Prikbord

Berichten

Frits Jonker exploseert verpakkingenkunst

Frits Jonker: Objets du papier 096aWie in de jaren ’80 en ’90 weleens een stripboek las, zal de naam Frits Jonker ongetwijfeld zijn tegengekomen. Jonker was in die tijd de meest gevraagde handletteraar van Nederland en dat betekende dat hij een groot aantal titels onder handen mocht nemen. Digitale lettering heeft het vak inmiddels grotendeels verdrongen, maar voor de meer prestigieuze werken wordt hij zo af en toe nog steeds gevraagd: De Balling van Erik Kriek en Taxi van Aimée de Jongh zijn bijvoorbeeld door Jonker geletterd.

Wie zijn naam opzoekt in Lambieks Comiclopedia leest dat Jonker zich “stripletteraar, scenarist en typograaf” mag noemen, maar hij doet meer dan dat. Jonker lijkt iemand te zijn die maar moeilijk stil kan zitten. Eén van zijn geliefde bezigheden is het voltekenen en uitknippen van kartonnen verpakkingen.
Frits Jonker: Objets 462Dat leidt tot kunstige 2-dimensionale objecten. Omdat Jonker in de loop der jaren een aardige collectie heeft opgebouwd, leek de tijd rijp om de resultaten te delen met de wereld.

In de Galerie in het Da Vinci gebouw (Nieuwpoortkade 2a, Amsterdam) wordt zijn werk vanaf morgen tentoongesteld onder de noemers outsiderkunst en hypergrafiek. Door de grote hoeveelheid is ervoor gekozen om het een explositie te noemen, al hadden wij (oude) hippiesentimenten ook als reden aanvaard. De opening van zaterdag 13 juli is voor genodigden (neem tekengerei mee!), maar daarna is iedereen welkom. Een einddatum is niet bekend, maar Jonker zelf verwacht dat de objecten zeker tot eind augustus zullen blijven hangen.

 

Alfred E. Neumann graphitti
Berichten

DC Comics haalt stekker uit Vertigo en MAD Magazine

Met ingang van 1 januari 2020 neemt DC Comics haar fonds op de schop. De huidige imprints zullen plaatsmaken voor drie nieuwe labels: DC Kids voor kinderen van 8 tot 12 jaar, DC voor 13 jaar en ouder en DC Black Label voor volwassen verhalen, geschikt voor lezers vanaf 17 jaar. Belangrijkste slachtoffer van deze reorganisatie is Vertigo, de allereerste imprint van DC en decennialang de bakermat van series die de (Amerikaanse) stripwereld veranderden. Bekende namen zijn Preacher, Fables, 100 Bullets, Hellblazer, Lucifer, Y the Last Man, Books of Magic, Swamp Thing en natuurlijk The Sandman. Helemaal onverwacht komt dit nieuws overigens niet. Vertigo was al jaren aan het kwakkelen. 

Vertigo-logoIn de jaren ’90 en ’00 was Vertigo een kwaliteitslabel dat een zeer specifieke niche innam, die ze grotendeels zelf had gecreëerd. De series die ze uitbracht waren toonaangevend en het beste bewijs daarvoor waren de lezers die enkel Vertigo-titels kochten en van wie sommigen zelfs überhaupt nooit ander strips hadden gelezen. Het succes inspireerde ook andere uitgeverijen zoals Dark Horse, IDW, Boom! Studios en Image Comics, waardoor Vertigo steeds meer te maken kreeg met serieuze concurrentie. Image heeft de voortrekkersrol van Vertigo de laatste jaren zelfs volledig overgenomen. De grootste bedreiging vormde echter DC Comics zelf.

