Kort van stof

Kort van stof: september 2025

Vervelen wij ons wel eens, vraagt u zich misschien af. Nou nee, niet bepaald, getuige de enorme bult strips die wij weer voor onze kiezen kregen de afgelopen maand. Soms zozo, vaak jaja, een enkele keer jubelden we in meer lettergrepen. U leest het allemaal, in weer een nieuwe aflevering van de vaak gekopieerde, maar nooit geëvenaarde succesformule Kort van Stof. In sneltreinvaart, en met veel ziel en zaligheid. 

Animal Jack 7 – Avonturen in overvloed (Dupuis): Animal Jack is een jongen die zich kan veranderen in elk dier ter wereld. Een vlotte strip voor beginnende en daardoor minder vlotte lezers die door onze zoon telkenmale op gejuich wordt onthaald. In dit zevende deel worden korte verhalen gebundeld, meestal rond het thema feestdagen. U weet wel: Halloween en Kerstmis en van die dingen. De verhaaltjes worden geflankeerd door extra content zoals daar zijn: tekenlesjes een quiz en “Hoe bouw je een vleermuizenhotel.” Leuke toevoegingen, maar het bordje met: “Was uw handdoeken niet te veel want wij zijn gierig, onder het mom van milieubewustzijn.” om in het vleermuizenhotel op te hangen, moesten we wel zelf maken.

Milo 5 – Puppy love (Standaard uitgeverij): Het is al te makkelijk dit soort strips, gebaseerd op een telenovelle nota bene, de grond in te boren. Als men de verwachtingen gelijkstelt met de realiteit hoeft deze Milo echter geen mislukking te zijn. Het verhaal, dat dierenleed en opvangcentra belicht, heeft bijvoorbeeld het hart op de juiste plaats en de vlotte en aantrekkelijke tekeningen van Van Bael fleuren de boel wel degelijk op. Dat dialogen en plot flinterdun en zwaar emo zijn, kunnen we met wat goede wil en mildheid toeschrijven aan het format.

De helden van Amoras 1 – Doodvonnis (Standaard uitgeverij): De kronieken van Amoras waren te verwarrend voor de doorsnee striplezer. De verhalen liepen twee en soms wel drie albums door, focusten te veel op nevenpersonages en hadden amper meer diepgang dan een soepbord. De uitgeverij liep bovendien zakken vol geld mis. Daarom is er nu de herlancering van ongeveer hetzelfde concept: de Suske en Wiske uit de Amorasreeks beleven avonturen van één album lang met de spotlight stevig op dat duo gericht. Alle gekheid op een stokje: Marc Legendre weet in zijn laatste album (want hij wordt opgevolgd door Kristof Berte) een geslaagd en soms zelfs heel spannende thriller te schrijven met martelcontainers en gestolen drugs. Cambré is Cambré en tekent, geruggensteund door getalenteerde assistenten, als een beest. Prachtige strip dus.

BFF’s 16 – Met speels gemak (Standaard uitgeverij): BFF’s is een brave strip over brave tienermeiden. Geloof ons, we hebben er eentje van veertien winters jong zomaar los rondlopen en die lijkt in niets op de preppy meiden uit deze strip. Strips zijn natuurlijk pure fantasy, elfen bestaan ook niet écht, en als ideaalbeeld kan BFF’s wel tellen. Een reeks met goed getekende en onderhoudende gags die ons geliefde tienerengeltje tonen hoe het ook kan. Fikkie kan op z’n kin kloppen, geef mijn portie maar aan onze tienerdochter.

Echo (Menlu): Nu zeggen we eens eerlijk dat we niet zo van de tekstloze strips zijn, maar wat Remco Schoppert hier uit zijn pen tovert, in zijn debuut, is toch wel van zo’n orde dat we meteen meer tekstloosheid in ons leven willen toelaten. In Echo ‘vertelt’ hij het verhaal van een zonderlinge figuur die aanspoelt, die wordt herkend door een naast familielid. Wat volgt is een pijnlijk verhaal over de strijd van een eenling tegen de vooruitgang – een gevecht dat alles en iedereen meesleurt. Fabelachtig mooi uitgewerkt, prachtig filmisch in beeld gebracht en ook nog eens een verhaal dat een aantal heel zinnige thema’s aansnijdt. Uiteraard haalt de lezer dat allemaal zelf uit de strip, maar geloof ons: als er een tekstloos verhaal moet worden verteld, dan is het Echo. Wij waren er stil van. Een absolute aanrader, die gerust twee keer gelezen mag worden. 

