Prikbord

Berichten

Internationaal poëtisch stripproject Duplex krijgt Spaanse editie

Duplex, het internationale project waarbij striptekenaars en dichters samen een grafisch gedicht maken, krijgt een Spaanstalige editie. In navolging van een Nederlands-Vlaamse editie in 2016 en een Britse in 2018 verschijnt deze zomer een album bij Ediciones Marmotilla en Alas Ediciones, met gezamenlijk werk van tien Spaanse duo’s.

Wat Duplex uniek maakt is dat het geen verstrippingen van gedichten betreft. De stripmaker werkt geen kant-en-klaar gedicht uit tot een beeldverhaal. Bij Duplex beginnen dichter en stripmaker gezamenlijk aan het proces van woord en beeld, gunnen en eisen, duwen en trekken, volgens de centrale vraag: hoe verhouden beide kunstvormen zich als ze tot elkaar veroordeeld zijn? De resultaten verrassen en laten het beste van beide werelden zien.

Dat ontstaansproces wordt uitvoerig gedocumenteerd en is een wezenlijk onderdeel van het project. Net als bij de twee eerdere edities zal ook in Spanje een expositie komen waar de toeschouwer kan zien hoe de grafische gedichten tot stand zijn gekomen: welke stappen zijn gezet, welke werkwijze is gehanteerd en op basis van welke onderlinge keuzes.

Het laatste nummer van het Spaanstalige tijdschrift Tebeosfera is in zijn geheel gewijd aan grafische poëzie, met een artikel over het Duplex-project en de plannen voor de Spaanse editie.

Aan de Spaanse Duplex werken de volgende duo’s mee (waarvan de eerste naam steeds de dichter is en de twee de stripmaker): Ana Merino en Sergio García Sánchez; Félix Castañar Pérez en Maribel Conejero; Óscar Rodríguez Martín en Marta Cartú; Fernando Llorente de la Peña en Pablo García Moral; Diego Emiliano Garrido Stratta en Lucas Miguel Carrillo Broeder; Alicia Villares Frías en Rubén Comino Zamora; Juan Luis Mora Aguilar en Sergio Arredondo Garrido; Andrea Mazas García en Gemma Pérez Herrero; Fernando Llorente Haya en Coralí Espuña Ribas; Jorge García Torrego en María Abellán Hernández.

Duplex is een project van Stefan Nieuwenhuis. Voor de Spaanse editie werkt hij samen met Enrique Del Rey Cabero van de Universiteit van Oxford en Kiko Sáez de Adana Herrero van de Universidad de Alcalá.

Meer informatie over Duplex vind je hier. Artikelen over Duplex zijn hier verzameld.

Berichten

Stripmakers storten zich met overgave op doemscenario’s in Aline

De Nederlandse stripbladenmarkt heeft er een nieuwe titel bij. Eentje die zich flink zal roeren als we de intenties mogen geloven die op de openingspagina van eerste nummer van Aline staan vermeld: strips maken om dromen te laten uitkomen, om de wereld om ons heen te verbeteren. Een wereld die nu nog is om moedeloos van te worden. En voorop staat groot het thema vermeld: de beschaving voorbij. We kunnen gevoeglijk aannemen dat Aline kiest voor maatschappelijke betrokkenheid als het vertrekpunt.

Mooi die activistische inslag, maar er is meer: de auteurs van het eerste nummer, een frisse mix van jong en oud, nieuw en gevestigd, hebben hun bijdragen in elkaars aanwezigheid geschreven en getekend. Daartoe zaten ze een aantal dagen in het Amsterdamse cultuurcentrum WG Kunst. Die directe aanwezigheid heeft gezorgd voor een interessante scheppende dynamiek, al betekent dat niet dat de stripmakers aan elkaars werk hebben zitten schaven of dat er allerlei crossovers in gang zijn gezet. Gelukkig maar, de Aline-makers zijn goed van zichzelf. Daarom verschillen de bijdragen enorm, van vrij tot dwingend, van uitleggen tot suggereren.

