Strips

Lezenswaardige stripbio over Chaplin gaat snel maar houdt de lezer erbij

Een heel gelukkig huwelijk is het meestal niet: een biografie in stripvorm. Te vaak is het een te snel verteld levensverhaal van een bekendheid, volgens een strikt chronologische opeenvolging van gebeurtenissen die vrijwel nooit het anekdotische overstijgen. Wie van tevoren het Wikipedia-lemma doorneemt, wordt zelden echt verrast. Waar een serieuze biograaf jaren onderzoek doet, mensen spreekt en eindeloos veel leest om zo dicht mogelijk bij zijn onderzoeksobject in de buurt te komen, gaat de stripscenarist meestal een stuk losser te werk: wie zoals in het geval van Charlie Chaplin diens leven in iets meer dan 200 pagina’s wil vertellen, moet nu eenmaal grote sprongen en keuzes maken.

Chaplin, de stripbiografie van “een van de grootste acteurs aller tijden”, is geen uitzondering. Het is een lekker leesbare biografie, maar met name de aanloop naar Chaplins doorbraak gaat met zevenmijlslaarzen en komt daardoor wat ongeloofwaardig over. Op de ene bladzijde droomt hij nog van een carrière, vijf pagina’s verderop is hij al de gevierde acteur die de wereld aan zijn voeten vindt. Niet dat de biografie daarmee tekortschiet: tekenaar David Francois en scenarist Laurent Seksik hebben er een heel leesbaar geheel van gemaakt – veel smeuïger dan veel andere biografieën. De vertaling is ook nog eens heel vloeiend en beeldend, dat moet gezegd.

Oorspronkelijk verscheen het verhaal in het Frans in drie delen. Daedalus koos voor een lekker forse bundeling en dat is te prijzen. Losse delen doen tegenwoordig gemakkelijk meer dan twintig euro. In dat opzicht heeft deze klepper een sympathieke prijs en is het waar voor je geld. Grappig is dat je ziet dat het ooit drie losse delen waren: de introductiepagina’s, als een tekstuele spread, zijn intact gehouden en verklaren de uitgekiende cliffhangers die eraan vooraf gaan.

Dat Chaplin een aparte was, weten de meesten wel. Zijn gescharrel met jonge meisjes, zijn megalomane trekjes die hem iets achterbaks geven en natuurlijk zijn politieke statements in een brisant tijdsgewricht, maken van hem een prima onderwerp voor een biografie. Of zoals de biografen van dienst het zelf zeggen: Hij was de uitvinder van de moderne cinema, een visionaire schepper en een uitzonderlijk acteur, een levende legende, een woordvoerder van de minderbedeelden, de armen, de vagebonden, en een immens rijke producent. Een kunstenaar die betrokken was bij alle gevechten van zijn tijd, dictatoriaal tegenover zijn eigen volk, en wiens liefde voor vrouwen aardverschuiving teweegbracht in het puriteinse Amerika.

Dat is een hoop voor een sterveling en daar gaat het verhaal dan ook af en toe uit de bocht. Met name de scènes waarin president J Edgar Hoover de situatie-Chaplin bespreekt met zijn baaszegger zijn op het randje. Ook de achteloosheid waarmee allerlei vrouwen zich aan Chaplin opdringen om hem daarna te kleineren en kaal te plukken zijn wat al te simpel. Tenminste, voor de visionaire legende die hij in het verhaal is.

David Francois heeft slimme keuzes gemaakt. Hij portretteert Chaplin en diens entourage in een stijl die bij de tijd is. Hij werkt zijn pagina’s uit in verweerde kleuren en een klassieke setting, zonder al te veel moeite te steken in achtergronden: waar hij een anekdote uitwerkt, wordt vooral veel gesproken, in strenge, vierkante kaders. Soms pakt hij uit met paginagrote tekeningen om tijdsprongen te markeren. De balans is in orde, het vele leeswerk hoort nu eenmaal bij een biografie.

Als het in Chaplin gaat over films als The Kid, City Lights, The Great Dictator en vooral The Tramp dan wordt het interessant, al zal een film-aficionado vast niets nieuws ontdekken. De anekdotes achter de schermen, de ontvangst van de films en de manier waarop Chaplin met zijn bekendheid en rijkdom omgaat, horen bij de hoogtepunten van deze Chaplin-bio, die zeker lezenswaardig is – voor een stripbiografie.

David Francois & Laurent Seksik – Chaplin. Daedalus. 224 pagina’s hardcover. € 39,95.