Een zoo vol verdwenen dieren 6 (Standaard uitgeverij): De uitgever noemt de zoo uit deze strip “de beroemdste zoo uit de stripwereld” en dat is deze keer waarschijnlijk niet eens een hyperbool. In dit zesde deel werd niets aan de formule veranderd. Als het niet kapot is hoef je het uiteraard niet te herstellen. Een album propvol gags met een hoge dosis dierenliefde en heel wat weetjes, aangevuld met een interessant dossier over wetenschappelijk onderzoek. Klasse.

Dino Warriors 1 (Standaard uitgeverij): Dankzij de reclamecampagne voor deze strip waren we al énorm bevooroordeeld. In negatieve zin welteverstaan. De redenen daarvoor? Een strip van de hand van een “wereldberoemde DJ” terwijl er een hele hoop echt goede stripmakers moeten zwoegen om aan de bak te komen. Erik Van Looy die, ofwel onwetend, ofwel wetend en cynisch aan zijn portefeuille denkend, verkondigt dat de strip over een uniek en origineel concept beschikt terwijl dino’s of antropomorfe reptielen als superhelden al minstens 1000 keer gedaan werd. (De gelijkenissen met bijvoorbeeld de Turtles liggen voor de hand. In plaats van naar Oude Meesters zijn deze Dino’s naar bekende Oude Grieken genoemd.) De strip is uiteindelijk geschreven door Erik Burnham, geen slechte Amerikaanse scenarist. De strip zelf bleek uiteindelijk niet slecht. Dat kunnen we op het conto schrijven van de echte makers. Er zit vaart in, het verhaal is oké en de tekeningen doen niet onder voor de gemiddelde comic. De tijd zal uitwijzen hoe en waarom deze strip slaagt of flopt.

Godspeed 1 (Silvester): Het zijn de jaren 30 en Lloyd is een jonge piloot die de kans krijgt om voor een rijke firma te vliegen. Op een dronken avond gaat zijn baas een weddenschap aan met een andere miljonair dat “zijn piloot” sneller is dan die van zijn concurrent. Tijd voor Lloyd om zich te bewijzen. Silvester is van plan deze reeks uit te geven als twee hardcovers, maar geeft ze eerst uit in vier deeltjes op comic-formaat (wél met mooier papier en een meer stevige cover dan de doorsnee comic). Daardoor leest dit deeltje vooral als het klaarzetten van het spelbord. Maar wat een spelbord is dit! De tekeningen van Hugault zijn fantastisch en de actie spat ervan af. Het comic-formaat is eveneens een geslaagde zet omdat alles aan dit boekje “jaren-30-comic” uitademt, van design over typografie tot zelfs de reclame erin toe. Wel spijtig dat Silvester in elk boek een slordige stempel zet met daarop “Pers Exemplaar – Niet voor verkoop”. Zo krijgen de stripwinkeliers de voorraad boekjes uiteraard maar moeilijk verkocht.

Morgen Akte 4 (Silvester): In de eerste drie delen van Morgen leerden we twee werelden kennen: een apocalyptische woestenij en een soort kwezelig jaren 50 dorp. In dit deel concentreren de makers zich op de apocalyptische wereld en wordt in een vrij voor de hand liggende ontknoping de relatie tussen beiden onthuld. Veel toevalligheden die de plot moeten overeind houden en scènes die lukraak aan elkaar genaaid lijken. Morgen is nog steeds goede sciencefiction, maar wel middelmatig als je weet dat de makers Leo en Rodolphe heten.

De spion van Caesar 3 – De Rubican (Daedalus): Deze reeks met Coax, een barbaar in dienst van Caesar die fungeert als spion, in de hoofdrol begon goed. Het eerste en tweede deel kon, ondanks de weinig aantrekkelijke, té digitaal aandoende, tekeningen op onze goedkeuring rekenen. Spijtig genoeg houden de makers het niveau niet vol tot aan het einde. Dit derde deel bindt alle losse eindjes aan elkaar, maar komt een beetje over als een gedwongen nummertje, gespeend van enige karakterontwikkeling of plotwending. Nee, het is rammen geblazen. Dat kan even leuk zijn, en dat is het ook in deze strip, maar delen één en twee waren beter.

