Top 5
Artikelen

De beste strips om in te lijsten: zestien redacteuren kiezen hun toppers van 2021

Niets menselijks is ons vreemd bij de redactie van 9e Kunst: net als onze lezers houden we van lijstjes. Vorig jaar bleek uit de bezoekersaantallen dat ons jaarlijstenoverzicht van 2020 tot ver in dit jaar werd ‘gesmaakt’, zoals de Vlaamse helft van onze redactie dan zegt. We hadden dus maar een half woordje nodig om ook voor 2021 weer een mooi aantal lijsten toegestuurd te krijgen.

Hieronder volgen de aanbevelingen van een prima stripjaar, steeds van 1 tot 5, met soms een beetje extra.

 


Marc Bastijns

1. Barry Windsor-Smith – Monsters (Sherpa)

Maar liefst 35 jaar geleden legde Barry Windsor-Smith de eerste stappen af in het parcours dat zou leiden tot Monsters. Dit jaar verscheen dit monsterlijke boek dan eindelijk, en het was een ware triomf. Bobby Baileys vreselijke leven is de kern van het boek dat voortdurend zijpaden kiest maar altijd door een perfecte beheersing van de auteur het rechte pad weer terugvindt. Hoewel het boek hier en daar met de overdaad flirt, was de keuze voor een nummer van 2021 bijzonder snel gemaakt.

2. Simon Spruyt – De tamboer van Borodino (Le Lombard)

Doorheen de jaren heeft Simon Spruyt al een indrukwekkend palmares aan graphic novels gemaakt. In 2021 verscheen bij Le Lombard een historisch verhaal over de Napoleontische tochten door Rusland. Vincent Bossé is een kleine garnaal in de oorlogsmachine. Zijn verhaal is er één van het onevenwicht tussen de macht van de rijken en hoe de armen een speelbal blijven in die machinaties. Grafisch en narratief geeft Simon Spruyt blijk van een ongeëvenaard meesterschap op internationaal niveau.

3. Vincent Mallié & Hubert – In de schaduwen 1 (Dupuis)

In de schaduwen is het resultaat van een ontmoeting tussen twee klasbakken: tekenaar Vincent Mallié en de te vroeg overleden scenarist Hubert. Met zijn indrukwekkende pagina’s posteert Mallié zich via In de schaduwen nog enkele treden hoger op het erepodium van toptekenaars. Dit tegelijk sprookjesachtige en bijzonder duistere verhaal is een meer dan waardig eerbetoon aan het talent van beide auteurs.

4. Frederik Peeters – Oleg (Atrabile)

De Zwitser Frederik Peeters moet zowat de meest constante stripmaker van de afgelopen decennia zijn. Met een stevige productiviteit weet hij tegelijk een ongebreidelde inventiviteit te combineren. Zijn strips blinken uit in diversiteit, zowel qua omvang als qua genre. Telkens zet hij zijn nieuwe projecten helemaal naar zijn hand en toont hij zich een uniek verteller. Oleg is in zekere zin een vervolg op zijn autobiografische strip Blauwe Pillen (uit 2001, vertaald door Sherpa in 2010). Hij verlaat echter de recht toe recht aan autobiografie en vertelt via de brugfiguur van Oleg indirect over zijn besognes als stripmaker. Meeslepend en oprecht.

5. James Harren – Ultramega 1 (Image)

Deze laatste bezorgde me een adrenaline-opstoot van jewelste. James Harren is een vat vol dynamiek en explosiviteit. Zijn tekeningen sierden de afgelopen jaren verschillende populaire comics. Met Ultramega waagde hij zich voor het eerst aan een eigen creatie, geïnspireerd door de Japanse Kaiju of monsterfilms. Harren leeft zich uit in pure grafische horror, waardoor zijn verhaal nu en dan uit de bocht vliegt. Maar voor een van passie doordrenkt stripverhaal moest je in 2021 bij James Harren zijn, bij het eerste volume van Ultramega.

 


Teunis Bunt

1. Aimée de Jongh – Dagen van zand (Scratch)

Een verstikkende omgeving, een uitzichtloze situatie en toch een warm menselijk verhaal. De Jongh richt de aandacht op een voor velen wat onbekender stukje van de geschiedenis. Daarnaast stelt ze zich vragen over de waarachtigheid van fotografie, maar eigenlijk ook van striptekenen. Je kunt nooit de complete werkelijkheid weergeven, je vertekent altijd. Inkleuring van de tekeningen in diepe kleuren, met veel nuances.

2. Lucas Harari – De laatste zomerroos (Scratch)

Geheimzinnig verhaal, gedoseerd verteld. De hoofdpersoon is wat afstandelijk en ook de lezer kijkt min of meer van een afstandje mee. Maar je wordt hoe dan ook betrokken in het verhaal, over een zaakje dat steeds meer gaat stinken. Mooie uitgave, mooie tekeningen.

3. Barry Windsor-Smith – Monsters (Sherpa)

Indrukwekkend omvangrijke graphic novel, waarin de lezer oog in oog staat met het kwaad. En wie zijn hier eigenlijk de monsters? Degenen die er als een monster uitzien of degenen die elk gevoel voor goed en kwaad achter zich hebben gelaten? Goed gecomponeerd, meeslepend verhaal. En dat alles in fraaie pentekeningen.

4. José Muñoz, Carlos Sampano – Alack Sinner – Dark City Blues (Sherpa)

In de wereld van Alack Sinner is het kwaad overal en eigenlijk houdt Sinner daar wel van. Een vrolijk mens word je er niet van. Als lezer ontkom je maar moeilijk aan de sfeer. Tekeningen zonder grijzen, met harde zwartvlakken. Het leven is geen lolletje in deze strip.

5. Gerrit de Jager – Songlife (Concerto)

Gerrit de Jager schrijft en tekent over de muziek die belangrijk is geweest in zijn leven. Goed verteld, op de vertrouwde manier getekend en bijzonder enthousiasmerend. Iedereen herkent wel wat van de muziek in het boek en voor iedereen staat er ook wel wat nieuws in. Een boek om vrolijk van te worden.