Sinds 2010 heeft DC een aantal veranderingen doorgevoerd die de imprint steeds verder in de hoek dreef. Eerst werden de contracten aangepast waardoor Vertigo voor auteurs minder aantrekkelijk werd, daarna verhuisden een aantal belangrijke series als Hellblazer, Lucifer en Swamp Thing naar DC, vervolgens werd Karen Berger – drijvende kracht sinds de oprichting in 1993 en de belangrijkste reden van het succes van Vertigo – ontslagen, waarna enkele jaren later de redactie zelfs volledig in handen kwam van DC. Zo bloedde Vertigo steeds verder leeg. Tegen de tijd dat DC met vier nieuwe series en veel tamtam probeerde om Vertigo nieuw leven in te blazen, lag de patiënt al aan de hartbewaking.

The End Of MADVrijdag 5 juli maakte DC bekend dat de reorganisatie nog een roemrucht slachtoffer eist, namelijk MAD Magazine. Het blijft wel bestaan, maar zal met ingang van nummer 11 geen nieuwe strips meer bevatten (op de jaarlijkse special na). MAD werd in 1952 opgericht door Harvey Kurtzman en William Gaines en wordt tot op de dag van vandaag gemaakt door “the usual gang of idiots”. Ondanks het feit dat het tijdschrift zelfs bij niet-striplezers bekend is, was het commerciële succes door de jaren heen wisselend. Als satirisch tijdschrift was het inspringen op de actualiteit altijd een belangrijk ingrediënt, maar dat is dus verleden tijd. Je vraagt je af hoelang het duurt voordat ook MAD Magazine van het infuus wordt gehaald.

Lees!
Berichten

Raad voor Cultuur adviseert strips in de klas

Afgelopen maandag presenteerden de Onderwijsraad en de Raad voor Cultuur het adviesrapport Lees! Een oproep tot een leesoffensief. Het rapport richt zich op het stimuleren van leesplezier bij jongeren. Het is niet nieuw: jongeren lezen steeds minder en raken nauwelijks geprikkeld om te lezen. Weliswaar lezen ze dankzij sociale media veel korte teksten, maar het zogenaamde diepe lezen van langere, complexere teksten gebeurt steeds minder. Wie weinig leest, leert vaak niet goed lezen en dat kan leiden tot laaggeletterdheid, aldus het rapport.

In Lees! Een oproep tot een leesoffensief pleiten de Onderwijsraad en de Raad voor Cultuur dan ook voor een grotere diversiteit in het aanbod. Strips en graphic novels worden daarbij expliciet genoemd: “Veel jongeren lezen graag strips. Houd ze niet tegen, maar grijp ieder leesinitiatief aan. ‘Graphic novels’ hebben een bewezen gunstig effect op de leesattitude en het verwerven van literaire competenties.”

Namens de 9e Kunst zaten Sigge Stegeman en Stefan Nieuwenhuis bij de Raad voor Cultuur aan tafel als gesprekspartner. Binnenkort komen we terug op dit advies en onze voorstellen.

Raad voor Cultuur logo

Lees meer over het advies en de voorstellen van de Raad voor Cultuur en de Onderwijsraad in een uitgebreid artikel in het Algemeen Dagblad van 24 juni.

Het rapport zelf kun je vinden op zowel de site van de Onderwijsraad als die van de Raad voor Cultuur.

Tegelijk met het rapport is een studie verschenen, opgesteld door Sardes en uitgevoerd in opdracht van de Onderwijsraad, waarin cijfers en meningen bijeengebracht zijn over de thema’s lezen, leesplezier, leesbevordering en taalvaardigheid.

Randy Scott
Berichten

MSU Comic Book Library: de grootste ter wereld

Mensen die vinden dat de stripcollectie van Hans Matla – met zijn 70.000 boeken en 100.000 tijdschriften – de grenzen van het voorstelbare tart, kennen die van de Michigan State University Library waarschijnlijk nog niet. Deze blijkt in het bezit van een collectie die maar liefst 350.000 artikelen bevat. Zelfs voor een land waar strips in hoog tempo worden geproduceerd en doorgaans per 16 tot 24 pagina’s in tijdschriften (comics) verschijnen, is dat een uitzonderlijk groot aantal. Sterker nog, de MSU Comic Book Library schijnt de grootste geïndexeerde, vrij toegankelijke stripcollectie ter wereld te zijn.

