Strips

De Arabier van de toekomst: kroniek van een jeugd in de hel

Is het liefde, of exorcisme? Of allebei? Met het verschijnen van het zesde en laatste deel van De arabier van de toekomst lezen we hoe Riad Sattouf in het reine lijkt te komen met zijn jeugd en zijn vader. Het is een monumentale kroniek van een jeugd waarin de vader eerst de zoon mentaal knevelt, dan fysiek verlaat om pas op de laatste pagina’s ook door die zoon uit het leven gebannen te worden. De arabier van de toekomst heet de reeks, die een recensie in twee delen verdient. Een bittere ironie, die titel, want de Arabieren in dit boek hebben nauwelijks een toekomst.


Deel 1: “Ik vertel het zoals ik het me herinner.”

Niet iedereen zal de afgelopen jaren de reeks hebben gevolgd. Na de juichende ontvangst van het eerste deel zakte de belangstelling voor het vervolg in. Laten we nog even bij het begin beginnen. In 1979 krijgen de Bretonse Clementine en de Syriër Abdel-Razak een kind: Riad – een blond engeltje. Als lezer zullen we heel dicht op de huid van dit disfunctionele gezin kruipen. Papa leeft in zijn narcistische illusies. Moeder laat over zich heen lopen. En als het gezin dan ook nog verhuist naar het Midden-Oosten (Syrië, Libië) wordt het voor allen – en zeker het blonde buitenbeentje Riad – een mentale en soms fysieke strijd om overleving.

Riad Sattouf reconstrueert en legt vast – hij oordeelt niet. Het maakt de leeservaring bijkans nog pijnlijker – ook als je beseft dat alleen een auteur van dubbele afkomst zo ongeveer ieder vooroordeel over Arabische landen en Arabische cultuur op deze manier kan bevestigen. Kritische reacties op stereotypen pareerde Sattouf met een simpel “Ik vertel het zoals ik het me herinner”. Hij kreeg bijval van Syrische ballingen; zo herinnerden zij zich het bestaan in de achterlijke dictatuur van Assad ook.

Vertellen zoals je je dat herinnert. Dat heeft verteltechnisch ook nadelen. We zijn getuige van een huwelijk zonder respect of betekenisvolle communicatie. Tergend langzaam komt Sattoufs moeder Clementine bij haar breekpunt: ze doet er jaren over om haar man te verlaten en terug te keren naar een kneuterig provinciaal bestaan. Daar duikt papa Abdel-Razak nog één keer op: om het jongste broertje van Riad te ontvoeren. De pogingen van Clementine en haar familie om het jongetje terug te halen lopen op niets uit. Daarna is er ook in Frankrijk van een normaal gezinsleven geen sprake, hoezeer de grootouders van Riad hun best doen om er voor iedereen iets van te maken. De ellende is gekmakend, tergend repetitief en realistisch. Je vraagt je steeds meer af hoe Riad Sattouf deze cyclus van kansloze frustratie zal doorbreken om uit te groeien tot de artiest die we nu kennen: de gevierde chroniqueur van de Franse (Parijse) jeugd- en adolescentencultuur.

In dit zesde deel zet Sattouff de stappen, die een leven op eigen voorwaarden mogelijk maakt. Daar hoort therapie bij. En de beslissing om zichzelf centraal te stellen in zijn kunst. Maar de vader moet wel dood. We begrijpen aan het eind van het verhaal dat de bevrijding van Riad Sattouff en het maken van deze autobiografie pas mogelijk werd door de totale verdwijning van die vader. Het is catharsis maar dan wel een heel bescheiden variant – zoals meestal in het echte leven. Riad Sattouf heeft zichzelf moeten uitvinden. De zoon van de arabier van de toekomst (de titel lijkt toch meer op de vader dan de zoon te slaan) is de Fransman van vandaag geworden.


Deel twee: De bevrijding van Riad Sattouf

Er zijn onmiskenbare en sprekende overeenkomsten tussen De arabier van de toekomst en Maus – het boek van Art Spiegelman is toch de maat de dingen als het om autobiografisch zelfonderzoek in het beeldverhaal gaat. De vergelijking brengt ook grote en betekenisvolle verschillen aan het licht.

In Maus (wie het niet gelezen heeft gaat nú een exemplaar bestellen) gebruikt Art Spiegelman het onderzoek, de nauwkeurige reconstructie, om in het reine te komen met een vrijwel onleefbare jeugd, een onbeschikbare moeder en ondraaglijk dominante vader. Een ouder kort verhaal van Spiegelman – het is integraal opgenomen in Maus – heet niet voor niets Prisoner on the Hell Planet. In beide boeken is het persoonlijke niet los te zien van de grote geschiedenis en hoe deze sporen in het heden trekt. Hoe goed de bedoelingen ook zijn, de ouders staan vrijwel machteloos tegenover de krachten van hun tijdsgewricht en de beperkingen van hun afkomst. Het is aan de kinderen om zich daaraan te ontworstelen.

Net als Maus vertelt De arabier van de toekomst in een bedrieglijk eenvoudige stijl om het verhaal te coderen en de emotionele vertaling bij de lezer te laten. Maar dan zien we ook grote verschillen. In Maus beperkt Spiegelman zich tot een hoekige, bijna grove lijnvoering en pictografische vereenvoudiging – de menselijke figuren dragen maskers. Sattouf kiest voor de speelsheid van de ronde lijn en de grote neuzen; de figuren mogen voluit acteren en complexe verhaallijnen worden onderscheiden met heldere kleurcodes.

Meer dan bij Spiegelman wint bij Sattouf de reconstructie het van de kunst. Maus is een glorieus literair construct dat op virtuoze wijze analyse, herinnering, tijdlijnen, zelfreflectie, de grote geschiedenis en het hoogstpersoonlijke vervlecht. Maar het is ook wat koud, afstandelijk als de vader die Spiegelman portretteert. Niet voor niets contrasteert het oude, emotionele Prisoner on Hell Planet zo heftig met de roman die Maus is. De arabier van de toekomst is rechtlijniger, minder kunstig – het is zoals het was – en daardoor frustrerender, levensechter, rommeliger, tergender.

Na Maus was de stripmaker Spiegelman wel klaar. Dat is geen kritiek. Een Maus maak je maar één keer. Na de Guernica heeft Picasso de wereld ook niet meer echt verrast. Dat ligt voor Sattouf toch even anders. De arabier van de toekomst zal – denk ik – niet zijn allesbepalende meesterwerk zijn. Het moest er komen, deze kroniek van zijn bevrijding, een manier om een onmogelijke afkomst letterlijk en figuurlijk in de kast te zetten. Het is goed gekomen met Riad Sattouf, die je met recht de Franse stripmaker des vaderlands kan noemen, de portrettist van een generatie. De arabier van de toekomst is het verslag van zijn bevrijding, en doet vermoeden dat die grote beeldromans zullen volgen. Sattouf is klaar met het verleden.

Riad Sattouf – De arabier van de toekomst 6: Een jeugd in het Midden-Oosten (1994-2011) Uitgeverij De Geus. 184 pagina’s. € 24,99.