“Zomertijd, ‘t is tijd voor een stripboek, voor in de tuin of de zwembroek”. Wie kent het wijsje niet? We struinden tussen de pas verschenen titels en vonden weer veel moois. Dat delen we graag, zoals je gewend bent: kort, krachtig en in sneltreinvaart.
Haar 1: Nieuw op school (Standaard uitgeverij): In dit mooi uitgegeven brokje chicklit maken we kennis met Elle. Zij is nieuw op school en raakt al snel bevriend met vier andere tieners. Alles gaat goed tot plots blijkt dat Elle verschillende persoonlijkheden heeft. Wanneer die zich met haar beginnen te bemoeien, is het hek van de dam. Een high school drama met geloofwaardige personages en aantrekkelijke, warme tekeningen. Bij onze hoogsteigen tienerdochter scoorde de strip alvast veel punten, wat wellicht een betrouwbaarder oordeel is dan dat van de oude, witte man die dit stukje schreef.
De ruiterlijke confessies van Dragon Dragon 1: Valmy, 1792 (Le Lombard): Een nieuw boek van Simon Spruyt is altijd een feest. We waren wat op onze hoede omdat deze keer ook scenarist Nicolas Juncker aan mocht schuiven. Dat wantrouwen maakte al snel plaats voor onversneden plezier want alle ingrediënten voor een geslaagd boek zijn aanwezig: waanzinnig grappige situatiehumor, goed uitgewerkte historische achtergronden met bekende koppen waar de verzonnen hoofdpersoon vervolgens de draak mee steekt en fantastische, uiterst expressieve tekeningen. Het is vooral hoofdrolspeler Dragon Dragon die deze strip laat glanzen. Dragon is een ruiter in het Franse leger die als een soort verderfelijke Baron Munchausen liegt en bedriegt. Hij is laf en neukt alles wat los en vast zit. Wie van antihelden houdt komt hier wel heel zwaar aan zijn/haar/hun/mens trekken. Een dikke pluim ook voor de inkleuring van Frederik Van Den Stock, die ons aan het beste van Morris deed denken. Beste strip van deze maand!
Robbedoes – Hoop in bange dagen Deel 4 (Dupuis): Al drie delen lang steken wij de loftrompet af over deze stripreeks (in het kort: Robbedoes tijdens WOII). Dit vierde deel is een waardige afsluiter, maar laat ons ook wat op onze honger zitten. Alle losse eindjes worden immers iets té vlotjes aan elkaar geknoopt. Waarschijnlijk ligt dat aan tekenmoeheid die er toch begon in te sluipen bij auteur Emile Bravo. Getuige: de vorige drie delen telden steeds om en nabij de 100 pagina’s terwijl dit vierde deel het met 43 pagina’s moet doen. Dat doet echter geen afbreuk aan de monumentale kwaliteit van dit vierluik. Een integrale herlezing dringt zich op, of wachten we toch maar op de integrale om die vervolgens integraal te gaan lezen?
Het echte verhaal van de Far West – Jesse James (Standaard uitgeverij): We zijn verzot op westerns, dus dat het genre vandaag weer wat meer aandacht krijgt in de stripwereld maakt ons blij, maar dat wil nu ook weer niet zeggen dat elke scheet in een fles vertaald moet worden. Deze strip pretendeert “het echte verhaal van de Far West” te brengen, maar grossiert in Hollywoodclichés die de makers uit de duim zuigen, alleen om het verhaal wat op te leuken. Voeg daaraan toe dat je de dialogen op z’n minst krakkemikkig mag noemen en je beseft dat er met dit album weinig plezier te beleven is.