Nostromo (Daedalus): Laten we beginnen met het grootste pluspunt van deze strip: de prachtige tekeningen, waterverf als we ons niet vergissen, zijn een streling voor het oog en tonen het meesterschap en de vrijheid die stripmaker Hermann nu al een tijdje kwijt is. Het verhaal, een bewerking van de roman van Joseph Conrad, is echter een zootje. Heel veel personages en dialogen die soms vrijwel onbegrijpelijk zijn, maken het heel moeilijk om een touw aan deze strip vast te knopen. Dat ligt waarschijnlijk voor een groot deel aan de auteur, maar ook de vertaler laat steken vallen. Een voorbeeldje: de leider van een mijnoperatie zegt op een feest dat hij “vrijaf moet nemen”. Wij denken dan dat hij vakantie vraagt. Later blijkt echter dat hij recht naar de mijn gaat om te werken en maken we uit de context op dat hij bedoelde dat hij het feest wou verlaten om te gaan werken. Dat soort verwarring maakt de lezing er natuurlijk niet makkelijker op.

Donjon Zenit 9 – Tranen en nevel (Silvester): Een nieuw deeltje van Donjon is altijd reden voor een klein feestje hier ten huize Van Stichelen en zeker als het er eentje uit hoofdreeks Donjon Zenit is. De zoon van Herbert en Isis werd geboren. Isis wil dat de baby een traditioneel Kosjaks ritueel ondergaat. Allemaal goed en wel, ware het niet dat een kind tijdens zo’n ritueel weinig overlevingskansen heeft. Herbert beslist uiteindelijk om met de jongen te vluchten. Boulet, Sfar en Trondheim komen op de proppen met een perfecte plot, prachtige tekeningen en heel veel humor, maar duwen het boek pas echt de hoogte in met een vleugje melancholie en oprechte emoties. Deze fantasy-reeks slaagt er vaak beter in de hartspier te raken dan menig gezwollen grèfik novl.

Pin-up Wings VI (Silvester): We kunnen deze recensie kort houden, zelfs voor een Kort van Stof recensie. Romain Hugault is een meester in het tekenen van technisch correcte vliegtuigen en anatomisch aantrekkelijke vrouwen. Wanneer hij die twee combineert in een boek vol pin-ups dan heeft elk rechtgeaard liefhebber geen zetje naar de winkel meer nodig. Hoewel de cheesecake strong is in this one, behandelt Hugault zijn personages met respect. Hij tekent geen bimbo’s, maar vrouwen met pit, al zou een man in adamskostuum hier en daar het boek toch iets meer bij en van zijn tijd maken. Maar, Wallah!, dat is detailkritiek.

Sherlock Holmes Versus Arsène Lupin 1 – Het eeuwige leven (Le Lombard): We zijn enorme fans van Sherlock Holmes en vooral van de vernuftige deducties die de man uit zijn met cocaïne besmeurde mouwen schudt. Nu Sir Arthur Conan Doyles’ figuur zich op het dunne ijs van het publieke domein waagde, mag ineens zomaar iedereen met de beroemde detective aan de slag. In dit boek neemt de Sher het op tegen een andere boeiende historische gentleman: de dief Arsène Lupin. Op zich is dit een album waar je je een half uurtje onledig mee kan houden. Tekeningen en plot zijn entertainend genoeg. Het loopt echter fout waar het de laatste tijd zoveel fout loopt in strips: als de scenarist minder intelligent is dan zijn hoofdfiguur worden diens theorieën ongeloofwaardig. De deducties van Sherlock lijken in dit album uit de lucht gegrepen. Terwijl we van Sherlock toch gewend dat zijn theorieën even waterdicht zijn als de anus van een eend. Bovendien rammelt de vertaling hier en daar, wat ons ook uit het verhaal sleurde. Wanneer Sherlock op de tweede pagina een zeer onnatuurlijk “Jij begrijpt me toch echt!” (met een foutief gebruik van het woord “toch”) liet ontsnappen werd ons leesplezier al meteen op een lager pitje gezet.

