Prikbord

Berichten

De Eisner Awards 2019 zijn bekend

Een tijdje geleden brachten we je al op de hoogte van de nominaties voor de Eisner Awards en hebben we een aantal genomineerden die er volgens ons uitsprongen gerecenseerd. Inmiddels zijn de winnaars bekend gemaakt en plukken we er graag weer een paar opvallende namen en categorieën uit.

Mister Miracle TPBDe meest genomineerde auteur was Tom King, hij zag maar liefst vier van zijn vijf nominaties verzilverd. Voor Mister Miracle (Best Limited Series), The Talk of the Saints (Best Short Story), The Vision Hardcover (Best Graphic Album – Reprint) en tenslotte voor Batman, Swamp Thing Winter Special, Mister Miracle en Heroes in Crisis (Best Writer). King wordt al jaren bejubeld als een groot talent, maar vier Eisners in één jaar is desondanks uitzonderlijk. Zijn Mister Miracle leverde overigens nog een winnaar op, namelijk tekenaar Mitch Gerads die de Eisner voor Best Penciller/Inker overhandigd kreeg.

Voor tekenaars die niet tekenen maar schilderen bestaat trouwens een aparte Eisner met de kekke naam Best Painter/Multimedia Artist (interior art). Dit jaar ging hij, net als in 2016 overigens, naar Dustin Nguyen voor zijn werk aan Descender

Ook de makers van de door ons besproken serie Giant Days, en dan met name schrijver John Allison, mochten meermaals naar het podium lopen. Zij namen Eisners in ontvangst voor Best Continuing Series en Best Humor Publication.

Gideon Falls 1Overigens bestaat er niet alleen een Eisner voor een Continuing Series, er is er ook een voor Best New Series. Die ging dit jaar naar Gideon Falls van Jeff Lemire en Andrea Sorrentino.

De Eisner voor Best Reality-Based Work ging naar Box Brown voor het boek Is This Guy For Real? The Unbelievable Andy Kaufman. Brown maakte eerder waargebeurde verhalen over Tetris, Cannabis en André the Giant.

Die van Best Graphic Album—New ging naar het onvolprezen duo Ed Brubaker and Sean Phillips voor My Heroes Have Always Been Junkies, dat we ook besproken hebben. Wij noemden het album “een pittige outsider”, dus zo zie je maar weer dat kwaliteit zich nooit laat verloochenen.

The Prince and the DressmakerOok Jen Wang nam twee Eisners mee naar huis dankzij haar veel bejubelde album The Prince and the Dressmaker (Best Publication for Teens (13-17) en Best Writer/Artist). Een romantisch sprookje over gender-vooroordelen dat niet alleen leuk is voor tieners (of vrouwen). 

Voor kinderen tussen de 9 en 12 bestaat ook een Eisner en wel de Best Publication for Kids (9-12) die dit jaar naar Faith Erin Hicks ging voor The Divided Earth, het derde deel in de Nameless City-trilogie. Erin Hicks oogst al jaren succes met haar jeugdstrips. Het is niet de eerste keer dat ze in de prijzen valt en het is zelfs niet haar eerste Eisner.

Voor kinderen onder de negen is de Best Publication for Early Readers bedoeld en die was ditmaal voor oudgediende James Kochalka en zijn Johnny Boo and the Ice Cream Computer. Kochalka werkt normaal gesproken voor een volwassen publiek, maar zijn eenvoudige stijl past goed bij een kinderstrip.

WereldwijvenTenslotte reikt men ook nog twee Eisners uit aan albums die oorspronkelijk niet voor de Amerikaanse markt zijn gemaakt en die noemt men Best U.S. Edition of International Material, waarbij er een ‘gewone’ en een Aziatische variant bestaat. De eerste ging naar Pénélope Bagieu voor haar Brazen: Rebel Ladies Who Rocked the World (in het Nederlands: Wereldwijven), de tweede naar Akiko Higashimura voor Tokyo Tarareba Girls.

Als we na het neerdwarrelen van de confetti tellen welke uitgevers de meeste series, boeken en auteurs beloond zagen, dan gaan DC Comics en First Second Books gelijk op met elk 5 Eisners. Aangezien DC met 17 nominaties aanmerkelijk meer kans maakte, mogen we stellen dat First Second de beste zaken heeft gedaan. IDW, met 19 stuks de meest genomineerde uitgever, wist ‘slechts’ 4 Eisners in de wacht te slepen. Net zoveel als Marvel, dat met 7 nominaties aanzienlijk minder kansen had.

