Eerlijk is eerlijk: alles was een beetje minder dit jaar. Er verschenen aanmerkelijk minder strips, er was wat minder te kiezen. In het algemeen kunnen we zeggen dat onze Nieuwe Garde anthologie een publicatie van de buitencategorie was, die daarom niet in de eindlijsten van onze redacteuren is opgenomen. Dat zou wat al te veel naar wc-eend gaan ruiken. Toch heeft die anthologie in 2022 heel wat in gang gezet – en daar mogen we best even tevreden op terugkijken. Dat doen ook zestien redacteuren: hieronder volgen hun aanbevelingen van het afgelopen stripjaar, steeds van 1 tot 5, met soms een beetje extra.
Marc Bastijns
1. Felipe Andrade & Ram V – The Many Deaths of Laïla Starr (BOOM! Studios)
In 2022 bevestigde Ram V zijn verdiende plek in de Amerikaanse stripwereld. Zo werd hij de scenarist van de beroemde Batman-reeks Detective Comics. Voor mij was zijn reeks The Many Deaths of Laïla Starr echter vele malen indrukwekkender, door de doorleefde combinatie van menselijkheid en poëzie. Het expressieve tekenwerk van Felipe Andrade ondersteunt het verhaal perfect.
2. Joris Mertens – Bleekwater (Oogachtend)
Na zijn woordeloze debuut Beatrice pakte Joris Mertens dit jaar uit met de opvolger Bleekwater. Deze tragische film noir in stripvorm maakte nog meer indruk, omdat Mertens ook met teksten overweg kan. Bovendien blijven zijn stadsgezichten in duisternis en regenweer onnavolgbaar en in één oogopslag te herkennen.
3. Mike Deodato Jr. & Mark Russell – Not All Robots (AWA Studios)
Hoewel hij al vele jaren strips schrijft, was voor mij 2022 het echte jaar van de ontdekking van Mark Russell. Zijn scherpe, satirische scenario’s zitten altijd erg slim in elkaar. Ook Not All Robots valt daar onder. In de toekomst hebben robots de plek van de mens ingenomen in het werk. Elke familie krijgt een robot toegewezen, waarvan ze volledig afhankelijk zijn. Dat er één en ander mis zal gaan, staat dan ook in de sterren geschreven. Eén van de beste satirische strips van de voorbije jaren.
4. Hanco Kolk – Meccano 5: Poppy (De Harmonie)
Uit zijn woede puurt Hanco Kolk zijn beste strips. Dit jaar verscheen eindelijk nog eens een deel in zijn bejubelde Meccano-reeks. Poppy speelt zich opnieuw af in de fictieve stad Meccano waar zich deze keer de georganiseerde misdaad tot schietschijf van Kolks krachtige verontwaardiging kroont.
5. Jordan Crane – Keeping Two (Fantagraphics)
Zelden werden menselijke relaties zo nauwgezet ontleed als in Keeping Two van Jordan Crane. De twijfels en passies van de personages worden recht in het gezicht van de lezer geduwd. Dit zorgt voor een bijna claustrofobische leeservaring. Niet voor gevoelige striplezertjes.
Marcel Ruijters
1. Helkarava – Pain Bénit (Même Pas Mal)
Een postmoderne potpourri van hedendaagse pubers die zich stierlijk vervelen, een middeleeuwse setting en samoerai-heroïek, werkt dat? Hier wel! Tomi baalt van de bakkerij van haar ouders en moet door een toeval de stadszieneres vervangen. Helaas heeft ze geen voorspellende gave. Oei, steile leercurve! Grappig, character-driven en met een hedendaagse grafische benadering getekend. Bovendien is de Fransman Helkarava een rasverteller.
2. Richard Corben – Rat God (Dark Horse)
Corben mocht nog net bij leven de eer ontvangen die hem toekomt in de vorm van de Grand Prix van het festival van Angoulême. Hij is een van die zeldzame auteurs die zich tot laatste is blijven ontwikkelen en daarvan is Rat God een mooi voorbeeld. Het verhaal is vintage HP Lovecraft – en een satirisch commentaar op diens racisme. Rijke Piet belandt in een afgelegen inteeltdorp waarvan de bewoners rattesnuiten hebben en een voorwereldlijke godheid aanbidden.
3. Anton Kannemeyer & Conrad Botes – Bitterkomix 18 (Soutie Press)
De Zuidafrikaanse undergrounders debuteerden gedurende Apartheid en zien zich nu gecensureerd door wokeisme. Deze bundel is hun messcherpe repliek, met strips en essays. Kannemeyers stijlmiddel is vooral de monoloog, Conrad doet vooral verhalende satire. Belangrijke publicatie voor een tijd waarin het verschil tussen de zonde en het afbeelden van de zonde steeds minder wordt gemaakt.
4. Pier Dola – Corona Bible (FU Press/Fantagraphics)
‘De viltstift van het onbehagen’ slaat weer toe, en wel met een baksteen van ruim 500 pagina’s. Pier Dola is vooralsnog Nederlands best bewaarde stripgeheim, maar Fantagraphix pikte deze uitzinnige, uitputtende rant over de eerste Corona-golf op, waarin paranoia, racisme uitbuiting en eenzaamheid door het virus werden verergerd. Geen gemakkelijke zit, maar wel een strip die de vinger aan de pols heeft.
5. Josh Simmons – Le manoir (Huber Editions)
Urban exploring gaat he-le-maal mis in een groot vervallen landhuis. Josh Simmons verkent zonder woorden de diepste putten van de wanhoop zoals alleen hij dat kan. Denk aan het vroege werk aan Chester Brown, met duisternis en veel gebroken botten.