Het begon eind jaren ’60, toen professor Russel Nye 6.000 comics doneerde met de bedoeling hiermee een aparte sectie binnen de universiteitsbibliotheek te starten. Nye was een voorstander van het bestuderen van populaire cultuur. Tegenwoordig is dat niet ongebruikelijk, maar destijds was het revolutionair. De universiteit zat dan ook niet per se te wachten op deze verzameling, maar professor Nye had een goede naam, ging altijd correct gekleed en had een Pulitzer Prize op zak, dus nee zeggen was lastig. Bovendien waren het de swingin’ sixties, een periode waarin heilige huisjes wel vaker op de schop gingen. Uiteindelijk ging men akkoord en was de collectie een feit.

Randy ScottCurator Randy Scott werkt er al bijna zijn hele professionele leven. Hij was aanvankelijk student aan de MSU en heeft zelfs nog les gehad van professor Nye. Niet onbelangrijk: Scott was en is zelf stripliefhebber. Hij begon in 1971 te werken voor de bibliotheek en deed toen nog van alles wat. Drie jaar later verzon hij een methode om de stripcollectie te indexeren (een taak die – zoals menig verzamelaar weet – makkelijker gezegd is dan gedaan) en ging aan de slag. Weer een jaar later werd Amazing Spider-Man nummer 1 gestolen, tegenwoordig goed voor een slordige $ 100.000. Het personeel wist wie het had gedaan, maar had geen bewijs. Scott besloot daarop zijn taak serieus te nemen en werd zodoende de officiële beheerder.

Dat beheer is nog niet eenvoudig. Volgens Scott gaan de meeste uren zitten in het catalogiseren van de collectie. Het papieren indexatiesysteem is al in 1981 afgedankt en tegenwoordig geheel geautomatiseerd (en online te raadplegen), maar alle artikelen moeten nog steeds met de hand in mylar hoesjes worden gestopt. Als Scott nieuwe bestelt gaat dat met 5.000 stuks per keer.

MSUCBL_Opslag

Daarnaast moet er ook veel worden uitgezocht. De bibliotheek krijgt doorlopend oude collecties opgestuurd. Dat zorgt voor een groot aantal dubbele exemplaren. Van elke titel houdt men de twee beste exemplaren en de rest gaat in de verkoop. Al het geld dat hiermee wordt verdiend gaat terug in de pot.

Met zoveel aanvoer en zo’n lange geschiedenis verwacht je dat er wel wat pareltjes op de planken staan (en liggen) en dat klopt. Zo zijn ze in het bezit van veel eerste nummers van allerlei series, waaronder Wonder Woman, Walt Disney Comics and Stories en Zap van Robert Crumb. Van Obediah Oldebuck (een Engelse vertaling van Monsieur vieux bois, de eerste strip van de Zwitser Rodolphe Töppfer, de eerste stripmaker in de geschiedenis die hier beter bekend is van zijn Mijnheer Prikkebeen) hebben ze maar liefst zeven exemplaren in hun bezit. Grappig genoeg zijn ze ook de trotse bezitter van het Duitse Lexikon der Comics, een elfdelig werk uit 1991 waarvan de MSU het enige exemplaar in Noord-Amerika in handen heeft. Een Duits lexicon? Jawel, naast Engelstalige uitgaven heeft men immers ook zo’n 50.000 internationale publicaties in bezit. Dus mocht Hans Matla geen koper vinden voor zijn verzameling, dan is het misschien nog een idee om bij Randy Scott aan te kloppen. Het zal hem niet de gevraagde 1,8 miljoen euro opleveren, maar wel de zekerheid dat de collectie goed terecht komt.

