U hoort ons niet klagen over het aanbod van strips in de afgelopen maand, al zouden we een moord doen om ze lekker in het zonnetje te kunnen lezen. Maar kom, de vakantie is aanstaande en wie weet waar de koffers vol strips ons brengen. Letterlijk dan, figuurlijk kunt u terecht in de Kort van stof, die u weer precies vertelt waar de strips u… ach u begrijpt het, de beeldspraak heeft zijn werk al gedaan.
Six 2 – Een berg goud (Dargaud): Een non, prostitué, wees, Indiaan, ontsnapte slaaf en gedeserteerde soldaat zijn op zoek naar een goudmijn die de wees geërfd heeft. De meeste van die zes onwaarschijnlijke bondgenoten heeft dan ook nog eens één of andere bende of vijand achter zich aan. Een opzet die nogal ongeloofwaardig lijkt, maar dat valt mee. De makers slagen er in om al deze personages op een geloofwaardige manier met elkaar te verbinden. Bovendien worden de karakters op zo’n manier uitgewerkt dat de conflicten tussen de personages geloofwaardig en soms zelfs aangrijpend zijn. Dan zijn er ook nog eens de prima actie en de tekeningen die met vaart zijn opgebouwd. Een mix die van Six een niet te missen westernstrip maakt. Bovendien zal de reeks een afgerond verhaal van vier delen worden. Dat is in onze ogen ook een pluspunt. We zitten op de helft en de kwaliteit gaat in stijgende lijn. Laat die volgende delen maar komen!
Het gevaarlijkste beroep ter wereld 2 – Als de tijd stopt (Dupuis): Een meteoriet stort neer op aarde en iedereen die een stukje van de meteoriet aanraakt, krijgt superkrachten. Tijdens een gala voor superhelden wordt een aanslag gepleegd door een mysterieuze slechterik. Ziad, Louna en Billie, drie kinderen zonder krachten, zijn de enigen die kunnen ontsnappen. Goed geschreven tienersuperheldenserie met een inventief gebruik van bepaalde superkrachten. De personages zijn geloofwaardig, ook al komt er soms wat cartooneske humor om de hoek kijken. De cliffhanger op het einde kent dan weer een onverwacht grote emotionele impact. Eén van de beste tienerstrips van het moment.
Wie me raakt (Silvester): Fabien werkt in een abattoir, zijn vrouw werkt in de zorg. Dankzij hun wisselende uurroosters zien ze elkaar amper. Samen hebben ze een vijfjarige dochter voor wie ze te weinig tijd hebben. Wie me raakt is een heel moeilijk boek om te duiden. Tijdens de eerste vijftig pagina’s is het niet makkelijk om te doorgronden waar het boek over gaat. Uiteindelijk blijkt Fabien op onbezonnen wijze ontslag te nemen om een droom na te jagen. We weten absoluut niet of het de bedoeling van de auteurs was, maar de personages zijn lastig om van te houden. We vonden het dochtertje een egoïstisch ettertje, wat wél eigen is aan de leeftijd natuurlijk, de vrouw van Fabien een nogal ééndimensionaal kreng, een bepaalde galeriehoudster een torenhoog cliché en dan is er Fabien zelf nog. Die is het soort personage dat een 18-jarige wellicht een held vindt en een vijftigjarige een aansteller. En dan volgt ook nog eens een onverwacht, maar treffend, einde. Al deze ingrediënten maken het een intrigerend boek, waar je nog lang zal over nadenken.
Suske en Wiske door… – Vincent van Grroaâargh! (Standaard uitgeverij): Het is de beurt aan Luc Cromheecke (scenario) en Charel Cambré (tekeningen) om een hommage aan de klassieke figuren van Willy Vandersteen te brengen. Cromheecke blijft vrij dicht bij de succesformule met een braaf, maar grappig en entertainend verhaal over Vincent van Gogh die tot leven komt als zombie. Cambré, die ook Suske & Wiske Junior en De Kronieken van Amoras tekent, voegt een derde grafische interpretatie van de bekende figuren aan zijn repertoire toe en laat die perfect passen binnen Cromheecke’s scenario. Deze strip is het beste Suske en Wiske album dat we de laatste maanden lazen. Dat is geen sneer aan het adres van de makers van de hoofdreeks. Die moeten het met een veel kortere ontwikkelingstijd, een vast kader van wat wel en niet mag en 6 pagina’s minder doen en leveren binnen dat stramien ook prachtwerk af.
