Kort van stof

Kort van stof: mei 2025

Volle bak, mensen: de afgelopen maand was er een behoorlijke aanwas van goede strips. Maar was alles goed? Nee. Een paar zwakkere titels houden moedig stand. En welke dat zijn, lees je in de nieuwe aflevering van Kort van stof. In sneltreinvaart en eerlijk, zoals gebruikelijk.

Megalodon (Daedalus): Eén van de minst spraakzame personages uit de sciencefictionreeks Carthago wordt geëerd met een oneshot: de megalodon. Christophe Bec & Paolo Antiga katapulteren ons terug naar de oceanen van het Mioceen. Aangezien taal nog niet was uitgevonden, laat staan de mens, begrijpt u vast dat scenarist Bec deze keer één van zijn handelsmerken: stijve en onnatuurlijke dialogen, achterwege moet laten. Hij heeft daar gelukkig iets op gevonden: stijve en potsierlijke teksten in tekstkadertjes die variëren van verduidelijkingen van de bezigheden van de megalodon – “Je wacht… Je valt aan!” – tot zijn interne monologen in de trant van: “Ik ben een heer. Geen vijand kan mij domineren”. Die laatste zin is trouwens een voorbeeld van de vele steken die de vertaler laat vallen. Het zou ons verbazen als de megalodon ons diets wil maken dat hij goede manieren heeft. Wellicht was bijvoorbeeld “Ik ben een Heerser” of “Ik ben nogal een straffe kerel” iets correcter geweest. De tekeningen van Paolo Antiga zijn dan wel weer spectaculair goed. De onderwatergevechten zijn om duimen en vingers bij af te likken.

Shaolin 3 – Blinde woede (Daedalus): Witte Wolk werd Shaolin-leerling nadat hij door de monniken als baby in de bergen werd gevonden. Voor het eerst in zijn leven moet Witte Wolk nu het klooster verlaten. Zijn meester Huo vertrouwt hem immers een aartsgevaarlijke opdracht toe. Een album dat de perfecte mix biedt tussen exotische geschiedenis en bovennatuurlijke actie voorzien van prachtig uitgewerkte en gedetailleerde tekeningen. Deze reeks is stilaan één van onze favoriete reeksen over Shaolin-monniken in opleiding aan het worden.

1629, of het vreselijke verhaal van de schipbreukelingen van de Batavia (Standaard uitgeverij): De Batavia was een schip van de Verenigde Oost-Indische compagnie waar muiterij op uitbrak. Die zou uiteindelijk aan honderden mensen het leven kosten. Xavier Dorison schreef een tweeluik waarin hij, met enige ruimte voor dramatiek, een zo waarheidsgetrouw beeld schetst van deze gebeurtenissen. We zijn al fan van scenarist Xavier Dorison sinds we in 1997 Het derde testament lazen en sindsdien heeft hij ons nog nooit teleurgesteld. In dit boek overstijgt hij zichzelf echter. Werkelijk alles doet een gooi naar de perfectie: de rauwe sfeer aan boord van het schip, het geloofwaardige psychische steekspel tussen de personages, de spanningsboog… In één woord: magistraal. Het doet de strip ook geen kwaad dat het tekenwerk van Thimothée Montaigne is. De man weet als geen ander een dynamische, doch heldere, pagina op te bouwen en zijn actiespreads neigen naar het goddelijke. Lees hier een andere, uitgebreide recensie.

Carthago 14 – Gebogen, sta ik weer op (Daedalus): Deel 14 van Carthago biedt meer van hetzelfde, zie ook Megalodon. De soms paginalange actie in deze reeks is groots, filmisch, overdonderend en meeslepend. De karakterontwikkeling en alles wat met natuurlijke menselijke interactie te maken heeft laat dan weer te wensen over. Op zich stoort ons dat niet eens zoveel. We zijn fan van de grenzeloos ambitieuze concepten van Bec. Het doet ons enkel een beetje hunkeren naar beter wanneer we ons inbeelden wat deze stripreeks zou kunnen zijn moest het talent van Bec wat meer facetten behelzen, of zou één of andere slimmerd hem een samenwerking met een compatibele scenarist aanraden.

