De Kleur van Dingen_NL.indd
Strips

Na De kleur van dingen zal het medium strip nooit meer hetzelfde zijn

In zijn standaardwerk Understanding comics betoogde Scott McCloud dat een strippersonage niet realistisch getekend hoeft te zijn om je er als lezer mee te kunnen identificeren. Een simpel rondje met twee puntjes als ogen en een streepje als mond kan door het juiste gebruik van het kenmerkende stripidioom evenveel emotie overbrengen als een gedetailleerd getekend gezicht.

In De kleur van dingen toont de Zwitser Martin Panchaud echter aan dat zelfs dát niet per se nodig is om mee te kunnen leven met wat een strippersonage doormaakt. In dit album zijn de personages niet meer dan simpele rondjes, die alleen door de kleur van elkaar te onderscheiden zijn. En hoewel het boek aanvankelijk vooral een wat gezocht grafisch experiment lijkt, slaagt Panchaud er al na een pagina’s in om de lezer gevoelens te laten krijgen voor het hoofdpersonage, de 14-jarige Simon Hope: een lichtbruin rondje met een donkerbruin randje dat het hele album lang niet van vorm verandert.

Simon krijgt van een waarzegster te horen welk paard er gaat winnen bij de paardenraces. Hij pakt stiekem wat geld van zijn vader en zet dat in bij een wedkantoor. Even later is hij 16 miljoen Britse pond rijker. Alleen weigert het wedkantoor hem uit te betalen omdat hij minderjarig is en als hij thuiskomt blijkt zijn moeder in coma geslagen en is zijn vader verdwenen. Simon besluit op zoek te gaan naar zijn vader die moet helpen het geld te innen zodat zijn moeder betere zorg kan krijgen. Maar die zoektocht wordt bemoeilijkt als de pers lucht krijgt van het verhaal en Simon een nationale bekendheid wordt. Iedereen wil ineens zijn wedbriefje hebben.
Panchaud vertelt het verhaal met minimale computeranimaties. In de decors waarin de ronde cirkeltjes acteren, wordt alleen het hoognodige afgebeeld om het verhaal begrijpelijk te houden. Hij doet dat niet door gedetailleerde achtergronden te tekenen, maar door te werken met simpele pictogrammen en infographics, waarbij hij aanhaakt bij een universele beeldtaal die iedere lezer begrijpt. Beweging wordt uitgebeeld met vectoren.

En in die simpelheid creëert Panchaud zowaar ook een nieuwe beeldtaal waarin hij bijvoorbeeld uitbeeldt hoe Simon verliefd wordt op een meisje door zijn bloedbanen weer te geven. Hoe abstract ook, het is in een oogopslag duidelijk wat Panchaud wil vertellen. En het gekke is: het werkt.

In een interview met ActuaBD vertelde hij hoe hij bijna tien jaar lang zocht naar een uitgever die geloofde in dit project. Panchaud wilde experimenteren met het principe ‘less is more’. ,,Ik zei tegen mezelf: ik ga een verhaal vertellen door alles te verwijderen wat niet nodig is. Ik deed een paar tests en besefte dat het werkt, dat we het verhaal heel goed begrijpen en dat de personages tot leven komen. Na een tijdje zien we geen vormen meer, maar karakters.’’
Daarbij liet hij zich inspireren door luisterboeken en videogames. Panchaud vergelijkt zijn tekeningen met ‘een computercode die tot de hersenen en verbeelding van de lezer spreekt’. Simpele codes worden door je hersenen omgezet in beelden die in je verbeelding tot leven komen. ,,Dit is het spel dat ik met de lezer speel.’’ 

Hoewel De kleur van dingen Panchauds debuut is, wilde hij het medium naar eigen zeggen direct verder ‘ontginnen’: ,,Ik vind het medium strip briljant’’, zegt hij. ,,Het is de eerste manier waarop de mens zijn verhaal vertelde. Kijk naar de grotten van Lascaux of het tapijt van Bayeux en al vanaf het begin was er dit idee van sequenties en vertelling.’’

Toch zou De kleur van dingen niet meer dan een grafisch experiment zijn geweest als Panchaud niet gewoon een heel goede scenarist was. Hij vervalt niet in puur formalisme waarbij alles moet wijken voor Het Grote Idee, maar leerde naar eigen zeggen eerst hoe je een goed verhaal vertelt en keek pas daarna hoe hij dat in beeld kon brengen. Niet dat het verhaal in De kleur van dingen erg diepgaand is, maar het is wel goed vertelde young adult-lectuur (zoals dat tegenwoordig in boekhandels heet) met meerdere verhaallijntjes die kundig aan elkaar geknoopt worden. 

De kleur van dingen is een oefening in het zo minimalistisch maken van een beeldverhaal. Minimalistischer dan dit kan bijna niet. Nog minder beeld en je kunt eigenlijk al niet meer van een strip spreken, maar van gewoon adolescentenproza met wat illustraties. Alleen gaat Panchaud die grens nergens over. Meer dan 200 pagina’s lang weet hij te boeien door een verhaal te vertellen waarin je zowaar mededogen voelt voor een cirkeltje en waarin je boos wordt op andere cirkeltjes.
Zoals Chris Ware het beeldverhaal grafisch naar een ander niveau bracht door te experimenteren met beeldtaal, zo verlegt Panchaud de grenzen nog wat verder. Een revolutionair boek!

Martin Panchaud – De kleur van dingen. Concerto Books. 236 pagina’s, hardcover € 32,99