Jommeke 321 – Stoute choco (Standaard uitgeverij): Jommeke is een ongeveer twaalfjarige knul die samen met zijn vrienden avonturen beleeft die braaf én spannend genoeg zijn om alle leeftijden te bekoren. Wij groeiden op in Kenia en kregen nu (op de gezegende leeftijd van 52!) voor het eerst een strip van deze knul onder ogen. Gezegd moet worden dat we deze reeks graag hadden gelezen toen we twaalf waren. De tientallen personages zijn enorm fantasievol, tot en met de schurken en de huisdieren toe, en verder duiken er ook nog van de pot gerukte uitvindingen zoals een vliegende ton op! Na het lezen van deze strip gaan we naarstig op zoek naar de voorgaande delen. Voor onze kleinkinderen natuurlijk, maar we vermoeden dat wij er stiekem ook heel erg van gaan genieten!
Floris van Dondermonde 4 – Pas op, Heer Floris (Uitgeverij L): Heer Floris van Dondermonde en zijn kleurrijke entourage brengen de striplezer al zo’n tien jaar absurde en melige gags die zich afspelen in de middeleeuwen. Vaak leunen de grappen op het overbrengen van moderne problemen (file, getuigen van Jehova) maar dan op de middeleeuwse moraal en leefwijzen. Bij mindere Goden zou zo’n trucje al snel vervelen, maar de makers van deze reeks bouwen hun gags op zo’n manier dat de clou toch bijna elke keer weer verrast. In tijden waarin “alles al een keer gedaan is” is dat absoluut een niet te onderschatten pluspunt. Toch zijn het vooral de grappen die ongegeneerd kiezen voor het totale absurdisme die het origineelst zijn en het beste uitpakken. De grap met de kip in de herberg zou van ons de Eisner Award voor beste éénpagina gag mogen krijgen. Jammer genoeg bestaat die categorie (nog) niet.
De nieuwe avonturen van Bruce J. Hawker 1 – Het oog van het moeras (Le Lombard): Bruce J. Hawker moet zo nodig nieuwe avonturen beleven. Dat zou leuk zijn als hij dat dan ook echt doet, in plaats van hele pagina’s vol te lullen met uitleggerige dialogen. Het is 2024 en teksten als: “Kan Jean, je vader, het geheim bewaren, denk je?” kunnen echt niet meer. Ik denk dat de aangesprokene wel weet dat Jean zijn vader is en dat hij die vraag niet met zekerheid, maar met een vermoeden zal beantwoorden. Wellicht wordt de scenarist per woord betaald? De tekeningen zijn extreem fotorealistisch en zeker niet mis, maar horen eerder thuis in de wereld van illustraties. Er zit geen enkele vaart in en de donkere inkleuring maakt het soms moeilijk om te kunnen volgen wat er nu exact gebeurt. Gemiste kans.
Texas Kid, mijn broer (Silvester): Radovan Brandt is de zoon van een wereldberoemde tekenaar. Zijn vader, Tomislav, is de geestelijke vader van de immens bekende strips Texas Kid. Tomislav is ook tekenaar, maar komt niet uit zijn vaders schaduw vandaan. Het eerste deel van het boek vertelt de over harde jeugd van Tomislav voor, tijdens en na WOII in Kroatië, waar ook tekenaar Igor Kordej vandaan komt. Dat deel alleen al is de prijs van dit boek waard. Het verhaal is hard, ontdaan van alle romantiek en franjes en hakt er stevig in. Terug in het heden duikt plots een echt levende versie van de Texas Kid op. Er brandt al snel een strijd los tussen Radovan en de Kid om de waardering van de vader. Vanaf daar krijgt het boek een occulte inslag die geenszins vloekt met het voorgaande. De zwart-wit tekeningen zijn even hard en confronterend als de inhoud van dit boek. De vertaler, redacteur of letteraar liet hier en daar een steekje vallen, maar dat mag de pret (of de horror) niet verpesten. Dit boek is een leeservaring waar je het tegelijkertijd koud en warm van krijgt. Zeker niet voor doetjes.
De onzichtbare oorlog 3 – Het instituut (Daedalus): We waren al zeer enthousiast over de eerste twee delen van deze trilogie en het afsluitende deel stelt niet teleur. De plot handelt over de Mossad die tijdens de Koude Oorlog een wetenschapper ontvoert onder de neus van de Amerikaanse en Russische inlichtingendiensten. De wetenschapper kan hen immers helpen om een nazibeul terug te vinden. Naast een spannend spionageverhaal zijn de typering en ontwikkeling van de personages de grote blikvangers. De makers slagen erin om de motivaties en acties van de personages nooit in simpel zwart-wit voor te stellen, maar duwen hen allemaal in de morele grijze zone die het leven nu eenmaal is. Zeer geslaagde trilogie, die we nu meteen nog eens in haar geheel gaan herlezen.