De helden van Amoras – Mediacampagne (Standaard uitgeverij): Op het eerste deel van De helden van Amoras zagen we Suske en Wiske innig kussend op de cover. Standaard uitgeverij liet niet na de fans op de hoogte te brengen van het feit dat dit tegen de wil van Willy Vandersteens intellectuele testament voor de reeks zou indruisen en dat dat bovendien voor heel wat heisa zou kunnen zorgen. Los van het feit dat Standaard de lemma’s “geen drugs” en “geen al te sexy toestanden” in dat (onbestaande, hoorden wij ergens) testament zelf omzeilde door te stellen dat de Amoras Suske en Wiske niet de échte Suske en Wiske zijn en dus alles gepermitteerd is, zorgde hun aankondiging voor heisa bij een bezwaarlijk omvangrijk te noemen kliekje vocale fans op het internet. In allerhande media ter Belgenlande, zelfs tot op het VTM-nieuws toe, was er sprake van heisa, terwijl elk weldenkend mens echter thuis een kopje thee dronk en aan de aankomende herfst dacht. Wij vragen ons af hoe die media op de hoogte raakten van die zogezegde heisa. Zou het kunnen dat de mensen die garen zouden spinnen bij zoveel mogelijk media-aandacht de media in het oor fluisterden dat er überhaupt heisa was? Als dat zo is dan kondigen wij nu al aan dat deze aflevering van Kort van Stof tot oproer, opstanden en oprispingen allerhande zal zorgen. Wat we bovenal grappig vonden is dat er al van aan het begin in de aangekondigde korte inhoud van dit album stond dat het verhaal ging over TWEE JEUGDIGE CRIMINELEN DIE ZICH VERKLEDEN ALS SUSKE EN WISKE OM MISDADEN TE PLEGEN en dat niemand daar een logische conclusie uit kon of wilde trekken. Als extra bonus kusten die twee kopieën van Sus en Wis elkaar niet in het album. Als mediacampagne kunnen wij deze hele opzet alleszins heel geslaagd vinden. Dat er een hoop niet al te snuggere fans opgepookt werd vonden we wel nogal cynisch. Nog een geluk dat ze het Capitool niet bestormd hebben.

De vier van Baker Street Deel 10 – Het zwarte museum (Daedalus): De vier van Baker Street is één van onze favoriete reeksen van uitgeverij Daedalus. De avonturen van vier straatkinderen die een flexi-job uitoefenen voor Dhr. Sherlock Holmes zelve gaan er jaarlijks in als zoete koek. In dit tiende deel worden de vier, en vooral Tom, gechanteerd door de koning van de Londense bedelaars. Hij moet een brief van Jack The Ripper uit het archief van Scotland Yard gaan stelen. Hoewel het verhaal wat minder origineel is dan we doorgaans gewend zijn en de dialogen wat onlogischer en houteriger, blijven de tekeningen van enorm hoog niveau, wat maakt dat Het zwarte museum nog steeds bij de toppers van deze maand gerekend mag worden.

Haar 2 – Eén tegen allen (Standaard uitgeverij): Haar is een vreemd soort high school tienerdrama. Vreemd in die zin dat er achter alle overdreven emoties en suikerspinnen een goed verhaal zit. Elle worstelt met maar liefst zes persoonlijkheden die ze in zichzelf herbergt. Geef die maar eens te eten! Combineer dat met de emotionele wervelwind die de middelbare school is en u beseft dat de Gen-sters in het rond vliegen. Vooral de droomscènes waarin elke persoonlijkheid zich voortbeweegt/voorstelt en die telkens een ander genre belichamen zijn een prachtig uitgewerkt idee. De frisse tekenstijl is eveneens mooi meegenomen.

Saboteuses IV – Paradijs (Silvester): Winston Churchill richtte eigenhandig een geheime dienst op om het leven van Nazi’s in WO II zuur te maken. Eigen schuld, dikke bult, zouden we zo zeggen. In deze geheime dienst werden ook vrouwen opgenomen die vaak de vuilste werkjes mochten opknappen. Gebruik uw verbeelding en veel zal u duidelijk worden. Saboteuses volgt de exploten van deze veelal onbezongen vrouwen en doet dat met respect, vaart en prachtige tekeningen van Dhr. Du Caju. Van alle reeksen die deze laatste al op zijn conto tekende, heeft deze het meeste schwung en hart.

Man van het jaar 1687 – De cipier van de man met het ijzeren masker (Daedalus): De oneshots in deze reeks zijn, hoe kan het ook anders, hit or miss. We lazen al heel wat verhalen rond de man met het ijzeren masker en zelfs het originele “De drie musketiers” van Alexander Dumas en we moeten zeggen dat deze strip één van de beste mixen van de bekende ingrediënten bevat. De intrige is er één om duimen en vingers (en misschien ook nog wat tenen) bij af te likken en de soms impressionistisch aandoende lichtbronnen en achtergronden deden ons kirren van plezier. Aanrader!

