Strips

De autobiografische verhalen van Dick Matena gebundeld: recht voor z’n raap, levensecht en met een paar drankjes achter de kiezen

Dick Matena bereikte onlangs de gezegende leeftijd van tachtig jaar, waarvan hij driekwart doorbracht in de vaderlandse stripwereld. De stripmaker met een even kleurrijk verleden als oeuvre is nogal een figuur, uitgesproken en zonder gène. Dat bewees hij de afgelopen jaren in stripblad Eppo, waarin op gezette tijden stukken van zijn hand verschenen. De verhalen, die columns werden genoemd maar feitelijk levendige herinneringen zijn aan een roemrijk verleden, werden onlangs gebundeld in Nu ik er nog ben. Het is een feestje voor stripliefhebbers die meer willen weten van hoe het er achter de schermen aan toe gaat en die wel houden van een roddel of sterk verhaal.

Matena heeft een vlotte pen en een scherpe mening, en omgekeerd. Hij deinst er niet voor terug om af te rekenen met flapdrollen en vooral met figuren die zichzelf belangrijker vinden dat ze in Matena’s ogen zijn. Mensen van het Stripschap, Yves Sente en Kees Kousemaker krijgen bijvoorbeeld regelmatig onder uit de zak. Heel soms neemt hij even gas terug, dan weet hij het even niet zeker meer. Het zijn de momenten dat zijn forse drankinname zijn herinneringen beneveld heeft.

De verhalen werden in eerste instantie voorgepubliceerd in stripblad Eppo. Met tussenpozen lezen de columns anders dan achter elkaar en in één ruk. Op een gegeven moment kent de lezer Matena’s onmatige liefde voor de drank wel; hij blijft er maar op terugkomen. Hij verklaart per keer de situatie voor wie misschien eens een enkele aflevering las in Eppo; eenmaal alles verhalen achter elkaar gelezen wordt de alcohol een gimmick. Altijd weer die drank. De bundel zou bijna Dat ik er nog ben van gaan heten.

Tegelijk zijn die smeuïge verhalen ook wel weer hilarisch. Met Matena aan de bar werd het nooit gezapig. Vechtpartijen, duw- en trekwerk, Stripschapbestuurders die hem van achteren bespringen of die aan hun stropdas over de tafel worden getrokken: het zijn samen met de verhalen over Kresse en Toonder de anekdotische pareltjes. Samen met de verhalen over royalties en afspraken, waar je stil van wordt.

Als Hans Kresse en Marten Toonder ter sprake komen, verandert de branie van Matena. Dan klinkt hij soms zelfs als de schuchtere fan die toch niet zonder trots vertelt dat hij vlakbij zijn idolen heeft rondgehangen. Interessant om te lezen hoe Matena over Toonder vertelt, na al die jaren. Matena’s toon wordt dan ineens opvallend mild, met groot ontzag voor zijn leermeester, vriend en collega. Dat bleek al uit de geweldige bundeling Wat jij, jonge vriend – een overzicht van de correspondentie tussen Toonder en Matena, die in 2009 verscheen. Overigens, wie vermoedt dat Toonder zich in die correspondentie welvoeglijker gedraagt, heeft het mis.

Wat zowel Toonder als Matena met elkaar delen is hun weinig flatteuze kijk op het Nederlandse stripwereldje. Die entourage is kinderachtig, goedkoop, drammerig en wordt bevolkt door sneue pipo’s en kleuters die zich ophouden in fanclubjes en besturen. Zo weigeren beide heren aanvankelijk de hen toegekende Stripschapprijzen, om later op hun schreden terug te keren. Matena wordt teruggefloten door zijn vrouw, die vindt dat hij niet zo moet zeuren én zin heeft in een feestje; Toonder door een vasthoudende Stripschapbestuurder die hem alsnog overhaalt. Over dat laatste schreef Ronald Kroon onlangs een prachtig inkijkje in Toondertijd (#127), het kwartaalblad van de Marten Toonder Verzamelaars Club, met alle correspondentie en achtergronden.

Nu ik er nog ben is klassiek van opzet, dus inclusief historische fotokatern, met foto’s van de jonge snaak, de drieste twintiger, de vader van zes tot en met de gelauwerde auteur die hij nu – nog steeds – is. Verderop is er een katern met even charmante als onbeholpen kiekjes van Matena met collega’s, vaak toevallig genomen of onaangekondigd. Dan zien we een aantal kruinen, een paar ruggen en altijd weer die vrolijke tronie van Matena, met zijn kenmerkende brede grijns. Niks oneerbiedigs aan, want ondanks zijn leeftijd kijkt de stripmaker je vanaf het voorplat nog altijd uitdagend aan. Het vuur is er nog onverminderd. Jullie zijn nog niet van me af. Zo had het ook kunnen heten.

Dick Matena – Nu ik er nog ben. Autobiografische columns. Uitgeverij L. 208 pagina’s. € 22,95.