Hans van Soest
1. Marc-Antoine Mathieu – De tekening (Sherpa)
Fransman Marc-Antoine Mathieu behoort op de Olympus voor briljante stripmakers. Zijn albums zijn vindingrijk, sprankelend, verbluffend en speels. En altijd weer speelt hij met de wetten van het medium en verlegt die. Helaas is zijn werk slechts mondjesmaat vertaald. Maar one-shot De tekening is dat wel, dus er is geen enkel excuus meer Mathieus werk onontgonnen te laten. Inhoud: man erft een tekening en doet een ontdekking. Alles wat je er vooraf meer van weet, is zonde.
2. Marc-Antoine Mathieu – Het proces (Sherpa)
Is al eens gezegd dat het werk van Marc-Antoine Mathieu vindingrijk, sprankelend, verbluffend en speels is? Het hoogtepunt uit zijn oeuvre is de reeks Maurits Cornelis van Esk, waarin de hoofdpersoon elke logica doorbreekt die je als striplezer gewend bent. Het derde deel Het proces is nog beter dan de eerder verschenen albums. Pagina na pagina zal je verrassen en doen lachen. Magistraal.
3. Sasha Jovanovich – Draver 1 (Scratch Books)
Esoterische sciencefiction over een wit konijn dat de verstoorde orde in het universum moet herstellen. Het werk van Jovanovich laat zich het best vergelijken met dat van Andreas in zijn hoogtijdagen, toen hij je met strips als Cyrrus-Mill telkens tot herlezen dwong om alles te begrijpen. En net als bij Andreas verveelt dat ook bij dit werk van Jovanovich niet. Verslavend album.
4. Simon Spruyt en Nicolas Juncker – De ruiterlijke confessies van Dragon Dragon 1 (Lombard)
Simon Spruyt maakt aanhoudend briljante albums, ook als hij dit keer het scenario niet zelf schrijft maar zijn Duitse collega Nicolas Juncker. Het eerste deel van deze serie, Valmy 1792, belooft de opmaat te worden van een nieuwe klassieker. De scabreuze belevenissen van een babbelzieke dragonder in het Franse leger die voornamelijk overal zijn piemel in wil steken, zijn ronduit hilarisch. Vooralsnog niveautje Donjon.
5. Tobias Tak – De droommaker (Concerto Books)
Postuum uitgegeven boek van Tobias Tak laat zich niet omschrijven in een paar zinnen. Het is een kinderstrip die leest als een vervreemdende LSD-trip, over een sullige tovenaar en een boosaardige klok. Tak weet een volkomen unieke wereld tot leven te wekken die te vergelijken is met het werk van Jim Woodring en Max Fleischer, maar dan anders, of zoiets.
Jos van Waterschoot
1. Fred Duval & Nicolaï Pinheiro – Ogen zo blauw (Daedalus)
Op 23 december 1980 stort in de Franse Jura een vliegtuig van Turkish Airlines neer in zwaar winters weer. Ogenschijnlijk overleeft niemand de crash, maar als de reddingswerkers ter plaatse komen en het gebied rond het wrak afzoeken, treffen ze een levende baby aan met blauwe ogen, een meisje. Binnen enkele dagen melden zich twee families die aanspraak erop maken familie van de baby te zijn, de puissant rijke familie De Carville en de arme familie Vitral. De familie De Carville schakelt in elk geval een detective in die carte-blanche en alle kosten vergoed krijgt, als hij maar achter de waarheid weet te komen. En die is anders dan je denkt. Ogen zo blauw is een knap geconstrueerd verhaal op basis van een ronduit thrillerachtig scenario. Het tekenwerk is gewoonweg schitterend.
2. Hub – De slang en de speer 2: Leeg-Huis (Silvester Strips)
In De slang en de speer worden we meegenomen naar het Azteekse Rijk in de vroege 15de eeuw. Na een reeks rituele moorden op jonge vrouwen, roept een hogepriester uit de hoofdstad Tenochtitlan, Cozatl geheten, zijn oude schoolkameraad Speer-Oog te hulp. Cozatl is bang dat zijn kaste de schuld krijgt van de moorden, omdat de moorden ritueel lijken en Speer-Oog moet die verdenking afwentelen. Intussen doet ene Slang ook onderzoek naar de moorden namens de keizer. De hoofdpersonen kennen elkaar allemaal uit het verleden. Leeg-Huis, een autistische oud-klasgenoot, vervult een sleutelrol. Want autisten onthouden vaak heel erg veel. Eens in de zoveel tijd krijg je een strip onder ogen waarvan je direct ziet: dit wordt een klassieker. Niet alleen hebben we te maken een geweldig scenario, ook het tekenwerk is onbeschrijflijk mooi. Ik heb allang niet meer zo’n fantastische strip gelezen!
3. Joris Mertens – Bleekwater (Oogachtend)
François is een alleenstaande man met een ‘klein’ leven in een grote, oude stad die erg aan Brussel doet denken. Overdag werkt hij als chauffeur bij een wasserette, zijn avondeten gebruikt hij doorgaans in een goedkoop eetcafé. Hij gaat alle dagen langs bij de kiosk waar hij de aardige Maryvonne spreekt. Bij haar koopt hij ook zijn lottoformulier waarop hij wekelijks, al zeventien jaar lang, zijn vijf favoriete cijfers op invult. Op een dag bezorgt hij ergens buiten de stad een pakket kleding. Hij komt bij een villa waar hij de deur open vindt. Na enig aarzelen stapt hij naar binnen. In de woonkamer vindt hij een groep mannen aan een grote speeltafel. Ze zijn allemaal dood, neergeschoten. Naast de tafel staat een grote tas vol geld. In een flits maakt François een afweging en neemt de tas mee. Hij begraaft hem in het bos en wandelt terug naar de bestelbus. Is hij binnen?
Bleekwater is een schitterend verhaal, meesterlijk in beeld gebracht door Joris Mertens die het verstaat een bepaalde sfeer op te roepen. Maar ook het scenario is erg goed, je kunt het helemaal navoelen.