De naamloze vogel (Oogachtend): Ben Gijsemans, (Hubert, Aaron, De kerkgangers, de tooghangers) is een tekentalent par excellence. In dit kleine kijkboekje waagt hij zich aan kleurrijke collages die hij afwisselt met contrasterende mathematische en tweedimensionale scènes in zwart-wit. Hij wil daar één en ander mee zeggen, maar de interpretatie daarvan laat ik liever aan u over. Dit boekje is vooral een prachtig spel met het stripmedium en hoe je dat kan gebruiken om betekenis over te brengen. Wie openstaat voor zelf nadenken en wat grafische experimenten zal zich aan dit boekje geen buil vallen.

Zijn geur na de regen (Le Lombard): Cédric is een alpinist die wat verloren loopt in het moderne leven. Ubac, een Berner Sennenpuppy, wordt zijn onafscheidelijke compagnon. De strip volgt de exploten van de twee en kent niet echt een duidelijke lijn. Cédric en Ubac meanderen door het leven en lopen af en toe tegen een flard poëzie of filosofie aan. Dit alles wordt mooi in beeld gezet door Munuera. Dat het verhaal niet rechtlijnig is, komt niet als een verrassing, aangezien deze strip gebaseerd is op een autobiografie. Het echte leven laat zich niet kneden tot een mooi afgelijnd beeld. We schreven ooit dat we stripbewerkingen van verhalen uit andere media lui vonden en een beetje beu waren. Als het bewerkte verhaal echter onbekend is en een openbaring in majestueuze beelden blijkt dan hebben wij minder tot geen bezwaar.

Malefosse 20 – Quartus (Daedalus): In dit twintigste deel van Malefosse slagen de makers er nog steeds in om een interessante strip af te leveren. Onze helden komen midden in een complot van Manus Dei terecht. Die willen het buitenechtelijk kind van de koning ontvoeren om zo druk te zetten op de vorst. Eén van de troeven van Malefosse zijn de nevenpersonages met veel body en ook in deze aflevering is het smullen geblazen (De beul en zijn moeder!) Een ouderwets goede strip over de middeleeuwen.

Dwergen 25 – Volgrir van het schild (Daedalus): Toen Volgrir nog een jongen was voltrok zich een ramp in zijn dorp. Een vreemde mist verspreidde zich over de streek waarna een bloedbad slechts enkele overlevenden achterliet. Die overlevenden hebben nu de keuze om zich te verstoppen of in de aanval te gaan. U kunt vast wel raden welke van die twee opties de motor van dit verhaal vormt. Atypisch voor dit soort fantasy strips is dat men zich hier terughoudend opstelt met tekstzware kaders. Dat komt deze strip en de actie enkel ten goede. Prachtige tekeningen, veel vaart, goed uitgewerkte personages en een eerder copieus aantal pagina’s: dik in orde!

Coral en de duivel (Dargaud): Praag, voor WO II. Coral, een tienermeisje dat thuis wegliep om bij het circus te gaan, wordt continu vergezeld door de duivel. De twee kennen elkaar al zo lang dat ze, hoewel ze strijden om haar ziel, vrij gemoedelijk met elkaar omgaan. Die relatie maakt deze strip een absolute topper. Homs weeft een intrige die doet denken aan Hellblazer, voor wie die steengoede reeks kent, en laat de personages nogal veel palaveren om voornoemd intrige te verduidelijken. Hij slaagt er echter in om net aan deze kant van overexpositie te blijven. Zijn tekeningen zijn de kers op de taart en zijn van een zeldzaam hoog niveau. Wanneer hij demonen en de hel tekent schakelt hij nog een tandje hoger en is het helemaal genieten geblazen. Lees hier een andere, uitgebreide recensie. 

Bloedkoninginnen: Johanna 3 – De boosaardige koningin (Daedalus): Johanna van Bourgondië, bijgenaamd de Lamme, bewijst in deze trilogie dat lamme mensen niet moeten onderdoen voor meer behepte stripfiguren, beginnend met “Johan”, zoals Johan (De Rode Ridder). We durven wel te zeggen dat haar verhaal, een tikkeltje overdreven, maar toch nog gebaseerd op waargebeurde feiten, minstens tien keer interessanter is dan dat van menig koene ridder. We waren al fan van deel 1 en 2 (Die tekeningen! Dat politieke gekonkel!) en het afsluitende deel 3 stelt niet teleur. Eén van de betere reeksen uit de stal der Bloedkoninginnen.