Zestig Lentes (Dupuis): Josy beslist op haar zestigste verjaardag om alles te laten vallen en uit haar keurslijf te breken. Ze verlaat haar man en familie om rond te trekken in een busje. Mooie opzet van een sympathiek verhaal over de ketenen waarmee de maatschappij ons bindt en de betonnen schoenen die sociale druk ons aanmeet. Prachtig in beeld gezet door Aimée de Jongh, die nog maar eens bewijst dat ze weet wat helder vertellen is, zonder daarbij de poëzie te schuwen. Het geheel had misschien iets genuanceerder gekund: de personages die Josy aanmoedigen zijn nogal eenzijdig goed en diegenen die haar terug bij de familie willen nogal zwart-wit onsympathiek, maar nuance is wellicht makkelijker bij strips met meer pagina’s. Een dikke aanrader als cadeau voor oma’s volgende verjaardag. (De redactie is in geen geval verantwoordelijk voor verdwijnende oma’s.)
De buurtpolitie 17: Raar, raar, raar (Standaard Uitgeverij): De buurtpolitie gaat een beetje de sciencefiction-toer op met dit zeventiende album. Ze hebben al eerder met het genre gespeeld, maar in dit verhaal gebeuren er echt wel dingen die toekomstmuziek zijn. Dat doet gelukkig geen afbreuk aan het leesplezier. In een vlot vertelde 32 pagina’s krijgt de lezer een landelijke blockbuster voor de kiezen: spanning en jolijt, maar dan in een klein dorp. Wel vreemd, gezien de verhaalstof, dat er boven de titel nog steeds het motto van de al lang ter ziele gegane televisiereeks over De buurtpolitie staat. Echte verhalen? Maak dat de kat wijs.
Losgeld (Uitgeverij L): Fred de Heij wordt op de achterflap van deze strip terecht de koning van de pulp genoemd. Dit derde verhaal over heldin en avonturierster Isa Locus heeft alles wat pulp zo aantrekkelijk maakt: over the top geweld, humor en een snuifje erotiek. Toch is het niet dat wat deze strip extreem genietbaar maakt. De personages van de Heij mogen dan wel pulpy zijn, hun dialogen en de situaties waar ze in terecht komen zijn zo natuurlijk als Adam en Eva in hun blote kont. Bovendien is de Heij ook de onbetwiste meester in ‘helder-vertellen-in-vier-stroken’: ritme en bladspiegel zijn opgebouwd met benijdenswaardig meesterschap. De inkleuring is dan weer net iets te knullig. Dan zien we de Heij nog liever in zwart-wit. Te nuttigen als guilty pleasure tussendoor.
De Kronieken van Amoras 10: De zaak Sus Antigoon (Standaard uitgeverij): Voor het eerste deel van dit tweeluik waren we nogal streng. Dat leek immers een ‘gewoon’ Suske & Wiske verhaal en wij zagen de meerwaarde die de ‘volwassen’ versie zou moeten brengen niet meteen in. In dit tweede deel wordt dat rechtgezet. Suske en Wiske reizen terug in de tijd en Sus Antigoon, de voorvader van Suske probeert Wiske te versieren. De calamiteiten daaromtrent deden ons terstond het eerste deel vergeven van alle zonden. Een spannende tijdreis/piraten/horrorplot doet de rest.
Heden verse Vis 1: En route! (Standaard uitgeverij): Wellicht liepen we in het stukje hierboven een beetje op eieren, want Cambré en Legendre (van Amoras) maken ook Heden verse vis. De reeks heeft de makers zelf als hoofdrolspelers en neemt de stripwereld op de korrel. Wat ons betreft is deze reeks, zonder omhaal, het beste wat Cambré en Legendre gemaakt hebben. De personages relativeren en foeteren op de stripwereld, nemen geen blad voor de mond en vergeten ook zichzelf niet te kakken te zetten. De originaliteit spat er vanaf. We begrijpen dat er brood op de plank moet komen door te revampen, prequelen en hommageren dat het een aard heeft, maar werk als dit steekt daar met kop en schouders bovenuit. Lees hier een andere, uitgebreidere recensie.