4. Mac Smith – Scurry 1: De gedoemde kolonie & 2: Het verdronken bos (Silvester Strips)
In Scurry maken we kennis met een post-apocalyptische wereld. De mensen lijken verdwenen, de wereld is voor de dieren. Een muizenkolonie in een klein stadje lijdt honger. Want geen mensen, geen voedsel. De muizen moeten nu op een andere manier aan eten zien te komen en ze zenden verkenners uit om te gaan zoeken. Wix is zo’n muis, maar hij en zijn soortgenoten worden bejaagd door hongerige katten. Er zijn plannen om te verhuizen naar de stad, maar de reis is gevaarlijk en de uitkomst onzeker. Wolven, raven en bevers verhinderen een vrije doorgang. Maar ook binnen de muizengemeenschap betwist men elkaar de macht. Scurry is fantastisch mooi getekend, het scenario steengoed, een topreeks in drie delen.
5. Xavier Coste naar George Orwell – 1984 (Concerto Books)
1984, het verhaal kennen we allemaal min of meer. Big Brother is watching you, de gedachtenpolitie, een verboden liefde. En dat alles in een decor van een totalitair regime waarin de menselijke geest dood wordt gemaakt, onderworpen aan leerstellingen, permanente controle door beeldschermen en microfoons, leuzen, martelingen. Maar ook het verzet daartegen, het strohalmpje dat vrijwel iedereen kent en grijpt om nog iets van zichzelf te hebben en iets te zijn. Winston Smith is een op het oog willoze ambtenaar die op een kwade dag verliefd wordt. En de liefde blijkt wederzijds.
De Franse tekenaar Xavier Coste heeft het beroemde boek van Orwell verstript op sublieme wijze. Het tekenwerk sluit perfect aan bij de beklemmende sfeer van het verhaal. En niet alleen de tekenstijl, ook de kleuren dragen sterk bij aan de sfeer van het verhaal. Het is alsof je als lezer meekijkt op de bewakingscamera’s, van op afstand, zonder gevoel. Maar toch heb je die gevoelens wel degelijk, Coste verstaat het je mee te sleuren in dit bijzondere universum. Deze versie van 1984 is een topper, zonder twijfel!
Sigge Stegeman
1. Mark Eacersall & Sylvain Vallée – Antananarivo (Daedalus)
Huismus Asmodée omarmt het avontuur als hij op zoek gaat naar de verloren zoon van zijn zojuist overleden vriend om hem het slechte nieuws te brengen. Hij ontdekt meer dan hij wilde weten. Over zijn buurman en over zichzelf. Dit even ontroerende als hilarische verhaal vol kleinmenselijk lief en leed, bespeelt zoveel registers dat het de lezer volledig inpakt. Dit tweede verhaal (en Nederlandstalige debuut) van Mark Eacersall kan zich moeiteloos meten met de betere verhalen van Zidrou en Wilfrid Lupano.
2. Jérôme Lewelyn & Lucyd Lereculey – De 5 Rijken 4: Dezelfde wreedheid & 5: Het voorwerp van je haat (Daedalus)
Met Mederion als jonge, nieuwe koning lijkt alles te gaan veranderen in het kattenrijk Angleon. Of is het oude wijn in nieuwe zakken? Mederion getuigt van goede wil, maar zijn beslissingen staan daar soms haaks op. En elke keer kletst hij alles wat krom is weer recht. Zo drukt hij er op slinkse wijze een verborgen agenda door, maar welke dat precies is blijft gissen. Lewelyn maakt de verschuiving van hoop naar vrees uiterst subtiel en zet de lezer zo op scherp. Twee albums die voelen als een ingetogen crescendo richting een explosief slotakkoord.
3. Lucie Bryon – Thieves (Nobrow)
Twee verliefde tieners proberen een punt te zetten achter de kleptomanie van een van hen, door alle gestolen spullen heimelijk terug te geven aan de rechtmatige eigenaren. Een grappig idee, dat eigenlijk geen wereldschokkend plot oplevert, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door de innemende avonturen van de twee charmante hoofdpersonages met al hun goede intenties. Tillie Walden meets Bryan Lee O’Malley.
4. Marc-Antoine Mathieu – Maurits Cornelis van Esk. Gevangen in dromen 3: Het Proces (Sherpa)
Mathieu overtreft zichzelf met een verhaal waarin tijd en ruimte op meesterlijke wijze worden ontrafelt in relatie tot het medium strip. Terwijl van Esk probeert te begrijpen in welk avontuur hij verzeild is geraakt, puzzelt de lezer gniffelend en bewonderend met hem mee.
4. Étienne Davodeau, Christophe Hermenier & Joub – Luchtwegen (Concerto Books)
Yvan probeert zijn midlifecrisis te beteugelen door in de rust van de Franse Alpen de inboedel van zijn overleden ouders te fotograferen. Tussen de bedrijven door deelt hij twijfels en inzichten met vrienden en dorpelingen. Terloopse introspectie en knallende ontladingen vormen een ingetogen verhaal vol menselijkheid, zoals enkel Davodeau dat – schijnbaar achteloos – kan. Er lijkt nauwelijks iets te gebeuren, maar ongemerkt gebeurt er juist heel veel.
Speciale vermelding: Sergio Cabella & Giampaolo Soldati, Marco Nucci & Stefano Intini – Donald Duck pocket 332: De Microwereldreis (DPG Media)
Duck pockets zijn heerlijk pretentieloos leesvoer voor in de trein of naast je bed, maar nummer 332 blijkt een onverwachte uitblinker. Het titelverhaal, waarin de drie neefjes zo klein als een luciferkop door de achtertuin van Willie Wortel zwerven, boeit dankzij de insectenwereld die met liefde en kennis van zaken is neergezet, en weet de lezer zelfs te ontroeren als Willie, Dagobert en Donald met voelbare bezorgdheid naar de neefjes op zoek gaan. Het tweede verhaal, De weg naar de wereldcup, gaat over voetbal en weet de eendenfamilie opnieuw van hun meest menselijke kant te tonen. Meesterlijk getekend door Stefano Intini die vol inzet op maximale expressie. (Wordt vervolgd in pocket 334 met Fridonia’s wereldcup 2022, waarbij tekenaar Donald Soffritti het team helaas heeft ‘versterkt’.)