Neem Wasco, stiekem de drijvende kracht zonder titel van hoofdredacteur: in zijn bijdrage zien we Philip de Pinguin, een van zijn terugkerende figuren, in een bizar verhaal vol ontmoetingen en vragen. Hier en daar worden eens wat zaken aangestipt, maar een werkelijk verband met de wereld om ons heen of onze beschaving heeft het niet. Desondanks is het vermakelijk.

Het engagement is veel directer zichtbaar bij de jonge garde. Bij Anne Staal gaat het nadrukkelijk over hoe onze aarde naar de gallemiezen gaat (“plastic is stom!”), de grafisch interessante bijdrage van Shamisa Debroey verhaalt over de angst om alleen te zijn als de wereld vergaat en Sanne Boekel grijpt de negatieve aspecten van de toerisme-industrie bij de kladden. Bij geen van deze bijdragen valt er iets af te leiden of zelf te ontdekken: de lezer krijgt het verhaal van A tot Z verteld en verklaard. Als dat souffleren iets is van de jonge generatie, dan mag het wat scherper allemaal. Het maakt de lezer lui en dat past niet bij geëngageerde stripkunst. Geef de lezer een gevoel van betrokkenheid: iets met een prikkelende gedachte of het gevoel dat je tegen de haren in wordt gestreken.

Wie zich daaraan onttrekt is Ludwig Volbeda die met zijn vrije werk meer richting illustratie gaat dan naar de klassieke strip. Toch is zijn bijdrage, 99 voortekens, met recht een beeldverhaal. Volbeda vertelt aan de hand van fragmentarische, poëtische zinnen een verhaal dat hij met beelden ondersteunt. Zijn superfijne pentekeningen, die bijna microscopisch zijn, sturen de lezer in een bepaalde gevoelswereld die niet meteen negatief is, maar waar wel een zekere dreiging voelbaar is. Voor wie zich ervoor openstelt, zou je kunnen zeggen. De zinnen zijn ronduit fraai en laten de lezer even bezig zijn: Het water steeg op / we verstonden elkaar niet meer / de kinderen tekenden de zon steeds groter. Die boodschap schuurt en geeft de lezer gelegenheid om zelf na te denken. Wie een bijdrage wil leveren aan het bijsturen van een wereldbeeld, moet de ander ook de gelegenheid bieden iets van zichzelf erin terug te zien.

Zeker geen verloren zaak, want de thema’s van de volgende twee nummers zijn al bekend: vlees en plastic. Ook van die hangijzers waar je je engagement op los kan laten. Wanneer het tweede nummer verschijnt is nog niet bekend. Veiligheidshalve noemt de redactie de verschijningsfrequentie ‘onregelmatig’. Het doemnummer van het forse Aline ligt nu in de betere boekhandel en alle stripwinkels van Nederland voor de sympathieke prijs van 10 euro.

Typex, Ludwig Volbeda, Wasco, Jeroen Funke, Anne Staal, Charlotte Dumortier, Shamisa Debroey en Sanne Boekel – Aline 1, de beschaving voorbij. The Blue Orange, 68 pagina’s. 10,00.

Locke-and-Key-Brain-Peek
Berichten

Locke & Key vanaf 7 februari op Netflix

Als het gezin Locke het plaatsje Lovecraft binnenrijdt, op weg naar het ouderlijk huis van hun onlangs vermoorde echtgenoot en vader, weet elke fantasyliefhebber hoe laat het is. De plaats van handeling is genoemd naar een van de grootmeesters van de horror en dat betekent dat het gezin Locke op zijn tellen mag passen. Moeder Nina Locke probeert de draad van haar nieuwe leven op te pakken, terwijl haar kinderen Tyler, Kinsey en Bode proberen te wennen aan het huis, hun nieuwe school en de omgeving. Dat gaat niet vanzelf en het feit dat zich in toenemende mate rare verschijnselen voordoen helpt bepaald niet mee.

