De voorgeschiedenis bij het veetiende album van exotische avonturier Theodoor Cleysters is curieus en zet de lezer gemakkelijk op het verkeerde been, zeker als die de reeks van de Franse stripmaker Frank le Gall niet kent. Een beetje voorkennis is echt nodig om het vetrekpunt te doorgronden. Cleysters, de karikaturale knikker met Lambik-sprietjes op het hoofd, heeft namelijk een behoorlijk avontuur achter de rug. Piraten, wraak, wapensmokkel; het is allemaal de revue gepasseerd in eerdere delen, met name het vorige, De laatste reis van de Amok. In deel 14, Aro Satoe, lijkt hij even in een rustiger vaarwater terecht gekomen, samen met zijn vriendin Aro.
Schijn bedriegt want er zijn nogal wat onuitgesproken ruzies, onopgeloste zaken en gekrenkte zielen. Het Britse leger heeft de Amok, het schip van Cleysters, geënterd en de bemanning veroordeeld voor piraterij. Voor een Britse majoor, niet het scherpste mes in de la, is het niet genoeg: hij wil de leider van de piraten te pakken krijgen en hij vermoedt dat Aro Satoe een schuilnaam is van Cleysters, of dat ze dezelfde persoon zijn – om het onnozele samen te vatten.
Cleysters én Satoe zitten intussen samen op het eiland Tanjkek-Lingur, waar het leven rustig lijkt. Lijkt, want ze zijn op hun hoede. Als de Britten aan de horizon opdoemen, slaan Satoe en Cleysters subiet op de vlucht. Meer bepaald: zij gaan de binnenlanden van het eiland in, daar waar het zindert van oude geesten en al dan niet ronddolende nazaten van oorspronkelijke bewoners. De Britten volgen op gepaste afstand en raken onderweg steeds meer manschappen kwijt aan mysterieuze aanvallers die zich niet kenbaar maken. Cleysters? Satoe? De majoor denkt het zeker te weten en laat zich het hoofd steeds gekker maken.
Dit album van Theodoor Cleysters voelt anders dan de eerdere delen. Omdat bijvoorbeeld de mysterieuze figuur van November in het vorige deel is gestorven, is er een suspense laag van het verhaal gepeld. Alles lijkt wat aardser, wat minder vaag – zo je wilt. Dat lijkt Le Gall zich ook ineens te realiseren en daarom is het laatste kwart van dit album weer als vanouds: Cleysters ziet geesten, praat met ze, ontdekt hoe alles zich tot alles verhoudt en geeft de verrukte lezer zo een mooie bonus. Plus net genoeg haakjes om het verhaal op gang te houden en ons te laten uitzien naar het volgende deel.
Daarover gesproken: deel 13 verscheen in 2018 en deel 12 in 2005 – de serie loopt als sinds 1987. Le Gall heeft er dus flink de sokken in de laatste tijd. Dat is terug te zien in Aro Satoe: Le Gall heeft een bijzondere transitie doorgemaakt. In de vroege delen was de strakke lijn zijn handelsmerk, met een smetteloze inkleuring die de exotische sfeer perfect vatte. Gaandeweg werd dat frivoler en losser, wat de snelheid van het verhaal ten goede kwam. Maar in Aro Satoe wordt het wel erg fladderig, op het slordige af. Sommige figuren passen niet: die zijn op een rare manier realistisch, met vreemde schaduwen en perspectieven. Binnen de pagina’s wordt gewisseld met lijndikte, alsof er delen en personages met een andere pen zijn uitgewerkt. Het is vreemd, of als je er ongevoeliger voor bent: vervreemdend.
Blijft overeind dat Cleysters een bijzondere figuur is, die acteert in een even bijzondere reeks. Het heeft avontuur, een beetje introspectie, magie en een heel aansprekende entourage. Dat Cleysters van een onbeduidend klerkje op een boot is veranderd in een flanellen zeeheld met een op de horizon gerichte blik is mooi. Weinig stripfiguren maken zo’n charmante verandering door. De keuzes die Le Gall maakt zijn bepaald niet voor de hand liggend en dat maakt de reeks misschien geen allemansvriend, terwijl de latere delen echt sterk zijn. Suggestie: koop dit album en deel 13, De laatste reis van de Amok. Die twee passen goed bij elkaar en geven een sterk beeld van de reeks. Wie gegrepen wordt, kan zijn hart ophalen met de eerdere delen. Dat is een belofte.
Frank Le Gall – Theodoor Cleysters 14: Aro Satoe. Dupuis. 80 pagina’s. € 9,99.