Peter Moerenhout
1. Joris Mertens – Bleekwater (Oogachtend)
François is een kettingrokende vrijgezel van rond de veertig. Hij werkt als chauffeur voor een wasserette en tracht zijn eenzaamheid te bekampen met het dromen van een romantische relatie met de juffrouw van de krantenwinkel en het winnen van het groot lot. In een Brussel waar het altijd regent en steeds eind jaren zeventig is, dansen verschillende nevenpersonages in een knappe raamvertelling rondom hem heen. Bijna allemaal hebben ze een zweem van tristesse om zich heen hangen. De tekeningen van Joris Mertens zijn grandioos. Bijna achteloos tovert hij prachtige tableaus op papier, getooid met de tragiek van uitlaatgassen en in plassen weerspiegeld neonlicht.
2. Marc Legendre & Charel Cambré – Heden verse Vis 1: En route! (Standaard Uitgeverij)
Een humoristische, fictief autobiografische strip is misschien een vreemde keuze voor een top 5 van beste strips van het jaar, maar wat mij betreft is deze reeks, zonder omhaal, het beste wat Cambré en Legendre gemaakt hebben. De personages relativeren en foeteren op de stripwereld, nemen geen blad voor de mond en vergeten ook zichzelf niet te kakken te zetten. De originaliteit spat er vanaf maar bovenal is deze strip hilarisch grappig, zeker voor wie de vele knipogen en verwijzingen weet thuis te brengen.
3. Maarten Vande Wiele – Bungalow 5 (Oogachtend)
Maarten Vande Wiele, de ongekroonde glamourkoning van de Nederlandstalige strip, levert één van de beste boeken van zijn carrière af. Bungalow 5 is gebaseerd op een kortverhaal van Edith Wharton dat Vande Wiele volledig naar zijn hand gezet heeft. Na zijn vorige tweeluik, Zeep, dat volledig over the top was, een melodrama op suikerspinnen wolken, gaat hij nu volledig de andere kant op. Bungalow 5 heeft nog steeds een sprankelend decor, het Hollywood van de jaren vijftig, maar verder dan dat gaat de vergelijking met eerder werk niet. Vande Wiele houdt afstand en laat veel ruimte voor stilte en interpretatie. De paginalange sequensen van Hollywoodlocaties zonder ook maar één menselijk personage zijn bijvoorbeeld een meesterzet. De tekeningen, alles in potlood en grijswaarden, zijn sfeervol en gebalanceerd. Bungalow 5 is een crime noir drama zonder misdadigers waarin bijna iedereen schuldig is.
4. Rick Remender & André Araújo – A Righteous Thirst for Vengeance (Image Comics)
Rick Remender is wat mij betreft één van de beste comicscenaristen van het moment. Deze nieuwe afgeronde reeks, handig verzameld in twee trade paperbacks, is een beetje een vormexperiment. Remender gebruikt zo weinig mogelijk tekst en tonnen en tonnen (én tonnen) actie om zijn plot voort te drijven. (Tonnen!) Tekenaar André Araújo jaagt de personages in een soort mangastijl met fijne lintjes van de ene schietpartij naar de volgende explosie. Het verhaal gaat over een man die per ongeluk op een geheim ondergronds netwerk van huurmoordenaars stoot en vervolgens opgejaagd wordt omdat hij te veel gezien heeft. Gelukkig bestaat de strip niet uitsluitend uit actiescènes. Wanneer het hoofdpersonage zich ontfermt over een jongetje dat doelwit was van een moordpoging ontwikkelt er zich een emotionele ondertoon die alle actie voorziet van een onderlaag vol diepgang en betekenis.
5. Jeff Lemire & Andrea Sorrentino – Bone Orchard Mythos: The Passageway (Image Comics)
Na de geslaagde sciencefictionreeksen Gideon Falls en Primordial, besloten Jeff Lemire (tekst) en Andrea Sorrentino (tekeningen) verder samen te werken aan een nieuw en ambitieus project. De Bone Orchard Mythos moet een gedeeld universum worden waarin ze tal van horrorverhalen kunnen uitbrengen die aan elkaar gelinkt zijn. Na een geslaagde Free Comic Book Day aflevering komen ze nu met een eerste graphic novel: The Passageway. Een geoloog wordt naar een eiland met een eenzame vuurtoren gestuurd om daar een schijnbaar bodemloos gat in de grond te onderzoeken. Hoewel Lemire een meesterlijk verteller is zijn het vooral de sfeervolle tekeningen van Sorrentino die van dit boek de beste horrorstrip die ik dit jaar las maken.
Stefan Nieuwenhuis
1. Joris Mertens – Bleekwater (Oogachtend)
Met Bleekwater schenkt de Vlaamse stripmaker Joris Mertens ons een sfeervolle, adembenemende geschiedenis van een kleine man in een grote stad. Mertens is de meester van de nachtelijke stadsgezichten: het zijn fascinerende kijkplaten. De ingetogen François leeft zijn eenvoudige leven als stomerij-koerier, tot er zich ineens iets bijzonders voordoet. Het zet alles op zijn kop. Een logische nummer 1.
2. Jeffrey Brown – Love and lost. A relationship trilogy (Top Shelf)
Ontroerend en eerlijk verslag van de levens van jongvolwassenen met hun idealen, angsten en relaties. Browns meesterlijke en o zo herkenbare observaties laten de lezer glimlachen – met soms een snikje.