 


Nod Away 2 coverSigge Stegeman

1. Joshua W. Cotter – Nod Away 2 (Fantagraphics)

Literaire sciencefiction van hoog niveau. 1800 pagina’s gepland, 600 voltooid, alle geschreven en getekend door één persoon. Aan ambities geen gebrek! Nod Away combineert diverse thema’s en is lastig te definiëren. Steekwoorden: spannend, fascinerend, menselijk, authentiek, uniek.

2. Grégory Panaccione – Quelque’un a qui parler (Lombard)

Als hij 35 wordt, beseft Samuel dat zijn leven is vastgelopen. In een opwelling belt hij het nummer van wat eens zijn ouderlijk huis was. Er wordt opgenomen door hemzelf, maar dan als 10-jarig jongetje. Samuel probeert zijn jongere alter-ego voor de fouten te behoeden die hij ooit maakte, maar verandert zelf nog veel meer. Eenvoudig gegeven briljant uitgewerkt door de tekenaar van Un océan d’amour.

3. Vincent Zabus & Hippolyte – The Shadows (Dark Horse)

Twee kinderen worden aan een verhoor onderworpen om te achterhalen of ze wel echte vluchtelingen zijn. Door alle personages maskers te geven en allegorische elementen toe te voegen, ontstaat een strip die gaat over het lot van alle vluchtelingen. Buitengewoon mooi getekend en met bezieling geschreven.

4. Fred Duval, Fred Blanchard & Emem – Renaissance 3: Permafrost (Dargaud)

Door de aandacht te verplaatsen naar de thuisplaneet van de ET’s en het diplomatieke steekspel dat daar het lot van de aarde bepaalt, weet Duval ook in dit derde deel de clichés te omzeilen en tot een sterk slotakkoord te komen. Deze vierde plek was trouwens een dubbeltje op zijn kant met het derde deel van De 5 rijken, waarover min of meer hetzelfde geconcludeerd kan worden.

5. Léonie Bischoff – Anaïs Nin (Standaard uitgeverij)

Het schrijven van een biografie is veel moeilijker dan de meeste auteurs denken en Bischoff laat hier zien hoe het moet. Ze beschrijft de belangrijkste periode in het leven van Nin, etaleert aldus haarscherp wat haar zo bijzonder maakt en doet dat met lef en respect (in een betoverende tekenstijl), zonder het tijdsbeeld geweld aan te doen. Petje af.

Eervolle vermelding

Bob op ’t Land – Bob (eigen beheer)

Op ‘t Land begon met de gebruikelijke instagrammable dagboekstripjes van vier tekeningen, maar besloot zijn ambities niet langer te laten beteugelen door Big Tech en peer pressure. De eerste strip die onder contract wordt verkocht. Bob exploiteert het imago van de aimabele kunstenaar, maar is in werkelijkheid een keiharde zakenman! Een hilarisch en veelzijdig album dat doet snakken naar meer.

 


Eva von Stockhausen

1. Aimée de Jongh – Dagen van Zand (Scratch Books)

Zonder twijfel een van de beste én meest succesvolle graphic novels van dit jaar, en terecht! Aimée de Jongh neemt ons mee naar de tijd van de Dust Bowl: de grote zandstormen die in de jaren ’30 van de vorige eeuw het zuiden van de VS teisterden. De link met de huidige milieucrisis en het contrast tussen menselijk falen en verlossing maakt dit boek in mijn ogen een klassieker.

2. Giovanni Di Gregorio & Allesandro Barbucci – De zusjes Duizendblad 2 – De liefdes van Cassiopeia (Dupuis)

Dit keer beleven de drie zusjes een avontuur op het platteland, dat al net zo betoverend is als hun thuisstad in deel 1. De meisjes logeren daar in het oude huis van hun vergeetachtige oma. Een mooi verhaal over menselijke vergankelijkheid en prille liefdes. Én een spannend spookmysterie. De combinatie van al deze factoren maakt de zusjes Duizendblad onweerstaanbaar.

3. Marissa Delbressine & Anne Delseit – The Shadow Prophet (Webtoon)

De Euraziatisch ogende, hybride personages leven in een dystopische wereld, maar ondergronds roert het verzet zich. Het webtoon format zorgt voor een rustige verteltrant, maar dat maakt het verhaal niet minder enerverend en soms regelrecht aangrijpend. Hopelijk komt de serie in de toekomst ook op papier uit, ik ga er graag voor naar de stripwinkel.

4. Joris Chamblain & Aurélie Neyret – Het Dagboek van Cerise 4 – De godin zonder gezicht (Silvester Strips)

De kleine detective gaat dit keer op onderzoek uit in een mysterieuze villa. Qua sfeer, toverachtig en toch realistisch, lijkt de Cerise-reeks een beetje op de Zusjes Duizendblad. Ook hier neemt een kind een volwassen taak op zich, het oplossen van een heus mysterie, en het is leuk te zien met hoeveel verve en vooral veel fantasie zij dat doet. Méér delen graag!

5. Vincent Zabus & Hippolyte – The Shadows (Dark Horse)

Een transcendentale benadering van de vluchtelingenkwestie, dat is bijzonder. Mensen steken in dit schitterend getekende verhaal niet alleen in fysieke maar ook in metafysische zin grenzen over.

 


Peter Moerenhout

1. Barry Windsor-Smith – Monsters (Engelstalige editie: Fantagraphics, Nederlandstalige editie: Sherpa)

Barry Windsor-Smith is een legende, maar dan toch vooral bij de liefhebbers van superheldenstrips en de swords and sorcery van Conan. Daar zou nu weleens verandering in kunnen komen want zijn chef d’oeuvre Monsters is een klassieker in spe die alle genres overstijgt. Een nietsvermoedende jongeman krijgt een serum toegediend dat van hem een supersoldaat moet maken. Al snel blijkt dat de effecten niet zoals gewenst zijn. Wat start met de premisse van een doorsnee superheldenverhaal meandert al snel uit tot een bespiegeling over liefde, relaties, oorlog en maatschappij. Waarom wordt een monster een monster? Een aangrijpend boek, verteld in verbluffende zwart-wit tekeningen, dat bovendien ook ingepakt in kerstpapier onder de kerstboom imposante eruditie uitstraalt.