Wie overigens geen zin heeft om te wachten met lezen maar nu direct wil beginnen, kan natuurlijk op het internet terecht. Het autobiografische The Contradictions van Sophie Yanow kreeg een Eisner voor de Best Webcomic en Umami van Ken Niimura kreeg de Eisner voor Best Digital Comic. Het verschil is dat je een digital comic eerst tegen betaling (van een in dit geval zelf te bepalen bedrag) moet downloaden voor je hem kunt lezen. 

Sandman-Overture
Berichten

Onverfilmbare The Sandman binnenkort toch een Netflix serie

Als je een aantal strips zou moeten noemen die het Amerikaanse striplandschap voorgoed hebben veranderd, dan hoort The Sandman daar zeker bij. Deze 75-delige serie van de Britse schrijver Neil Gaiman maakte vanaf 1989 furore en vormde de ruggengraat van uitgeverij Vertigo. The Sandman was met afstand de best verkopende titel, vormde de bron van meerdere succesvolle spin-off series en zette zo de toon voor het hele fonds. Samen met alle spin-offs was de serie zelfs zo populair, dat het een heel nieuw publiek wist aan te trekken dat voorheen nog nooit een stripboek had gelezen. Een succes waar andere uitgeverijen graag van mee profiteerden. Zo ontstond een heel nieuwe genre.

The Sandman door Kelley JonesUniek aan The Sandman was de combinatie van een literaire schrijfstijl, filosofische en maatschappelijke thema’s, bovennatuurlijke elementen en een langlopende verhaallijn waarin veel aandacht was voor de personages (in de beste zin van het woord: soap). Het resultaat was een soort graphic novel light, die precies op het juiste moment kwam om het gat tussen de superhelden comic en de (eveneens relatief nieuwe) graphic novel op te vullen. Met het succes van de strip kwam ook het plan The Sandman te verfilmen, maar dat bleek een lastige opgave. Los van de gebruikelijke creatieve onenigheden waren de bovennatuurlijke elementen moeilijk te realiseren. Het plan sneuvelde en werd sindsdien met enige regelmaat weer uit de kast gehaald, maar altijd tevergeefs. Zo kreeg The Sandman de naam onverfilmbaar te zijn.

Gelukkig liet Netflix zich hierdoor niet ontmoedigen. Eind vorige maand gaf het Warner Brothers groen licht voor het produceren van een eerste seizoen van elf afleveringen. Neil Gaiman zelf zal meewerken als producer, samen met David Goyer die al een hele resem succesvolle stripverfilmingen op zijn naam heeft staan, zoals de Batman trilogie van Christopher Nolan. Allan Heinberg, bekend van Wonder Woman en Grey’s Anatomy, mag het script schrijven. Aan grote namen dus geen gebrek en het feit dat Gaiman er zelf bij betrokken is geeft goede hoop dat het dit keer wel lukt.

Met bewerkingen van onder andere Stardust, Neverwhere, American Gods en onlangs nog Good Omens is Neil Gaiman geen onbekende in de wereld van film en televisie, maar het betrof tot nu toe altijd boeken. Mocht de serie van The Sandman er eindelijk komen, dan zou dat de eerste keer zijn dat er een strip van hem verfilmd wordt. En wie weet, wordt The Sandman daardoor ook ontdekt door de algemene boekhandel. De meeste boekhandelaren kennen Gaiman namelijk alleen van zijn romans en hebben geen idee dat hij ook strips geschreven heeft. Uitgeverij RW/Lion, die The Sandman in het Nederlands uitgeeft, zal zich ongetwijfeld verheugen.

 

Berichten

Frits Jonker exploseert verpakkingenkunst

Frits Jonker: Objets du papier 096aWie in de jaren ’80 en ’90 weleens een stripboek las, zal de naam Frits Jonker ongetwijfeld zijn tegengekomen. Jonker was in die tijd de meest gevraagde handletteraar van Nederland en dat betekende dat hij een groot aantal titels onder handen mocht nemen. Digitale lettering heeft het vak inmiddels grotendeels verdrongen, maar voor de meer prestigieuze werken wordt hij zo af en toe nog steeds gevraagd: De Balling van Erik Kriek en Taxi van Aimée de Jongh zijn bijvoorbeeld door Jonker geletterd.