Morgen weer een Brt – Kind aan huis (Oogachtend): De laatste bundel met grappen van Bart Schoofs dateert alweer van negen jaar geleden. Dat hoeft niet te verbazen, want Schoofs schroomt het niet om zijn publiek voor het hoofd te stoten. Per pagina pakt hij een thema op dat hij vervolgens illustreert met enkele losstaande, maar samenhangende beelden. De slachtoffers van zijn grappen zijn doorgaans kneuterige, domme, sport liefhebbende, klimaatverandering ontkennende, licht of zwaar racistische egoïsten. Aangezien die het gros van de wereldbevolking omvatten begrijpt u wel dat Schoofs vaak (ja, de socials) veel tegenwind krijgt. Aan de andere kant neemt hij ook zijn eigen tekortkomingen, neuroses en paradepaardjes op de korrel. Men kan Schoofs dus geen partijdigheid aanwrijven. Los van dat alles is het belangrijkste uiteraard dat de grappen vaak extreem origineel en verbijsterend grappig zijn. Wie de hand in eigen boezem kan steken en enige zelfrelativering heeft, want ook u komt voorbij in de rij sukkels die Schoof verbeeldt, kan zich verheugen op veel gelach. Schoofs blijft koppig doen wat hij blijft bij zijn principes en dat kunnen we alleen maar moedig vinden.
De nieuwe avonturen van de Kiekeboes 2 – Make-Up Story (Standaard uitgeverij): De nieuwe avonturen van de Kiekeboes was, volgens één van onze recensenten, alvast een geslaagde start. Wij kunnen daar nu aan toevoegen dat deel twee nog beter is. De personages, en vooral Fanny, zitten beter in de vingers van tekenaar Charel Cambré, terwijl scenarist Nix ze langzamerhand meer naar zijn hand zet. Grootste aanwinst is het nieuwe personage Niels, de zoon van de huisbaas van Fanny. Een typische incel die onzacht in aanmerking komt met sterke vrouwen Fanny en Moemoe. We kregen bij het lezen het soort dopamineshot dat we ook kregen bij het lezen van de beste delen uit de klassieke reeks. Het doet goed om te zien dat de opvolging verzekerd is. Als Standaard Uitgeverij nu nog een inspanning doet om reeksen van beginnende stripmakers evenveel promotionele ondersteuning en tijd te geven, dan zou het soort Vlaamse strip waar zij min of meer een monopolie op hebben wellicht gered zijn.
De boekentoer (Uitgeverij Suvaal Ontwerp): G. H. Fretwell, een schrijver, gaat op signeertoer om zijn nieuwe boek te promoten. Alles wat kan misgaan, loopt mis: er dagen geen kopers op, de boekenwinkels doen geen moeite om promo te voeren, zijn uitgever ontwijkt hem en in de hotels waar hij slaapt, krijgt hij ook geregeld de deksel op de neus. Als klap op de vuurpijl wordt Fretwell ook nog eens verdacht van een reeks moorden in de steden die hij aandoet. Fretwell ondergaat dat alles gelaten. Hij blijft zelfs zo onderdanig dat we op de duur razend op hem waren: “Trek je bek toch eens open man!” Een boek dat zoveel emotie oproept kan niet anders dan meeslepend zijn. De exploten van Fretwell worden met heel veel tragikomische humor in beeld gebracht wat voor wat balsem op onze melancholische ziel zorgde. (En God weet dat die dat kan gebruiken) Het enige minpuntje is het nogal rommelige einde. Heel het boek lang probeerden we het, zeker in recensies, cliché-woord “Kafkaiaans” uit onze gedachten te houden en het feit dat we niet anders kunnen dan het toch te gebruiken om het einde aan te duiden doet toch wat afbreuk aan het verhaal. Dat is echter slechts een detail, want in dit boek draait het toch meer om de reis dan om het einddoel. Uitgeverij Suvaal Ontwerp is een nieuwe speler en we zijn razend benieuwd naar wat zij in de toekomst uit de mouw schudden.
Saboteuses 3 – Muis (Silvester): De eerste twee delen van Saboteuses gelden als een spannend tijdsdocument over enkele onbekende feiten uit WOII, namelijk het inzetten door de Britse overheid van vrouwelijke spionnen, onder andere bij het Franse verzet. Dit derde deel overstijgt die spannende opzet. Het boek begint met een flashback van één van die vrouwen. Haar interactie met man en kinderen zorgt ervoor dat wat er later allemaal gebeurt in deze strip een grotere emotionele impact heeft. Goed geschreven, goed getekend, een flinke scheut actie en mikkend op de hartspier, wat wilt u nog meer?