MSUCBL_Lexikon-der-Comics-01

Nieuws

Podcast: contracten, afspraken en omgang met uitgevers

Op 14 juni jongstleden vond in Het Huis van Betekenis in Utrecht een professionaliseringsdag plaats voor beeldmakers, opgezet door de Beroepsgroep Nederlandse Ontwerpers (BNO). Voor de goede orde: beeldmakers zijn illustratoren en striptekenaars. De BNO vertegenwoordigt sinds enige tijd beide beroepsgroepen en voorziet in hulp op het gebied van contracten, afspraken met uitgevers en de juridische implicaties die daarbij komen kijken. Voor een vaderlandse stripwereld die zich nog grotendeels beweegt in het domein van mondelinge toezeggingen en mogelijke vergezichten zijn de kennisdagen van BNO een must, vooral omdat de serieuze stripmaker tegenwoordig ook ondernemer is (net als iedere kunstenaar).

In een interessante aflevering van de serieuze podcast Creator at Large | The Business of Comic Books staat One Press editor-in-chief Sarah Gaydos stil bij wat er zoal komt kijken als je met een goed idee naar een stripuitgever stapt.

Terug naar Nederland: wie op de hoogte wil worden gehouden van komende professionaliseringsdagen voor beeldmakers meldt zich aan voor de nieuwsbrief van BNO.

Kuifje in het land van de Sovjets
Berichten

Allereerste omslagtekening van Kuifje onder de hamer

Originele striptekeningen van internationaal beroemde tekenaars worden met enige regelmaat geveild door gerenommeerde veilinghuizen als Christie’s en Sotheby’s. De mooiste werken gaan daar voor zulke astronomische bedragen van de hand, dat ze zelfs het journaal halen. Tot nu toe werd het werk van Europese tekenaars vrijwel altijd in Europa geveild, maar de interesse voor Europese strips is al een aantal jaren stijgende in de Verenigde Staten en dat vertaalt zich komende 8 en 9 juni naar een veiling met hoofdzakelijk Europees werk bij Heritage Auctions in Dallas, Texas.

Kuifje in het land van de Sovjets
Kuifje in het land van de Sovjets

Om er zeker van te zijn dat niemand de veiling over het hoofd ziet, hebben ze gezorgd voor een aantal topstukken waarvan één met kop en schouders boven de rest uitsteekt: de allereerste omslagtekening van Kuifje. Het toont een tafereel uit Kuifje in het land van de Sovjets, waarbij Kuifje een propellor aan het uitsnijden is, terwijl Bobbie in zwachtels verpakt naast hem zit. Dat ze die tekening te pakken hebben gekregen is op zich al bijzonder: er schijnen niet veel omslagtekeningen van Kuifje in particulier bezit te zijn en deze tekening is bovendien nog eens gesigneerd door Hergé. Dat deed hij niet vaak bij omslagen. Het zal dan ook niet verbazen dat er hoge bedragen verwacht worden. Op het internet worden schattingen genoemd van $ 750.000 tot $ 1,3 miljoen of meer. Eerder ging het omslag van De geheimzinnige ster nog voor $ 2,5 miljoen van de hand. Met nog een week te gaan, zijn de eerste biedingen al binnen en staat de teller naar verluidt op $ 240.000.

Jules Verne door François Schuiten
Jules Verne door François Schuiten

Ook voor wie dat even niet op de bankrekening heeft staan, komen er interessante stukken onder de hamer. Klinkende namen als François Schuiten, Enki Bilal, Hugo Pratt, Regis Loisel, Jean Giraud (Moebius), Bernard Yslaire, André Franquin, Michetz en Vicente Segrelles vullen de lijst aan, met startprijzen vanaf iets minder dan honderd euro. Maar ook werk van Osamu Tezuka, Neal Adams, Steve Ditko, Charles Burns, Chris Ware en een aantal Walt Disney animators wordt aangeboden.

De definitieve veiling vindt dus plaats op 8 en 9 juni en wordt georganiseerd door Heritage Auctions in Dallas, Texas. Europese bieders die graag persoonlijk aanwezig willen zijn kunnen terecht bij de dependance van HA in Amsterdam, waar de veiling live gevolgd kan worden.

