Vrolijk slepen wij ons de vierde maand in en kijken we terug naar een enerverende maartmaand, die weer genoeg fijne strips bracht. Het kostte ons geen moeite om ons enthousiast aan de stapel titels te zetten en jullie ervan op de hoogte te brengen: in sneltreinvaart en met het bekende gogme en brille.
De veerman van de lagune (Concerto books): De veerman van de lagune is het soort graphic novel dat niet zo vaak verschijnt: een origineel verhaal, perfect uitgewerkte personages, een plot die alle ruimte krijgt om te ademen en sfeervolle tekeningen die van één plus één drie maken. Paolo is zestien jaar en leeft in het Venetië van enkele jaren in de toekomst: een grauwe stad waar drugsbendes en mensensmokkelaars het hoge woord voeren. Paolo en zijn vrienden zien geen toekomst voor zichzelf en houden zich dan maar onledig met kleine criminaliteit. Wanneer de vader van Paolo plots verdwijnt, ontvouwt zich een thrillerverhaal dat geen enkel rauw menselijk trekje onbelicht laat. Klasse!
Gone with the wind (Standaard Uitgeverij): Het eerste deel van de verstripping van het welbekende epische verhaal van Scarlett O’Hara kon ons bekoren, maar liet ons niet achterover slaan. Dit tweede deel kabbelt rustig verder op hetzelfde elan. We zullen niet beweren dat dit een slechte strip is, daarvoor is het niveau van de tekeningen té hoog, maar het verhaal zelf lijkt een eindeloze herhaling van hetzelfde plotlijntje: Scarlett slaat zich met koppigheid en hardnekkigheid door het leven, maakt fouten en dan duikt Rhett op om haar uit de nood te helpen of haar met haar neus in haar tekortkomingen te wrijven. Vanaf SPOILER het huwelijk van Rhett en Scarlett wordt het verhaal door de veranderde dynamiek wel weer boeiend. Het einde van het boek maakt bijgevolg veel goed. Voor de liefhebbers van dit soort romantische familiedrama’s is dit een onmisbare strip. Wijzelf zien auteur Pierre Alary toch liever andere dingen maken.
De Robbedoesvrienden 2 (Dupuis): De Robbedoesvrienden vertelt over de avonturen van een groep kinderen, fans van het weekblad Robbedoes, die tijdens WOII de Nazi’s een dikke stok in de wielen steken. Het is tevens het verhaal, gebaseerd op feiten, van mensen in het verzet, waaronder ook Jean Doisy, één van de pioniers van het weekblad Robbedoes. In het eerste deel sloeg het evenwicht tussen avontuur en feiten meer door naar de feiten. Dit tweede deel kent heel wat meer fictieve actie en avontuur en, moest er geen historisch dossier aan de strip toegevoegd zijn, we zouden deze strip zonder meer een compleet fictief en entertainend avontuur voor alle leeftijden kunnen genoemd hebben. Uiteindelijk lijdt dit tweeluik een beetje aan het mossel-noch-vis-syndroom. We hadden misschien liever een historisch accurate graphic novel over Jean Doisy gelezen en ook een compleet daarvan losstaande WOII-avonturenstrip over de Robbedoesvrienden.
Brigantus 2 (Le Lombard): We vragen ons al een tijde af wanneer iemand eens aan Hermanns mouw zal trekken om hem te zeggen dat er in zijn Jeremiah albums de laatste tijd toch wel erg veel platen zich in de mist of in de duistere nacht afspelen. Bovendien zijn zijn verhalen ook niet veel soeps meer. Vroeger waren we geen fan van het geleuter van Yves H., Hermanns zoon en favoriete scenarist, maar nu zijn middelmatige verhalen die van zijn vader overstijgen heten we hem met gemengde gevoelens welkom. Het tweeluik Brigantus over een voor de Romeinen vechtende Pict, heeft potentieel, maar wordt al snel een boeltje met slecht onderbouwde loyaliteitswissels tussen personages die zich bovendien allemaal als idioten gedragen omdat anders de plot niet klopt. Aan de andere kant is dit wel één van de best getekende Hermann albums van de laatste vijf jaar. Zo zie je maar: wie het kleine niet eert, moet geen recensent willen zijn.