In de buik van de draak 2 – Xiu (Daedalus): De van de pot gerukte premisse van deze reeks – er leeft een hele gemeenschap mensen in de buik van een draak – kon ons in het eerste deel nog bekoren, maar begint nu wat tegen te staan. In dit tweede deel gaan de makers nog onnoemelijk veel stappen verder. Zo krijgen we bijvoorbeeld een als mens vermomde draak die paart met menselijke vrouwen voor de kiezen. Het lijkt alsof de makers van de reeks zomaar wat dingen tegen de muur kwakken om te zien wat blijft plakken en alsof ze het verhaal verzinnen naarmate het vordert. Dat is een techniek die enkel lukt voor de grootste schrijvers, en zelfs dan eerder zelden. We wachten wat volgende delen ons brengen om te zien of deze reeks als een wankele Jenga toren zal instorten of toch fier rechtop blijft als de erectie van een puber die naar het bord geroepen wordt.

Verborgen bron (Sherpa): We kennen Ibrahim R. Ineke vooral van zijn (secure) zwart-wit werk. In dit boek lijkt Ineke enkele boegen omgegooid te hebben. De tekeningen zijn in kleur en lijken spontaan op papier gezet te zijn. Ineke switcht ook tussen potlood, verf, viltstiften en andere middelen, naargelang de positie van zijn pet. Het verhaal, een soort modern sprookje, lijkt ook meer op een goed bij elkaar gejamde riff, dan een op voorhand perfect uitgekiend relaas. Het resultaat is een boek dat je eerder voelt dan begrijpt. Razend interessant voor wie een inkijkje wil in het scheppingsproces en het hoofd van de kunstenaar. Voor wie dat allemaal slap gedoe lijkt: er is ook een nieuwe De Kiekeboes oude stijl uit.

Legio Patria Nostra 3 – Tieras calientes (Daedalus): De setting alleen – 1863, Algerije, Het vreemdelingenlegioen – is voor ons voldoende om ons likkebaardend in onze leesstoel te nestelen. Dat is echter lang niet alles wat deze strip te bieden heeft. De auteurs slagen er wonderwel in om een spannend verhaal te koppelen aan mooi uitgewerkte en geloofwaardige personages. Legionair Casimir is op de vlucht voor zijn verleden, maar een nieuwe rekruut gooit roet in het eten. Intussen blijkt dat het legioen ook te kampen heeft met een verrader in haar gelederen. De strip werd digitaal getekend, maar tekenaar Boidin kiest voor de juiste digitale brushes en potloden om het geheel toch een rauwe feel te geven. Zeer geslaagd derde deel van deze reeks!

De onderzoeken van Machiavelli 2 – De schat van de Medici (Daedalus): Het tweede deel in deze reeks over de totaal fictieve avonturen van een jonge Machiavelli is een beetje een evenwichtsoefening. Aan de ene kant weten de makers een detectiveachtige plot mooi in te planten in het Italië van 1499, aan de andere kant wordt het verhaal wat afgeremd door té veel info, tekst en dialogen aangaande de setting. We hebben niets tegen een goed onderbouwde historische strip, maar bij het lezen van deze stak het idee de kop op dat dit een betere strip was geweest, moesten de makers wat meer aanschurken tegen één van hun twee uitverkoren genres. Desalniettemin hebben we genoten van de lectuur en kijken we uit naar een volgend deel. Het potentieel dat de reeks heeft is immers enorm.

Alles hangt samen (Sherpa): In het zesde boek in zijn reeks rond een wereld waar het 1913 blijft, gaat Marcel Ruijters met hetzelfde elan verder: Kafkaiaanse fantasy, Russische klassiekers, anarchisme, Big Brother-achtige verenigingen en ook veel humor, voor hen die dat willen zien. Het grote aantal personages en de invloeden waarmee Ruijters uitpakt doen sommigen misschien denken dat zijn werk moeilijk te behapstukken valt, maar niets is minder waar. Ook deze nieuwe aflevering is een lust om te lezen. Met heel veel absurdisme en een scheut filosofie loodst Ruijters de lezer door zijn interessantste hersenkronkels. Aanrader voor wie gebaande paadjes af en toe kan missen.