3. Giulio Macaione – Sirocco (Lauwert Uitgeverij)
Een prachtig vertelde familiegeschiedenis over liefde, identiteit en de dood. Kleinmenselijke vriendelijkheid in grote gebaren gevat: een verhaal dat levensecht en warm voelt.
4. Wilfrid Lupano & Léonard Chimeneau – De boekenezel van Córdoba (Standaard Uitgeverij)
Op de valreep van het jaar, kregen we nog iets echt moois voorgeschoteld. Lupano en Chemineau geven ons een prachtige, historisch accurate lofrede op het boek. Het is een leerzaam, geestig, onderhoudend pleidooi tegen intolerantie, vermomd als avontuur van drie types en een muilezel. Geen zware kost, ondanks het flinke thema en daarom zo sterk.
5. Marc Legendre & Charel Cambré – Heden verse vis 1: En route! (Standaard Uitgeverij)
Hard lachen om twee stripmakers op leeftijd (de auteurs zelf) die alles meer dan beu zijn. Hun oplossing? Een herbronningstocht naar Spanje. Onderweg gaan ze de confrontatie met zichzelf en een hoop anderen niet uit de weg. Met koddige bijrollen voor Brecht Evens en de subsidiekliek die goed voor zichzelf en elkaar zorgen.
Speciale vermelding: Stripschrift (Stripstift)
Na een behoorlijk aantal kwakkelende jaren is het oudste stripinformatieblad ter wereld weer helemaal terug. Stipt op tijd, acht keer per jaar en met veel goede artikelen en flinke interviews. De recensies zijn actueel, al mag de keuze van besproken albums wat spannender – iets internationaler en minder mainstream. Neemt niet weg dat Stripschrift zeker in dit lijstje thuishoort: wie zo sterk voor de dag komt, verdient het om in de top te eindigen. Chapeau aan de redactie!
Eva von Stockhausen
1. Joris Mertens – Bleekwater (Oogachtend)
De tweede beeldroman van de Belgische tekenaar Joris Mertens is zo’n verhaal dat blijft hangen, ook omdat je er telkens naar terug gaat. Terwijl het aanvankelijk toch om weinig méér gaat dan de wederwaardigheden van een onopvallende man in een desolate, regenachtige stad. Maar de weidse stadsgezichten die Mertens tevoorschijn tovert zijn subliem qua intensiteit en niet alleen in het beeld maar ook in de vertelling is er oog voor détail. En dan wacht om de hoek nog een aangrijpende plotwending. Als lezer krijg je het gevoel binnen te treden in een schilderij van de beroemde outsiderkunstenaar Willem van Genk, om daar samen met de hoofdpersoon rond te dwalen. Totdat het lot alles op zijn kop zet.
2. Hautière, Poitevin – De Spectaculairen 1: Het Cabaret der Schaduwen (Silvester Strips)
In het Parijs van 1909 is de theatergroep ‘het Cabaret der Schaduwen’ de belichaming van vergane glorie: de act van ‘de menselijke weerwolf’, de ‘menselijke kanonskogel’ en andere helden hangt van korsetten en onzichtbare kabels aan elkaar. Als de gesjeesde uitvinder professor Pipolet het bankroete gezelschap een lucratieve opdracht aanbiedt; het terugvinden van zijn gestolen superbom, neemt die de klus dan ook graag aan. Wat volgt is een avontuur waarin van alles spectaculair misgaat, met name als professor Pipolet het gebruik van diverse, nog niet geteste, uitvindingen van zijn hand aanbiedt voor het klaren van de klus. De Spectaculairen is een nieuwe serie met personages met eeuwigheidswaarde, een vlot verteld verhaal vol fantasie en vooral: humor.
3. Damien Macdonald – Anatomy of Comics. Famous Originals of Narrative Art (Flammarion)
Prachtig vormgegeven publicatie bij de reizende tentoonstelling Comics, Dreams and History van de Spaanse ‘la Caixa’ Foundation, die dit jaar in negen verschillende Spaanse steden te zien is, waaronder Madrid en Barcelona. In deze expositie worden ruim driehonderd originele strippagina’s gepresenteerd uit de collectie van verzamelaar Bernard Mahé, die ook als curator optreedt. De begeleidende essays in de catalogus zijn van de Frans-Britse stripauteur Damien Macdonald (bekend van zijn verstripping van Notre-dame de Paris). Anatomy of Comics gaat, in niet-chronologische volgorde, hink-stap-sprong door de Westerse stripgeschiedenis, beginnend bij The Yellow Kid van Richard Felton Outcault (1896) en eindigend bij Op zoek naar de tijdvogel van Régis Loisel en Serge Le Tendre (2017). Vooral Amerikaanse en Franse klassiekers passeren de revue, maar daarnaast is er ook ruimte voor Spaanstalige stripmakers uit verleden en heden, zoals Jésus Blasco, Pili Blasco, José Cabrero Arnal en Juan Giménez. Al met al een fraai salontafelboek, vooral voor wie nog weinig bekend is met de stripgeschiedenis of het Spaanstalige deel daarvan.
4. Rodolphe, Leo, Marchal – Scotland 1: De buitengewone missies van Kathy Austin (Dargaud)
Geheim agent Kathy Austin neemt tussen buitenlandse missies in een korte ‘break’ in haar geboortedorp in de Schotse Hooglanden, waar zij een landhuis heeft geërfd van haar oude tante. Maar de tante blijkt onder mysterieuze omstandigheden overleden, het landhuis is afgebrand en het dorp wordt geplaagd door nachtelijke bezoekjes van ‘geesten’. Er zit dus niets anders op voor Kathy, dan in actie te komen. Maar in de jaren ’40 van de twintigste eeuw kan een jonge aantrekkelijke spionne haar werk niet doen, zonder dat de halve mannelijke dorpsbevolking over haar schouder meekijkt. Scotland is in meerdere opzichten old school, zowel qua tekeningen als thematiek. Maar het heeft veel sfeer en voldoende aandacht voor de Schotse folklore om, naast liefhebbers van spionageverhalen, een breder lezerspubliek aan te spreken.