Bloedkoninginnen – Johanna, de boosaardige koningin: Deel 1 (Daedalus): De geschiedkundig geïnspireerde reeks Bloedkoninginnen komt voorwaar op de proppen met een minder bekende bloedkoningin, maar die is daarom niet minder interessant. Johanna wordt geboren met een afwijking aan haar been waardoor ze mank is voor het leven. Het blijkt een aandoening waardoor ze haar hele jeugd lang benadeeld zal worden. Wanneer ze volwassen is ziet ze haar kans schoon om macht te pakken en die zal ze zich niet laten ontglippen. Het verhaal loopt over van tekst en personages en het mag een wonder heten dat de makers daar een spannende politieke thriller van weten te maken. De tekeningen zijn prachtig, met een extra pluim voor de levendige inkleuring van Dimitri Fogolin.
De jeugd van Alex 3: De demon van Torralba (Casterman): De eerste twee delen van deze reeks vonden we minder goed, maar dit derde deel zet enkele stappen in de goede richting. De personages krijgen stilletjes aan meer vorm en diepgang, zowel grafisch als verhaaltechnisch, er zitten geen vreemde sprongen of belachelijke deus ex machinae in de plot en we leefden zowaar mee met de belevenissen van de kleine Keltische Romein. Nog een paar van deze albums en de reeks weet zich wellicht te settelen als een strip met bestaansrecht in plaats van een simpele afgeleide van de hoofdreeks. Ook het interessante historische dossier achterin draagt daaraan bij.
Yakari – Nieuwe avonturen 4: De woede van Thathanka (Le Lombard): In dit vierde deel van de nieuwe avonturen van Yakari gaat onze favoriete kleine Indiaan op zoek naar Thathanka, een bizon en het totemdier van z’n stamgenoot. De tekeningen zijn adequaat, maar kunnen niet tippen aan die van originele tekenaar Giacometti. Het verhaal is heel simpel en soms nogal prekerig, maar zal de aller- allerkleinsten wellicht weten te bekoren. Niet slecht, maar ook geen hoogvlieger.
Klaw 3: Verbonden (Diedeldus/Daedalus): Twaalf misdaadfamilies beschikken over aan de dierenriem gelinkte beschermers: de Dizhi. Angelo Tomassini, zoon van een maffia don, kan zich transformeren in een weertijger. Zijn morele kompas noopt hem er helaas toe zich tegen zijn vader te keren. Tussen deel 2 en 3 zit een tijdssprong van enkele jaren wat voor extra spanning zorgt, door flashbacks naar die tussenperiode. Wat in de eerste twee delen nog een soort bovennatuurlijke misdaadthriller was ontpopt zich nu als een chimaera van een superheldenstrip en The X-files. Ambitieus, quoi? De tekeningen worden ook steeds beter. Puike reeks!
Floris van Dondermonde 3: Meer maliënkolder (Uitgeverij L): Wij hebben een zwak voor de melige grappen rond ridder Floris. Enkel en alleen al zijn archaïsche taalgebruik doet ons gniffelen. Toch passeren er nogal veel voor de hand liggende grappen en grollen in dit album. Vreemd genoeg vonden we de langere verhalen beter dan de strookgags. De meeste gagstrips gaan de mist in wanneer ze buiten hun gebruikelijke contouren treden, maar hier is Ridder Floris juist in zijn element. Dat komt vooral omdat de makers in de langere verhalen de platgetreden paden verlaten en hun creatieve duivels de vrije loop laten. Hoogst genietbare humor, met veel schwung getekend.