Wie zijn naam opzoekt in Lambieks Comiclopedia leest dat Jonker zich “stripletteraar, scenarist en typograaf” mag noemen, maar hij doet meer dan dat. Jonker lijkt iemand te zijn die maar moeilijk stil kan zitten. Eén van zijn geliefde bezigheden is het voltekenen en uitknippen van kartonnen verpakkingen.
Frits Jonker: Objets 462Dat leidt tot kunstige 2-dimensionale objecten. Omdat Jonker in de loop der jaren een aardige collectie heeft opgebouwd, leek de tijd rijp om de resultaten te delen met de wereld.

In de Galerie in het Da Vinci gebouw (Nieuwpoortkade 2a, Amsterdam) wordt zijn werk vanaf morgen tentoongesteld onder de noemers outsiderkunst en hypergrafiek. Door de grote hoeveelheid is ervoor gekozen om het een explositie te noemen, al hadden wij (oude) hippiesentimenten ook als reden aanvaard. De opening van zaterdag 13 juli is voor genodigden (neem tekengerei mee!), maar daarna is iedereen welkom. Een einddatum is niet bekend, maar Jonker zelf verwacht dat de objecten zeker tot eind augustus zullen blijven hangen.

 

Alfred E. Neumann graphitti
Berichten

DC Comics haalt stekker uit Vertigo en MAD Magazine

Met ingang van 1 januari 2020 neemt DC Comics haar fonds op de schop. De huidige imprints zullen plaatsmaken voor drie nieuwe labels: DC Kids voor kinderen van 8 tot 12 jaar, DC voor 13 jaar en ouder en DC Black Label voor volwassen verhalen, geschikt voor lezers vanaf 17 jaar. Belangrijkste slachtoffer van deze reorganisatie is Vertigo, de allereerste imprint van DC en decennialang de bakermat van series die de (Amerikaanse) stripwereld veranderden. Bekende namen zijn Preacher, Fables, 100 Bullets, Hellblazer, Lucifer, Y the Last Man, Books of Magic, Swamp Thing en natuurlijk The Sandman. Helemaal onverwacht komt dit nieuws overigens niet. Vertigo was al jaren aan het kwakkelen. 

Vertigo-logoIn de jaren ’90 en ’00 was Vertigo een kwaliteitslabel dat een zeer specifieke niche innam, die ze grotendeels zelf had gecreëerd. De series die ze uitbracht waren toonaangevend en het beste bewijs daarvoor waren de lezers die enkel Vertigo-titels kochten en van wie sommigen zelfs überhaupt nooit ander strips hadden gelezen. Het succes inspireerde ook andere uitgeverijen zoals Dark Horse, IDW, Boom! Studios en Image Comics, waardoor Vertigo steeds meer te maken kreeg met serieuze concurrentie. Image heeft de voortrekkersrol van Vertigo de laatste jaren zelfs volledig overgenomen. De grootste bedreiging vormde echter DC Comics zelf.

Sinds 2010 heeft DC een aantal veranderingen doorgevoerd die de imprint steeds verder in de hoek dreef. Eerst werden de contracten aangepast waardoor Vertigo voor auteurs minder aantrekkelijk werd, daarna verhuisden een aantal belangrijke series als Hellblazer, Lucifer en Swamp Thing naar DC, vervolgens werd Karen Berger – drijvende kracht sinds de oprichting in 1993 en de belangrijkste reden van het succes van Vertigo – ontslagen, waarna enkele jaren later de redactie zelfs volledig in handen kwam van DC. Zo bloedde Vertigo steeds verder leeg. Tegen de tijd dat DC met vier nieuwe series en veel tamtam probeerde om Vertigo nieuw leven in te blazen, lag de patiënt al aan de hartbewaking.