De reuzen 7 – Moon (Diedeldus/Daedalus): In de conceptreeks Reuzen ontdekken kinderen uit verschillende culturen hun band met een gigantische elementale reus met fantastische krachten. Samen moeten ze de wereld beschermen. De formule is intussen bekend en ook dit boek borduurt verder op die goede invalshoek. Een vlot en spannend verhaal voor de jongere striplezers onder ons met genoeg fantastische elementen om de boel boeiend te houden. Toch weten de makers ons ook deze keer te verrassen door van hoofdpersonage Moon een Noord-Koreaanse te maken. Niet meteen het meest voor de hand liggende land voor een frisse kinderstrip maar daarom des te belangrijker. Een kind leert zo (ongemerkt, ha!) nog eens iets bij het lezen van een strip.

Woestijngoud (Le Lombard): Een nieuwe noir thriller in de wereld van De slang en de coyote, daar zeggen wij geen neen tegen. In ieder geval niet in eerste instantie. Wie hoopt het hoofdpersonage uit dat eerste boek terug te zien komt van een kale reis terug: we zien hem alleen eventjes op het einde. Wat de boeken delen is de setting, New Mexico 1970, en de prachtige tekeningen van Xavier. Schrijver Matz laat echter dezelfde steken vallen die hij meestal uit zijn knuistjes laat glippen: zijn personages zijn bijna allemaal oerdom. Het is heel moeilijk om een thriller te schrijven met slimme mensen in de hoofdrol omdat de plot dan ook heel ingenieus in elkaar moet zitten. Matz verkiest (of kan niet anders?) om personages te schrijven die de ene stommiteit na de andere begaan zodat er toch maar genoeg geweld en gedoe op het voorplan komen. Spijtig eigenlijk. Stel u eens voor wat een beter scenarist voor Xavier zou kunnen schrijven. Lees hier een andere, uitgebreide recensie. 

Hondskop 3 (Standaard uitgeverij): De eerste twee delen van Hondskop vormden een min of meer afgerond verhaal over jonge ridders en toernooien. Wij waren al enorm onder de indruk van dit ridderverhaal, maar dan verteld zoals een manga, en dit derde deel is nog beter dan zijn voorgangers. De cast is intussen aangegroeid tot vijf hoofdpersonages. Hun interacties en motivaties zijn, stuk voor stuk spannend en geloofwaardig en de geheimen die ze bijna allemaal met zich meedragen zijn vaak verrassend. Dit is wat we bedoelen als we het over goede verhalen hebben. De personages en hun emoties staan op de voorgrond en de plot en intriges vloeien daaruit voort. Bovendien reikt de tekenpen van Toulhoat naar het goddelijke met de prachtige lijnen die zij voortbrengt. Iedereen die deze reeks niet in de collectie heeft, weet niet wat “hij/zij/ik zeg het liever niet” mist, maar (en nu komt de twist!) nadat u dit las weet u het wel natuurlijk. Vort, naar de stripwinkel!

Minefriends 1 – Een cocktail van watermeloen en creepers (Silvester): We zijn al vanaf het begin fan van Frigiel en z’n vrienden die in de wereld van Minecraft doldwaze avonturen beleven. Nu is er deze spin-off met één-paginagrappen. Die kunnen we absoluut geslaagd noemen. De grappen leunen hevig op de karakters van de personages en de wereld van Minecraft en zijn daardoor des te origineler. De pointes komen af en toe voort uit de taal. Het moet niet makkelijk geweest zijn deze goed naar het Nederlands te vertalen. Een pluim dus voor de vertaler en/of de redactie.

De Legendariërs: Kronieken van Darkhell 3 – Het oordeel van de schaduwen (Silvester): In de kronieken van Darkhell passen de makers een intussen niet langer verrassend, maar eerder beproefd scenario-technisch trucje toe: het is ineens vijf jaar later dan op het einde van het laatste deel. Ze voeren dat trucje uit met hele emmers verve want het blijft spannend tot op de laatste pagina wie van de personages nu juist waar is en waarom. Dit soort strips is uiteraard niet voor iedereen, maar fans kunnen op beide oren slapen: keigoede aflevering!