2. Simon Spruyt – De tamboer van Borodino (Le Lombard)

Simon Spruyt vertelt het levensverhaal van een tamboer in het Franse leger van Napoleon tijdens de veldtochten in Rusland. Spruyt overtreft zichzelf nog maar eens en doet dat bovendien op alle mogelijke vlakken. Het verhaal van de tamboer is doorwrocht, maar vooral interessant is hoe zijn medemensen met hem omgaan. Allemaal projecteren ze hun eigen waarheid op de arme tamboer. Die laatste laat dat allemaal gelaten over zich heen komen. Hilarisch en tragisch terzelfdertijd. Tragikomisch, quoi? De tekeningen zijn sprookjesachtig en hard. Een boek zo goed dat het zelfs negen maanden na verschijnen meteen in mij opkwam voor dit lijstje.

3. Ed Brubaker & Sean Phillips – Reckless (Image)

De twee koningen van de misdaadstrip volgden tot nu de in Amerika normale manier van uitgeven: maandelijks één hoofdstukje van een groter verhaal in 22 pagina’s strip met een slappe cover eromheen. Met Reckless besloten ze om afgeronde verhalen in mooie hardcovers van om en bij de 150 pagina’s uit te brengen. In 2021 alleen al kwamen er zo drie kleppers uit hun pen(nen)! Alle ingrediënten van hun eerdere werk (Criminals, The Fade Out, Kill or Be Killed) zijn aanwezig: ingewikkelde en verrassende plots, goed uitgewerkte personages, actie en suspense. Allemaal verpakt in de sfeervolle tekenstijl van Phillips. Met deze nieuwe manier van uitgeven slagen ze er echter in om de verhalen nog meer detail en gelaagdheid mee te geven. Lezen is geloven!

4. W. Haden Blackman & J. H. Williams III – Echolands (Image)

J.H. Williams is een tekenaar die de laatste jaren het ene oogstrelende en grafisch verbluffende werk na het andere afleverde. Bovendien deed hij dat vaak op scenario van meesterscenaristen als Alan Moore (Promethea) en Neil Gaiman (Sandman: Overture). Samen met de relatief onbekende W. Haden Black begon hij dit jaar een meer persoonlijke reeks: Echolands. Het verhaal staat bol van de actie en is duidelijk slechts een vehikel voor het verbijsterende tekenwerk van Williams. In een wereld waar sprookjesfiguren, monsters uit oude horrorfilms en andere fantasiewezens zij aan zij leven, raakt een groepje schelmen overhoop met de tiran-tovenaar van het universum. De comic wordt uitgegeven op oblong formaat en net dat gegeven zorgt ervoor dat deze reeks in mijn top vijf terechtkwam. Nog nooit heb ik een tekenaar zo goed gebruik zien maken van een liggende bladspiegel. De actie knalt op kinetische wijze je hersenpan binnen en knettert van de pagina’s!

5. Stephan Louwes – Limbo Vox Aquarium (Oogachtend)

Raspaardje Stephan Louwes volgt zijn solodebuut op met een tweede tekstloze strip die zich opnieuw afspeelt in een fantasy setting. Deze keer wordt er, zoals de titel doet vermoeden, vooral ingezoomd op een onthutsend mooi in beeld gebrachte onderwaterwereld. De tekenstijl van Louwes leunde voordien nogal dicht aan bij Dhr. (Thorgal) Rosinski maar in dit boek neemt Louwes duidelijk afstand van de patriarchale Pool. Ik zou zelfs durven zeggen dat Louwes hem op enkele vlakken (dynamiek, cadrage) overtreft. Het verhaal van dit boek is bijzaak. Dat is niet erg, maar het maakt ons wel benieuwd naar wat Louwes met een goed scenarist(e) uit zijn mouw zou kunnen schudden.

 


Gert Olthuis

1. Aimée de Jongh – Dagen van zand (Scratch)

Toen ik ergens in 2019 vernam dat De Jonghs volgende graphic novel over een fotograaf, droogte en stofstormen in de jaren ’30 in de VS zou gaan, was ik niet direct enthousiast. Excuus, daar klopt geen barst van. Razendknap boek, indrukwekkend verteld verhaal, prachtig getekend, fantastische kleuren, en beangstigend actueel.

2. Ward Zwart & Enzo Smits – Ik kom van ver maar blijf niet lang (Bries)

Soms lezen graphic novels als een film. Dit is er zo één. Gus speelt gitaar en zijn band (en relatie) is uit elkaar gevallen. Hij keert terug naar zijn geboortedorp, ergens in Vlaanderen. Sonic Youth, de mockumentary C’est arrivé près de chez vous, skaten en grunge zijn sfeerbepalend. Weinig tekst en veel geweldige tekeningen in groen potlood.

3. www.drawingthetimes.com

Een erg fijn online platform voor ‘graphic journalism’, waar meer en minder gerenommeerde tekenaars vanuit maatschappelijke betrokkenheid korte verhalen publiceren. Ze tekenen onze tijd. Over klimaat, onderwijs, economie, vluchtelingen, gezondheid en zorg en ga zo maar door.

4. Richard McGuire – Here (Hamish Hamilton)

Dit grafische meesterwerk uit 2014 herlees ik elk jaar. Het boek is nagenoeg tekstloos en volgt wat er gebeurt op één locatie, springend door de miljoenen jaren heen. De tijd is onverbiddelijk, de mens nietig.

5. Jason Lutes – Berlin (Drawn & Quarterly)

Omvangrijke graphic novel van bijna 600 pagina’s met een scherpe schets van het Duitsland tussen twee wereldoorlogen. Met personages van verschillende leeftijden, en verschillende sociale achtergronden en politieke affiniteiten. Al hun stemmen klinken in dit duizelingwekkende verhaal met één verbindende factor: die ene Europese stad.

 


COMICS-team UGent (Maaheen Ahmed, Benoît Crucifix, Michel De Dobbeleer, Dona Pursall, Margot Renard en Eva Van de Wiele)

1. Ephameron – Nooit meer alleen (Oogachtend)

Met haar kenmerkende poëtische stijl – het spel met de ruimte van de witte bladzijde, het spaarzame, gevoelige gebruik van woorden – transponeert Ephameron de ervaringen van jonge ouders voor en na de geboorte van hun eerste kind. Aquarellen liggen naast kindertekeningen, realisme gaat samen met abstractie doorheen zes hoofdstukken. Rustig en vol kleine verrassingen.

