Strips

1985 is een kil eerbetoon aan een wereld die we al te goed herkennen

De dag na de revolutie blijkt een dag als alle andere. De gezichten van de onderdrukking zijn verdwenen, maar hun systemen draaien soepeler dan ooit.

Toen Xavier Coste 1984 verstripte, drukte hij Orwell’s beklemmende nachtmerrie met zeldzame precisie in het papier. Donkere tinten, grauwe luchten en een uitzichtloze sfeer van angst en onderdrukking. Met zijn nieuwste boek (Dagboek van) 1985 heeft Coste de ruimte genomen om zijn eigen ideeën en interpretaties los te laten op de wereld van Orwell. Met speelse verwijzingen naar andere boeken breekt hij uit het raamwerk van de klassieker. Dit is een hommage aan een wereldbeeld dat we nooit zijn ontgroeid, maar inmiddels zelf hebben doorontwikkeld.

De wereld die hij schetst is die van de dag na de revolutie, waarin de oude machtsstructuren zogenaamd gevallen zijn. Maar wie goed kijkt, ziet het al snel: de mechanismen van controle zijn niet verdwenen, ze zijn alleen efficiënter en minder zichtbaar geworden. Er is geen alom aanwezig tiranniek gezicht meer nodig om de macht te verpersoonlijken; het systeem draait feilloos op automatische piloot.

Centraal staat de vondst van het dagboek van Winston Smith, de tragische hoofdpersoon uit 1984. Die ontdekking brengt scheuren aan in het zorgvuldig gepolijste nieuwe regime. De inhoud van het dagboek doet twijfels rijzen bij een nieuwe generatie die nooit anders gekend heeft dan deze ‘perfecte’ samenleving. Coste laat niet zien hoe een opstand uitbreekt, maar hoe twijfel langzaam door een schijnbaar onwankelbaar systeem sijpelt.

In 1985 stappen we in de voetsporen van Lloyd, een jonge man die leeft in een spookachtig Londen, geteisterd door armoede en sociale ontwrichting. Big Brother lijkt misschien minder zichtbaar, maar hij is nooit ver weg. De camera’s zijn alomtegenwoordig en de Gedachtenpolitie is nog steeds actief.

Lloyd besluit zijn persoonlijke gedachten vast te leggen, niet op papier, maar in de enige veilige plek die hij nog heeft: zijn eigen hoofd. Een mentaal dagboek, zorgvuldig verstopt in de donkere hoeken van zijn brein. Geen sporen, geen teksten, geen bewijs.

Via een geheim netwerk raakt Lloyd betrokken bij het verzet, maar in deze wereld is ook verzet een gevaarlijk grijs gebied geworden. De absolute ommekeer komt wanneer hij oog in oog staat met zijn verloren tweelingbroer Gordon. Jaren eerder had Gordon hun ouders verraden omdat ze een dichtbundel in bezit hadden, een daad van verraad met fatale gevolgen.

Deze ontmoeting tilt het verhaal naar een persoonlijke laag. Wat betekent verzet, wanneer zelfs je eigen bloed onbetrouwbaar is? En wat blijft er over van een individu, als het systeem zelfs in de intimiteit van familiebanden weet door te dringen?

Coste’s stijl is opnieuw indrukwekkend, maar behoorlijk anders dan in 1984. Waar het eerdere werk nog overdonderde door donkere tinten en zware schaduwen, is 1985 een oefening in kilte en leegte. Londen is een klinisch koude plek geworden. De lijnen zijn strak, de architectuur meedogenloos geometrisch, de kleuren gedempt en afstandelijk, behalve in dromen en flashbacks.

De visuele perfectie van de samenleving werkt verstikkender dan welke gevangenismuur ook. Elke straathoek lijkt ontworpen om afwijking te ontmoedigen, elke open ruimte ademt de afwezigheid van vrijheid.

Coste gebruikt kleur en ruimte meesterlijk om dit gevoel te versterken. Koele tinten en ongenaakbare witte vlakken domineren. Waar in 1984 de dreiging direct zichtbaar was, is ze hier verstopt in de leegte. Alles oogt schoon en ordelijk, maar je voelt de spanning juist in die kille perfectie.

Hoewel Coste geen directe verwijzingen naar sociale media of digitale controlemechanismen opneemt, is de vergelijking met onze tijd snel gemaakt. De vraag hoe vrij je werkelijk bent in een wereld waarin je constant wordt bekeken en beoordeeld, is actueler dan ooit.

De burgerlijke zelfcontrole die Coste beschrijft, is niet langer fictie. We houden ons gedrag al lang in de gaten, zorgen er zelf voor dat we binnen de lijntjes kleuren, en oordelen over elkaar met de strengheid van een digitaal tribunaal. De noodzaak om jezelf te censureren voelt in 2025 niet meer als sciencefiction.

1985 is een sobere, bij vlagen beklemmende herinnering aan hoe macht zich aanpast en overleeft, ook als de gezichten van de oude vijanden verdwenen lijken.

Coste levert met dit boek een indringend eerbetoon aan Orwell, maar vooral een ongemakkelijke spiegel voor de lezer.  Wie heeft er nog een Gedachtenpolitie nodig, als we zelf zo ijverig zijn geworden in het onderdrukken van alles wat afwijkt?

Xavier Coste – Dagboek van 1985. Concerto Books. 268 pagina’s hardcover. € 34,99