Oradour – De vermoorde onschuld (Anspach): Op 10 juni 1944 beging de Duitse divisie Das Reich een enorme oorlogsmisdaad in het Franse dorp Oradour-sur-Glane. De organisatie Association des familles des martyrs d’Oradour-sur-Glane vroeg enkele stripmakers om nauw samen te werken met de laatste twee levende getuigen van dit drama om deze strip te maken. Als geschiedkundig document is deze strip enorm geslaagd. Het prachtige historische dossier en de meerwaarde van twee ooggetuigenverslagen maken dat dit een oorlogsstrip is die geen enkele stripfan met interesse in deze periode mag ontbreken. Als strip is dit boek iets minder geslaagd. De tekeningen zijn goed genoeg, maar de opbouw van het verhaal is nogal rommelig en onoverzichtelijke en de dialogen vervallen heel vaak in platitudes. Dat gezegd hebbende: je kan niet alles hebben in het leven en moet soms kunnen kiezen: een corpulent lief óf veel plaats in je bed.
F.C. De Kampioenen 131 – De Kampioenen gaan kamperen (Standaard uitgeverij): Door een stom toeval gaan ongeveer alle Kampioenen op hetzelfde moment naar dezelfde badstad op vakantie. In dit genre strips is dat toegestaan, zeker als dat gevolgd wordt door een plot waarin elk personage zijn steentje bijdraagt. De ingrediënten zijn bekend: (Vlaamse) humor, misverstanden, sympathieke personages en slapstick. Een zeer genietbare aflevering van deze pottenstampers, voorzien van een ingenieuze plot.
Kleos (Daedalus): Griekenland, 499 Voor Christus, Philokles is een jongeman die droomt van avonturen zoals Odysseus die ook beleefde. Door zijn grote mond belandt hij in een nogal precaire positie. Hij meldt zich als vrijwilliger om de piraten te gaan zoeken die zijn dorp om de haverklap plunderen. Wie na die premisse een heldenepos verwacht komt bedrogen uit. Philokles komt immers onzacht in aanraking met de realiteit en in het Griekenland van toentertijd is die vrij hard. De opzet alleen al verdient onze lof, maar als die nog eens wordt uitgewerkt met prachtig tekenwerk en goed geschreven personages dan trekken die ons volledig over de streep. Het is eens wat anders dan het wapengekletter waarvoor deze historische periode meestal voor gebruikt wordt in strips.
Bunnie vs Monkie – En de terugkeer van de lijpe das (Gottmer): Bunnie en Monkie zijn de meest actieve, om niet te zeggen grootste ADHD-lijders, die er momenteel in de stripwereld rondlopen. Geholpen door een kinetische tekenstijl en felle kleren stuiteren de twee door hun avonturen vol slapstick. In deze aflevering moeten de twee gezworen vijanden de handen ineen slaan om het tegen een gemeenschappelijke vijand op te nemen: de lijpe das. Ongeveer 95% van het voorgaande zijn ingrediënten om jonge lezers aan het boek gekluisterd te houden. Het gebruik van het woord “lijp” vinden we dan weer getuigen van een vertaling die niet echt strookt met het voltallige doelpubliek. (Af en toe horen we weleens een medeburger klagen over een té Vlaamse vertaling. Dat mes snijdt aan twee kanten natuurlijk.) Daar zal onze jeugd echter niet over vallen. Jonge mensen staan open voor vernieuwing en andere culturen. Dat akkefietje zal dus een aangename leeservaring niet in de weg staan.
Suus & Sas 25 – SamSam (Uitgeverij L): Suus en Sas wordt volgens de achterflap van deze strip ‘de grappigste tweeling van Nederland’ genoemd. Door wie dan wel? De uitgever wellicht en diens naaste familie en werknemers? Wat worden we er moe van dat elk product tegenwoordig per se als het beste ooit moet worden aangeprijsd. Gelukkig is de strip zelf beter dan de achterflap. Suus en Sas zijn tienermeiden die het hoofd moeten bieden aan al wat een tienermeid maar plagen kan: jongens, examens, ouders, et cetera… De gags zijn braaf, wat ons ervan overtuigt dat deze strip eerder gesmaakt zal worden door twaalfjarigen en jonger dan door échte tienermeiden. We zijn op zich geen grote fan van brave gags, maar hier is meer aan de hand. De strip is eigenlijk gewoon heel positief en promoot, zonder met vingertjes te zwaaien, enkele mooie waarden. (Fuck you, Christendom, we hebben jou niet meer nodig) Een verademing in deze gure tijden. Bovendien zijn de tekeningen van Gerard Leever zo sympathiek, zwierig en luchtig dat je er terstond blij van wordt.