2. Lee Lai – Stone Fruit (Fantagraphics)

Een krachtige eerste graphic novel over een queer familie die twee vrouwen proberen te vormen met elkaar en een jong nichtje. Kinderlijke fantasie alterneert met harde realiteit die weinig ruimte biedt aan wie niet binnen de normen past. De strakke regelmaat van vier plaatjes per pagina contrasteert betekenisvol met die normdoorbreking.

3. Jelle De Beule & Thijs De Cloedt – Jommeke in de knel én de penarie (Standaard uitgeverij)

Een hommage die de onverbiddelijke verhaallogica van het Jommeke-universum effectiever blootlegt dan een doctoraatsdissertatie. En omdat het ook een parodie is, kun je er nog de slappe lach van krijgen ook. Verheft tevens op ontzaglijke wijze het Excelbestand tot functioneel stripingrediënt!

4. Adley, Marie-Brune de Chassey, Cecilia Valagussa & Dennis Marien – Gilgamesh (Obriart + Vite)

Kennen jullie Gilgamesh? Een van de oudste epische gedichten (ettelijke eeuwen voor de Ilias van Homerus) die overgeleverd zijn. Gilgamesh is de Soemerische koning van Uruk, die na het verlies van zijn beste vriend, Enkidu, een zoektocht naar de onsterfelijkheid begint. In de prachtige geïllustreerde wereld van de vier kunstenaars, wordt Gilgamesh, net zoals Enkidu, een vrouw. Het verhaal boordevol actie is verteld zonder woorden. Kinderen, tieners, volwassenen, iedereen kan ervan genieten!

5. Anna Haifisch – Mouse in Residence (Spector Books)

Strips zitten al vol muizen (van Mickey Mouse tot Maus). Het nieuwste boek van Anna Haifisch, bekend van The Artist-strips, voegt nog twee personages toe aan de roemruchte geschiedenis van stripmuizen. Een verhaal over obsessieve vriendschap, het imposter syndrome, en een beetje over de harde lockdown, die we al te goed kennen. Verteld aan de hand van een ironische tekenstijl. Grappig maar ook ontroerend.

6. Kunika Tsurita – L’Envol (Atrabile)

De eerste Franse vertaling van dertig manga’s van de kunstenares Kuniko Tsurita (1947-1985), een van de eerste vrouwen die in Garo, het tijdschrift voor alternatieve manga, publiceerde. De collectie van bijna 500 pagina’s geeft ons inzicht in de fascinerende diversiteit en vrouwelijkheid van stijlen en genres in haar oeuvre.

7. Liv Strömquist – Dans le palais des miroirs (Rackham, Le Signe Noir)

Liv Strömquist is striptekenares en feminist sinds haar zeventiende. Haar voorbije albums hadden steevast als onderwerp vrouw-zijn en liefdesrelaties. Haar laatste wapenfeit behandelt het moderne, vrouwelijke schoonheidsideaal. Strömquist onderbouwt haar werk telkens erg grondig met studies, maar behandelt ook met humor zaken als zelfbeeld, het verlangen om te lijken op anderen, of het verband tussen schoonheid en leeftijd.

8. Shary Flenniken – Trots and Bonnie (New York Review Comics)

Door de titel en de tekenstijl zou je denken dat je een verzameling oude krantenstrips in handen hebt. Dat klopt ook, maar deze strips komen uit het satirische humortijdschrift The National Lampoon, uit de jaren 1970 en 1980. Met een meesterlijke knipoog naar de family strips van H.T. Webster of Clare Briggs, geeft Trots and Bonnie daar een andere draai aan met uiterst obscene, wellustige, en tevens hilarische gags. De verzameling geeft Flenniken haar verdiende plaats terug binnen de canon van de feministische strip.

9. Mayte Alvarado – La isla (Reservoir Books)

Mayte Alvarado’s Eiland laat je meedeinen op golvende kleurenvlakken die de strippagina’s vullen. Het bijna woordloze verhaal is er een van afwezigheden, verlies en vergetelheid. Beelden in aardetinten en alle variaties van blauw roepen gevoelens op en confronteren de lezer met de zonderlinge eenzaamheid van een dorp dat plooit onder zijn eigen tragiek. Het gebrek aan woorden versterkt dat gevoel nog. Een synesthetische ervaring van zilte zee met een traag degustatietempo. Ontdek het maakproces hier.

10. Michael DeForge – Heaven No Hell (Drawn & Quarterly)

DeForge is bekend voor zijn surrealistische donkere humor, vrij spel met tekenstijlen en politiek gekleurde vertellingen. Deze verzameling kortverhalen biedt verrassende, onthutsende en humoristische reflecties de levens die we leiden. Verfrissend en absurd verdraait DeForge de ideeën en systemen waarop onze maatschappij steunt. Een verzameling snapshots, die onbehaaglijk relevant zijn. Heaven No Hell is gevat en wijs. 

 


Arold Roestenburg

1. Tynion & Simmonds – The Department Of Truth vol 1 & 2 (Image)

Complottheorieën, een schimmige Amerikaanse overheidsdienst en een mysterieuze dame zonder ogen: schrijver James Tynion IV staat ook in 2021 garant voor de nummer 1 van beste comics.

2. Nocenti & Aja – The Seeds (Dark Horse)

Deze titel mag gewoon niet onder de radar verdwijnen. Daarvoor is het onderwerp te belangrijk (klimaatverandering) en zijn de tekeningen te mooi. Aja en Nocenti zijn complementair aan elkaar en scheppen een boeiende gifgroene wereld.

3. Naoki Urasawa – Asadora! vol 1 t/m 4 (Viz)

We zijn dit jaar verwend met vier delen van de nieuwe reeks van meester mangaka Urasawa. Hoofdpersoon Asadora is een sterke jonge vrouw aan het worden, die steeds dichter komt bij het groteske monster dat haar dorp heeft verwoest. Vooral het tijdsbeeld dat Urasawa schetst zorgt ervoor dat deze manga uitstijgt boven andere titels.

