Nadat uitgeverij Scratch een aantal maanden niets uitbracht omdat er de nodige veranderingen hebben plaatsgevonden in distributieland, komt er sinds eind april vrijwel elke week een nieuwe titel uit. De eerste was het nieuwe album van Erik Kriek en verdomd: het was het wachten waard.
Met De kuil toont Kriek weer eens dat de basis van een goede strip bovenal een goed verhaal is. Een verhaal dat dit keer mede geïnspireerd is op zijn eigen leven, zo vertelde hij in interviews. Bijna vijf jaar geleden kreeg hij een herseninfarct waardoor zijn linkerkant verlamd raakte. Hoewel hij grotendeels herstelde, heeft dat verlies van controle over zijn leven er wel ingehakt. Maar terwijl hij de gebeurtenis nog een plek moest geven, was het zijn omgeving die al snel tegen hem zei: kom op, doorgaan met je leven.
Die ervaring gebruikte hij voor De kuil, waarin het echtpaar Huub en Sara Kuylders allebei anders omgaan met het verlies van hun zoontje bij een verkeersongeluk. Waar Huub door wil met hun leven, komt Sara niet goed uit haar verdriet. Ze krijgt professionele hulp en slikt antidepressiva.
Wanneer ze een oud huis in een bos erven van een overleden oom, lijkt het hen een symbolische nieuwe start van hun leven door daarheen te verhuizen. Maar al vanaf de eerste pagina voel je als lezer dat dit verkeerd gaat. De oom heeft schriften vol geheimzinnige aantekeningen achtergelaten, een krankzinnige buurtbewoner komt een waarschuwing uiten, in de bomen rond het huis staan vreemde runetekens gekerfd en wanneer Sara besluit te stoppen met haar medicatie begint ze te hallucineren. Of toch niet?
In Krieks eerdere werk, zoals de verstripping van de verhalen van H.P. Lovecraft, bewees hij al een liefhebber te zijn van het horrorgenre. Dat is een lastig genre op papier. Het horrorpubliek is gewend aan films vol geluidseffecten en tempowisselingen die je in een strip lastig kunt nabootsen en je als stripmaker al snelt vervalt in clichés die eerder slaapverwekkend dan griezelig zijn. Kriek bewijst met De kuil echter wederom dat hij precies weet hoe hij het genre moet beoefenen. In een strip moet je het niet hebben van schrikeffecten, maar van een gedegen spanningsopbouw en terughoudendheid bij het willen verklaren van alles wat er gebeurt zodat je als lezer niet zozeer met antwoorden, maar met een onbehaaglijk gevoel achter blijft wanneer het album uit is.
En precies dat laatste is wat De kuil doet. In iets meer dan 100 pagina’s weet Kriek de personages Huub en Sara tot leven te wekken waardoor je hun verdriet kunt invoelen. En tegelijk schetst hij met simpele middelen zoals een plaatje van een omgewaaide boom achter het huis of een donkere poel een omgeving waarbij je als buitenstaander direct het gevoel hebt: hier voel ik me niet prettig bij. Overigens put Kriek ook bij de keuze van die bosrijke omgeving uit eigen ervaring. Een goede vriend had een huis in de bossen bij Wezep waar zijn vriendin altijd een beetje bang was. Het inspireerde hem bij de keuze voor de plek waar dit verhaal zich afspeelt.
Krieks tekenwerk is nog altijd geënt op zijn oude liefhebberij van het maken van linosneden en die wat ruwe tekenstijl sluit perfect aan bij de sfeer die hij in zijn horrorverhalen wil oproepen.
Net als Krieks vorige album De balling gaat De kuil niet over gelukkige mensen, maar over mensen die iets is afgenomen. Als dat basisgegeven eenmaal op papier staat, lijkt het wel of de personages als vanzelf gaan leven en het verhaal een bepaalde kant op duwen, vertelde Kriek onlangs in radioprogramma Opium. Wie De kuil uit heeft, zal merken dat de personages inderdaad een eigen leven zijn gaan leiden in je fantasie en daar ook nog even blijven. Alleen heel goede verhalenvertellers kunnen dat effect bereiken.
Erik Kriek – De kuil. Scratch. 132 pagina’s hardcover. € 29,95.