Locke-and-Key-Netflix-PosterLocke & Key liep van begin 2008 tot en met eind 2013, omvatte 37 comics of zes trade paperbacks en was een groot succes. Zo groot zelfs, dat er al snel plannen waren om er een televisieserie van te maken. Aanvankelijk kocht Fox de rechten. Ze lieten een pilot maken die eind 2011 tijdens de Comic vertoond werd, waarna ze te elfder ure besloten de sprong toch maar niet te wagen. In 2014 kondigde Universal aan dat het verhaal verfilmd zou worden als drieluik, maar ook dat ging niet door. Drie jaar later werd er een nieuwe pilot gemaakt, ditmaal voor de Amerikaanse streamingdienst Hulu, maar wederom bleef het daarna stil. Pas toen Netflix het plan in 2016 nogmaals uit de ijskast haalde werd er doorgepakt en zodoende zal het eerste seizoen van Locke & Key vanaf 7 februari 2020 te zien zijn op Netflix. Soms is vier maal scheepsrecht.

Ondanks de verwijzing naar Lovecraft en enkele heftige scènes, is Locke & Key trouwens eerder een bovennatuurlijke thriller dan horror. De serie werd geschreven door Joe Hill, een pseudoniem van Stephen Kings zoon Joseph Hillström die net als zijn vader weet hoe hij je een nagelbijtertje moet schrijven. In onderstaand video interview zegt Hill over Horror: “Goede horror gaat niet over sadisme. Het gaat er niet om ingewanden naar de camera te slingeren. Het gaat erom personages te creëren waar [het publiek] van kan houden om ze daarna door de molen te trekken, ze te confronteren met hun grootste angsten. Dus eigenlijk gaat goede horror om compassie, om empathie.” Hill en twee mensen van IDW, de uitgeverij die de strip publiceerde, werken als uitvoerend producent mee aan de tv-serie.

Locke-and-Key-Theater-Play

Locke & Key speelt zich hoofdzakelijk af in en rondom het ouderlijk huis van de vermoorde vader. In dat huis bevinden zich namelijk sleutels die, mits op het juiste slot gebruikt, magische krachten hebben. Hill was zo slim om de sleutels een voor een te laten ontdekken, zodat de lezer doorlopend op het puntje van zijn stoel zit in afwachting van wat er komen gaat. Dat werkt des te beter doordat de eerste sleutels ontdekt worden door de 10-jarige Bode. Hij snapt niet goed wat hij in handen heeft en de andere gezinsleden interpreteren zijn verhalen als kinderfantasieën, waardoor het een behoorlijke tijd duurt voor ze begrijpen wat er gaande is. Tijd die zeer schaars is, want terwijl de kinderen Locke aanrommelen is er ook iemand anders op zoek naar de sleutels. Iemand die exact weet wat ze kunnen.

Ingrediënten genoeg dus voor een spannend verhaal, maar wat misschien nog wel de grootste verdienste van de serie is, zijn de personages. Joe Hill heeft duidelijk moeite gedaan personages van vlees en bloed te maken en dat is hem bijzonder goed gelukt. De lezer kan zich moeiteloos in hen verplaatsen en trekt zich alle ellende daardoor bijna persoonlijk aan. Het zal een belangrijke reden geweest zijn voor de belangstelling van de studio’s en blijft hopelijk overeind in de tv-serie. Het is inmiddels duidelijk dat er minimaal twee nieuwe personages worden toegevoegd die uniek zijn voor de tv-serie. Eén van hen lijkt het verhaal wat luchtiger te moeten maken. Dat klinkt niet per se als een verbetering, dus het is te hopen dat het met beleid gebeurt.

Locke-and-Key-Volume-1Ook de magie is nog even een vraagteken. In de strip levert het spectaculaire effecten op, meesterlijk in beeld gebracht door Gabriel Rodriguez. Deze Chileense tekenaar heeft een realistische stijl, waar een snufje karikatuur in zit. Mede dankzij de nagenoeg klare lijn zijn de tekeningen uitgesproken, zeer goed leesbaar en hebben ze zelfs iets aaibaars. Daar komt bij dat Rodriguez een uitstekend gevoel heeft voor mimiek, tempo, camerastandpunten en compositie. Talenten die goed tot hun recht komen in de scènes waarin – mede dankzij de sleutels – de hel losbreekt. Als er niet beknibbeld is op special effects zouden deze ook in de Netflix-serie spectaculaire beelden moeten opleveren.