4. James Harren – Ultramega (Image)

Amerikaan waagt zich aan Japans Kaiju verhaal en komt daar zeer goed mee weg. Het tekenwerk is spectaculair, aan het script had Harren iets meer aandacht mogen besteden. Een comic als een blockbuster.

5. Thompson & MacDonald – I Breathed A Body (Aftershock)

Veruit de vreemdste comic van 2021 en een aanklacht tegen de macht van grote social media bedrijven. Een verhaal geschreven met overtuiging en visueel enorm grotesk.

 


Stefan Nieuwenhuis

1. The most important comic book on earth – Stories to save the world (DK Penguin Random House)

Het beste boek is ook meteen het belangrijkste. Bekende kunstenaars, artiesten, milieuactivisten en stripmakers leveren een urgent, actueel en inspirerend stripboek af, waarin het klimaat centraal staat: over hoe de mens moet veranderen om een wereld over te houden. Met medewerking van onder anderen Jeff Lemire, Ricky Gervais, Robert Kirkman, Yoko Ono, Alan Moore, Sean Phillips, Peter Gabriel en Scott Snyder. Elk van de 120 stripverhalen is even waardevol. Graphic journalism in optima forma.

2. José-Luis Munuera – De klerk Bartleby (Standaard uitgeverij)

Schitterende, ingetogen stripbewerking van Herman Melville’s tragische kortverhaal over een kantoorbediende die op een dag besluit niet meer te gehoorzamen. Waar staat het personage Bartleby voor? Is hij de saboteur van een bureaucratisch regime? Een libertariër, anarchist of passieve vrijheidsstrijder? Of vertegenwoordigt hij de wensgedachte van iedere kantoorklerk door op te staan tegen de sleur van alledag? Melville heeft zich er nooit over uitgesproken, en ook Munuera neemt in zijn verstripping geen stelling. Dat maakt het bij tijd en wijle een tikje absurd, op een Kafkaëske manier.

3. Will McPhail – In. (Sceptre)

Cartoonist Will McPhail kiest in zijn hilarische en tegelijkertijd pijnlijke graphic novel In. (met punt erachter) voor een tobberig personage dat zijn omgeving onbedoeld een spiegel voorhoudt. Deze Nick is introvert en sociaal onhandig, maar blijkt gaandeweg steeds normaler – in tegenstelling tot zijn omgeving die McPhail reduceert tot stompzinnig vertoon en nieuwlichterij. Het levert een geestig verhaal op over menselijke omgang, in een herkenbare, trendy setting.

4. Barbara Stok – De filosoof, de hond en de bruiloft (Nijgh & van Ditmar)

Boeiende vertelling over het leven van Hipparchia, de eerste vrouwelijke filosoof uit de Griekse oudheid. Stok gaat veel verder dan het anekdotische van Hipparchia’s levensverhaal: ze stelt interessante levensvragen die met gemak tot in het heden reiken, stof voor zelfreflectie. Je denkt: hoe kan zo’n tegendraadse vrouw uit de oudheid ook nu nog mensen inspireren? En wat is er dan feitelijk veranderd als blijkt dat haar ideeën nog steeds gelden en de maatschappij in veel opzichten nog steeds langs dezelfde lijnen is uitgetekend? Een strip die actief aanzet tot nadenken: een verademing.

5. de heruitgaven van John Porcellino’s Map of my heart, King-Cat Classix en Perfect example (Drawn & Quarterly)

John Porcellino is al dertig jaar een unieke stem in het alternatieve striplandschap. Nog altijd verrast hij lezers met in eigen beheer uitgegeven strips (King-Cat Comics) waarin hij poëtische, filosofische mijmeringen afwisselt met autobiografische gebeurtenissen die soms zo alledaags en inwisselbaar zijn, dat je het gevoel hebt dat een goede bekende zijn dag met je doorneemt. Eindelijk zijn de eerste drie bundelingen weer beschikbaar, met werk van 1989 tot 2003. Voor wie zijn werk wil ontdekken (en dat is echt een aanrader) is het beter om met zijn latere werk te beginnen: The hospital suite en From lone mountain.

Runners-up:
Jen Wang – De prins en de naaister (Van Goor)
Andi Watson – The book tour (Top Shelf)

 


Joris Vermassen

1. Coco – Dessiner Encore (Les Arènes de BD)

Het hartverscheurende relaas van Coco, cartooniste bij Charlie Hebdo, die de aanslag overleefde. Hoe ze die dag door de moslimterroristen werd gedwongen de deur van het redactielokaal te openen, en hoe ze nog steeds worstelt met het trauma. Een aangrijpend maar ook grappig verslag van haar therapeutisch parcours, en een prachtige hommage aan haar vermoorde collega’s. Een boek dat hard nodig is in deze tijden van toenemende zelfcensuur.

2. Barbara Stok – De filosoof, de hond en de bruiloft (Nigh & van Ditmar)

Barbara Stok op de top van haar kunnen. Ze brengt de Griekse filosofe Hipparchia, waarover nauwelijks iets geweten is, op verbluffende wijze tot leven. Dat doet ze enkel met actie en dialoog, zonder de uitleggerige tekstvakjes die je bij zoveel historische biografieën te verwerken krijgt. Haar frisse, uitgepuurde tekeningen weerspiegelen de filosofie van Hipparchia, die op zoek was naar innerlijke rust en een eenvoudig leven. Nog nooit een strip gelezen waarin vorm en inhoud zo samenvallen.

3. Simon Spruyt – De tamboer van Borodino (Le Lombard)

Simon Spruyt is een collega en vriend. Dit schreef ik hem:
‘Eindelijk je Tambour van Borodino in het Nederlands gevonden en in één ruk gelezen. Wat kan ik zeggen? Gewoon perfect: de poëtische maar ook leesbare tekeningen, het verhaal-in-het-verhaal, de literaire kwaliteit en het ritme van de teksten, de verweving van historische feiten en verbeelding, de klassieke spanningsboog (oorlog) met de ontknoping (Tolstoj). Hoed af!’
Zo denkt men er in Angoulême ook over. Spruyt is er opgenomen in de officiële selectie voor het festival in 2022.

