Strips

Het grondrecht hinkt op twee gedachten, maar doet dat in beide gevallen overtuigend

Het grondrecht“Ik wil twee bijzondere punten met elkaar verbinden. Twee daden. Twee sporen die de ene mens aan de andere achterlaat.” Met die woorden begint Davodeau aan een dertigdaagse wandeling van Pech Merle naar Bure. Een tocht van ruim 1.000 kilometer.

De Pech Merle is een bergtop, zo’n 100 kilometer recht boven Toulouse. Vlak onder de top bevindt zich een grot met beroemde prehistorische grotschilderingen en gravures. Het is een tijdscapsule, een nalatenschap van prehistorische mensen aan ons. En precies om die reden besluit Étienne Davodeau te wandelen van Pech Merle naar Bure. Omdat Frankrijk heeft besloten in Bure een nieuwe nalatenschap te creëren. Naast het dorpje met 94 inwoners, iets meer dan 100 kilometer onder de Belgische grens, zal Frankrijk vanaf nu haar radioactieve afval opslaan. Het zal vele duizenden jaren duren voor het weer veilig is. Twee keer een cadeau aan het nageslacht, maar elk van een geheel andere aard.

Davodeau is duidelijk geen fan van kernenergie en het feit dat wij vele toekomstige generaties opzadelen met de zorg om het afval stoort hem mateloos. Dat wij, ondanks alle problemen die aan kernenergie kleven, doorgaan met het gebruik ervan is in zijn ogen een schrijnend gebrek aan respect en verantwoordelijkheidsgevoel. Davodeau had zijn woede hierover natuurlijk kunnen ventileren in een betoog, maar hij koos voor een wandeling om de schoonheid van de natuur te kunnen afzetten tegen de hoogmoed van de mens en haar potentieel destructieve creaties.

Het grondrechtHet grondrecht hinkt daardoor op twee gedachten. Het is een reisverslag van een lange wandeltocht dwars door Frankrijk met veel aandacht voor het natuurschoon en alle emoties en gedachten die dit in Davodeau losmaakt. Maar ook een betoog tegen kernenergie, gevormd door gesprekken met mensen die zich om uiteenlopende redenen verzetten tegen de opslag in Bure. Door deze mensen met hem mee te laten lopen probeert Davodeau de conversaties onderdeel te maken van het reisverslag, maar dat lukt slechts ten dele. De gesprekken bevatten bijzonder veel tekst. Zo veel zelfs dat er nauwelijks nog ruimte is om de personen af te beelden, laat staan het landschap. Temidden van de ruim opgezette reisverhalen, blijven het daardoor buitenbeentjes.

Maar eerlijk gezegd doet dat er niet zo toe. De gesprekken zitten propvol informatie en dat maakt ze buitengewoon interessant. Op zijn vrouw en zijn uitgever na, liep geen van de gasten werkelijk met Davodeau mee. In plaats daarvan heeft hij ze allemaal vooraf geïnterviewd en dat heeft hij duidelijk grondig gedaan. En omdat de gesprekken relatief kort duren krijg je ook nooit de tijd je te vervelen. Bovendien vertelt elke gast een volstrekt ander verhaal. Overlap is er eigenlijk niet, waardoor je geen moment een gevoel krijgt van herhaling.

Het grondrechtTussen die bommetjes van informatie bevindt zich dus een reisverslag van een doorgewinterde wandelaar die zijn lezers niet alleen trakteert op anekdotes, maar hen ook deelgenoot maakt van zijn gedachten en inzichten. Voor wie nooit een wandelvakantie heeft ondernomen, zullen de innerlijke dialogen soms misschien wat al te lyrisch klinken, af en toe schuren ze zelfs tegen het spirituele aan, maar voor wie daar wel ervaring mee heeft – of bereid is te accepteren dat dit blijkbaar het soort gedachten zijn die je te binnen schieten als je 30 kilometer per dag loopt onder een brandend hete zon zonder (digitale) afleiding – valt er bijzonder veel te herkennen en te genieten. 

In een boek dat de lezer wil overrompelen met natuurpracht zou je kleur verwachten, maar Het grondrecht is, net als Davodeaus bestseller De onwetenden, getekend in zwart-wit. Het blijkt geen gemis. Davodeau kan bijzonder goed uit de voeten met gewassen inkt en Het grondrecht bevat misschien wel zijn beste werk tot nu toe. De vergezichten zijn niet zelden adembenemend, maar ook de meer bescheiden scènes overtuigen. Dankzij het gebrek aan kleur gaat de aandacht bovendien als vanzelf naar het landschap, meer dan naar de flora en fauna.

Het grondrecht wordt uitgegeven door Concerto Books dat vorig jaar ook De eindeloze wereld publiceerde. Daarin maken ook Christophe Blain en Jean-Marc Jancovici zich druk over de schade die de mens de natuur aanbrengt, maar in tegenstelling tot Davodeau zien zij kernenergie als veruit de beste – zij het tijdelijke – oplossing voor ons energie- en duurzaamheidsprobleem. Wie de twee boeken zij aan zij leest krijgt twee keer een hoop stof tot nadenken aangereikt. Het nodigt uit tot kritisch nadenken, want beide betogen zijn goed onderbouwd.

Het grondrechtWaar de boodschap van Davodeau echter duidelijk in verschilt, is het scherpe verwijt richting de Franse overheid. Zijn laatste gast is een activist die vertelt hoe verzet tegen de komst van het Labaratoire Bure-Saudron stuit op intimidatie en machtsmisbruik door de overheid. Het is verontrustend te lezen hoeveel moeite de volksvertegenwoordigers doen om de burgers hun democratische recht op inspraak te ontnemen. Het is duidelijk dat de faciliteit er moest komen en dat nee geen optie was. Dat roept een beeld op van een Franse overheid met totalitaire trekjes. En net als je je afvraagt of de activist niet een tikje overdrijft, wandelt Davodeau langs het Laboratoire en krijgt hij zelf te maken met beveiligingspersoneel dat vindt dat hij zich te dichtbij bevindt. Terwijl hij gewoon over een openbare weg wandelt.

Het grondrecht is een reisverslag, een lyrische bespiegeling op de natuur en het besef dat wij daar een onderdeel van zijn, en een vlammend betoog tegen kernergie en de manier waarop de Franse regering daarmee omgaat. Erg vloeiend combineert dat niet, het compact geschreven betoog steekt scherp af tegen het contemplatieve reisverslag, maar doordat beide hun eigen kwaliteiten kennen en zondermeer het lezen waard zijn, levert het toch een buitengewoon boeiend boek op.

Étienne Davodeau – Het grondrecht. Dagboek van een duizelingwekkende reis – Concerto Books. 216 pag. zwart-wit, hardcover. € 36,99