Al houden we een slag om de arm, de voortekenen zijn gunstig. De kwaliteit van het bronmateriaal, de betrokkenheid van Joe Hill als uitvoerend producent en de wetenschap dat Locke & Key één van zijn dierbaarste projecten was, schept de verwachting dat de tv-serie de moeite waard gaat worden. Toen Hill en Rodriguez afgelopen zomer lieten weten dat het filmen voltooid was, klonk Hill onverbloemd enthousiast: “Ik heb de eerste acht afleveringen gezien en het is als tv-crack. Echt onvoorstelbaar vet. Dat Hulu het project heeft laten vallen is het beste wat ons had kunnen overkomen. Elke keer dat we opnieuw zijn begonnen werd de serie meer en meer zichzelf, trouwer aan de essentie van de strip.” Het eerste seizoen komt 7 februari bij Netflix online en zal 10 afleveringen beslaan.

Stripliefhebbers krijgen er trouwens nog een bonus bij. Hill en Rodriguez hebben laten weten bezig te zijn met een nieuwe Locke & Key comic serie genaamd World War Key, waarin Hill de vorige generaties van de familie Locke onder de loep zal nemen. Wie van de oorspronkelijke serie genoten heeft mag onderstaand interview overigens niet missen. Daarin bekent Joe Hill liever stripverhalen te schrijven dan romans, blijkt dat hij zijn klassiekers kent en merk je overduidelijk dat hij een groot liefhebber van comics is.

Berichten

Ein-de-lijk: de tekenverfilming van Jeff Smith’s iconische strip Bone op Netflix

Mooi nieuws van Netflix. Eergisteren maakte het televisiebedrijf bekend de rechten te hebben gekocht van de strip Bone van Jeff Smith. Het geweldige Bone, dat al bijna dertig jaar oud is en nog steeds razend populair, krijgt dan ein-de-lijk de animatieserie waarop de fans al jaren hoopten.

De animatie zal het stripverhaal volgen, dus met de neven Fone, Phoney en Smiley Bone en hun avonturen in de grote woestijn. Bone is van oorsprong een 55-delige comicreeks die oorspronkelijk verscheen in zwart-wit tussen 1991 en 2004. De 55 delen zijn verdeeld over negen hoofdstukken.

Om je een idee te geven van de populariteit van de strip: Bone is sinds 1991 in meer dan dertig landen gepubliceerd; in Nederland zijn de negen hoofdstukken verschenen als losse delen bij Silvester, samen met de prequels Rose en Sterke verhalen. Alleen al in de Verenigde Staten zijn er meer dan 8 miljoen exemplaren verkocht en is het een van de tien beste graphic novels aller tijden volgens TIME Magazine. Jeff Smith won Eisner Awards, Harvey Awards en de prijs voor het beste jeugdalbum in Angoulême.

Dat het zo lang heeft geduurd voordat er een tekenverfilming van Bone verschijnt, heeft te maken met de voorzichtige auteur: volgens Smith kun je maar één keer een goede tekenfilmbewerking maken. In de beginjaren negentig probeerde Nickelodeon het, maar de onderhandelingen liepen stuk op de muziek die ze bij de serie voor ogen hadden: Jeff Smith was niet te spreken over de liedjes van nota bene Britney Spears en de boyband NSYNC.

Naar eigen zeggen is het team van Netflix erin geslaagd hem te overtuigen dat het nu dan echt iets bijzonders gaat worden, overigens “gewoon” in 2D. Wie de stemmen van de karakters gaat inspreken is nog niet bekend: benieuwd hoe oma Rose Ben klinkt.