De Legendariërs: Missies 3 – Het lotusregister (Silvester): Van alle kinderstrips die bepaalde maanden de revue passeren zijn die rond de Legendariërs bij de meest geslaagde te tellen. Cynici zouden kunnen zeggen dat ze plat commerciële uitmelking van populaire figuren zijn en ze zouden daar niet helemaal mis in zijn. Als ze echter op een kwaliteitsvolle manier uitgemolken worden dan kunnen we daar niet veel tegen inbrengen. Onze kinderen krijgen niet genoeg van de flitsende, grappige en bovendien van een goed moreel kompas voorziene hoofdpersonages en hun kinetische avonturen. Kus van de juf en bank vooruit dus. Alleen jammer van de stempel in het boek: “Pers-Exemplaar – Niet voor verkoop”. Daardoor moest papa aan z’n kinderen uitleggen dat hij een loser is die zijn weekends opoffert om uit liefde voor het medium gratis reclame te maken voor een uitgeverij, die niet wil dat hij die ene strip (die hij niet weggeeft uit puur enthousiasme) verkoopt, om zo zijn gezin toch eenmaal per week chocopasta op de boterham te gunnen.

De Kiekeboes 166 – Systeem Trash (Standaard uitgeverij): De vorige aflevering van De Kiekeboes nieuwe auteurs V 2.0 kon ons nog niet helemaal bekoren. Waarschijnlijk omdat de slechte smaak van het cancelen van de échte vernieuwing die vooraf ging aan deze druk op de resetknop nog in onze mond hing. We hebben Systeem Trash echter niet tegen onze zin gelezen. Het verhaal, de grappen en de dialogen zijn echt wel helemaal Merho, tot de personages die zonder elkanders medeweten toevallig allemaal in hetzelfde land terechtkomen toe. Het zijn echter de tekeningen van Cambré die ons over de streep trokken en ons het gevoel gaven dat er ons toch iets nieuws werd voorgeschoteld.

Het dagboek van Cerise 6 – Cerise en Valentijn (Silvester): De gimmick van deze reeks, of de unique selling point zo u wil, is dat de strip meer bestaat uit dagboeknotities met tekeningen dan uit strippagina’s. Hoewel de jonge Cerise ongeloofwaardig goed schrijft, bijna als een jonge Salman Rushdie, met moeilijke woorden en tal van bijzinnen, is deze vondst best wel verfrissend. De strip is eerder een warm bad van positieve gevoelens dan een spannend verhaal, maar God weet dat we nood hebben aan dat soort baden. Mooie strip voor mensen die ook mooi willen zijn, van binnen dan.

De wolf in zijn onderbroek (Silvester): In het dierenbos is een hele economie ontstaan rond angst. (Vanwaar kennen we dat nog? Is ieders overlevingsbox met noodrantsoenen, opwindbare radio en watervaste lucifers voor wanneer de Russen aanvallen nog up to date?) In het dierenbos richt die angst zich eerder op de wolf. Wanneer blijkt dat die carnivoor best wel een aardige peer is moeten de dieren zich bezinnen en hun kijk op het leven bijstellen. Een boek voor de jongsten onder ons met prachtige tekeningen en heel veel humor.

Hauteville House 21 – Uit de diepte (Silvester): Al 21 albums lang weet Hauteville House ons te laten kwispelen bij ieder nieuw album. Dat ligt in de eerste plaats aan de goede invalshoek: de geheime dienst van Napoleon III houdt zich bezig met onderzoek naar het occulte. Dit album handelt over contact met een geest (geen spoilers) waarop vonken van jewelste volgen. We zouden willen zeggen dat ons vrolijk wippend staartje in de tweede plaats aan de tekeningen ligt, maar die zijn eerder van het soort dat ze niet storen, maar dat ze ook niet echt heel veel toevoegen. Wel opvallend is de narratieve kracht waarmee die tekeningen het verhaal kristalhelder vertellen. Ook dat is een (negende?) kunst.

Suske en Wiske 380 – De correcte Krimson (Standaard uitgeverij): Na enkele mindere deeltjes krijgen we nu weer eens een Suske en Wiske grand cru. Krimson beslist in de politiek te gaan en doet dat à la Trump. Zelfs zijn haar en gezicht krijgen een make-over om de grote oranje Cheeto te evoceren. Intussen beslist ook Lambik om in de politiek te gaan, wat zich meteen leent tot heel wat grappige situaties rond zijn buitengewoon geproportioneerde ego. De plot kent enkele onverwachte wendingen en we hebben een paar keer geglimlacht. Mag het een beetje “Meer moet dat niet zijn” zijn?