Donkere Stille Gangen (Bart Proost Illustratie): Bart Proost, bekend van Alexander de Grote, Kaspar Hauser en Alleen op de wereld, bundelt in deze strip enkele op muziekteksten gebaseerde kortstrips uit zijn beginjaren als tekenaar. Mooi lijnwerk en een eigenzinnige inkleuring zijn de eerste elementen die in het oog springen. De beste verhalen zijn zeer geslaagde interpretaties van het bronmateriaal, de mindere zijn op hun minst grafisch interessante experimenten. Te bestellen via: bartproost@yahoo.com
De gebroeders Rubinstein 3: De bruiloft bij de Bensoussans (Daedalus): De eerste twee delen van deze reeks verschenen tegelijkertijd en toen toeterden we meteen in het rond dat de gebroeders Rubinstein garant staan voor kwaliteit. Dit derde deel stelt niet teleur. De reeks vertelt het levensverhaal van twee joodse broers die elkaar verliezen, terugvinden en opnieuw verliezen voor, tijdens en na WOII. Het verhaal jongleert op vernuftige wijze met knappe tijdsprongen die zo organisch zijn dat ze zelfs niet opvallen. Dit soort verhalen zijn, dankzij het onderwerp, bijna altijd aangrijpend, maar vervallen daardoor ook nogal vaak in clichés of bedienen zich van oppervlakkige personages. Niet in deze reeks. Lang geleden dat we nog eens zo goed uitgewerkte en gelaagde personages voor de kiezen kregen. We hadden hier zelfs eerst “Beste strip van deze maand!” bij gezet, maar toen kwamen Simon Spruyt en co met Dragon Dragon aanzetten…
Jommeke 310: Project Pegasus (Standaard uitgeverij): Bij graaf Hippostein wordt een veulentje met vleugels geboren. Dat geeft de aanleiding voor een doorsnee Jommekeverhaal. Leuk om Graaf Odilon, Gravin Elodie en Kwak en Boemel terug te zien, maar alles blijft nogal braaf en mak. We hebben daar, op zich, niets tegen, zes- tot tienjarigen zullen zich een bult amuseren met Jommeke, maar in de oudere strips had Jommeke toch body genoeg om ook oudere lezers te kunnen bekoren.
Vreemde Vogels 3 (Standaard uitgeverij): Er valt weinig te vertellen over dit derde deel wat we al niet eerder schreven. Vreemde vogels is een goed gemaakte gagreeks met grappen die voortspruiten uit de personages (de verschillende vogels dus) zelf, aangevuld met heel veel leuke weetjes voor jong en oud. Voor de mensen die zichzelf willen bewijzen als hoogst intelligente en eigenzinnige denkers door continu luidkeels te staan toeteren dat zij al die dwaze recensies niet nodig hebben want: “Ik beslis zélf wel wat ik ervan vind”, dit was nu eens een voorbeeldje van de signaalfunctie die een recensie ook kan hebben. Geen dank.
Urbanus 199: De krimptoeter (Standaard Uitgeverij): Zou het dan toch echt waar zijn? In het laatste tiental albums werd er in de Urbanus strips afgeteld naar het einde, maar nu werd ook in de pers bekend gemaakt dat album 201 het allerlaatste album zal zijn. Vooralsnog maken de makers echter nog geen aanstalten om af te remmen. Ook dit album heeft een plot waar kop noch staart aan te vinden valt, maar die uiteindelijk toch mooi op zijn pootjes terecht komt. Eveneens zoals steeds aanwezig: pipi, kaka en absurditeiten galore. Urbanus is na al die albums een monument van de Nederlandstalige stripwereld en we zouden liegen als we zeggen dat we hem niet zullen missen.
De wijsheid van Mythes – Herakles 2/3: De twaalf werken (Daedalus): In het verhaal van Herakles, of Hercules, zijn we aangekomen bij het bekendste, en ook spannendste deel: de twaalf werken. In De wijsheid der mythes echter geen opgekuiste Disneyversies maar de rauwe variant, zo nauwgezet mogelijk gebaseerd op het origineel. Levendige tekeningen, mythische actie en opnieuw zo’n lijvig dossier waar ze bij Daedalus een patent op lijken te hebben. Een uitblinker voor al wie Griekse mythologie weet te smaken.