Berichten

Eenmaal, andermaal: origineel stripwerk brengt tonnen op bij eerste veiling Maghen

Daniel Maghen is een bekende naam in Frankrijk als het gaat om originele tekeningen van meesters van de 9e kunst. Hij heeft al dertig jaar een galerie gespecialiseerd in stripplaten en is daarmee een van de pioniers. Auteurs als André Juillard, Jean-Pierre Gibrat en Sempé verkopen hun originelen exclusief via hem. Daarnaast geeft hij ook prachtige biografieën uit en is hij momenteel op zoek naar geldschieters om een stripmuseum op te richten in Parijs.

Maghen heeft een aantal maal originele platen geveild via Christie’s, maar dat beviel hem maar half. Hij wilde naar eigen zeggen wat meer zijn eigen gang kunnen gaan. Afgelopen vrijdag vond de eerste veiling plaats onder zijn eigen naam. Maar liefst 226 kavels gingen onder de hamer, waaronder topstukken als de omslagtekening van het Robbedoesalbum Tembo Taboe door André Franquin (opbrengst: € 190.820), de originele inkleuring van het omslag van het Kuifje-album De geheimzinnige ster (€ 72.380) en een omslagtekening van Kuifje en De zwarte rotsen voor Le Petit Vingtième (€ 263.200). Werk van moderne (nog levende) auteurs zat er ook tussen. Zo veilde André Juillard twaalf topstukken en waren onder meer Ralph Meyer, Juanjo Guarnido, Zep, Olivier Schwartz en Joan Sfar ook van de partij.  Nieuwsgierig naar wat dat allemaal opbracht (en wat dat zegt over je eigen verzameling)? Op de site van Daniel Maghen zijn van alle kavels de afbeeldingen en de bedragen terug te vinden.

Berichten

Schaamteloos jatwerk: Evert Kwok vs Bart Lauwers

“Bart wil een rechtszaak, dus Bart krijgt een rechtszaak.” Zo beschrijft Evert Kwok – pseudoniem van het cartoonistenduo Tjarko Evenboer en Eelke de Blouw – in een notendop de aanleiding voor de crowdfundingcampagne ‘Evert vs Bart’. Aanleiding vormt een auteursrechtenschending, maar ook en vooral de conversatie die erop volgt.

De Bart in het citaat is Bart Lauwers, eigenaar van een weinig smaakvolle facebookpagina met daarop video’s, foto’s en cartoons om te lachen, waaronder ook werk van Evert Kwok. Nu gebeurt het wel vaker dat cartoons ongevraagd op websites worden geplaatst, maar in dit geval had Bart zijn eigen logo op de cartoons geplakt en was de naam van de oorspronkelijke maker weggepoetst. Reden voor Kwok om vriendelijk te vragen of hij met name die laatste misstand ongedaan kan maken. “Als je nou mijn naam bij de 2 cartoons zet, iets als ‘credit: Evert Kwok’, dan […] praten we nergens meer over. Deal?” Een meer dan redelijk verzoek, dat bij Bart echter in het verkeerde keelgat schiet. “Ik heb die cartoon toevallig gevonden op internet en geplaatst”, verdedigt Bart zich, waarna zijn vriendin hem bijvalt met de woorden “Iedereen kopieert van iedereen. Dus niet overdrijven met jullie zever.” En daarmee is de kous wat hen betreft af: alles op het internet is vogelvrij en naamsvermelding is flauwekul.

Maar Kwok dringt aan en er ontspint zich een soap, waarin Bart en zijn vriendin al snel moord en brand schreeuwen en de heren Evenboer en De Blouw beschuldigen van laster, pesten, eerroof, machtsmisbruik en andere onfrisse praktijken. Kwok becommentarieert deze onverwachte escalatie op Facebook en Twitter met een mengeling van ironie en verbazing, wat olie op het vuur is. (De conversatie is in beknopte vorm te lezen bij The Best Social Media.) Als beide partijen beginnen te schermen met advocaten en gerechtelijke stappen, maakt Kwok als eerste zijn woorden waar door een dagvaarding te sturen. Die wordt door Bart verbrand en daarmee is de maat vol.