De gebroeders Rubinstein 5 – Een pact met Satan (Daedalus): We sprongen een gat in de lucht bij het vernemen van het nieuws dat we deze strip mochten bespreken. We kunnen immers onverholen stellen dat De gebroeders Rubinstein één van de beste reeksen van uitgeverij Daedalus is. Het verhaal speelt zich nog steeds af op twee verschillende tijdstippen. Sal is eind jaren dertig opgeklommen tot één van de belangrijkste figuren in Hollywood. De Amerikaanse filmwereld krijgt echter af te rekenen met de opkomst van de nazi’s. De tweede verhaallijn speelt zich af tijdens WOII en verhaalt wat broer Mo, die in een concentratiekamp gevangen zit, allemaal te verduren krijgt. Het verhaal springt moeiteloos van tijdperk naar tijdperk, biedt inzichten in de geschiedenis die nieuw waren voor ons, maar wordt vooral gedreven door het luid kloppende hart van de personages. Prachtige strip!

De wijsheid van de mythes – De Odyssee deel 1 + 2 (Daedalus): De Odyssee kan men met wat verbeelding de eerste blockbuster ooit noemen. Het is wellicht ook één van de meest be- en herwerkte verhalen uit de Westerse cultuur. Wat De wijsheid van mythes eraan toevoegt, is een getrouwe vertelling met ruimte voor actie en humor, getekend in een aantrekkelijke en uitnodigende tekenstijl. Niets meer, niets minder: een leuk tussendoortje.

Vlucht door de tijd 2 – Tijd voor confrontatie (Dupuis): Een onderzoekster en een toppiloot uit het jaar 2023 belanden door een vreemd fenomeen in 1917. Hoewel die premisse ons nieuwsgierig maakt, schort er één en ander aan de uitwerking. Stijve tekeningen, overbodige tekstkaders, ongeloofwaardige personages en dialogen. Goed voor completisten die een gat in hun kast te vullen hebben, maar er zijn toch echt wel heel wat veel betere strips waar u uw geld aan kwijt kan.

De zusjes Duizendblad 6 – Een villa vol raadsels (Dupuis): De zusjes Duizendblad wonen een trouwfeest bij in een prachtige villa op een sprookjesachtig eiland. Die villa is uiteraard van het raadselachtige type, wat had u gedacht? Al snel ontspint zich een nieuw avontuur van de drie zusjes. Deze reeks begint stilaan genoeg albums van hoge kwaliteit aan elkaar te rijgen om met “klassieker in het genre” aangesproken te mogen worden. Goede scenario’s, zeker, maar het is Barbucci die de reeks met zijn dromerige tekenstijl naar de top stuwt.

Cortés 2 – Het hart van de unieke wereld (Daedalus): De Spanjaard Cortés moet geen makkelijk man geweest zijn. Al dat plunderen en moorden in het Azteekse rijk, zeg! Dit tweeluik biedt echter een andere (en meer waarachtige?) visie op de conquistador. Cortés doet, zij het uit eigenbelang, maar toch, moeite om de cultuur van zijn tegenstander te leren kennen en we leren als lezer ook dat een invasie van een vreemde mogendheid toch iets complexer is dan Hollywood ons wil doen geloven. Tekeningen die niet zouden misstaan in een tekenfilmserie over levende rode bloedcellen en een mooi dossiertje erachteraan en: presto, mooie strip!

Kippenvel Graphic Novel – Het masker (Kluitman): Carly Beth is het zat dat ze zich zo snel bang laat maken. Ze zoekt het engste masker dat ze kan vinden om iedereen van hetzelfde laken een pak te maken en dan blijkt dat masker toch wel vervloekt te zijn zeker!?! Een horrorstrip voor negenjarigen die doet wat er op de doos staat: negenjarigen entertainen. Die zijn sowieso te jong om het nogal stramme lettertype of het gebrek aan achtergronden in de tekeningen te zien. Verhaal en kleuren zijn flitsend genoeg om de doelgroep zoet te houden. Missie volbracht, lijkt ons dan.

De wijsheid van de mythes – Adam en Eva (Daedalus): Er valt bitter weinig te melden over deze nieuwe tak aan de boom van De wijsheid van de mythes. De strip is een heel getrouwe hervertelling van het verhaal Genesis, vlot weglezend en mooi in beeld gebracht. Zij die al met het verhaal bekend zijn hebben niet veel meer aan deze strip dan de mooie plaatjes. Lezertjes voor wie Adam en Eva’s exploten nog onbekend zijn zullen echter smikkelen van wat eigenlijk toch wel een verdomd goed sprookje is. Het dossier achteraan overdrijft een beetje in het filosofische departement, maar de verschillende afbeeldingen van hoe A. & E. in de geschiedenis van de schone kunsten werden afgebeeld zijn dan wel weer een prachtig extraatje.