Berichten

Wedstrijd op stoom: groot aantal Nederlandse namen voor Louise Petibouchon

Dit najaar verschijnt bij uitgeverij Hum! het eerste deel van Louise Petibouchon, de strip rond een jonge, Franse detective door Jean Deppelley en Eric Albert. De verhalen ademen de sfeer van de jaren vijftig van Guus Slim. Sterker, beide auteurs maken er geen geheim van dat de strip een hommage is aan de serie van Tilleux.

Bij Hum! krabden ze zich tijdens de vertaalwerkzaamheden achter het oor: Petibouchon, dat klinkt wel erg Frans. De naam, die vrij vertaald kleine kurk, plug of flessenstop betekent, spreekt niet tot de verbeelding. Daarom bedachten ze een prijsvraag: wie geeft Louise een passende, Nederlandse naam?

Uitgever Ben Kamphuis is overrompeld door het hoge aantal inzendingen. “We zijn echt verrast. De variaties zijn enorm, Louise Petibouchon prikkelt de fantasie. We nemen vertalen erg serieus en hadden al een paar ideetjes, maar de goede zat er nog niet bij. Vandaar de wedstrijd. Er zitten vijf of zes heel goede namen tussen de inzendingen; als er daar eentje van op het omslag terecht komt, vind ik het prima.”

Inmiddels zijn er 159 namen ingediend, waarvan de meesten zijn voorzien van een min of meer logische verklaring. Lucy Mils bijvoorbeeld, waarvan de achternaam het omgekeerde is van Slim, of Truus Slim. In die categorie treffen we ook nog Leentje Knap, Tilly Sterk en Truus Willer.

Anderen raadpleegden het woordenboek F-N en hebben zich aan een verbastering of afgeleide gewaagd: Nicole van der Dop, Loes Kleikurk, Louise Dopjé, Laura Kleindop, Loes Deksels, Tillie Topdopje en Karin Kurk.

Sommigen zijn wat minder logisch. Een inzender meldde onomwonden: ik heb lang naar de tekening van Louise gekeken en dús is mijn voorstel Hannah Spierink. Hetzelfde met Wies Zuurmond, Amber Klakson, Louise Maasbommel, Wendy Snel, Lucy Voordewind en Louise Speur.

De grote vraag blijft: waar wordt op gelet bij de keuze? Volgens Kamphuis moet het vooral goed bekken. “We hebben geen criteria geformuleerd, er is geen lijst met punten. Maar toch, om te beginnen moet de naam iets te zeggen over de dame in kwestie. Daarbij speelt het verhaal in de jaren vijftig, daar moet je ook rekening mee houden. Het zal dus geen Destiny of Daisy worden. Het mag best heel Hollands klinken. Vergeet niet dat het een hommage is aan Guus Slim en die heet in het Frans Gil Jourdan; destijds heeft hij ook een echte Nederlandse naam gekregen. Maar vooral laten we ons graag vertederen en overtuigen.”

Er kunnen nog suggesties bij, de wedstrijd loopt tot 15 juni aanstaande. Goede namen kunnen per mail naar de uitgever. De uiteindelijke winnaar of winnares krijgt de luxe hardcover van het eerste deel en een goodie bag met albums uit de stal. Ook eeuwige roem valt de bedenker ten deel: zijn of haar naam zal genoemd worden in het colofon van het eerste album, dat in september gepresenteerd wordt op het Stripfestival in Breda. De titel? Daar zijn ze nog niet uit…

Berichten

Hamburgse literatuurprijs voegt categorie ‘Comic’ toe

Als er prijzen uitgereikt mogen worden, zijn literatuur en strip doorgaans strikt gescheiden. De keren dat een strip een literatuurprijs wint, of er zelfs maar voor genomineerd wordt, zorgen steevast voor ophef. Denk maar eens aan de Pulitzer Prize van Art Spiegelman voor Maus (1992) of de recente nominatie voor de Man Booker Prize voor Sabrina door Nick Drnaso (2018). Op dat soort momenten is er altijd wel iemand die zich hardop afvraagt of een stripboek wel een literatuurprijs zou moeten krijgen, of dat het appels met peren vergelijken is.

