaken nemen pas echt een nare wending als ook Michaels jongere broertje het slachtoffer lijkt te worden. De ontknoping blijf nog lang knagen – letterlijk en figuurlijk. Inker heeft zijn artiestennaam goed gekozen: zijn filmische tekenstijl in trefzeker zwart-wit laat je meeleven met de personages, in deze bewerking van de roman van de Franse auteur Thibaut Vermot.

5 Anne-Caroline Pandolfo & Terkel Risbjerg – Serena (Lauwert)

Heb ik een voorkeur voor duistere verhalen? Ik vermoed van wel, als ik mijn lijstje zo terugzie. Ook Serena (waar ik de eindredactie voor deed) is geen dijenkletser, maar een geweldige parabel over het kwaad en kapitalisme (er zijn er die de mening zijn aangedaan dat dit hand in hand gaat). Het titelpersonage, een ambitieuze en niets en niemand ontziende roodharige duivelin, trouwt met een rijke houthandelaar en neemt de touwtjes in handen. Een natuurreservaat? Ben je gek, omhakken die handel! En dan mogen er best dooien vallen onder de werknemers – en daarbuiten. Een spreekkoor van houthakkers verbindt de gebeurtenissen, de toon van de alwetende verteller is gepast literair, en over het ambigue slot valt nog lekker veel te speculeren. Gebaseerd op de roman van Ron Rash. De strip is beter dan de film. Oneindig veel beter.