4. Aimée de Jongh – Dagen van zand (Scratch)

Een indrukwekkende beeldroman over de Amerikaanse Great Depression. Prachtige, sfeervolle beelden. Een liefdesverhaal tegen de achtergrond van een grote historische gebeurtenis: het ideale recept voor een Hollywoodfilm. Dat laatste is een minpuntje: zoveel melodrama hoefde niet. Desalniettemin een indrukwekkende prestatie van de Jongh, die bewijst dat een beeldroman een ruimer publiek kan bereiken dan de usual nerds.

5. Adrian Tomine – The Loneliness of the long-distance cartoonist (Drawn & Quarterly)

Een heerlijk kleinood, vormgegeven als een Moleskineboekje, inclusief geruit papier, afgeronde hoeken en de obligate elastiek. Een reeks autobiografische verhaaltjes die Tomine’s stripcarrière overspannen – stuk voor stuk awkward situations, zijn handelsmerk. Soms wat veel schlemieligheid, maar als er al zoiets bestaat als de Comics Awkward Award, dan verdient Adrian Tomine hem dubbel en dik.

 


Tamara Ansing

1. Filipe Melo & Juan Cavia – Ballad for Sophie (Top Shelf Productions)

Een teruggetrokken, wereldberoemde poppianist vertelt op zijn oude dag zijn ware levensverhaal aan een vastbesloten journalist. Niet bepaald het meest originele concept voor een strip, maar met dit soort concepten kan veel goed gemaakt worden met een interessant leven. En gelukkig is het levensverhaal van de muzikant die wij volgen fascinerend. Het teken- en inkleurwerk van Juan Cavia is buitengewoon goed en steelt de show. Een absoluut visueel feestje.

2. Kaori Tsurutani – BL Metamorphosis vol. 5 (Seven Seas Entertainment)

Yuki Ichinioi, een 75-jaar oude vrouw die langzaam begint te vereenzamen, ziet per toeval in haar lokale boekwinkel een BL-manga liggen (een genre vrouwenstrips dat zich met name richt op de romantische relaties tussen mannen). Uit nieuwsgierigheid koopt ze het en trekt daarmee de aandacht van de onzekere 17-jarige boekenwinkelmedewerkster Urara Sayama die ook fan is van de strip. BL Metamorphosis een bijzonder menselijk verhaal over de ongewone vriendschap tussen twee vrouwen die beiden in een hele andere fase van hun leven bevinden. En daarmee snijdt BL Metamorphosis, ondanks het niche-genre waar beide vrouwen zich voor interesseren, toch iets heel universeels aan.

3. Aminder Dhaliwal – Cyclops Exotica (Drawn and Quarterly)

In een wereld waar cyclopen en twee-ogen in theorie gelijkwaardig zijn en samen leven, vechten cyclopen nog steeds tegen dagelijkse microagressies. De metaforen in Cyclops Exotica zijn daarmee niet moeilijk te missen, maar ondanks de zware thema’s die Dhaliwal aansnijdt, is Cyclops Exotica geen prekerig boek. Integendeel, het boek zit vol woordspelingen, slapstick-achtige humor en feel-good momenten, waardoor die moeilijke thema’s in contrast toch vrij hard kunnen aankomen. De karakters leven hun dagelijkse levens als minderheden, waarbij Dhaliwal de mooie en lelijke kanten niet uit de weg gaat.

4. Aimée de Jongh – Dagen van zand (Scratch)

Er is al veel gesproken over Dagen van zand, en weinig wat ik kan toevoegen. Het is zonder twijfel een meeslepend boek en visueel gezien een plaatje, een boek waar je tijdens het lezen zelf benauwd van kan raken. De Jongh heeft zich duidelijk volledig verdiept in de geschiedenis van de Dust Bowl en het onderzoek wat zij hiervoor heeft gedaan is bij elke letter en elke penstreek te voelen.

5. Alison Bechdel – The Secret to Superhuman Strength (Penguin Random House)

Nadat ze bijna tien jaar geen boeken heeft uitgebracht, heeft Alison Bechdel dit jaar een terugkeer gemaakt met The Secret to Superhuman Strength. Net als Fun Home en Are You My Mother? is Bechdels nieuwste boek autobiografisch, maar in tegenstelling tot haar eerdere boeken, richt Bechdel zich niet op haar relatie met een familielid. In plaats daarvan verkent ze haar obsessie met haar fysieke gezondheid en in het verlengde daarvan, haar mentale gezondheid, spiritualiteit en haar zoektocht naar innerlijke vrede. Een goede aanvulling op haar groeiende oeuvre van biografieën.

 


Marcel Ozymantra

1. Al Ewing & Javier Rodríguez – Defenders (Marvel)

Door de schrijver van het ook bij critici succesvolle Immortal Hulk komt een nieuwe incarnatie van het vintage non-team dat zich in de jaren zeventig rond Doctor Strange verzamelde. Dankzij het psychedelische talent van Rodríguez voelt de serie fris aan. Met het toevoegen van de actuele tarot om zijn verhaal mee te vertellen gaat Ewing voor een authenticiteit die redelijk zeldzaam is in het superheldengenre.

2. JD Morvan & Paolo Traisci – Avenging Demon Princes, part one: The star prince (Heavy Metal Magazine 312)

Na een paar jaar geleden de Tschaï-cyclus van de in de Lage Landen immens populaire Jack Vance te hebben laten verstript, kwam JD Morvan afgelopen jaar in Frankrijk met het script voor het eerste deel van De Duivelsprinsen: De sterrenprins. Dit dan is in zijn geheel opgenomen in Heavy Metal Magazine #312. Daarmee komt Jack Vance voor het eerst in strip in zijn thuisland uit. Daar moeten ze de kranige schrijver nog leren waarderen, maar in Frankrijk is hij een halfgod. Tekenaar Paolo Traisci maakt soms briljante en soms mindere keuzes met zijn interpretatie van de tekst, maar het voelt steeds fris en urgent aan. Niks blijven steken in de SF van de jaren zestig van het oorspronkelijke boek

3. Interview met Cathy Malkasian door Gary Groth (The Comics Journal 307, Fantagraphics)

Wie kent animator en striptekenaar Cathy Malkasien nou niet? Deze recensent dus en dat vindt hij maar vreemd. Al vier dikke pillen zijn er van haar hand bij uitgeverij Fantagraphics verschenen. Maar goed, dan heb je interviewgod Gary Groth weer die sinds de wederopstand van The Comics Journal (in papieren versie) goed in vorm is. Honderd pagina’s interview met een onbekende lezen? Groth houdt het boeiend. Ach, werden Nederlandse stripmakers maar zo uitgebreid en met zoveel kennis aan de tand gevoeld.