5. Diverse auteurs – Jubileumalbum: 70 jaar Donald Duck Weekblad (DPG Media/Disney)
Dit jaar bestaat het weekblad Donald Duck 70 jaar, en dat mag gevierd worden. Het blad is een van de weinige die zich in het, sterk afbrokkelende, Nederlandse tijdschriftlandschap weet te handhaven. Ongetwijfeld houdt dit verband met het feit dat de opvliegende pech-eend die zichzelf steeds opnieuw uitvindt, nog steeds tot de verbeelding spreekt van kinderen én volwassenen. Misschien nog wel het meest tot laatstgenoemde groep? In dit jubileumnummer vind je een fijne greep uit de ontelbare verhalen die door de jaren heen zijn verschenen. Op naar het centennium!
Erik Ploegmakers
1. Xavier Coste naar George Orwell – 1984 (Concerto Books)
Adembenemede bewerking van een verhaal dat ook na 70 jaar nog steeds niet verveelt. Xavier Costa trekt alles uit de kast en levert een boekwerk waar de dreiging op iedere pagina loert. Hij raakt precies de juiste snaar tussen gruwel en suspense, met tekeningen die ieder op zichzelf tentoongesteld zouden kunnen (moeten) worden. Meesterwerk.
2. Marc Legendre & Charel Cambré & – Heden verse vis 1: En route! (Standaard Uitgeverij)
Zelden een eerste deel gelezen dat zo vreselijk naar meer smaakt. De kolderieke roadtrip van Marc Legendre en Charel Cambré is verslavend en retegrappig. De combinatie van zelfspot en een snuifje melancholie werkt perfect. Daarbij doen de tekeningen van Spanje en Frankrijk verlangen naar lange vakanties waarin alles kan en tijd niet relevant is. Kom alsjeblieft snel met deel 2 & 3!
3. Étienne Davodeau, Christophe Hermenier & Joub – Luchtwegen (Concerto Books)
Als ik moet uitleggen waarom dit zo’n fantastisch boek is, faal ik steevast. Het verhaal van de op middelbare leeftijd zijnde Yvan heeft geen echte spanningsboog. Zelfs op de momenten dat het lijkt dat er een versnelling komt, wordt snel gas teruggenomen. Alles in dienst van het gevoel dat uitgedrukt wordt. Een gevoel van terugkijken, de balans opmaken en de onomkeerbaarheid van gemaakte keuzes. Het plot brengt op de valreep alsnog een bevredigende wending in het verhaal, maar het is vooral het heerlijk zwelgen in weemoed dat blijft hangen.
4. Taki Soma – Sleeping while Standing (Avery Hill Publishing)
Grote verrassing voor mij deze zomer. De bonte verzameling van (schijnbaar) lukraak achter elkaar gezette verhaaltjes door Taki Soma, was als een klap in het gezicht. Haar tekenstijl staat haaks op wat je zou verwachten bij de vertellingen en het boek blijkt geweldig intelligent in elkaar te zitten. Ieder kort hoofdstukje – vaak niet meer dan vier pagina’s – is een stukje van de puzzel, die pas helemaal aan het eind duidelijk zichtbaar wordt. Pas dan besef je deelgenoot te zijn geworden van een ongekend heftige levensloop, zonder dat het zwaar op de hand voelt. Uniek in zijn soort.
5. Miroslav Sekulic-Struja – Petar & Liza (Scratch Books)
Petar & Liza was voor mij de grootse worsteling van 2022. Wel tien keer heb ik het boek opgepakt, om na een paar pagina’s weer weg te leggen. Constant had ik het gevoel iets bijzonders in mijn handen te hebben, maar het niet te kunnen doorgronden. Dat gevoel is nog steeds niet helemaal weg, maar wauw, wat heeft het boek een indruk op me gemaakt. De tekeningen zijn prachtig en zo minutieus dat enkel het kijken naar de prenten al een feest is. De teksten zijn verwarrend en moeilijk, ze houden me bezig. Een groot schrijver refereerde aan Petar & Liza als “een meesterwerk in zijn vaagheid”, hij heeft gelijk.
Arold Roestenburg
1. Christian Ward & Patrick Reynolds – Blood Stained Teeth vol 1 (Image Comics)
Christian Ward blijkt naast een erg goed tekenaar ook een prima verhalenverteller te zijn. De vampierencomic die hij samen met tekenaar Patrick Reynolds maakt is origineel, bloederig en een lust voor het oog. Deze titel komt dichtbij de kwaliteit van voormalige Vertigo knallers als 100 Bullets, American Vampire en Y: The Last Man.
2. Donny Cates & Geoff Shaw – Crossover vol 2 (Image Comics)
Naar het schijnt gaat het momenteel niet goed met Cates, Hij is van Thor en Hulk gehaald en ook zijn creator owned series lopen vertraging op. Gelukkig konden we dit jaar wel genieten van zijn ode aan comics. Crossover is een hommage zoals alleen Cates die kan schrijven; dus het voelt aan als een ouderwetse zomerse blockbuster-film. Genieten!
3. James Tynion IV & Werther Dell’Edera – Something is Killing the Children vol 5 (Boom! Studios)
Een jaarlijst is niet complete zonder James Tynion IV. The Nice House On The Lake was een verrassing en ook The Closet is prima te pruimen, maar met het vijfde deel van Something Is Killing The Children heeft het duo Tynion en Dell’Edera bewezen dat het verhaal van Erica Strange nu pas echt begint en de creativiteit nog lang niet opgedroogd is.