Op 23 september zijn Evenboer en De Blouw een crowdfundingcampagne begonnen bij Go Fund Me om de griffierechten en advocaatkosten te betalen. Wat na de rechtszaak overblijft, wordt gedoneerd aan een nog nader te bepalen goed doel. Omdat het streefbedrag binnen een dag werd bereikt is de campagne stopgezet en gaat de rechtszaak door. Komende maand worden de stukken ingediend en dan is het wachten op wat komen gaat. De heren beloven op de campagnesite van Go Fund Me verslag te doen van het verdere verloop, maar wie niets wil missen houdt waarschijnlijk beter hun twitterkanaal in de gaten.

Het schaamteloos gebruik van andermans tekenwerk komt vaak voor op het internet en is een doorn in het oog van veel tekenaars. Rechtszaken vinden vaker plaats, maar worden meestal gestart door grotere bedrijven. Berucht is het bedrijf Moulinsart dat op agressieve wijze de rechten op het werk van Hergé beheert. Dat twee cartoonisten op eigen houtje een rechtszaak beginnen is vrij uniek. Winst voor Evert Kwok zou een duidelijk signaal afgeven, dus er zullen vast een hoop collega tekenaars benieuwd zijn naar de afloop.

Sad Logo Amazon
Berichten

Cartoonists Against Amazon keert zich tegen ComiXology

De meeste mensen consumeren hun geliefde leesvoer nog altijd het liefst in papieren vorm, maar wie net zo graag van een tablet leest en verzot is op Amerikaanse comics zal vast weleens van ComiXology hebben gehoord. Dit bedrijf is al sinds 2007 gespecialiseerd in e-comics en verkoopt ze tegenwoordig van vrijwel alle kleine en grote uitgevers, waaronder Marvel, DC en Image. Het bedrijf heeft ook een aantal programma’s op de markt gebracht die handig zijn voor lezers van papieren strips en winkels van baksteen. ComiXology is in de loop der jaren dan ook uitgegroeid tot een omvangrijk en invloedrijk bedrijf.

ComiXology sponsort een aantal belangrijke stripfestivals (waaronder het Britse Thought Bubble). Goede zaak, zou je denken, maar een groep alternatieve stripmakers heeft afgelopen maandag een oproep geplaatst aan festivals om hun banden met ComiXology te verbreken en voortaan volledig open te zijn over de ontvangst en besteding van sponsorgeld. De lijst is ondertekend door een grote en groeiende groep auteurs, waaronder Kevin Huizenga, Jilian Tamaki, Michael DeForge en Sarah Glidden. De naam van dit initiatief is Cartoonists Against Amazon en daarmee is gelijk duidelijk waar de schoen knelt.

Logo ComiXology

In 2014 werd ComiXology overgenomen door Amazon, het bedrijf dat al haar producten onbegrijpelijk laag prijst en zonder verzendkosten naar je toestuurt. Maar zoals alles dat te goed klinkt om waar te zijn, komt ook deze service met een hoge prijs. Dankzij relatief goede wetgeving heeft Amazon zich in Europa meestal redelijk netjes gedragen, maar in de Verenigde Staten, waar het bedrijfsleven veel meer bewegingsvrijheid heeft, zoekt Amazon al jaren de grenzen op van wat maatschappelijk aanvaardbaar is.

Het bedrijf staat bekend om de lage lonen en slechte arbeidsomstandigheden, terwijl ze haar werknemers tegelijkertijd verbiedt om zich te verenigen of aan te sluiten bij een vakbond. Nieuwe distributiecentra worden bij voorkeur geplaatst in gemeenten waar Amazon geen of bijna geen belasting hoeft te betalen. De gemeenten verdienen daardoor geen geld, maar moeten wel vele onderbetaalde Amazon werknemers financieel bijstaan. Het is dan ook geen verrassing dat onderzoek laat zien dat de komst van een Amazon distributiecentrum veelal voor een verarming van de regio zorgt.