Mobius 3 – De terugkeer van dode zielen (Silvester): Mobius is een sciencefictionreeks met een nogal ingewikkelde premisse. We trachten die toch kort uit de doeken te doen: Twee groeperingen bevechten elkaar in parallelle werelden waar je heen kan gaan door te sterven in de wereld waar je je nu bevindt. De lore die opgebouwd wordt door de makers is een knoeiboel van jewelste, mede omdat ze ook Bijbelse stuff en demonen in de mix gooien. Vreemd genoeg onttrekt dat niet aan het plezier van de strip. Die is als ’n rollercoaster: niet nadenken, gewoon genieten van de rit. De tekeningen van Kordey, één van de beste tekenaars van het moment, zijn fantastisch en in dit derde deel en afsluitende gooien de makers pas echt alle remmen los.

Het echte verhaal van de Far West 7 – Fort Alamo (Standaard uitgeverij): We vermoeden dat iedereen het verhaal van Fort Alamo min of meer kent: 150 Texanen, waaronder Jim Bowie en Davy Crockett verdedigden het fort op heldhaftige wijze tegen een veelvoud aan Mexicanen die Texas als hun land beschouwden. Laat het aan de Amerikanen over om één en ander te overdrijven en aan de Europeanen om dat klakkeloos over te nemen. Het lijkt wel de hedendaagse politiek! To the point: dit is zeker geen slechte strip. We leerden één en ander bij over een boeiende historische gebeurtenis en de tekeningen waren van dien aard dat ze een vlotte lezing niet in de weg zaten. Een aanrader voor de liefhebber van western- en historische strips.

De rode ridder 287 – De wraakcirkel (Standaard uitgeverij): Met spijt in het hart moeten we zeggen dat Johan (De Rode Ridder) aan kwaliteit aan het inboeten is. Dit nieuwe verhaal is daar een perfect voorbeeld van. In dit album sterft Merlijn opnieuw. Dat deed hij een album of 3, 4 geleden ook al eens en iedereen weet dat hij wel weer terug zal komen. De personages gedragen zich alsof ze doorweekte kartonnen dozen zijn, wachtend om opgehaald te worden door de vrachtwagen voor oud papier. Kati wil Johan (De Rode Ridder) iets heel geheimzinnigs vertellen. De makers doen alsof dat spannend is, maar ze is natuurlijk gewoon verliefd op Johan (De Rode Ridder.) Die laatste is vooral druk bezig met recht op het gevaar af te stappen en Kati staakt het luchten van haar hart, alsof ze niet tegelijkertijd kan wandelen en praten. De twee worden belaagd door een horde gif spuitende, insectachtige wezens, geel met zwarte strepen en met antennes op de kop. Johan (De Rode Ridder) merkt enkele pagina’s later slim op, alsof hij het warm water ontdekt, “zoals wespen dus”, wanneer hij de laatste hint krijgt dat de vijand “Vespaniden” heten. Gaap.

Uur U 25 – De witte ster (Silvester): Uur U, een reeks die interessante “wat als?” histories vertelt, is één van onze favoriete reeksen van Silvester. Als u weet dat dit nieuwe deeltje van uitzonderlijk niveau is, zelfs binnen de al magistrale reeks, dan weet u dat De witte ster een binnenkopper is. Het verhaal stelt de vraag: “Wat als de Titanic niet gezonken was.” Wat volgt is een vlotte vertelling waarin het levensverhaal van Maxime Waterson uit de doeken gedaan wordt. De knul bouwt een media-imperium op en, atypisch voor de reeks, we volgen zijn levensloop tot ver in de toekomst. Met leuke cameo’s van Hitler en Al Capone!

Arcana 6 – Bunker 73 (Silvester): Stargate is een Amerikaanse geheime dienst die occulte fenomenen bestrijdt (en gebruikt in de strijd met). Denk The X-Files maar dan gemengd met magie en tarotkaarten. In dit zesde deel is er trammelant in Irak wat nog een scheutje Indiana Jones aan de strip toevoegt. Degelijk tekenwerk, een vlot verhaal en onze lat die bij dit soort pulp iets minder hoog ligt, maken dit album een plezier om te lezen. Enkel spijtig van de stempel “Pers-Exemplaar – Niet voor verkoop”, die het boek ontsiert. Een recensent houdt immers ook van “onbeschadigde” strips in haar collectie. Aan de andere kant begrijpen we het wel. Het is alom bekend dat er in het verleden al talloze uitgeverijen failliet zijn gegaan, omdat er een klein percentage van de om en nabij 10 à 20 recensie-exemplaren die ze uitdeelden de weg vond naar de tweedehandsmarkt.