4. Brian K. Vaughn & Fiona Staples – Saga vol 10 (Image Comics)
Na jaren wachten, keerde dan eindelijk toch de meest moderne space-opera aller tijden terug. Vaughn en Staples komen opnieuw met de meest gekke wezens en schuwen moeilijke onderwerpen niet. Inmiddels zijn we over de helft van het geplande verhaal, zitten er nieuwe premiejagers achter Hazel aan en keren oude bekenden eindelijk terug.
5. Jed MacKay & Alessandro Cappuccio – Moon Knight: The Midnight Mission (Marvel)
Marvel en DC wisten in ’22 niet te verrassen. De X-men lijken opnieuw op een doodlopend spoor te zijn beland, de Avengers rollen van het ene event in de andere en DC drijft vooral op zo’n 13 maandelijkse Batman-titels. Gelukkig was daar nog een nieuw team dat Moon Knight terugbracht naar zijn origine en daarmee Marvels in driedelig wit pak geklede wreker een betere dienst verleende dan de gelijknamige serie op Disney+.
COMICS team UGent
Deze favorieten zijn afkomstig van Eva Van de Wiele, Maaheen Ahmed, Margot Renard, Giorgio Busi Rizzi en Benoît Crucifix en staan in willekeurige volgorde. We vermelden telkens de originele uitgave. Dat is niet altijd de editie die gelezen is, daardoor staan er een paar titels tussen die oorspronkelijk voor 2022 verschenen.
Nacha Vollenweider, Zurück in die Heimat (Avant Verlag)
Nacha Vollenweider biedt ons als Europeanen een blik op haar migratie naar Duitsland en de daaropvolgende terugkeer naar Argentinië. Het werk, dat in twee talen (zowel Duits als Spaans) uitgebracht werd, bouwt een brug tussen Nacha en de lezer en daarmee tussen Argentinië en Europa. Het werk toont een leven tussen labiele economie en ecologische wandaden en de gevolgen daarvan voor ieder van ons.
Lizzy Stewart – Alison (Profile)
Alison van Lizzy Stewart wisselt veel tekst af met poëtische beelden in aquarel en scrapbook technieken. De lezer wordt opgeslorpt in een retrospectief verhaal over Alison Porter, een jonge vrouw uit Devon die het tot de Londense kunstscene van de jaren 70 en 80 schopt. Het is een verhaal over vriendschap, toewijding aan de kunsten, en jezelf heruitvinden, ook na relatiebreuken, dat ongetwijfeld veel mensen zal aanspreken.
Loïc Froissart – Aujourd’hui (L’Articho)
Dit is het eerste stripverhaal van Loïc Froissart, een ervaren tekenaar wiens grafisch werk zowel in jeugdboeken als in Le Monde is verschenen. Het boek werd gepubliceerd door L’Articho, een Parijse uitgeverij die zich op het snijvlak van jeugdboeken en stripverhalen bevindt. Het boek vertelt op minimalistische wijze één dag op de lagere school, van het binnenkomen tot de laatste leerling de deur uit is. Elke pagina focust op een bepaalde moment van de dag (gekoppeld aan een time mark), die al te herkenbare gewoontes en uitzonderlijke gebaren probeert te vatten. De auteur tapt uit zijn ervaring in het organiseren van ateliers op de lagere school om zo een alternatieve blik op de hedendaagse pedagogie te vatten. Het vormt in die zin een unieke documentaire strip die niet enkel op kinderhoogte is getekend maar die de sociologische ruimte van de school subtiel aankaart.
Alex Baladi – Saturnine (Atrabile)
Na zijn Robinson Suisse (Atrabile, 2021), keert Baladi terug met een ander verhaal over een schipbreukeling, Saturnin Farandoul, gecreëerd door Albert Robida. Belangrijk voor de strip, merkt Baladi op in zijn inleiding, is dat Saturnin de Franse Tarzan van de 19e eeuw is. Baladi besloot de wens van de Franse vertaalster van Le Robinson Suisse, Isabelle de Montolieu, om vrouwelijke personages toe te voegen aan het verhaal dat zij vertaalde, te vervullen en om te zetten: Saturnin werd Saturnine, een schipbreukeling die wordt grootgebracht door rode en blauwe apen. Deze woordeloze graphic novel ontvouwt zich in sterke primaire kleuren en is een krachtige kritiek op beschavingswaanzin en de vruchteloze strijd om erbij te horen. Eindigend met een ontroerend nawoord van Arnaud Robin.
Géraldine Stringer – Montrez-nous qu’on a tort (FRMK)
Montrez-nous qu’on a tort (Laat ons zien dat we ons vergissen) verweeft de getuigenissen van migranten die hun toevlucht zoeken aan de rand van Nice. Zij vinden dit in het huis van Hubert, dat openstaat voor vluchtelingen, voor uitwisseling, gastvrijheid en vooral menselijkheid. Gedoopt tot caravansérail, oftewel het paleis op wielen, is het toevluchtsoord voortdurend in beweging met zijn bewoners, maar troostend in het respijt en de hoop die het biedt. Caravansérail is ook een afwisseling en verstrengeling van verschillende verhalen, waarvan sommige makkelijker te vertellen zijn dan andere. Stringer verhaalt deze fragmenten met diep medeleven en begrip. De potloodtekeningen zijn prachtig: portretten en scènes op afstand en van dichtbij worden afgewisseld met gedetailleerde tekeningen van de rijke vegetatie.