Zij schreven geschiedenis – Kennedy (Daedalus): Voor deze oneshot bedachten de makers een boeiend nieuw personage: President Kennedy. Kennedy is een sympathieke jongeman die het, dankzij zijn charme en zijn verfrissende standpunten, tot leider van de Westerse wereld schopt. Een mysterieus complot zal echter een einde maken aan zijn ambtstermijn en ook zijn leven. Om hun verhaal zo waarachtig mogelijk te doen overkomen hebben de makers deze strip geschreven alsof het een ietwat droge, historisch correcte biografie zou zijn. Zelfs de tekeningen passen binnen dat genre en doen wat houterig aan. Ze slagen zo goed in hun opzet dat we bijna dachten dat Kennedy echt bestaan heeft. Gelukkig wisten we wel dat deze strip het perfecte voorbeeld is van de inhoud die op postmodernistische wijze de vorm bepaalt. Op het einde volgt zelfs nog een historisch dossier dat onwaarschijnlijk realistisch aanvoelt. Verbluffend hoe de makers slagen in hun opzet!

F.C. De Kampioenen 137 – De liefdesbrief (Standaard uitgeverij): Op een dag valt er een mysterieuze brief in de bus bij Carmen en Xavier. De brief is gericht aan Xavier, maar Carmen zou Carmen niet zijn moest ze het briefgeheim respecteren. Na openen blijkt het om een liefdesbrief te gaan en gaan de poppen over tot een dans vol humor, misverstanden en slapstick. Wat De Kampioenen hun edge geeft, is dat ze soms toch iets stouter durven zijn dan de doorsnee kinderstrip.

Aquablue 18 – Stromboli Reloaded (Daedalus): Na de verwikkelingen in deel 17 van, nog steeds, één van de beste scifi reeksen op de markt, zit Rabah hersendood te verkommeren in een ziekenhuis. Zijn vrienden kunnen zijn toestand niet langer aanzien en ontvoeren hem. En dan komt er een plots een nogal onbetrouwbaar sujet op de proppen met een manier om Rabah te redden. Aquablue heeft al meer diepzinnige en complexere afleveringen gekend. Dit deeltje is eerder een rollercoaster-rit vol actie en ontploffingen, maar dan wel meer à la HBO dan à la Netflix.

De kathedraal van de afgrond 4 – De wonderen van Soo (Daedalus): Die dekselse scenarist J. L. Istin lapt het hem weer! Concept bedenken voor de plot en de personages: check! Grote lappen overbodige tekst in kadertjes: check! Een tekenaar vinden voor de reeks die desalniettemin prachtig werk levert: check! Zoals daar zijn: een wereld waarvan de twee door een kloof gescheiden helften niet braaf samen kunnen spelen en waar een mouw aan gepast zal worden middels het bouwen van een Kathedraal over voornoemde afgrond, zinnen als “De zekerheden van de dodenbezweerder smakten neer op het harde marmer van de werkelijkheid” en S. Grenier. Deze strip smakte als de dronken chauffeur van de sequentiële kunst tegen de onzachte muur van ons welbevinden, maar de fans weten nu wel dat-ie in de winkel ligt.

De allerleukste verhalen van de kleine Robbe – Vertel geen onzin! (Dupuis): Wij hebben De Kleine Robbe steeds een opperbeste reeks gevonden. De gags spreken aan op twee niveaus: de jongsten onder ons kunnen zich amuseren met de kwajongensstreken van Robbe en zijn kameraden, en de papa’s kunnen zich midscheeps laten treffen door de soms aanwezige melancholie en onderscheeps door de soms vrij pikante grappen en tekeningen. Vooral de eerste albums, getekend door de onvolprezen Janry en met scenario’s van de al even onvolprezen Tome, kunnen ons bekoren. Deze bundeling van de beste gags uit de eerste tien albums is bijgevolg een bijna perfecte uitgave. Mic drop.

Ondoordringbaar (Daedalus): Alix Garin leed twee jaar aan vaginisme, een seksuele disfunctie die penetratie onmogelijk maakt. Als daar maar geen dapper autobiografisch en taboedoorbrekend boek van komt! Alle gekheid op een stokje: we zijn er zeker van dat een boek als dit voor vele vrouwen een hart onder de riem en/of een houvast kan zijn en dat het tezelfdertijd ook wat onwetende mannetjesdieren de ogen opent. Als stripverhaal is dit boek ook zonder twijfel geslaagd te noemen, binnen de grenzen van het genre. Het verhaal is openhartig, emotioneel en gaat erin als zoete koek. Bovendien is het een perfect verjaardagscadeau voor alle mensen in je naaste omgeving die, rechtstreeks of onrechtstreeks, door vaginisme werden getroffen.

