De kleine Aldobrando wordt door zijn vader, een ridder te paard, achtergelaten bij een magiër. De oude tovenaar staat nog in het krijt bij de ridder. Dukaten heeft de oude man niet, en daarom wordt hem te kennen gegeven om het kleine ventje op te voeden. Zo kan hij zijn schuld voldoen. Maak een man van hem, zegt de ridder nog, voordat hij zijn paard de sporen geeft.
Wat dat oplevert, blijkt al snel. Aldobrando, met het uiterlijk van een tiener, is een niet zo nozele figuur die op een dag naar buiten wordt gestuurd door de magiër. Hij moet op zoek naar raveliaan, een kruid dat hij kan herkennen aan het blad. Aldobrando heeft geen idee waar hij het zoeken moet en dwaalt wat rond. Onderweg komt hij een gisse snaak tegen die hem meeneemt naar het stadje Tweefonteinen.
Alle figuren in de strip zijn klassiek: de magiër, de onnozelaar met het reine hart, de sluwe vos, de brute kracht, de lodderige koning die te veel drinkt, diens frêle vrouw – veel te jong en om heldere redenen afzijdig – en de zoon van de koning, die onlangs werd aangevallen door een snoodaard. Het gevolg van de koning kent ook allerlei figuren die in elk sprookje voorkomen. Het maakt de strip overzichtelijk. En toch, ondanks de redelijke voorspelbaarheid pakt het verhaal je bij de kladden.
Dat heeft voor een groot deel te maken met hoe Aldobrando de onbekende wereld om hem heen beschouwt. Hij weet niet veel van wereldse zaken en dat zorgt voor verrassende wendingen die het verhaal verder dragen. De ronduit fraaie tekeningen van Luigi Critone helpen zeker ook mee: ze zijn zacht en vriendelijk. Hij heeft met name de figuur Aldobrando heel goed in de vingers. Gaandeweg maakt de jongeling een prachtige ontwikkeling door, die sterk wordt getoond. Hetzelfde geldt voor de prinses, die een steeds belangrijkere rol krijgt.
Wat in het scenario van Gipi ook meespeelt, is dat het tempo sterk gedoseerd is. Er lijkt, ondanks de nijpende situatie in het koninkrijk, geen haast. Daarom trekken alle actiescènes heerlijk aan de lezer voorbij: een ontsnapping, een ontdekking, een gevecht, alles wordt in vloeiende vaart gepresenteerd.
Bijzondere aandacht is er voor het kleurgebruik. Ook dit is klassiek: iedere locatie heeft een specifiek kleurpalet. Dat is bepaald niet iets waar je gemakkelijk overheen kijkt. Net als met de voor de hand liggende personages zijn de pagina’s heel helder over hoe we de situatie moeten interpreteren. En ook hiervoor geldt: het zet het sprookje (tegenwoordig heet dat fantasy, maar laat je niet foppen) in het juiste perspectief. Het geeft alle ruimte om door te lezen en het verhaal te genieten.
Want daarin slaagt Aldobrando: het is een fijne anderhalf uur lezen. Alles klopt, alles werkt en alles ziet er mooi en verzorgd uit. Niet gek, fans van het genre moeten best vaak genoeg genoegen nemen met een strip die grotesk of eigenlijk gewoon zwak is. Het fantasy-sprookjesgenre is in dat opzicht te vergelijken met de western. Ook daar is een volkomen overdaad aan middelmatige strips, die nog een keer hetzelfde trucje herhalen. Niets daarvan bij Aldobrando. Het is een mooi sprookje, met genoeg actie, drama en levenswijsheid om boven het maaiveld uit te steken. Een verdienste, met bovendien een perfect slot dat zorgt voor een grote glimlach.
Luigi Critone & Gipi – Aldobrando. Lauwert Uitgeverij. 208 pagina’s hardcover. € 34,95