Uitgangspunt van het album De bloem in het atelier van Mondriaan is een foto van de Hongaarse fotograaf Andor Kertész, die in de jaren ‘20 van de vorige eeuw in Parijs bevriend raakte met de schilder Piet Mondriaan. De abstracte ideeën van Mondriaan probeerde Kertész te vangen in beeld. Zo maakte hij een beroemde foto van de brillen en pijp van Mondriaan. En ook een foto van het strakke interieur van Mondriaans studio, waarin alle geometrische lijnen slechts worden onderbroken door een eenzame kunstbloem in een klein vaasje. Het is die foto die de fantasie van scenarist Jean-Philippe Peyraud en tekenaar Antonio Lapone prikkelde. Wat deed die bloem daar?
De bloem in het atelier van Mondriaan is geen biografie van de schilder, die vooral nog herinnerd wordt door zijn doeken met rechte, zwarte lijnen en kleurvlakken met de primaire kleuren rood, geel en blauw. Wie meer wil weten over de schilder, kan beter Mondriaan, een betere wereld van Erik de Graaf lezen, dat vorig jaar verscheen bij uitgeverij Scratch. Peyraud en Lapone hebben een geromantiseerd verhaal gemaakt over Mondriaans Parijse jaren. Weliswaar met de nodige correcte historische feitjes, zoals Mondriaans voorliefde voor dans en jazz, maar verder is het een fictief verhaal. Al komt het privéleven van Mondriaan wel dicht in de buurt van wat de twee beschrijven.
Na de Eerste Wereldoorlog keert Mondriaan terug naar Parijs, waar hij de kost verdient met het schilderen van bloemstillevens en reproducties van zijn oudere, figuratieve werk. Maar in hem broeit iets anders. Hij wil grenzen verleggen: de kubistische schilderstijl die aan het begin van de twintigste eeuw was ontstaan binnen de moderne kunst steeds abstracter maken, tot wat hij ‘neoplasticisme’ noemde. Het slaat aanvankelijk niet aan. Tijdens één van zijn dansavondjes ontmoet de gekwelde Mondriaan een weduwe die zijn hart in vlam zet. Maar Mondriaan is bang zich over te geven aan de liefde.
Het verhaal in De bloem in het atelier van Mondriaan is weliswaar verzonnen, maar de auteurs hebben zich wel degelijk goed ingelezen in hun hoofdpersoon. Mondriaan is nooit getrouwd en had een getroebleerde verhouding met vrouwen. Zijn streng calvinistische opvoeding stond het hebben van een gezonde relatie in de weg; seks stond voor hem gelijk aan schaamte. Zijn behoefte bevredigde hij soms met prostituees. Hij had een vrouw niets te bieden, vond hij zelf. Zijn leven stond in teken van de kunst.
In de periode die Peyraud en Lapone beschrijven is net de relatie beëindigd tussen hem en de Nederlandse Willy Wentholt, die hij tijdens de Eerste Wereldoorlog heeft ontmoet bij danslessen in Amsterdam. Uit de bewaard gebleven brieven weten we dat Mondriaan een onrealistische verwachting had van wat de relatie tussen een man en een vrouw zou moeten zijn. Hoewel hij twee keer verloofd is geweest, kwam het nooit tot een huwelijk.
Lapone brengt De bloem in het atelier van Mondriaan prachtig in beeld. Sommigen zullen zijn werk al kennen van het vorig jaar verschenen tweeluik Gentlemind. Lapone’s tekenstijl houdt het midden tussen dat van François Avril en Maarten Vandewiele. Door te experimenteren met de vlakverdeling op zijn pagina’s, laat hij je als lezer de gevoelswereld van Mondriaan betreden. Het resultaat is fijn ogend melodrama over eenzaamheid en onvervuld verlangen.
Antonio Lapone en Jean-Philippe Peyraud – De bloem in het atelier van Mondriaan. Hum. 48 pagina’s. hardcover. € 19,95