Getekend door de holocaust (Dupuis): Soms hebben we de indruk dat er thema’s zijn waarvan stripauteurs en/of uitgeverijen denken dat een strip erover niet objectief kwalitatief moet zijn: het zal wel verkopen. De holocaust is er zo eentje. Misschien rekent men op het feit dat men een onderwerp niet los van kwaliteit kan zien en dat lezers een thema als dit niet durven bekritiseren uit angst om voor negationist uitgemaakt te worden. Dat is dan buiten ons gerekend, want wij durven zeggen: de holocaust heeft honderd procent zeker plaatsgevonden en was één van de grootste drama’s uit de menselijke geschiedenis, maar dit boek is een buitengewoon saaie sof. De tekeningen zijn bijna even stram als de robotachtige dialogen en het enige wat boeiend is aan het boek zijn enkele hoogstpersoonlijke tragedies van holocaustoverlevers. Dit boek is een bewerking van een artikelenreeks van een Franse journaliste en na een tijdje hadden we ook het heel ongemakkelijke gevoel dat haar favoriete onderwerp niet de holocaust, maar vooral zijzelf is.
De buurtpolitie 28 – Don Kalisto (Standaard uitgeverij): Stripreeksen die lang lopen kennen uiteraard betere en mindere afleveringen. Dit 28ste verhaal is echter een Buurtpolitie grand cru. De buurtpolitie-agenten vinden een vreemde clown die met zijn hand vastzit in een postbus. De potsenmaker speldt hen vervolgens de ene leugen na de andere op de mouw en laat ze van hot naar her rennen. De plot zit zo goed in elkaar dat zelfs doorgewinterde popcultuurvreters als wij het einde niet zagen aankomen. Zo hebben we het graag!
F.C. De Kampioenen 136 – Supermarkske the Movie (Standaard uitgeverij): Wanneer in een kampioenenstrip Supermarkske opduikt kan er wat ons betreft al niet veel meer misgaan. Wanneer übersul Markske last krijgt van zijn allergieën verandert hij in een soort van kruising tussen Superman en de Hulk. In dit album wordt hij ontdekt door een filmregisseur die van hem een ster wil maken. Uiteraard met alle gevolgen van dien. Pretentieloos entertainment.
Camille 6 – Showtime! (Standaard uitgeverij): Renée Rienties is een keigoede tekenares, maar wij zijn ervan overtuigd dat de fans van Camille toch heel wat intelligenter zijn dan het doelpubliek van deze strip. De scenario’s zijn zo ontiegelijk saai en braaf dat zelfs onze tienjarige dochter, megafan van Camille, de strips onlangs bestempelde als “voor kleuters.” Als de uitgever ietsje meer durf had en iets hoger zou mikken dan kunnen ze wellicht een breder publiek aanspreken. Dan zou deze strip, zoals De buurtpolitie kunnen uitgroeien tot een reeks die los van het initiële bronmateriaal kan staan.
Buck Danny 61 – Jacht op grote hoogte (Dupuis): U weet dat we vaak nogal afkerig staan van stripreeksen die kunstmatig in leven worden gehouden en dat wij eerder voorstander zijn van het ontkoppelen van de beademingsmachine en een relatief pijnloos heengaan. Deze 61ste aflevering van Buck, Danny kon ons vreemd genoeg wel bekoren. Het boek is geen hoogvlieger (Bdum Dum Tshhhh!) maar de plot, die satellieten en de ruimtevaart incorporeert, is verrassend te noemen en de tekeningen van de slanke jets en dergelijke zijn niet mis.
Diep in de zee 7 (Standaard uitgeverij): Diep in de zee leven niet enkel Snorkels, maar ook zeedieren. In deze fantastische stripreeks voor kinderen, half wetenschappelijke weetjes, half half geslaagde, half gans geslaagde gags, komen uw nakomelingen, af en toe een lachsalvootje lossend, allerhande te weten over mariene biologie. Puik dossiertje erachteraan en je hebt een strip waarvan je jezelf als ouder op de rug kan kloppen bij het aanschaffen. Ouder zijn is immers niet enkel leuke trauma’s bedenken, maar ook de algemene ontwikkeling stimuleren. Toffe reeks.