Mia Oberländer – Anna (Edition Moderne)
Winnaar van de Deutsche Jugendliteraturpreis in 2022 (naast andere prijzen), in de speciale categorie nieuw talent in illustratie. Anna is een familiesaga van grote vrouwen die zich ontvouwt over twaalf hoofdstukken en drie generaties Anna’s. De graphic novel combineert pastiches van sprookjes en coming of age-verhalen en is een visuele traktatie. Een minimalistische, lineaire stijl doordringt de hele graphic novel, met uitzondering van de rijk gekleurde emotionele uitbarsting in het tiende hoofdstuk. Het speelt vrolijk met de spanning van grote lichamen in kleine panelen en spot met de vooroordelen tegen degenen, vooral vrouwen, die niet aan de norm voldoen.
Wilfrid Lupano, Léonard Chemineau – De boekenezel van Córdoba (Dargaud)
In 976 werden in de grote bibliotheek van Córdoba honderden boeken verbrand die door de religieuze autoriteiten als onzedelijk werden beschouwd. Die gebeurtenis in de door kaliefen van de Umayyaden geregeerde stad van kunst en kennis vond plaats ten overstaan van een onverschillige bevolking, waarvan de meerderheid niet kon lezen. Tarid, de bibliothecaris, en Lubna, de kopiist, besloten echter de kostbaarste manuscripten te redden. Ze werden – tegen hun zin – geholpen door Marwan de zwerver en zijn recalcitrante muilezel die voor de gelegenheid tot “biblio-ezel” is omgetoverd. Het avontuur werpt onze vier acolieten op de gevaarlijke paden van Al Andalus, en illustreert de rijkdom van kennisoverdracht en circulatie in het Middellandse Zeegebied in de tiende eeuw. Het stelt Lupano, voor wie historische fictie altijd een manier is om na te denken over de huidige tijd, ook in staat ons eraan te herinneren dat “geniucides” nog steeds plaatsvinden. Het door Lucien Polastron in Livres en feu (Boeken in brand) uitgewerkte begrip om de vernietiging van de genialiteit van een cultuur aan te duiden om deze te veroveren, was een van de uitgangspunten van het script van de strip. Lupano en Chemineau, die op de Rendez-Vous de l’Histoire de Blois de Cheverny-prijs ontvingen, hebben een geschiedenisstrip van grote visuele kwaliteit gemaakt, waarvan de blauwe en gouden omslag en de ronde rug doen denken aan de manuscripten die hen inspireerden. We worden verleid door Chemineaus levendige kleuren en expressieve tekeningen, en we raken snel gehecht aan de personages en hun assertieve karakter – inclusief de muilezel, die natuurlijk ongelooflijk koppig is. Een geweldige ontdekking en leuk leesmateriaal, zelfs voor wie niet vertrouwd is met strips.
Nick Drnaso – Acting Class (Drawn & Quarterly)
Er is iets in het werk van Nick Drnaso dat Todd Solonsz en David Lynch, Brett Easton Ellis en Chuck Palahniuk samenbrengt. Bovenal is Drnaso in staat hun geest naar onze tijd te transponeren, terwijl hij reflecteert op de angsten van de hedendaagse tijd in een unheimliche vertelling. De klare lijn tekent zich af tegen lege achtergronden en claustrofobische platen, te veel en te smal, met een regelmatig ritme en een statisch karakter dat zich ergens tussen Chris Ware en Adrian Tomine situeert. Na Sabrina (2018, genomineerd voor een Man Booker Prize in 2018) is Drnaso’s nieuwe graphic novel – het verhaal van een acteerklas onder leiding van een mysterieuze John Smith – opnieuw een must have.
Gert Olthuis
1. Ben Gijsemans – De Kerkgangers (Oogachtend)
In een inventieve en adembenemende vorm (zwart-wit, grafisch, symmetrische pagina’s, geen kaders en tekstwolkjes, vaak alleen hoofden) vertelt Gijsemans het verhaal van een lange, warme zomervakantie. Starring Carl, zijn broer Harold en hun vriendje Peter, in een briljante coming-of-age strip.
2. Nick Drnaso – Acting Class (Drawn & Quarterly)
Een even complex als intrigerend boek waarin een groep buitenbeentjes elkaar treft in een acteerklasje dat geleid wordt door een wazig type. Er is nogal wat ongemak en onhandigheid, maar tijdens de lessen ontstaat gaandeweg onderlinge verwantschap. In de rollenspellen van de groep speelt Drnaso geweldig met de dunne grens tussen fantasie en werkelijkheid.
3. Zara Slattery – Coma (Myriad Editions)
Als de hardnekkige keelpijn van Slattery zich ontwikkelt tot een levensbedreigende bacteriële infectie belandt ze op de intensive care. Ze ligt er zes weken, waarvan twee in volledige coma. Dit boek is het indrukwekkende verslag van die periode. Slattery verbeeldt zowel de beangstigende, delirante ervaringen van haarzelf als de onzekerheid en het verdriet van haar man en drie kinderen.
4. Barbara Stok – De filosoof, de hond en de bruiloft (Nijgh en Van Ditmar)
Deze heerlijke graphic novel vertelt het verhaal van Hipparchia, een van de eerste vrouwelijke filosofen. Stok neemt ons mee naar de cynische filosofie in het Griekenland van 350 voor Christus. Het eigenzinnige leven en kritische denken van Hipparchia blijken alleszins actueel. Over vrij en onafhankelijk zijn, over macht en (on)gelijkheid en vooral over je eigen weg kiezen.
5. Kimberly Meyers, Molly Osborne, Charlotte Wu, Zoe Schein – Clinical Ethics. A Graphic Medicine Casebook (Penn State University Press)
Dit boek is de vrucht van een samenwerking tussen verschillende experts (arts, medisch-ethicus, literatuurwetenschapper) en illustrator Zoe Schein. Het laat scherp zien wat het medium strip voor gezondheidszorg kan betekenen en bevat een beknopte stripuitwerking van acht veel voorkomende ethische dilemma’s uit de medische praktijk, inclusief nabespreking per casus. Graphic medicine in optima forma.