The End Of MADVrijdag 5 juli maakte DC bekend dat de reorganisatie nog een roemrucht slachtoffer eist, namelijk MAD Magazine. Het blijft wel bestaan, maar zal met ingang van nummer 11 geen nieuwe strips meer bevatten (op de jaarlijkse special na). MAD werd in 1952 opgericht door Harvey Kurtzman en William Gaines en wordt tot op de dag van vandaag gemaakt door “the usual gang of idiots”. Ondanks het feit dat het tijdschrift zelfs bij niet-striplezers bekend is, was het commerciële succes door de jaren heen wisselend. Als satirisch tijdschrift was het inspringen op de actualiteit altijd een belangrijk ingrediënt, maar dat is dus verleden tijd. Je vraagt je af hoelang het duurt voordat ook MAD Magazine van het infuus wordt gehaald.

Lees!
Berichten

Raad voor Cultuur adviseert strips in de klas

Afgelopen maandag presenteerden de Onderwijsraad en de Raad voor Cultuur het adviesrapport Lees! Een oproep tot een leesoffensief. Het rapport richt zich op het stimuleren van leesplezier bij jongeren. Het is niet nieuw: jongeren lezen steeds minder en raken nauwelijks geprikkeld om te lezen. Weliswaar lezen ze dankzij sociale media veel korte teksten, maar het zogenaamde diepe lezen van langere, complexere teksten gebeurt steeds minder. Wie weinig leest, leert vaak niet goed lezen en dat kan leiden tot laaggeletterdheid, aldus het rapport.

In Lees! Een oproep tot een leesoffensief pleiten de Onderwijsraad en de Raad voor Cultuur dan ook voor een grotere diversiteit in het aanbod. Strips en graphic novels worden daarbij expliciet genoemd: “Veel jongeren lezen graag strips. Houd ze niet tegen, maar grijp ieder leesinitiatief aan. ‘Graphic novels’ hebben een bewezen gunstig effect op de leesattitude en het verwerven van literaire competenties.”

Namens de 9e Kunst zaten Sigge Stegeman en Stefan Nieuwenhuis bij de Raad voor Cultuur aan tafel als gesprekspartner. Binnenkort komen we terug op dit advies en onze voorstellen.

Raad voor Cultuur logo

Lees meer over het advies en de voorstellen van de Raad voor Cultuur en de Onderwijsraad in een uitgebreid artikel in het Algemeen Dagblad van 24 juni.

Het rapport zelf kun je vinden op zowel de site van de Onderwijsraad als die van de Raad voor Cultuur.

Tegelijk met het rapport is een studie verschenen, opgesteld door Sardes en uitgevoerd in opdracht van de Onderwijsraad, waarin cijfers en meningen bijeengebracht zijn over de thema’s lezen, leesplezier, leesbevordering en taalvaardigheid.

Randy Scott
Berichten

MSU Comic Book Library: de grootste ter wereld

Mensen die vinden dat de stripcollectie van Hans Matla – met zijn 70.000 boeken en 100.000 tijdschriften – de grenzen van het voorstelbare tart, kennen die van de Michigan State University Library waarschijnlijk nog niet. Deze blijkt in het bezit van een collectie die maar liefst 350.000 artikelen bevat. Zelfs voor een land waar strips in hoog tempo worden geproduceerd en doorgaans per 16 tot 24 pagina’s in tijdschriften (comics) verschijnen, is dat een uitzonderlijk groot aantal. Sterker nog, de MSU Comic Book Library schijnt de grootste geïndexeerde, vrij toegankelijke stripcollectie ter wereld te zijn.

Het begon eind jaren ’60, toen professor Russel Nye 6.000 comics doneerde met de bedoeling hiermee een aparte sectie binnen de universiteitsbibliotheek te starten. Nye was een voorstander van het bestuderen van populaire cultuur. Tegenwoordig is dat niet ongebruikelijk, maar destijds was het revolutionair. De universiteit zat dan ook niet per se te wachten op deze verzameling, maar professor Nye had een goede naam, ging altijd correct gekleed en had een Pulitzer Prize op zak, dus nee zeggen was lastig. Bovendien waren het de swingin’ sixties, een periode waarin heilige huisjes wel vaker op de schop gingen. Uiteindelijk ging men akkoord en was de collectie een feit.