4. Brandon Graham – Rain Like Hammers (Image)

Brandon Graham is terug en dat zullen velen van zijn fans erg leuk vinden. Met een lopende stad en mensen die als machines hun functie in het leven uitvoeren. Een huurmoordenaar overlijdt bij een aanval op een stad, maar hij injecteert zijn persoonlijkheid in een bediende die vervolgens de queeste voortzet. Ja, maf, dromerig en vol droge humor zoals we van Graham gewend zijn. Dat allemaal in zijn kenmerkende vloeiende lijn.

5. James Tynion IV & Álvaro Martínez Bueno – The Nice House on the Lake (DC Black Label)

Wat een beeldend talent weet James Tynion IV steeds aan zich te binden. Bueno’s covers zijn van een prachtig magisch realisme en de binnenkant doet enigszins denken aan David Mazzucchelli, maar dan als deze precies van plaatje naar plaatje hetzelfde procedé doorloopt. Ongelofelijk, net een machine, maar dan in fijne tinten grijs en zwart. Kleurder Jordie Bellaire verdient ook een prijs. Het verhaal? Alien woont op aarde, krijgt veel vrienden, maar zijn soortgenoten willen de aarde vernietigen. Hij redt zijn vrienden door ze in hetzelfde huis te plaatsen. Of is het allemaal een test?

 


Rik Spanjers

1. Taiyo Matsumoto – Ping Pong (Viz)

Het was voor mij geen verassing dat deze strip bovenaan mijn lijst van 2021 zou komen te staan. Ik kende de animatie al en keek vol verwachting uit naar deze vertaling. Qua uitgave doet VIZ het werk van Matsumoto eer aan. In plaats van in kleine boekjes is Ping Pong uitgebracht in twee volumes die het bijzondere lijnwerk van de Japanse striptekenaar eer aandoen. Ping Pongs verhaal draait om twee tafeltennistafeltalenten en is zowel doorspekt van alle clichés van sportmanga alsook volstrekt origineel.

2. Sabien Clement en Mieke Versyp – Vel (Oogachtend)

Met Vel verkennen Clement en Versyp het vrouwelijk lichaam van binnenuit. De manier waarop dit verhaal verteld wordt heeft deze strip naar de top van mijn lijstje van 2021 gebracht. Clement en Versyp bedienen zich van een stilistische vrijheid die veel makers zichzelf niet aan durven te meten. Maar in plaats van enkel in experiment te vervallen, komt experiment met beeld en taal op betekenisvolle wijze samen met de levensverhalen van de vrouwen die centraal staan in deze strip.

3. Rebecca Wanzo – The Content of Our Caricature (New York University Press)

In The Content of Our Caricature onderzoekt de Amerikaanse stripwetenschapper Rebecca Wanzo de representatie van ras in Amerikaanse strips. De hamvraag hierbij is of er in het met racistische karikaturen doordrenkte medium nog iets te redden is. Wanzo’s antwoord hierop is gelukkig positief. In haar boek bekijkt ze de werken van Amerikaanse striptekenaars die karikaturen gebruiken om racisme te bevragen en bevechten. Wanzo’s boek werpt een eerlijke en hoopvolle blik op het soms gure verleden van het medium. De enige vraag waar ik als lezer mee bleef zitten is of Wanzo niet hier en daar iets te optimistisch is.

4. Shintaro Kago – Dementia (Fantagraphics)

Met de vertaling van Shintaro Kago’s Dementia lanceert Fantagraphics een nieuwe horror manga bekendheid voor het Engelstalige publiek. Natuurlijk was Kago in Japan al lang bekend met zijn inventieve horrormanga, maar voor de buitenlandse lezer is deze subliem vreemde vergrijzingshorror een welkome verbreding van het door Junji Ito gedomineerde dieet.

5. Zuo Ma – Night Bus (Drawn & Quarterly)

Night Bus is een van de eerste vertalingen die lezers inzicht biedt in de alternatieve stripcultuur van China. Ma laat de levens van mensen zien die de bus van de drastische modernisering van moderne China hebben gemist en gevangen zijn geraakt in een wereld waar modernisering en folklore in elkaar overlopen.

 


Marcel Ruijters

1. Guido van Driel – I.H.S. 1 en 2 (Concerto)

Wij zijn het gewoonste land dat er is, toch? Vooral suburbia, daar gebeurt nooit wat. Mis! Guido van Driel dient hier een indrukwekkende hoeveelheid Forteana op in een aangenaam filmisch tempo: UFO’s, helderziendheid, voorwereldlijke monsters uit het diepste van de aarde en nog veel meer.

2. Pier Dola – From Granada To Cordoba (FU Press, Fantagraphics)

Hollands best bewaarde undergroundgeheim maakt zijn debuut bij Fantagraphics! Bravo, zo doe je dat. Een afmattende hellevaart van een tot een voortijdige dood gedoemde antiheld in uitzinnige, expressionistische tekeningen.

3. Riad Sattouf – De Arabier van de Toekomst 1-5 (De Geus)

De Simpsons als tragedie: vader heeft overambitieuze, wilde plannen en maakt er een puinhoop van. Moeder wordt ziek van de stress, de kinderen verkeren in verwarring, want ze worden tussen Frankrijk, Syrië en Libië geslingerd. Sattouf is een van de beste vertellers van deze tijd.

4. Magnus – Necron 1-7 (Cornelius)

Een bijzonder politiek incorrecte, perverse en hilarische reeks van de legendarische Italiaanse tekenaar Magnus (Roberto Raviola, RIP) uit de jaren ’80. Wat als dokter Frankenstein een necrofiele dominatrix was, die over de wereld reist om samen met haar slaaf-monster onheil aan te richten? Ja, ook Nederland wordt bezocht!