Nefilim 2 – Geschreeuw (Le Lombard): Tijdens de Amerikaans burgeroorlog (die van 1861 – 1865, niet diegene die binnenkort zal uitbreken) gaan twee wetenschappers in het Ozark gebergte op zoek naar sporen van een ras van reuzen. We waren niet zo’n fan van het eerste deel, maar in dit tweede deel hebben de makers zich toch wat herpakt. Verschillende facties: Zuidelijken, zwarte Noordelijken, de reuzen en twee vijandelijke Indianenstammen, staan elkaar in een perfect getekend duister woud naar het leven. Veel actie, net genoeg diepgang en één of twee verrassende twists trokken ons zodanig over de streep dat we nu zelfs uitkijken naar het volgende (afsluitende) deel.
West Fantasy 2 – De doodgraver, de elf & de marshal (Standaard uitgeverij): Het eerste deel van deze reeks moest als introductie dienen en kwam wat traag op gang. Nu de personages zijn voorgesteld en de krijtlijnen uitgetekend zijn is het tijd voor wat actie. Het opzet van de reeks: een mix van western en fantasy, blijft goed gevonden en ook de tekeningen zijn van hoge kwaliteit. Voor liefhebbers van pulpy cheesecake is er een oorspronkelijke, inheemse, Amerikaanse die de helft van het boek topless rondhost en zelfs scenarist Istin lijkt zich wat in te houden wat zijn handelsmerk betreft: de grote lappen tekst zijn dun gezaaid. Een aangenaam tussendoortje!
De ridder 5 – AI, AI, Caramba (Oogachtend): Na het door ons gelezen en goedgekeurde lange verhaal van De ridder krijgen we in dit album nog een deel overschotjes van de gagreeks. Met slechts 32 pagina’s (waarvan een beetje vulling), klokt het album af op “vrij dun”, maar gelukkig is ongeveer elke gag z’n geld waard. Frodo De Decker weet na honderden grappen perfect wat hij doet en laat de middeleeuwen vrolijk clashen met moderne besognes en popcultuur. Dit album bevat enkele van de beste De ridder strookjes die we al lazen en is een mooie kroon op zijn korte werk. We kijken daardoor nog meer uit naar het volgende lange avontuur.
De klaagzang van de verloren gewesten 4.4 – Lady O’Mara (Dargaud): Na een iets te zweverige verhaallijn in de cyclus De heksen concentreert scenarist Dufaux zich, samen met meestertekenaar Paul Teng, zich weer op de oorsprong van de reeks: middeleeuwse Engelse, Schotse, Welshe en Ierse mythologie. Het verhaal is iets meer gegrond in de realiteit en leunt daardoor meer op plot en personages dan op fantasy spektakel. Iets wat we altijd meer kunnen smaken dan poëtisch gedartel of bloederige slachtpartijen et al. Bovendien rondt Dufaux het verhaal af met een extreem spannende cliffhanger, iets wat niet zo vaak gebeurt in traag verschijnende Europese strips. Dat maakt dat het volgende deel niet snel genoeg kan verschijnen.
De queeste 2 – De visserskoning (Le Lombard): Tweede deel van de moderne hervertelling van de saga van de ridders van de ronde tafel voor de jongere lezer. Een prachtig geschreven verhaal, vol oprechte emoties en bakken vol actie, dat minutieus verweven wordt met maatschappelijke hete hangijzers. De personages hebben het hart op de juiste plaats, wat altijd een plus is in deze donkere tijden. Wauter Mannaert zet alles met heel veel zwier op papier en maakt het plaatje af. Aanrader voor uw spruiten.
