Soms heb je van die boeken die je zonder al te hoge verwachting openslaat, om vervolgens zó te worden verrast dat je het pas een paar uur later uitgelezen weer dichtslaat en tijd nodig hebt om bij te komen. Zo’n album is Carbon & Silicium.
Het thema van dit album is niet nieuw: de ontwikkeling van androïden die steeds meer op mensen gaan lijken. Philip K. Dick speelde met het gegeven in zijn beroemde roman De elektrische nachtmerrie (Do Androids Dream of Electric Sheep?), Isaac Asimov in zijn beroemde verhalenbundel Ik, robot en Naoki Urasawa deed het in zijn onvolprezen mangaserie Pluto.
Desalniettemin weet Fransman Mathieu Bablet te verrassen. Carbon en Silicium zijn twee robots die moeten worden ingezet in de ouderenzorg. Om hen zo veel mogelijk begrip voor de mens bij te brengen, worden ze gekoppeld aan het internet. Al direct op de eerste pagina’s laat Bablet de lezer weten voort te borduren op een bekend thema en brengt hij direct een spanningsboog aan door een verwachting te scheppen over hoe het verhaal zal verlopen. Wanneer de ingenieur Noriko de twee robots ‘tot leven wekt’ is haar eerste vraag welke gedachte ze als eerste willen delen. De robots komen met een gemeenschappelijk antwoord: “De mens is het echte probleem van de planeet. De enige oplossing is hem uit te roeien.” Om daar direct aan toe te voegen dat ze een grapje maken. “Het is een scenario dat je terug kan vinden in 738 verschillende fictieve werken van films tot literaire novellen.” Maar geen paniek: de mens weet toch dat ze sterfelijk is?
Daarmee is de toon gezet. Sterfelijkheid is waar het in Carbon & Silicium om draait, net als om de vraag: wat definieert een mens? En: wanneer is een robot zo’n zelfstandig handelend wezen dat ook hij menselijk wordt?
Met die laatste vraag worstelt Nuriko meer dan haar collega’s. Het bedrijf dat Carbon en Silicium ontwikkelt, wil dat ze automatisch na vijftien jaar kapot gaan. De twee robots beginnen echter te lijden onder de wetenschap dat hun leven eindig is. Silicium ontsnapt. En Nuriko programmeert Carbon zo dat haar ‘bewustzijn’ vlak voor haar ‘sterfdatum’ via het internet overgaat in een nieuwe robot.
Hoewel Carbon & Silicium dan al op pagina 71 is en je al de nodige emotionele achtbanen hebt bereden, begint het verhaal dan pas echt. En hoe. Wat volgt is nog 200 pagina’s waarin je als lezer telkens verder in de tijd meereist met Carbon en door haar ogen ziet hoe de wereld zich ontwikkelt. Het is een angstwekkende reis. Ontroerend op momenten en bovenal verbluffend. Bablet neemt je mee in een wereld waarin robots steeds menselijker worden, mensen steeds meer op robots gaan lijken om langer te kunnen blijven leven, de aarde steeds onleefbaarder wordt, maar de menselijke aard even primitief blijft. Daarbij blijft het hele album lang de verkapte dreiging uit Carbons en Siliciums eerste woorden boven het verhaal hangen.
De namen van de hoofdpersonen zijn niet toevallig gekozen. Koolstof (carbon) en silicium zijn twee stoffen die chemisch gezien erg op elkaar lijken. Koolstof is onmisbaar voor het ontstaan van menselijk leven (alle levende organismen die we kennen hebben koolstof als basisstructuur). Silicium is een onmisbare grondstof voor computerchips. Wanneer beide stoffen met elkaar reageren tot siliciumcarbide ontstaat een bijna onverwoestbaar materiaal dat onder andere gebruikt wordt door de NASA. Bablet verwijst met die naamgeving dan ook direct naar het thema van dit album.
Bablet weet ondanks alle dystopische voorspellingen in dit album vooral een boodschap van hoop te brengen. Hij brengt dat allemaal ook nog eens bijzonder sfeervol in beeld. Niet voor niets won hij met dit album vorig jaar de Prix de la BD FNAC. Carbon & Silicium is uitermate geslaagde sciencefiction.
Mathieu Bablet – Carbon & Silicium. Scratch Books. 272 pag. harde kaft. € 34,95