Marsupilami 34 – Marsu Club (Dupuis): Een nieuw album in de reeks rond het beroemdste fictieve diertje uit de stripwereld. Cynici zouden denken dat dit een verwaarloosbaar stripje is, bedoeld om de goedhartige verzamelaar het geld uit zijn zakken te kloppen, maar zij dwalen. Het is uiteraard geen Franquin, maar het duo Batem & Colman weten zich goed te redden. De tekeningen zijn expressief en blinken uit in hun karikaturalisme en het verhaal heeft het hart en de humor op de juiste plaats.

Bloedkoninginnen – Boudica, de Keltische furie – Deel 1 (Daedalus): De conceptreeks Bloedkoninginnen bracht ons al heel wat klassiekers in het genre en ook al wat mindere toppertjes. Deze nieuwe telg, over de Keltische furie Boudica, hoort wat ons betreft eerder in de tweede klasse thuis. Tijd en plaats van het verhaal kunnen ons nochtans enorm boeien. Het is de uitwerking waar één en ander aan schort. De flow van het verhaal stokt hier en daar dankzij té veel uitleg en overbodige tekst en de digitale hulpmiddelen bij het tekenen liggen er té dik bovenop.

Valois 3 – Furia Francese (Daedalus): 1494, we weten het nog goed: het was Renaissance en gans Europa hield de ogen gericht op Italië. Niet omdat zij op het punt stonden om het Eurovisiesongfestival te winnen, maar omdat ze serieus aan macht en rijkdom begonnen te winnen. Karel VIII, koning van Frankrijk, heeft zin om nog maar eens een kruistocht op poten te zetten. Daarvoor moet zijn leger wel door Napels passeren en dat zint de Italianen niet zo erg. Degelijke historische strip met een goede balans tussen actie en historische anekdotiek.

De allerbeste baby aller tijden (Oogachtend): In dit charmante boekje vertelt stripmaker Bob Op ’t Land over de eerste maanden van het ouderschap. Met veel humor brengt Op ’t Land een inkijkje dat voor vele prille ouders vast heel herkenbaar is. Voor de fans van Bob Op ’t Land, van baby’s en van handige cadeautjes om mee te nemen voor het organiserend comité van een babyborrel.

Ogon 3 – Ma’a-Kuru’s (Daedalus): Ogon is fantasy voor mensen die er prat op gaan dat ze alle vreemde namen van wezens, personages en continenten vanbuiten kennen. Het soort fans dat met elkaar kan communiceren in het Hoog Elfs of Klingon. No judgement, we willen enkel duidelijk maken voor wie deze reeks gepast is. Men moet immers heel wat moeite doen om mee te zijn met het verhaal. Als dit soort leesvoer jouw dingetje is, dan kun je je geluk niet op. De reeks is ook voorzien van kwalitatief tekenwerk. Bovendien hangt er een nogal uniek voodoo-sfeertje over de strapatsen van Ogon en zijn vriendjes, wat de fantasy extra lekker kruidt.

De 5 Rijken 9 – Je innerlijke lach (Daedalus): En dan nu: ronduit de beste reeks van uitgeverij Daedalus! We kunnen het niet genoeg zeggen, maar De 5 Rijken weet ons met elk nieuw album nog steeds te verrassen. Talloze verhaallijnen, met personages uit alle lagen van de bevolking uit de fictieve stad Alysandra, worden in goed geschreven, hapklare scènes door elkaar heen geweven. Prachtige tekeningen, actie, spanning op elke pagina: deze strip kent zijn gelijke niet. Wegens de setting, antropomorfe personages in een oosterse omgeving (de vorige cyclus had de sfeer van de westerse middeleeuwen), hebben we deze reeks al eens vergeleken met de Game of Thrones televisiereeks. Deze nieuwe cyclus spoort ons aan tot één van de grootst mogelijke complimenten: deze reeks is even volwassen, goed uitgewerkt en kwalitatief als The Wire. Zo, nu kent u ook meteen onze leeftijd en huidskleur en met welk geslacht we ons identificeren.