De magnifieke Monet 2 – Giverny (Oogachtend): Wanneer stripmakers biografieën maken dan moeten ze heel hard hun best doen om de pagina’s niet te overladen met een zondvloed aan teksten en feiten. Luc Cromheecke pakt zijn serie over Monet anders aan: die is namelijk tekstloos. Het dagelijkse leven van Monet kabbelt aan ons voorbij, doorspekt met slapstick en een beetje melancholie. De tekeningen van Cromheecke zijn van topniveau en de prachtige inkleuring emuleert de zachte tonen van het subject van de strip zelve. Af en toe serveert Cromheecke een rustpunt met spreads over twee pagina’s die allemaal om in te kaderen zijn. Wanneer je aan het einde van het boek bent en bijna het gevoel hebt een fictieve gagstrip gelezen te hebben volgt een bondig, maar verhelderend dossier dat de fictie aan de realiteit linkt. Wat kunst? Wel: dit boek.
Suske en Wiske 377 – De stenen samoerai (Standaard uitgeverij): In deze nieuwe Suske en Wiske strip bevinden we ons stante pede in het jaar 1600. Geen gedoe met teletijdmachines en zo meer. Dit soort Sus en Wis verhalen behoren tot onze favorieten. De onderlinge relaties van de personages worden een beetje door elkaar geschud (zo is Jerom bijvoorbeeld geen goede vriend maar een net ontmoette bondgenoot) Vrij van de ketenen van de continuïteit en van het (misschien intussen té) vertrouwde stramien kunnen onze helden avonturen beleven die iets origineler zijn dan anders. In dit album leren we de Japanse samoerai-cultuur beter kennen, wat voor een extra scheutje exotisme zorgt. Goede aflevering!
Een zoo vol verdwenen dieren 5 – Dossier dierensmokkel (Standaard uitgeverij): Het vijfde deel van de meest met weetjes gestoffeerde gagreeks in de Lage Landen. Het thema voor deze aflevering is dit keer dierensmokkel, maar dieren zijn niet het enige wat gesmokkeld wordt! De makers smokkelen immers ook massa’s culturele weetjes de strip binnen (Dankuwel, wij zijn beschikbaar voor eindejaarsconferences) Die weetjes worden in de gags zelf verwerkt, maar bovendien ook nog eens in steekkaarten met info die de hele strip door verschijnen en in het boeiende dossier achteraan. Bovendien zijn de gags nog eens grappig en goed getekend ook. Onze dertienjarige zoon heeft meer dan een uur met zijn neus in dit album gezeten. Dat is pas waar voor je geld!
Feminists in progress (Nijgh & Van Ditmar): Alles aan dit boek, tot de pastelkleuren toe, is er op gemaakt om de doorsnee vijftigjarige witte woke hater een hartaanval te bezorgen. Alleen al daarvoor vinden we dit boek, met duivels genoegen, fantastisch. Het boek zelf is een anekdotische geschiedenis van de onderdrukking van de vrouw, maar laat niet na om ook onbeschaamd positief te zijn. Soms grappig, soms (onvermijdelijk) belerend, maar steeds interessant. Een boek als dit zou verplichte kost moeten zijn op alle scholen! (Prijsvraag: hoeveel ambulances werden na onze afsluitende zin besteld?)
Raven III – Furies (Dargaud): We zijn al zo’n dertig jaar fan van de tekeningen van Mathieu Lauffray. Spijtig dan dat zijn schrijfwerk, zelf geruggensteund door een scenarist, heel wat minder is. Dit laatste deel van een piratenverhaal had men nochtans heel makkelijk perfect kunnen afsluiten. De actie, het avontuur en de tekeningen zijn immers van topniveau. Spijtig genoeg konden de auteurs zich niet inhouden om de personages (karamellen)filosofische en poëtisch bedoelde monologen in de mond te leggen. Wat een teleurstelling. Bij het lezen van de korte inhoud steeg onze verbazing bovendien zin na zin omdat we ons afvroegen wie dit koeterwaals had laten passeren. Toen we plots een passage lazen die nog volledig in de Franse taal was opgesteld beseften we dat niemand, zelfs de vertaler of een redacteur, deze tekst had nagelezen. We willen niet met de vinger wijzen, wie weet worden de werkgevers zo weinig betaald dat ze onder een grote werkdruk lijden of heeft een stagiair deze tekst vertaald, maar van een boek dat 20 euro kost verwachten we toch iets meer.