De destructieve gevolgen van deze bedrijfsvoering zijn steeds meer mensen een doorn in het oog. Wat voor de stripmakers die de actie gestart zijn echter de druppel vormde, was het feit dat data-analysebedrijf Palantir haar activiteiten laat hosten bij Amazon. Palantir heeft software ontwikkeld waarmee social media platforms worden uitgevlooid om gedetailleerde profielen van burgers samen te stellen. Met die praktijken is Palantir al een paar keer in het nieuws gekomen vanwege (betrokkenheid bij) het ‘bespioneren’ van Democratische politici, vakbondsmensen, en linkse demonstranten. Ook helpt ze de Amerikaanse migratiedienst (ICE) met het volgen van migranten om ze op te kunnen pakken en uit te zetten. Praktijken die er eerder al voor zorgden dat het Toronto Comic Arts Festival (TCAF) haar banden met ComiXology verbrak en ook de Small Press Expo (SPX) in Bethesda het bedrijf stilzwijgend van de sponsorlijst verwijderde.

De petitie is op dit moment 3 dagen oud, dus valt er nog maar weinig te zeggen over het succes. Ongeacht of festivals gehoor geven aan de oproep is de kans klein dat Jeff Bezos het in zijn portemonnee zal voelen, maar hopelijk groeit hiermee in ieder geval het bewustzijn dat er verborgen kosten zitten aan de voordelen van Amazon.

De open brief van Cartoonists Against Amazon, inclusief de lijst van sympathisanten, is te lezen op Medium. In de brief zijn een ruim aantal links opgenomen naar online artikelen om de eerder genoemde aanklachten te onderbouwen.

joost-swarte-omslag
Berichten

Kunsthal Rotterdam viert jubileum Joost Swarte met grote expositie

Joost Swarte viert dit jaar zijn vijftigjarig jubileum als stripmaker, illustrator, ontwerper en architect met een tentoonstelling in de Kunsthal Rotterdam. De tentoonstelling Joost Swarte overal brengt met een dwarsdoorsnede van Swartes oeuvre een ode aan vijftig jaar tekenen: van zijn eerste strips, originele tekeningen, schetsen, ontwerpen en objecten tot recent werk. Ook is Swartes zoektocht naar de meest verrassende en iconische illustraties te zien aan de hand van niet eerder getoonde schetsen.

Swarte is internationaal gezien de bekendste Nederlandse stripmaker. In Nederland zelf is hij bij een breed publiek bekend, al zal niet iedereen beseffen hoeveel werk hij gemaakt heeft. Swarte is namelijk een artistieke duizendpoot die overal opduikt. Vandaar de titel van de tentoonstelling, Joost Swarte overal.

Begin jaren ’70 start Swarte zijn carrière als underground striptekenaar voor de tijdschriften Modern Papier en Tante Leny presenteert! Zijn debuut in Frankrijk in 1974 in het stripblad Charlie Mensuel betekent zijn doorbraak. Met zijn strips voor kinderen in de bladen Okki en Jippo krijgt hij meer bekendheid onder een breed publiek. Vanaf 1980 publiceert hij zijn strips in het grensverleggende Amerikaanse RAW Magazine. Hij werkt ook in opdracht van Belgische, Franse, Spaanse en Amerikaanse bladen waaronder het invloedrijke The New Yorker.

Joost Swarte beperkt zich niet enkel tot strips, hij illustreert ook romans van Nescio en ontwerpt onder meer postzegels, affiches en platenhoezen. Verder is Swarte mede-initiatiefnemer van tijdschriften als Modern Papier en Scratches, evenals van het grootste Europese tweejaarlijkse stripfestival Stripdagen Haarlem en het Hergé Museum in het Belgische Louvain-la-Neuve. Voor dit museum ontwierp hij ook het interieur.