Elsje 13 – Vrij blij (Uitgeverij L): Elsje is voor jongere kinderen wat Suus & Sas voor oudere snotters zijn: een vrolijke en positieve gagstrip. Er is echter een groot verschil. Elsje is iets absurder en iets rebelser. Als ze een tweelingzus had dan waren ze vast de grappigste tweeling van Nederland. Bovendien zijn de gags ook iets absurder. We groeiden op in Suriname, waar absurditeit niet zo’n groot onderdeel van onze cultuur uitmaakt, en strips die de weg van het surrealisme inslaan en bijvoorbeeld een “Dag van de Frikandel speciaal” voorstellen, hebben bij ons een streepje voor. Bovendien merken we dat de makers zich lieten inspireren door grootheden als Franquin. Er zijn slechtere voorbeelden om naar op te kijken. Een smakelijk en licht tussendoortje.
De reuzen 5 – Luyana (Diedeldus/Daedalus): Lezers van deze reeks zijn intussen bekend met het concept: op verschillende plekken ter wereld ontdekken kinderen met buitengewone krachten reusachtige schepsels waarmee ze een onlosmakelijke geestelijke band hebben. Elk album stelt een koppel voor. Samen zullen die koppels het uiteindelijk moeten opnemen tegen het ultieme kwaad. Luyana is een afstammelinge van de Cree, één van de originele stammen die in Canada woonden tot de Europeanen de boel daar kwamen verkloten. Haar reus, Wakytshi, stelt haar in staat met het dierenrijk te communiceren. Opnieuw een entertainend en goed getekend album in deze reeks met originele insteek. Tiener Luyanan is geloofwaardig geschreven, met emoties waar een doorsnee tiener zich zal in kunnen herkennen en de maatschappelijke hangijzers die stiekem in het verhaal verwerkt werden zorgen voor een, door ons, enorm gewaardeerde extra laag.
Space Reich 2 – Roofvogels in de ruimte (Daedalus): Begin 1948 is de ruimterace tussen de nazi’s en Amerika uitgegroeid tot een soort van Koude Oorlog in de ruimte. Deze alternatieve geschiedenisstrip had makkelijk kunnen uitgroeien tot absolute pulp – Nazi’s in space!- maar daar blijven de makers ver van weg. Ze verwerken zoveel wetenschappelijk plausibele gebeurtenissen en overtuigd handelende wetenschappers in de strip dat het terstond geloofwaardig wordt. Dat het verhaal zo goed is, is een groot geluk voor de algemene kwaliteit van de strip, want de tekeningen zijn niet om over naar huis te schrijven. Soms zien die er zelfs uit alsof ze door een computer gegenereerd werden.
Warbirds 2 – Polikarpov I-16 – De vlieg van Moskou (Daedalus): Warbirds is een reeks met oneshots over bekende types van gevechtsvliegtuigen. In dit deeltje zoomt men in op de Polikarpov I-16. Voor een oneshot in dit genre is deze strip verrassend goed. Dat heeft weinig te maken met het vliegtuig zelf, maar voor de keuze van de hoofdpersonages. De makers van de strip baseerden die op Sovjetpiloten die echt geleefd hebben en die, ondanks hun heldhaftige inzet, een tragisch einde kenden tijdens de Stalinistische zuiveringen. De luchtgevechten zijn natuurlijk ook niet mis. Topper deze maand in het genre van de oorlogsstrip!
Bloedkoninginnen – Catherina Sforza 1: De tijgerin van Forli (Daedalus): Halverwege de Renaissance is Italië een kruitvat. Vijf grote steden en families en de Paus bewegen over het schaakbord van de macht, sluiten om de haverklap allianties om nadien hun bondgenoten weer te verraden. Catherina Sforza is niet gelukkig in haar rol als volgzame echtgenote en begint zich steeds meer te bemoeien met de politiek. Razend interessant stripboek dat de krijtlijnen tussen alle strijdende partijen perfect weet te trekken, al moet je je hoofd er wel wat bijhouden. Af en toe, dankzij plotse tijdsprongen, maken de makers het zelfs extra moeilijk om te volgen. Aan de andere kant is de balans actie/geschiedenis bijna perfect en springen de tekeningen van de pagina.