Vesper 4 – Eeuwige wals (Dargaud): Vesper is helaas in hetzelfde bedje ziek als Raven. De reeks, geschreven door stertekenaar Jérémy, kende een wankel begin, trok dat recht met deel 2 en 3, maar zakt in het afsluitende deel als een te zware pudding volledig in elkaar. Jérémy verwart het bedenken van lekker gekke fantasy namen met karakterontwikkeling en als we in een vierde boek ook nog eens een halve roman aan ontstaansgeschiedenis van de kwade krachten en dies meer moet lezen haken we af. Elk weldenkend mens die vijf seconden nadenkt over de plot van deze strip beseft dat men Jérémy beter wat ingetoomd had. Gelukkig zijn de tekeningen, zoals eerder gestipuleerd, wel fantastisch.
Milo 3 – Starstruck (Standaard uitgeverij): Kosmos, de showbizzschool waar Milo les volgt, staat volledig op stelten. De bekende Spaanse zanger Iglesio komt lesgeven. Iedereen is compleet starstruck! Het hoofd van de meisjes slaat op hol. Iedereen wil een selfie of een handtekening. Misschien bekijken we dit te serieus, maar het compleet idiote gedrag en de onnadenkende verheerlijking van bekende personen is iets wat wij net graag zouden ontkracht zien worden in strips voor ons gebroed, niet hersenloos bevestigd.
De ruiterlijke confessies van Dragon Dragon 3 – Italië, 1796 (Le Lombard): Met extreem veel spijt in het hart openden wij dit afsluitende deel van de avonturen van de beste antiheld van de laatste jaren: Dragon Dragon. De avonturen van de egoïstische, achterbakse, ijdele en botergeile Dragon stellen ook in dit deel niet teleur. Dragon begeeft zich tijdens deze aflevering in de invloedssfeer van Napoleon zelve en tracht diens Josephine het hof te maken. Simon Spruyt zet het scenario van Juncker meesterlijk op papier en levert een perfecte mix van slapstick en historische accuratesse. Het boek krijgt bovendien een bevredigende epiloog waardoor we ons desondanks verheugden dat deze reeks niet uitgemolken wordt, maar in de plaats daarvan steeds zal blijven bestaan als een perfecte trilogie. Machtig!
De rode ridder 285 – De ijzeren triade (Standaard uitgeverij): Bij het zien van de cover van deze nieuwe Rode ridder strip vreesden we het ergste. Het leek alsof de makers alle remmen los zouden gooien en Johan (De rode ridder) het zouden laten opnemen tegen aliens uit de jaren 1980. Het verhaal zelf heeft daar echter bitter weinig mee te maken en scenarist Van Gucht en tekenaar Bono (geen relatie) komen op de proppen met een spannend en gebalanceerd verhaal waar zelfs een klein veegje maatschappelijke kritiek in vervat zit. Puike aflevering!
Op zoek naar de tijdvogel 8 – Omegon (Dargaud): Kijk: zo doe je dus goede fantasy! Oké, de rare namen en vreemde rassen zijn aanwezig, dat moet, maar de kern van dit boek zijn de conflicten en interacties tussen de verschillende personages. Het einde van het boek is adembenemend goed en belicht een moreel dilemma dat grote gevolgen heeft voor de personages. Nadien nemen de makers uitgebreid de tijd om een lange epiloog aan het verhaal te breien die mooi de brug slaat naar de eerste cyclus van Op zoek naar de tijdvogel. Klasse!
Goud waard (Oogachtend): Het debuut van Va Béné gaat over Johan, een oude man en Giovanni, zijn goudvis. Johan wordt geconfronteerd met het heengaan van vele oude kameraden, terwijl Giovanni ervan droomt om naar de zee te gaan en vrij te zijn. Er zit niet echt een plot in dit sympathieke boekje, de scènes vlijen zich als slices of life tegen elkaar aan. Va zet alles kleurrijk en kwetsbaar op papier met potlood en waterverf. Een mooi en ontroerend debuut, dat vooral het groeipotentieel van Va Béné toont.