Artikelen

AI in de stripindustrie: creativiteit kost tijd en moeite, snel en efficiënt werken is geen doel op zich

Recent verscheen op 9e Kunst een stuk over AI binnen de stripwereld, geschreven door Erik Ploegmakers (De impact van AI op de stripindustrie: kunstmatige intelligentie als hulpmiddel of bedreiging?). Hoewel het stuk zeker geen lofzang op AI was en er genoeg kritische noten werden geplaatst, ging het naar mijn mening voorbij aan meerdere schaduwzijdes en ethische vraagstukken rondom de ontwikkeling van deze nieuwe technologie.

Ik zie het stuk als onderdeel van een veel bredere trend binnen het kijken naar AI in de creatieve sector. De instelling lijkt: laten we met zijn allen goed in de gaten houden dat we creatief werk op waarde blijven schatten, zeker, maar het is toch ook wel handig, dat AI.

Handig, want tekenaars kunnen er efficiënter door werken, of nieuwe creatieve paden inslaan. Maar is dat eigenlijk wel zo? En zo ja: zijn dat dan positieve ontwikkelingen? Ik vraag het me af: het lijkt me zinvol om goed te kijken naar wat deze ontwikkeling nu werkelijk met zich meebrengt en welke kosten ermee gepaard gaan.

Stofzuigen

Let’s stop calling it Artificial Intelligence and call it what it is: Plagiarism Software. It doesn’t create anything, just copies existing works from artists and alters them sufficiently to escape copyright laws. It’s the largest theft of property since Native American lands by European settlers.” — Noam Chomsky

De ontwikkeling van AI is een schoolvoorbeeld van hoe Silicon Valley opereert: bedenk een nieuwe technologie en implementeer die vervolgens zo razendsnel dat regeringen geen tijd hebben om bestaande wetgeving aan te passen of nieuwe wetten te maken. Een bekend voorbeeld is de privacyschending op enorme schaal die nodig was voor de implementatie van Google Maps en Street View. Wanneer er uiteindelijk aan de bel wordt getrokken, is het al te laat. En het is toch wel handig, dat Google Maps.

In het geval van AI weten we dat het alleen kan functioneren als het is getraind met een goede dataset. En laat het internet nu een schier onuitputtelijke bron van data zijn. Dus lieten de ontwikkelaars hun web crawlers los en stofzuigden daarmee zo’n beetje al het beeldmateriaal dat ze konden vinden op. Dat individuele makers daar niet van op de hoogte waren en er al zeker geen toestemming voor hadden gegeven, bleek niet van belang.

En voor wie nu nog denkt dat AI van al dat beeldmateriaal vervolgens wel eigen originele creaties maakt: er zijn inmiddels vele gevallen bekend van kunstenaars die hun eigen handtekening letterlijk terugzagen in AI beeld dat was gegenereerd met een prompt waarin hun naam voor kwam. Momenteel lopen er dan ook al een groot aantal rechtszaken tegen deze techbedrijven. The New York Times is bijvoorbeeld verwikkeld in een rechtszaak met OpenAI, eigenaar van ChatGPT, omdat miljoenen van hun artikelen zijn gebruikt in het trainen van de chatbot.

Daarnaast zijn er al meerdere opt-out initiatieven, waarbij je kan aangeven dat je als maker niet wil dat jouw werk gebruikt wordt voor het trainen van AI. Een Nederlands voorbeeld is AI Opt-Out Now!, een initiatief van De Federatie Beeldrechten, belangenorganisatie Pictoright en meerdere beroepsorganisaties voor beeldmakers. Maar ook hier geldt dat het in veel gevallen al te laat is: AI is er en jouw werk zit in de database. Wil je het eruit halen? Dan is het aan jou als individuele maker om dat voor elkaar te krijgen.

Zeven keer je telefoon opladen

Deze ethische kant van de technologische ontwikkeling is niet de enige schaduwzijde van AI. Al dat genereren van beeld kost namelijk ook nog eens schrikbarend veel energie. Hoeveel? Wetenschappers onderzochten het en kwamen tot de conclusie dat het genereren van een enkele AI-afbeelding evenveel energie kost als het opladen van een gemiddelde smartphone.

Wat concreter: met de energie die nodig was bij de creatie van de zeven illustraties in het eerder genoemde artikel kan je een week lang je telefoon gebruiken. En dan gaan we er voor het gemak even vanuit dat elke afbeelding meteen raak was. Stel dat er nog wat discards waren en een paar afbeeldingen pas goed waren na meerdere pogingen van de AI, en je kan voor de hoeveelheid energie die het kostte zo een halve maand je telefoon gebruiken. Bij deze rekensom wordt trouwens de hoeveelheid energie die nodig was voor het trainen van het AI-model zelf niet eens meegenomen. Zouden we dat wel doen, dan kwamen de onderzoeken nog veel hoger uit. Kijken we vervolgens naar het wereldwijde verbruik van AI-beeldgeneratoren, en de enorme datacenters die nodig zijn voor al die rekenkracht, dan hebben het over complete energiecentrales die alleen maar met onze AI-plaatjes bezig zijn.

