Fatoumata leeft in een cité, is een alleenstaande moeder van drie dochters en werkt als schoonmaakster. Haar problemen stapelen op wanneer ze de huur en oppas niet meer kan betalen. Langzaam maar zeker glijdt ze weg in een uitzichtloos bestaan. Op dat moment krijgt ze een voorstel dat te goed klinkt om waar te zijn: de rol van “kindermeisje”, een tussenstap in de duistere circuits van drugshandel, waarbij zij een soort veilige opslagplaats wordt voor criminele ladingen. Ze heeft weinig andere opties en gaat in op het aanbod van de criminelen.
Zoals bekend van alle vergelijkbare films en boeken begint dit traject met vreugde. Ze heeft eindelijk geld voor de primaire behoeften en kan zich nu ook een tv en andere luxeartikelen veroorloven. Natuurlijk is dit een opmaat naar de uiteindelijke val.
Voor zover weinig nieuws, maar wat volgt, is geen simpele neergang, maar een hoekige afdaling in paranoia, manipulatie en moreel dilemma: wat doe je als de politie je gebruikt, als de gangster je duwt, als je kinderen op het spel staan?
Makers Eacersall en Scala houden de lezer precies op de rand. Je sympathiseert met Fatoumata, haar keuzes zijn niet altijd moreel zuiver, maar je voelt haar wanhoop. Er is ook afstand. In plaats van een martelaar in stijlvolle droefheid is ze iemand die worstelt, die fouten maakt. Dat spanningsveld werkt sterker dan wanneer het album je gewoon in tranen zou willen dwingen.
De manier waarop Fatouma wordt afgebeeld in de stadsjungle is schitterend. Wanneer ze in de bus zit, is ze niet het hoofdpersonage maar een anonieme figuur. Als ze haar schoonmaakwerk verricht moet je hard zoeken om haar te herkennen in het kille kantoor en tussen de andere schaduwen.
Ze is geen held of antiheld, ze bestaat eigenlijk gewoon niet. Behalve in haar eigen huis, waar ze niet meer veilig is en met de deuren gebarricadeerd slaapt. Ze belooft haar dochter plechtig dat er nooit meer vreemde mensen in hun huis zullen komen, maar zelfs die belofte kan ze niet houden.
De gevaren sluipen binnen: een politie-inval, manipulaties vanuit de schaduw, verraad op onverwachte plekken. De wisselwerking tussen onderwereld en staat is hier geen hokje “goed versus kwaad”. Fatoumata’s keuzes leiden tot schade, zowel innerlijk als voor haar naasten.
Dat maakt het geloofwaardig. Er zijn momenten waar je ernaar verlangt dat de spanningsboog iets minder strak zit, een moment van relatieve rust om adem te halen of om meer context te krijgen van haar verleden. Maar mogelijk wilden de auteurs die ruimte juist niet geven, om de claustrofobie niet weg te laten glippen.
Enerzijds is de grafische stijl terughoudend, realistisch, soms ruig; anderzijds zijn er passages waarin het werk visueel ontploft in lichtval, in kleurgebruik, in schaduwlijnen. De aquareltechniek (of een variant ervan) zorgt dat het werk geen harde lijntjes heeft. Soms leidt die zachtheid tot minder precisie. In sommige scènes lijken gezichten of achtergronden iets te vaag, waardoor personages moeilijk te herkennen zijn, maar vaak werkt het juist in het voordeel van de spanning. Je verliest je in suggestie, wat past bij een thrillerachtige sfeer.
Je kunt Sterven in de armen van mijn kindermeisje lezen als een sociaal commentaar, een thriller, een tragisch portret van een vrouw die tussen alle lijnen doorvalt. Bovenal is het een verhaal over verdwijnen uit het systeem, uit het zicht, uit jezelf.
Fatoumata staat nergens echt op de voorgrond, en juist daardoor blijft ze hangen. Als iemand die zich staande probeert te houden in een wereld waar niemand op haar zit te wachten. Het verhaal is klein, maar snijdt diep.
Mark Eacersall & Henri Scala – Sterven in de armen van mijn kindermeisje. Lauwert. 104 pagina’s hardcover. €26,50.