Randy ScottCurator Randy Scott werkt er al bijna zijn hele professionele leven. Hij was aanvankelijk student aan de MSU en heeft zelfs nog les gehad van professor Nye. Niet onbelangrijk: Scott was en is zelf stripliefhebber. Hij begon in 1971 te werken voor de bibliotheek en deed toen nog van alles wat. Drie jaar later verzon hij een methode om de stripcollectie te indexeren (een taak die – zoals menig verzamelaar weet – makkelijker gezegd is dan gedaan) en ging aan de slag. Weer een jaar later werd Amazing Spider-Man nummer 1 gestolen, tegenwoordig goed voor een slordige $ 100.000. Het personeel wist wie het had gedaan, maar had geen bewijs. Scott besloot daarop zijn taak serieus te nemen en werd zodoende de officiële beheerder.

Dat beheer is nog niet eenvoudig. Volgens Scott gaan de meeste uren zitten in het catalogiseren van de collectie. Het papieren indexatiesysteem is al in 1981 afgedankt en tegenwoordig geheel geautomatiseerd (en online te raadplegen), maar alle artikelen moeten nog steeds met de hand in mylar hoesjes worden gestopt. Als Scott nieuwe bestelt gaat dat met 5.000 stuks per keer.

MSUCBL_Opslag

Daarnaast moet er ook veel worden uitgezocht. De bibliotheek krijgt doorlopend oude collecties opgestuurd. Dat zorgt voor een groot aantal dubbele exemplaren. Van elke titel houdt men de twee beste exemplaren en de rest gaat in de verkoop. Al het geld dat hiermee wordt verdiend gaat terug in de pot.

Met zoveel aanvoer en zo’n lange geschiedenis verwacht je dat er wel wat pareltjes op de planken staan (en liggen) en dat klopt. Zo zijn ze in het bezit van veel eerste nummers van allerlei series, waaronder Wonder Woman, Walt Disney Comics and Stories en Zap van Robert Crumb. Van Obediah Oldebuck (een Engelse vertaling van Monsieur vieux bois, de eerste strip van de Zwitser Rodolphe Töppfer, de eerste stripmaker in de geschiedenis die hier beter bekend is van zijn Mijnheer Prikkebeen) hebben ze maar liefst zeven exemplaren in hun bezit. Grappig genoeg zijn ze ook de trotse bezitter van het Duitse Lexikon der Comics, een elfdelig werk uit 1991 waarvan de MSU het enige exemplaar in Noord-Amerika in handen heeft. Een Duits lexicon? Jawel, naast Engelstalige uitgaven heeft men immers ook zo’n 50.000 internationale publicaties in bezit. Dus mocht Hans Matla geen koper vinden voor zijn verzameling, dan is het misschien nog een idee om bij Randy Scott aan te kloppen. Het zal hem niet de gevraagde 1,8 miljoen euro opleveren, maar wel de zekerheid dat de collectie goed terecht komt.

MSUCBL_Lexikon-der-Comics-01

Nieuws

Podcast: contracten, afspraken en omgang met uitgevers

Op 14 juni jongstleden vond in Het Huis van Betekenis in Utrecht een professionaliseringsdag plaats voor beeldmakers, opgezet door de Beroepsgroep Nederlandse Ontwerpers (BNO). Voor de goede orde: beeldmakers zijn illustratoren en striptekenaars. De BNO vertegenwoordigt sinds enige tijd beide beroepsgroepen en voorziet in hulp op het gebied van contracten, afspraken met uitgevers en de juridische implicaties die daarbij komen kijken. Voor een vaderlandse stripwereld die zich nog grotendeels beweegt in het domein van mondelinge toezeggingen en mogelijke vergezichten zijn de kennisdagen van BNO een must, vooral omdat de serieuze stripmaker tegenwoordig ook ondernemer is (net als iedere kunstenaar).

In een interessante aflevering van de serieuze podcast Creator at Large | The Business of Comic Books staat One Press editor-in-chief Sarah Gaydos stil bij wat er zoal komt kijken als je met een goed idee naar een stripuitgever stapt.

Terug naar Nederland: wie op de hoogte wil worden gehouden van komende professionaliseringsdagen voor beeldmakers meldt zich aan voor de nieuwsbrief van BNO.

Kuifje in het land van de Sovjets
Berichten

Allereerste omslagtekening van Kuifje onder de hamer

Originele striptekeningen van internationaal beroemde tekenaars worden met enige regelmaat geveild door gerenommeerde veilinghuizen als Christie’s en Sotheby’s. De mooiste werken gaan daar voor zulke astronomische bedragen van de hand, dat ze zelfs het journaal halen. Tot nu toe werd het werk van Europese tekenaars vrijwel altijd in Europa geveild, maar de interesse voor Europese strips is al een aantal jaren stijgende in de Verenigde Staten en dat vertaalt zich komende 8 en 9 juni naar een veiling met hoofdzakelijk Europees werk bij Heritage Auctions in Dallas, Texas.