De Rode Ridder 286 – De bloedverwanten (Standaard uitgeverij): De aanpak van scenarist Peter Van Gucht voor De Rode Ridder, namelijk een terugkeer naar de pulpy fantasy en scifi van vroeger, bracht ons al enkele lezenswaardige albums. (Ook al kon de vernieuwende aanpak van Marc Legendre ons meer bekoren.) In dit nieuwe album pakt de mayonaise echter niet. Johan (de Rode Ridder) reist af naar Egypte om daar een nogal warrig en ongeloofwaardig avontuur te beleven. De personages modderen maar wat aan en mysteries worden opgelost met een volledig uit de lucht gegrepen en simpel zinnetje: “Misschien zit de vork wel zus of zo in de steel.” Het feit dat Merlijn zogezegd dood is en er één mysterieus personage in de strip zit, heeft iets van een ingetrapte open deur. Het kan niet altijd een schot in de roos zijn, dus we bedekken deze aflevering met onze mantel der liefde en richten de blik fluks op de toekomst.

Malefosse 18 – De stoute (Daedalus): Malefosse is een reeks die ons wat in de war brengt. Ze barst immers van dingen die we normaal gezien afgrijselijk vinden in strips, bijvoorbeeld oubollig taalgebruik en kladderig tekenwerk. Toch weet de reeks ons te plezieren. Wellicht ligt dat aan het feit dat ze weinig pretenties heeft. Nergens krijg je de indruk een “historisch epos” te lezen. Nee, dit is een avonturenstrip die ons geen klein beetje deed denken aan de beste albums van Bakelandt. Het verhaal zit goed in elkaar en eindigt met een cliffhanger die honger naar meer opwekt.

Grieselstate 3 – De meesterleerling (Diedeldus/Daedalus): Aan het einde van zijn eerste schooljaar op Grieselstate, de school vol magische griezels, staat David zo hoog in het magische klassement dat hij kans maakt om de vervloekte graal te winnen. Hij moet enkel zijn sluwe tegenstander Vincent zien voor te blijven. Een originele kinderstrip met prachtig digitaal tekenwerk. (Het kan dus wel!)

De Kiekeboes 165 – Camping Vital (Standaard uitgeverij): Merho, de geestelijke vader van de Kiekeboes, gaf vorig jaar de pen door aan scenarist Nix en tekenaar Charel Cambré. Die leverden drie strips af die iets nieuws probeerden mét het DNA van de reeks indachtig uiteraard. Wij vonden die strips verfrissend en konden ze enkel toejuichen. Dat was achter buiten een twintigtal roepers op het internet gerekend. Die maakten zoveel misbaar dat dat wellicht een invloed had op de verkoopcijfers want de klok wordt nu teruggedraaid. Nix werd vervangen door Mike Beyers, die duidelijk de opdracht kreeg om zo goed mogelijk Merho na te doen. Echt slecht is deze strip niet. Er zitten wel wat ongeloofwaardige handelingen van de personages in. Zo is Fanny getuige van een ontvoering, maar meldt dat niet aan de politie. Ze gaat gewoon naar het restaurant met haar vriendinnen. De strip voelt ook wat fake aan. Beyers gebruikt bijvoorbeeld wel heel erg naarstig hetzelfde soort woordspelingen als Merho. Bij Merho voelt dat waarachtig aan, het is zijn stijl, bij Beyers smaakt het als een wit product. Heel spijtig dat de uitgever deze keuze gemaakt heeft. Een perfect voorbeeld van kortetermijndenken.

Klaw 7 – Operatie Mayhem (Diedeldus/Daedalus): Het idee achter Klaw – alle tekens van de Chinese dierenriem representeren een speciale kracht die door twee of meer mensen per dier wordt gedeeld – zorgt voor een overvloed aan personages. Het is een pluim op de hoed van de makers dat ze deze strip overzichtelijk kunnen houden. Zelfs meer dan dat: de reeks is één van de beste en origineelste actiestrips op de markt. Elke nieuwe aflevering beantwoordt enkele vragen en roept steeds meer mysteries op. Je voelt als lezer dat de makers niets klakkeloos uit hun duim zuigen. Ze weten perfect waar ze mee bezig zijn en bouwen een uniek universum uit met een perfect gecomponeerde plot. Aanrader!