Harder, Better, Faster, Stronger

Maar wellicht is dat het allemaal waard. Want creativiteit mag best wat kosten, toch? De Silicon Valley tech-bro’s vonden overduidelijk van wel. Volgens hen zou AI een democratisering van het creatieve proces zijn. Ze negeren gemakshalve het feit dat de creatieve sector zelf niet om de ontwikkeling van deze technologieën heeft gevraagd. Echt iedereen kan nu zijn ideeën verwezenlijken, alsof creativiteit voor deze techniek slechts was weggelegd voor een paar lucky few. Het tegendeel is natuurlijk waar: alles wat je nodig hebt om creatief te zijn, is een potlood en een vel papier, plus doorzettingsvermogen. Veel democratischer ga je het niet krijgen!

Ook zou AI volgens hen zorgen voor meer efficiëntie: realiseer je creatieve ideeën nu nog vlugger! Hierbij wordt er voor het gemak vanuit gegaan dat efficiëntie een doel op zich zou moeten zijn. De gedachte dat je pas echt professioneel bent wanneer je altijd aan het optimaliseren bent, wanneer je altijd zoekt naar nieuwe manieren om sneller te werken, is bij uitstek een voorbeeld van neoliberaal marktdenken: een manier van denken die de creatieve sector wat mij betreft al genoeg schade heeft toegebracht. Wie kunst en creativiteit alleen maar bekijkt door de lens van de markt heeft wel een heel beperkte, armoedige blik.

De Digitale Revolutie

In het stuk van Erik Ploegmakers wordt de opkomst van AI vergeleken met digitalisering in de muziekindustrie, maar zo’n technologische ontwikkeling hebben kunstenaars, illustratoren en stripmakers al jaren geleden doorgemaakt, met de opkomst van digitale hulpmiddelen als Photoshop, Procreate en Wacom-tablets. Inmiddels allemaal keurig geïntegreerd in praktisch elke beroepspraktijk.

Het grote verschil met AI is dat dat allemaal middelen zijn ter ondersteuning van makers, niet ter vervanging. En die digitale hulpmiddelen zijn altijd ook al een mes geweest dat aan twee kanten snijdt. Aan de ene kant bieden ze kunstenaars nieuwe, ongekende mogelijkheden, maar aan de andere kant heeft hun opkomst geleid tot een industrie die steeds meer is gaan geloven in het principe van eindeloze variaties.

Bijvoorbeeld: wie wel eens op sites als Artstation of Instagram werk heeft bekeken van concept artists, kunstenaars die werkzaam zijn in de film- of game-industrie, heeft waarschijnlijk de eindeloze variaties op hetzelfde figuurtje gezien. Een karakter voor een film, met tien verschillende soorten haar, of steeds net een andere cape. Studio’s verwachten inmiddels van makers dat ze al die opties aanbieden. En laat dat nu hartstikke eenvoudig zijn, wanneer je met een klein beetje moeite digitaal wat kleuren en details aanpast. Dat de maker zelf misschien de juiste persoon is om die keuzes te maken lijkt vaak al niet meer bij de studio’s op te komen.

Vergelijk dat eens met de legendarische Ralph McQuarrie, als concept artist verantwoordelijk voor veel van de nu iconische Star Wars ontwerpen. Regisseur George Lucas vroeg McQuarrie om een ontwerp voor schurk Darth Vader. McQuarrie tekende de eerste schets van Darth Vader in een half uur, want hij had die dag ook nog ander werk te doen. Zie, creativiteit en efficiënte kunnen dus wel degelijk samengaan! Een halve eeuw later kennen we zijn legendarische ontwerp nog steeds, aan die eerste schets is nauwelijks nog iets veranderd.

Voor stripmakers voorzie ik een vergelijkbare ontwikkeling. In eerste instantie lijkt AI misschien een handige assistent, want als je bijvoorbeeld per week een x-aantal strippagina’s inkleurt voor een studio kan dat met assistentie van AI ineens veel sneller. Dat is fijn, tot de studio dit op een gegeven moment ook weet. Je bent nu veel sneller klaar? Dat is mooi, dan lukt het vanaf nu vast ook wel om het dubbele aantal pagina’s per week in te kleuren. Vervolgens ben je dus weer terug bij af, met het verschil dat je nu wel een deel van je creatieve keuzes uit handen hebt gegeven.

Ik zie het dus somber in nu AI haar intrede doet, want eindeloos variëren wordt makkelijker dan ooit, en de werkdruk zal er zeker niet minder om worden.

Moeite doen

De gedachte dat creativiteit tijd en moeite kost, lijkt soms bijna verdwenen. Het is een armoedige manier van denken, één die haaks staat op wat creativiteit wat mij betreft inhoudt. Laat ik voor mezelf spreken: ik wil helemaal niet bezig zijn met efficiëntie. Wat ik wil, en volgens mij met mij heel veel beeldmakers, is goed werk maken. En goed werk maken kost tijd en moeite. Iets onder je handen zien ontstaan, soms per ongeluk verf of inkt morsen en daar dan een oplossing voor moeten zoeken. Dat is wat mij betreft kunstenaarschap, niet het almaar zoeken naar nieuwere manieren om nog sneller, nog efficiënter, tot een eindresultaat te komen. Laten we dus vooral niet zomaar accepteren dat AI onderdeel wordt van wat misschien wel de meest menselijke eigenschap is: onze creativiteit.