5. Martin Cendrera – The Hand Of Black (Fantagraphics)

Zeven haast woordloze verhalen rond schuld en boete, dakloosheid en manifestaties van ‘het kwaad’, in een stijl die doet denken aan Daniel Clowes, zij het zonder diens cynische blik.


Hans van Soest

1. Olivier Schrauwen – Mowgli’s spiegel (Bries)

Vlaanderen kan trots zijn op zijn huidige generatie stripmakers. In dit tekstloze album bewijst Schrauwen dat je geen woorden nodig hebt om een goede strip te maken. Zonder woorden tekent hij een grotesk verhaal over een mensenkind in de jungle dat verliefd wordt op een orang-oetang die zwanger wordt van zijn spiegelbeeld in het water. Schrauwen weet de absurde en onlogische verhaalwendingen volkomen begrijpelijk te houden. Het resultaat is hilarisch.

2. Simon Spruyt – De tamboer van Borodino (Lombard)

Spruyt maakt al jaren het ene na het andere sterke album. Zijn jongste pennenvrucht handelt over de hel van Napoleons Russische veldtocht. De hoofdpersoon oogt onschuldig, maar wie wil overleven in een apocalyptische wereld van uur en ijs moet zichzelf verloochenen. Spruyt houdt knap de balans tussen drama en lichtvoetigheid. Topboek.

3. Maarten de Saeger – De blinden (Bries)

En dat is de derde Vlaming die dit jaar lof verdient. Verstripping van een antiek toneelstuk van Nobelprijswinnaar Maurice Maeterlinck over een groep blinden dat onder leiding van een gids door een bos wandelt. Wanneer de gids verdwijnt, blijven de blinden vertwijfeld achter. Zowel grafisch als thematisch is dit album een klap in je maag. Zelden werd doodangst zo intens overgebracht op papier.

4. Jordi Lafebre – Ondanks alles (Standaard)

Wat zoetige feelgood strip, maar daar waren we wel aan toe dit jaar. Hartverwarmend en bovenal speels verhaal over twee geliefden die elkaar uit het oog verliezen maar elkaar ook nooit vergeten. Ontroerend en optimistisch. De vertelconstructie is ingenieus: het album begint op de dag dat de twee bejaarden elkaar weer in de armen sluiten, waarna het verhaal achterstevoren wordt verteld tot de dag dat ze elkaar het eerst ontmoeten. Vakwerk.

5. Gerrit de Jager – Songlife (Concerto)

Autobiografie van een gelauwerde auteur op leeftijd die besloot zichzelf nog een keer uit te dagen. En met resultaat. De Jager laat de conventionele opbouw van zijn eerdere strips los en weeft zijn tekeningen anekdotisch aan elkaar in een ode aan alle liedjes die hem in zijn leven hebben gevormd. Als lezer meander je mee met zijn herinneringen. Vrolijk en warm boekje voor koude winteravonden.


Gert Jan van Oosten

1. Aimée de Jongh – Dagen van Zand (Scratch)

Wat is er nog niet gezegd over deze graphic novel? Het is een prachtig verhaal over een periode in de Amerikaanse geschiedenis die niet meteen heel bekend is. Het boek pakt je en na verloop van tijd voel je het zand overal zitten. En net als je denkt te weten waar het verhaal heen gaat, word je weer verrast. De toevoeging van de foto’s in dit boek maken het alleen nog maar aangrijpender. Na het lezen kun je alleen maar diep buigen voor wat De Jongh heeft neergezet.

2. Al Ewing & Joe Bennett – Immortal Hulk (Marvel)

In deze Hulk-serie draait het niet zozeer om de superheldenkant van de Hulk, maar meer om zijn horror-, mystery- en sci-fi-kant. Ewing vertelt het verhaal van een gekwelde Hulk die gruwelijke gevechten moet leveren tegen het bovennatuurlijke, waarna we met hem meereizen naar de toekomst. Wat deze serie goed maakt zijn de tekeningen: het horror-element wordt prachtig in beeld gebracht.  Met een zowel verrassende als voor de hand liggende route qua verhaallijn. 

3. Chip Zdarsky & Ramon Perez – Stillwater (Image)

Daniel West is naar het plaatsje Stillwater getrokken omdat hij daar een erfenis zou ontvangen. In Stillwater aangekomen komt hij erachter dat het dorpje een geheim heeft. Niemand wordt er ouder of gaat er dood. In Stillwater heeft men een en ander goed georganiseerd zodat het geheim niet uitlekt. Maar of iedereen daar achter staat en of Daniel Stillwater zomaar mag verlaten? Een mooie bovennatuurlijke thriller die vol zit met twists. Het zou me niet verbazen als Stillwater over enige tijd als TV-serie terug te vinden is op een van de streamingdiensten. 

4. Marc Guggenheim & Eduardo Ferigato – Last flight out (Dark Horse) 

Een vader heeft zijn hele leven gewerkt aan het creëren van ruimte-arken die de mensheid moeten helpen om te overleven in de ruimte. Op het moment dat de arken een onleefbare aarde verlaten, gaat Ben op zoek naar zijn dochter om haar mee te nemen. Er is echter nog maar 24 uur voordat het laatste schip de aarde verlaat en Ben heeft geen duidelijk idee waar ze is en of ze de aarde wel wil verlaten. Ben heeft de beschikking over een helikopter en een unit militairen. Gaat het hem lukken? Een spannende thriller, over berouw en tweede kansen. 

5. Jonathan Hickman & Mahmud Asrar – X-Men Inferno (Marvel)

Jonathan Hickman schrijft geen verhalen, hij maakt werelden. Hickman is al enige tijd hoofdschrijver van Marvels X-Men. Onder zijn regie is er een eiland gecreëerd waar alle mutanten in het Marvel Universe kunnen komen wonen en veilig zijn. Dit kon omdat Moira McTaggert als mutant sturing kon geven. Ze had alleen één eis, maar daar is geen gehoor aan gegeven. Hierdoor lopen in Inferno mogelijk alle mutanten gevaar.