Middernachteiland 1 – De automaat ontwaakt (Dupuis): Een paar kinderen worden wakker op een mysterieus eiland. Ze zijn hun geheugen kwijt en weten niet hoe ze daar terecht zijn gekomen. Bij het verkennen van het eiland vinden ze het ene na het andere mysterie. Uiteindelijk onthullen ze een vreemde robot die met hen begint te communiceren. Half Alleen half Lost dus. De spanning die inherent is aan een opzet als dit garandeert sowieso dat je als lezer aangespoord wordt om de reeks verder te volgen. De lelijke dialogen temperen de zin daartoe wel. Komen die stijve zinnen van de originele scenarist, of van de vertaler? Joost zal het weten, maar wij zijn de mening toegedaan dat een goed vertaler het recht heeft om dialogen te versoepelen. Het slagen van deze reeks zal afhangen van de ontknoping en of die al dan niet steek houdt. Zie eveneens Alleen en Lost.

Katsuo 2 – De strijders van de tijd (Diedeldus/Daedalus): Wat krijg je als je tijdreizen, manga, Aziatische gevechtssport, mooi op elkaar inspelende personages en tekeningen met meer vluchtlijnen dan Schiphol met elkaar combineert? Een uitstekende en actievolle strip die, hopelijk, onze verdorven jeugd vijf minuten van hun schermpjes kan weghouden. De geslaagde mix van genres en een meeslepend verhaal maken van Katsuo een lekker weglezend tussendoortje. Geen grand cru, maar een petit cru kan ook smaken.

Elecboy 4 – De tijdsmuur (Daedalus): De androïde Joshua zwerft al drie albums rond in een prachtig getekend postapocalyptisch landschap. In dit vierde en afsluitende deel zal hij eindelijk het geheim van zijn afkomst ontdekken. Laten we beginnen met de pluspunten van de strip. Auteur Jaouen Salaün kan magistraal goed tekenen. Elk prentje is een lust voor het oog. Ook de concepten die hij aanbrengt zijn om duimen en vingers bij af te likken. We krijgen indianenstammen in de toekomst, AI-programma’s die zich God wanen en prachtig ontworpen kostuums, technologie en architectuur. Het schuurt wel een beetje op de afdeling dialogen, verhaalopbouw en karakterontwikkeling, maar de goede punten wegen zwaarder dan de mindere kantjes van deze reeks. Elke sciencefictionliefhebber kan dit vierluik niet helemaal blind, maar toch met de ogen bijna volledig dichtgeknepen, kopen.

Omula en Rema 2 – Het ontstaan van een rijk (Standaard uitgeverij): De zusjes Omula en Rema storten met hun ruimtetuig neer op aarde in het tijdperk van het Romeinse Rijk. Rema is een soort kloon van Omula, maar verder wordt daar niet zo gek veel mee gedaan. Deze opzet moest uiteraard de dwaze naamkeuze van de gezusters onderbouwen. Scenarist Yves Sente kan schrijven, maar in dit tweeluik slaat hij de bal toch serieus mis. De gebeurtenissen in het verhaal volgen elkaar zonder noemenswaardige samenhang op en de personages zijn vooral poppetjes die de plot moeten dienen. Het wordt pas potsierlijk als één van de zusjes tot slavin en gezelschapsdame van een nobele wordt gedwongen en slavin en meesteres op zo’n drietal plaatjes tijd een innige liefdesrelatie ontwikkelen. Gewoon, zomaar, omdat het verhaal dat eist. De tekeningen zijn best oké, maar nu ook weer niet van dien aard dat ze het minderwaardige schrijfwerk doen vergeten.

Eiland zonder koning (Daedalus): Max is een boekhandelaar die een saai leventje leidt en dat bevalt hem enorm. Zijn schulden staan echter op het punt om hem boven het hoofd te groeien. Wanneer hij door een mysterieuze brand zijn winkel verliest, zet Max zijn eigen dood in scène om op zoek te gaan naar zijn verleden en zichzelf. Deze strip is half thriller, half poëtische koortsdroom en dat werkt wonderwel. Auteur Raphaël Drommelschlager weet zijn soms wat Spartaanse tekenwerk goed te maken met fantastische composities en prachtige grafische metaforen. Een boek voor dromers en voor boekhandelaren die willen weten hoe ze uit hun keurslijf kunnen ontsnappen door hun eigen dood te simuleren. Lees hier een andere, uitgebreide recensie.