In Hamburg hebben ze daar een oplossing voor gevonden. Met ingang van dit jaar heeft de Hamburger Förderpreise für Literatur und literarische Übersetzungen (het rolt van de tong) een aparte categorie toegevoegd voor ‘Comic’, zoals stripboeken in het Duits heten. Daarmee komt het totaal aan categorieën op zeven. De strip is geen excuustruus, maar doet gewoon voor de volle mep mee. Net als in de andere categorieën (op die van ‘literaire vertaling’ na) krijgt de winnaar 6.000 euro uitgereikt.

Anke-Feuchtenberger: Die Hure H
Die Hure H door Anke Feuchtenberger

Om goed voor de dag te komen besloot de organisatie de hulp in te roepen van Comicfestival Hamburg, dat meehielp met adviseren, het opstellen van de criteria en Anke Feuchtenberger naar voren schoof als expert om zitting te nemen in de jury. Feuchtenberger is al lange tijd actief in de Duitse stripscene en speelde een belangrijke rol in de volwassenwording ervan. Ze is enigszins te vergelijken met de Belgische Dominique Goblet. Beide vrouwen begonnen met strips in de jaren ’90, waren wars van conventies en inspireerden hun tijdgenoten. 

Uniek aan de Hamburger Literaturpreise is dat hij wordt toegekend aan mensen die in of rond Hamburg wonen en dat de teksten (of strips) niet voltooid en niet gepubliceerd mogen zijn. Het geld is namelijk bedoeld om de winnaars de kans te geven hun werk in alle rust af te maken, zonder zich in allerlei bochten te moeten wringen. Specifiek voor strips geldt dat het verhaal minimaal 48 pagina’s moet bevatten. Of dat zich vertaalt naar een klassiek stripalbum, een graphic novel of een meer experimentele vorm, is aan de kandidaten.

De eerste editie van de prijs zal op 2 december worden uitgereikt in het Literaturhaus in Hamburg.

Nieuws

Video: Seth spreekt openhartig over Clyde Fans

De Canadese stripmaker Seth werkte twintig jaar aan het magnum opus Clyde Fans, dat hij tussen 1998 en 2017 in delen voorpubliceerde in zijn periodiek Palookaville. In het prachtig uitgegeven Clyde Fans volgen we de broers Simon en Abe Matchcard, die terugkijken op hun leven en het helaas ter ziele gegane ventilatorenbedrijf van hun vader. In de melancholisch gestemde picture novel, zoals Seth het werk noemt, strijden gevoelens als weemoed en nostalgie om voorrang.

Onlangs was Seth te gast in de New Yorkse Strand Bookstore waar hij drie kwartier sprak over zijn werk. Het interview is zeer de moeite waard en laat vooral zien wat een begenadigd spreker Seth is: hij formuleert zijn zinnen zorgvuldig en geeft interessante inzichten in zijn werkproces.
Voor de liefhebbers die zich afvragen hoe Seth woont, is er een kleine video-impressie van zijn huis en studio voorhanden.

Berichten

Hoe superhelden de wereld redden, maar niet de Belgische strip

Toen The Big Bang Theory nog geen culthit was en ‘nerd’ nog geen geuzennaam, volstond het om de naam van een willekeurige superheld in de mond te nemen om meewarig te worden aangestaard. Inmiddels kan vrijwel elke putjesschepper je uitleggen wie Tony Stark is en hoe Wonder Woman aan haar gaven komt. Superhelden zijn hot en je zou denken dat stripwinkels daar garen bij spinnen, maar niets is minder waar. Deze week verscheen er een artikel in de Humo waarin beweerd wordt dat veel van de filmfans nooit stripwinkels bezoeken. Toevallig verscheen eind april een artikel in The Guardian waaruit blijkt dat hetzelfde geldt voor de fans in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. Toch lopen de redenen uiteen.