Voor de tentoonstelling Joost Swarte overal heeft de Kunsthal Rotterdam een ruime keuze gemaakt uit het gigantische oeuvre van Swarte. Aansprekend bovendien, gezien de kwaliteit  en diversiteit van zijn werk. De expositie loopt van 14 september 2019 tot 12 januari 2020. Meer informatie vind je op de website van de Kunsthal Rotterdam.

Berichten

Bijzondere verkoopbrochure van Toonder Studio’s uit jaren vijftig eindelijk integraal verkrijgbaar

Publicist Jan Willem de Vries werkt al jaren onvermoeibaar aan een grote reeks publicaties rondom Marten Toonder, met name de Toonder Studio’s. Sinds september 2017 verschenen met een ijzeren regelmaat in totaal achttien delen van De geschiedenis van de Toonder Studio’s. Afgelopen voorjaar publiceerde hij het laatste deel. Na gedane arbeid kwamen er nog twee supplementen: te veel prachtig beeldmateriaal was blijven liggen; het zou zonde zijn dat niet alsnog toe te voegen aan de twee verzamelbanden.

En nóg was het niet gedaan. Alle Toonder-aficionados die zich hadden ingetekend voor De geschiedenis van de Toonder Studio’s kregen in het voorjaar een enthousiaste mail van De Vries, waarin hij vertelde dat hij tijdens zijn vorserswerk af en toe exemplaren tegenkwam van het Engelstalige Cartoonder, een tijdschrift dat eigenlijk een verkoopbrochure was. In Cartoonder schreven medewerkers van de Toonder Studio’s over hun strip- en tekenfilmprojecten, verslagen van werkzaamheden tot en met interessante artikelen over tekenfilmproductie en het nut van strips. En dat alles met veel foto’s en illustraties.

Wie verwacht dat het vooral om nostalgie en schoonheid gaat, heeft het mis: de artikelen in Cartoonder zijn kundig en openhartig geschreven en schetsen een interessant tijdsbeeld. Met onderwerpen als special effects, soundtracks en de voordelen van tekenfilm als drager van reclame-uitingen is deze bundeling Cartoonders veel meer dan de som der delen.

Vijf uitgaven van Cartoonder verschenen tussen mei 1952 en mei 1955. Samen met een zeldzame Duitse brochure heeft De Vries ze eenmalig en compleet gebundeld, in een oplage van slechts 200 exemplaren op lp-formaat, waarvan nog slechts een beperkt aantal voorhanden is. De verkoopprijs inclusief verzending is € 65,00 en een exemplaar kan direct via de uitgever worden besteld.

Moebius-Arzach
Berichten

Expositie Max Ernst Museum Brühl toont veelzijdigheid Moebius

Brühl is een kleine Duitse stad linksonder Keulen, dat dankzij enkele imposante kastelen, een waterrijk natuurgebied en het pretpark Phantasialand een van de belangrijkste trekpleisters van Duitsland is. Pal naast het station bevindt zich bovendien het Max Ernst Museum. Daar organiseren ze exposities die een groot publiek aanspreken. Zo vonden er in het verleden exposities plaats van David Lynch, Tommi Ungerer en Tim Burton. Dit jaar wijdt men een forse  tentoonstelling aan Jean Giraud en dan met name het werk dat hij maakte onder zijn pseudoniem Moebius. Dat is niet verwonderlijk, want de kunstenaar Max Ernst stond aan de wieg van het Surrealisme, waarin het onderbewustzijn een grote rol speelt. Datzelfde is natuurlijk het geval in het werk van Moebius.

In de expositie wil men vooral de veelzijdigheid van Moebius laten zien, aan de hand van schetsboeken, strippagina’s, schilderijen, zeefdrukken, losse tekeningen en verder alles wat er nog voorhanden is (en gezien de legendarisch hoge productie van Giraud zal dat heel wat zijn). In het verleden heeft het Max Ernst Museum al laten zien mooi opgezette publiekstrekkers te kunnen verzorgen dus dat belooft veel goeds. De Moebius-expositie loopt van zondag 15 september tot en met zondag 16 februari 2020.

1 8 9 10 11 12 14
Page 10 of 14