Gino Bartali – Een wielerkampioen onder rechtvaardigen (Daedalus): Wij hadden eerlijk gezegd nog nooit van Gino Bartali gehoord. Sport kan ons dan ook aan onze reet roesten, een goed verhaal daarentegen… En laat dit boek daar nu net een vrachtwagen kaas van gegeten hebben. De premisse lijkt verzonnen, maar zoals bij de meeste realiteit, overtreft ze fictie. Wielerkampioen Bartoli gebruikt z’n positie om documenten te smokkelen om joden tijdens WOII te helpen. Een verhaal dat ondanks de historische invalshoek toch heel vlot wegleest. De tekeningen in monochroom potlood zijn van hoog niveau, al hadden wat meer kleurwissels het boek misschien nog beter gemaakt. Een mooi verhaal over een inspirerend mens. Lees hier een uitgebreid artikel over deze strip.
Yoko Tsuno 30: De tweeling van Saturnus (Dupuis): Roger Leloup, bedenker van Yoko Tsuno, is 88 jaar oud. Dat hij nog steeds stripalbums maakt is bewonderenswaardig. Dat zijn tekenstijl te lijden heeft onder het verstrijken van de jaren is niet zo verrassend. Een doeltreffende inkleuring maakt echter veel goed. Het verhaal is eerder van het type ‘niet veel soeps’ dan een vette kluif. Slecht is het allemaal niet, maar wel oh zo zoutloos en voorzichtig. De trouwe verzamelaar valt zich geen buil aan deze strip, maar veel nieuwe harten zal Leloup hier niet mee veroveren.
Yasmina 3: Het bloembombardement (Dargaud): Derde deel van een ecologisch getinte jeugdreeks. Intussen heeft auteur Wauter Mannaert de personages en hun karakters zo goed in de vingers dat hij schijnbaar moeiteloos een spannend verhaal uit zijn mouw kan schudden. Deze strip wordt bevolkt door een bont allegaartje figuren met een hart voor de natuur. Het is echter bewonderenswaardig dat Mannaert daarin heel veel ruimte laat voor verschillende visies en ideeën. In dit verhaal wordt vooral ingezoomd op natuur in de stad wat ons op plezierige wijze toch één en ander heeft bijgebracht. Een schitterend getekende strip met een hoopvolle insteek.
Het fortuin van de Winczlavs 2: Tom & Lisa 1910 (Dupuis): We zijn blij dat Jean Van Hamme, voor de zoveelste keer al, terugkomt op zijn voornemen te stoppen met strips schrijven. Deze trilogie, die het verhaal van de voorouders van Largo Winch vertelt, is namelijk om duimen, vingers én tenen bij af te likken. Van Hamme mixt in dit album handig scènes in het Wilde Westen met luchtgevechten tijdens de Tweede Wereldoorlog en slaagt er aan het einde ook nog eens in om de drooglegging en de beurscrash van 1929 in het verhaal te verwerken. Tekenaar Berthet zet alle actie, erotiek en historische wist-je-datjes mooi op papier met een zwierige klare lijn. Als deel drie dezelfde kwaliteit heeft wordt deze reeks een must have voor iedereen die Largo Winch genegen is.
Sangre 3: Losgeld (Uitgeverij L): Sangre, een meisje dat de tijd enkele seconden kan stilzetten, gaat in een prachtig uitgewerkte fantasywereld op zoek naar de moordenaars van haar ouders. In elk album helpt ze één van hen het hoekje om. In deze aflevering komt ze in een paleis op een ijswereld terecht. Af en toe houdt men daar The Purge-achtige nachten waarin alles toegestaan is. Een niet zo heel originele opzet, maar wel spannend uitgewerkt. Als je jat, moet je goed jatten en dat doet deze strip met verve.
Suske en Wiske 363: De maffe markies (Standaard uitgeverij): Met de maffe Van Zwollem, een verhaal dat zich teletijdmachinegewijs afspeelt in de achttiende eeuw en niet één maar twee geheimzinnige geheimzinnigaards is dit een vintage Suske en Wiske. Mooi om te zien hoe makers Peter Van Gucht en Luc Morjeau met de gekende gegevens nog steeds een entertainend album van hoog niveau kunnen afleveren. De amusante cameo’s en doeltreffende humor krijgt men er gratis bij.