Kuifje in het land van de Sovjets
Kuifje in het land van de Sovjets

Om er zeker van te zijn dat niemand de veiling over het hoofd ziet, hebben ze gezorgd voor een aantal topstukken waarvan één met kop en schouders boven de rest uitsteekt: de allereerste omslagtekening van Kuifje. Het toont een tafereel uit Kuifje in het land van de Sovjets, waarbij Kuifje een propellor aan het uitsnijden is, terwijl Bobbie in zwachtels verpakt naast hem zit. Dat ze die tekening te pakken hebben gekregen is op zich al bijzonder: er schijnen niet veel omslagtekeningen van Kuifje in particulier bezit te zijn en deze tekening is bovendien nog eens gesigneerd door Hergé. Dat deed hij niet vaak bij omslagen. Het zal dan ook niet verbazen dat er hoge bedragen verwacht worden. Op het internet worden schattingen genoemd van $ 750.000 tot $ 1,3 miljoen of meer. Eerder ging het omslag van De geheimzinnige ster nog voor $ 2,5 miljoen van de hand. Met nog een week te gaan, zijn de eerste biedingen al binnen en staat de teller naar verluidt op $ 240.000.

Jules Verne door François Schuiten
Jules Verne door François Schuiten

Ook voor wie dat even niet op de bankrekening heeft staan, komen er interessante stukken onder de hamer. Klinkende namen als François Schuiten, Enki Bilal, Hugo Pratt, Regis Loisel, Jean Giraud (Moebius), Bernard Yslaire, André Franquin, Michetz en Vicente Segrelles vullen de lijst aan, met startprijzen vanaf iets minder dan honderd euro. Maar ook werk van Osamu Tezuka, Neal Adams, Steve Ditko, Charles Burns, Chris Ware en een aantal Walt Disney animators wordt aangeboden.

De definitieve veiling vindt dus plaats op 8 en 9 juni en wordt georganiseerd door Heritage Auctions in Dallas, Texas. Europese bieders die graag persoonlijk aanwezig willen zijn kunnen terecht bij de dependance van HA in Amsterdam, waar de veiling live gevolgd kan worden.

Berichten

Wedstrijd op stoom: groot aantal Nederlandse namen voor Louise Petibouchon

Dit najaar verschijnt bij uitgeverij Hum! het eerste deel van Louise Petibouchon, de strip rond een jonge, Franse detective door Jean Deppelley en Eric Albert. De verhalen ademen de sfeer van de jaren vijftig van Guus Slim. Sterker, beide auteurs maken er geen geheim van dat de strip een hommage is aan de serie van Tilleux.

Bij Hum! krabden ze zich tijdens de vertaalwerkzaamheden achter het oor: Petibouchon, dat klinkt wel erg Frans. De naam, die vrij vertaald kleine kurk, plug of flessenstop betekent, spreekt niet tot de verbeelding. Daarom bedachten ze een prijsvraag: wie geeft Louise een passende, Nederlandse naam?

Uitgever Ben Kamphuis is overrompeld door het hoge aantal inzendingen. “We zijn echt verrast. De variaties zijn enorm, Louise Petibouchon prikkelt de fantasie. We nemen vertalen erg serieus en hadden al een paar ideetjes, maar de goede zat er nog niet bij. Vandaar de wedstrijd. Er zitten vijf of zes heel goede namen tussen de inzendingen; als er daar eentje van op het omslag terecht komt, vind ik het prima.”

Inmiddels zijn er 159 namen ingediend, waarvan de meesten zijn voorzien van een min of meer logische verklaring. Lucy Mils bijvoorbeeld, waarvan de achternaam het omgekeerde is van Slim, of Truus Slim. In die categorie treffen we ook nog Leentje Knap, Tilly Sterk en Truus Willer.

Anderen raadpleegden het woordenboek F-N en hebben zich aan een verbastering of afgeleide gewaagd: Nicole van der Dop, Loes Kleikurk, Louise Dopjé, Laura Kleindop, Loes Deksels, Tillie Topdopje en Karin Kurk.