In The Guardian constateert men dat superhelden en superheldenstrips niet minder populair zijn geworden, maar wel dat de strips in toenemende mate online worden gekocht. Dat zou deels komen door een slinkend aantal stripwinkels, die geplaagd door stijgende huren, krimpende marges en een verschuiving naar online verkoop steeds moeilijker het hoofd boven water kunnen houden. Er is dus sprake van een zichzelf versterkend patroon. Om dat te doorbreken proberen winkels te veranderen. De kenmerkende volgepropte, stoffige hobbyzaken maken volgens The Guardian plaats voor winkels met een moderne uitstraling. Daarmee is niet alle gevaar geweken. De markt in de VS en het VK leunt nog steeds in grote mate op de maandelijkse comics en die raken steeds minder in trek. Ook dat heeft met een verschuiving naar online verkoop te maken.

Het zijn allemaal fenomenen die grotendeels aan de Belgische winkels voorbijgaan. Humo interviewde Roel Daenen (redacteur van het tijdschrift Stripgids), Steven Degryse (cartoonist Lectrr) en Jens Lambrigts (eigenaar stripwinkel Mekanik, Antwerpen) en zij kwamen tot heel andere conclusies. Volgens Degryse zijn er inmiddels zoveel superheldenfilms verschenen, dat je allang geen strips meer nodig hebt om te snappen waar het over gaat. Lambrigts lijkt dit te bevestigen. In het begin kwamen nieuwe fans nog wel eens naar de stripwinkel om kennis te nemen van het bronmateriaal, maar dat gebeurt steeds minder.

Met de conclusie dat er net zoveel winkels bijkomen als er verdwijnen en dat de markt nog steeds groot is, maar wel volop in verandering, sluit The Guardian het artikel af. Humo graaft juist nog wat dieper door de blik ook op de Belgische strip te richten. Daarbij blijken de drie geïnterviewden het niet altijd met elkaar eens. Waar Daenen en Lambrigts pleiten voor navolging van het commerciële, Amerikaanse model met meer merchandise, het gebruik van universa die meerdere series omspannen en het uitsmeren van concepten over verschillende media, pleit Degryse juist voor het stimuleren van unieke Vlaamse auteurs als Brecht Evens en Olivier Schrauwen. Over de internationale concurrentiepositie van de Belgische strip zijn ze alle drie kritisch. Lambrigts zou graag zien dat auteurs voor meerdere markten zouden werken, zoals Marini die onlangs een Batman verhaal tekende. Daenen vindt dat er teveel geleund wordt op klassieke Franco-Belgische strips, hij noemt dat “een eindig verhaal”. Degryse lijkt zich daarbij aan te sluiten. Volgens hem kent de Belgische stripwereld veel financiële armoede, stripmakers komen niet rond van hun werk en hij ziet voorlopig geen verbetering. Wat hem betreft worden de subsidies die nu enkel naar graphic novels gaan, ook uitgedeeld aan reguliere strips.

Het Humo-artikel werpt nog veel meer interessante vragen op, maar de rode draad is door het hele artikel hetzelfde: de Belgische strip zit in zwaar weer en verandering is hoog nodig. Het is niet voor het eerst dat we dit horen en het steekt schril af tegen de grote hoeveelheden strips die de laatste jaren verschijnen. We zijn benieuwd hoe jullie dat zien. Loopt de Belgische strip op zijn laatste benen? Is merchandise het antwoord? Moeten we Amerikaanse en Japanse auteurs vragen onze strips te maken? Bestaat er een alternatief? Je kunt hieronder reageren, of op Facebook.

1 8 9 10 11 12 13
Page 10 of 13