Er zijn gebeurtenissen, schijnbaar verwaarloosbare details in de geschiedenis, waarin alle patronen van een tijdsgewricht al te herkennen zijn. Je hebt dan nog wel een documentairemaker nodig, die een trouwe reconstructie weet te combineren met een verkenning en een duiding van de verborgen betekenissen, spanningen en emoties. De Olympische marathon van Amsterdam is zo’n gebeurtenis. En Nicolas Debon maakt er een onweerstaanbare vertelling van.
De marathon van de Olympische Spelen van 1928 krijgt een onverwachte winnaar. We volgen de atleet El Ouafi Boughéra ruim honderd pagina’s tijdens zijn grootste triomf – en toch blijft de Frans-Algerijnse atleet, eenkind van het koloniale systeem, een onbekende. Geen woord laat Nicolas Debon zijn hoofdpersoon zeggen of denken in zijn even nauwkeurige als poëtische reconstructie. En juist door die ongrijpbaarheid wordt El Ouafi Boughéra het onvergetelijke middelpunt van een meditatie in ritmische beelden over vergankelijke roem, over de wind, tegenslag en overwinning, ongelijkheid en rechtvaardigheid, en het leven in het moment.
In Marathon zwijgt de hoofdpersoon, maar we lezen de voice-over en beschouwingen van Nicolas Debon zelf. In strak gecomponeerde pagina’s legt de auteur zijn lezers een steeds dwingender tempo op – al lijkt het allemaal mee te vallen in het begin, als de wind in de rug staat. Het peloton doorkruist het bakstenen en beloftevolle Amsterdam-Zuid dat in 1928 nog in de steigers staat. Het bruin-rood van de gebakken klei bepaalt het palet. Dit was de kleur van de bouw, van de nieuwe tijd, van het optimisme, van de rijke bourgeoisbuurt in aanbouw, maar in Martathon neigt het ook naar een onheilspellende bloedrode schaduw. Het is nòg geen 1929, nòg geen oorlog in Europa en straks in Algerije – dat komt nog wel.
Langs de Amstel breekt het peloton. Bij de molen in de polders keert het parcours en gaat het tegen de wind in. Debon zoomt steeds vaker wijd uit, of juist extreem in: de weerbarstige omgeving en de wedstrijd van de eenzame loper tegen de anderen, de wind, zichzelf. Het bewustzijn vernauwt. Het wordt een zware race, en geleidelijk werkt El Ouafi Boughéra zich naar voren om uiteindelijk alle favorieten achter zich te laten. Debon heeft de wereld dan heel klein en heel groot gemaakt, voor El Ouafi Boughéra en voor de lezer.
El Ouafi Boughéra is een Franse Algerijn, een fabrieksarbeider en dus een tweederangsburger. Als hij zich meldt aan de kop van de race proberen de bobo’s zich al meester te maken van zijn overwinning. Debon laat het zien maar houdt zijn vizier scherp. Hij viert de triomf van de loper. Tegelijkertijd deelt hij in zijn commentaren, korte flashbacks en zijsporen zijn bespiegelingen over de vluchtigheid van die triomf, de alles doordringende ongelijkheid, het kleine en het systemische racisme en de illusie van de Olympische gedachte. Voor één dag mag El Ouafi Boughéra zich daaraan ontworstelen. Voor één dag – de dag van Marathon.
Zelden heb ik een stripdocumentaire gelezen die de grafische perfectie van Art Spiegelman’s Maus zo benadert. De stijl is ondanks de schetsende lijnen en de geveegde kleuren bijna pictografisch. Dat geeft ruimte in het hoofd: je kan je eigen beeldende invulling geven aan de 42 kilometer van El Ouafi en de anderen. Juist door het gebrek aan detaillering en fotografisch realisme word je je eigen werkelijkheid van deze marathon ingezogen. Een persoonlijke noot: ik ben opgegroeid in dit Amsterdam-Zuid, ik maakte als kind fietstochten over – zo weet ik nu – het parcours van de marathon. Debon vertelt in schemerige pictogrammen, en daarmee weet hij het bakstenen landschap van mijn jeugd op een verbluffende manier tot leven te wekken.
Debon volgt zijn zwijgende hoofdpersoon op zijn laatste kilometer, terug het stadion in. Het laatste beeld is geen tekening, maar een foto waarop we El Ouafi Boughéra vermoeid maar ook volledig gefocust het stadion in zien komen. Het is bijna volbracht. In het nawoord – in dit boek een waardevolle aanvulling van de vertelling – lezen we het verder gaat en hoe het met de atleet afloopt. Niet zo goed. Zoals dat gaat. Lees het zelf maar – en ervaar hoe dit perspectief de triomf en de tragiek van deze winnaar en zijn marathon alleen maar groter maakt. Marathon is een klein monument, en een meesterwerk.
Nicolas Debon – Marathon. Scratch Books. 124 pagina’s hardcover. € 24,95.