Sommigen zijn wat minder logisch. Een inzender meldde onomwonden: ik heb lang naar de tekening van Louise gekeken en dús is mijn voorstel Hannah Spierink. Hetzelfde met Wies Zuurmond, Amber Klakson, Louise Maasbommel, Wendy Snel, Lucy Voordewind en Louise Speur.

De grote vraag blijft: waar wordt op gelet bij de keuze? Volgens Kamphuis moet het vooral goed bekken. “We hebben geen criteria geformuleerd, er is geen lijst met punten. Maar toch, om te beginnen moet de naam iets te zeggen over de dame in kwestie. Daarbij speelt het verhaal in de jaren vijftig, daar moet je ook rekening mee houden. Het zal dus geen Destiny of Daisy worden. Het mag best heel Hollands klinken. Vergeet niet dat het een hommage is aan Guus Slim en die heet in het Frans Gil Jourdan; destijds heeft hij ook een echte Nederlandse naam gekregen. Maar vooral laten we ons graag vertederen en overtuigen.”

Er kunnen nog suggesties bij, de wedstrijd loopt tot 15 juni aanstaande. Goede namen kunnen per mail naar de uitgever. De uiteindelijke winnaar of winnares krijgt de luxe hardcover van het eerste deel en een goodie bag met albums uit de stal. Ook eeuwige roem valt de bedenker ten deel: zijn of haar naam zal genoemd worden in het colofon van het eerste album, dat in september gepresenteerd wordt op het Stripfestival in Breda. De titel? Daar zijn ze nog niet uit…

Berichten

Hamburgse literatuurprijs voegt categorie ‘Comic’ toe

Als er prijzen uitgereikt mogen worden, zijn literatuur en strip doorgaans strikt gescheiden. De keren dat een strip een literatuurprijs wint, of er zelfs maar voor genomineerd wordt, zorgen steevast voor ophef. Denk maar eens aan de Pulitzer Prize van Art Spiegelman voor Maus (1992) of de recente nominatie voor de Man Booker Prize voor Sabrina door Nick Drnaso (2018). Op dat soort momenten is er altijd wel iemand die zich hardop afvraagt of een stripboek wel een literatuurprijs zou moeten krijgen, of dat het appels met peren vergelijken is.

In Hamburg hebben ze daar een oplossing voor gevonden. Met ingang van dit jaar heeft de Hamburger Förderpreise für Literatur und literarische Übersetzungen (het rolt van de tong) een aparte categorie toegevoegd voor ‘Comic’, zoals stripboeken in het Duits heten. Daarmee komt het totaal aan categorieën op zeven. De strip is geen excuustruus, maar doet gewoon voor de volle mep mee. Net als in de andere categorieën (op die van ‘literaire vertaling’ na) krijgt de winnaar 6.000 euro uitgereikt.

Anke-Feuchtenberger: Die Hure H
Die Hure H door Anke Feuchtenberger

Om goed voor de dag te komen besloot de organisatie de hulp in te roepen van Comicfestival Hamburg, dat meehielp met adviseren, het opstellen van de criteria en Anke Feuchtenberger naar voren schoof als expert om zitting te nemen in de jury. Feuchtenberger is al lange tijd actief in de Duitse stripscene en speelde een belangrijke rol in de volwassenwording ervan. Ze is enigszins te vergelijken met de Belgische Dominique Goblet. Beide vrouwen begonnen met strips in de jaren ’90, waren wars van conventies en inspireerden hun tijdgenoten. 

Uniek aan de Hamburger Literaturpreise is dat hij wordt toegekend aan mensen die in of rond Hamburg wonen en dat de teksten (of strips) niet voltooid en niet gepubliceerd mogen zijn. Het geld is namelijk bedoeld om de winnaars de kans te geven hun werk in alle rust af te maken, zonder zich in allerlei bochten te moeten wringen. Specifiek voor strips geldt dat het verhaal minimaal 48 pagina’s moet bevatten. Of dat zich vertaalt naar een klassiek stripalbum, een graphic novel of een meer experimentele vorm, is aan de kandidaten.

De eerste editie van de prijs zal op 2 december worden uitgereikt in het Literaturhaus in Hamburg.

1 9 10 11 12 13 14
Page 11 of 14