Joris Vermassen werkt aan een nieuwe beeldroman. In een reeks columns (kijk hier voor de introductie) doet hij het complete proces uit de doeken. In deze zevende aflevering levert hij strijd met zijn eigen koppigheid en met tegensputterende personages. Hij leert de kracht van de schets kennen: van het zichzelf gunnen van vrijheden, die hem verder helpen in het proces.
Ik dacht dat schetsen bijzaak was. Ik meende dat ik genoeg had aan een synopsis en een scenario, om dan alles in één ruk netjes te tekenen. Het liep niet zoals ik dacht. Al te vaak was ik een pagina aan het schetsen waar de personages begonnen tegen te pruttelen.
‘Hé, Joris, wil je echt dat ik dit zeg? Wil je werkelijk dat ik dit doe?’
Ik luisterde niet. Ik had een verdomd goed script, daar moesten ze zich aan houden. Ik was niet van plan de boel om te gooien! Ik was de baas, toch?
Het kostte me enige tijd om mijn koppigheid opzij te zetten. Het werd me duidelijk dat mijn personages soms gevangen zaten in het strenge keurslijf van het script. Ik moest hen meer vrijheid gunnen, en dat kon bij het schetsen. Dat schetsen, zo meende ik lang, was slechts een vervelende, technische overgang tussen script en definitieve tekening: je brengt de scènes snel in beeld, bepaalt de compositie, de decoupage, en dat is het. Schetsen is veel meer dan dat. Het is als de repetities bij een filmopname, wanneer de acteurs beginnen te improviseren. Zonder die vrijheid geen ‘Are you talking to me?’, de legendarische scène met Robert De Niro in Taxi Driver.In deze paginaschets probeert hovenier Alois indruk te maken op Marie. In het script viel ze meteen als een blok, maar bij het schetsen was dat niet meer het geval. Marie verzette zich, ze was niet van plan zich zomaar het hof te laten maken. Het maakt haar personage geloofwaardiger, minder cliché. Dat kon ik enkel ontdekken door deze tuin en de personages te schetsen en nieuwsgierig toe te kijken wat er gebeurde.
Bij het schetsen hoef je dus niet letterlijk het script te volgen. Toch moet je trouw blijven aan de geest van het scenario. Anders valt het hele kaartenhuis in elkaar. Ik wilde trouw blijven aan het idee dat Marie uiteindelijk valt voor Alois. Daarom schetste ik een extra scène, tien pagina’s verder, waarin hij een nieuwe, succesvolle poging onderneemt om haar voor zich te winnen. Deze twee scènes maken het verhaal geloofwaardiger: de meeste relaties beginnen met trial and error; zelden is het meteen een schot in de roos.
Scènes uitbreiden of toevoegen betekent meer pagina’s. Ik schat dat het verhaal hierdoor zo’n tien tot twintig procent langer wordt. Meer werk, dat ik er graag voor over heb. Als het verhaal er maar beter door wordt. Ik heb nu ook meer plezier gekregen in het schetsen. Het is een boeiend, levendig gebeuren geworden. Hoe vaak word ik niet verrast door situaties en dialogen die ik nooit had kunnen verzinnen tijdens het schrijven.
Wanneer mijn personages tijdens het schetsen bezwaren maken, zeg ik nooit meer arrogant: ‘Are you talking to me?’ Ik zeg nu: ‘Have a coffee and tell me what’s wrong.’
Lees ook Joris maakt een strip 1: Research
Lees ook Joris maakt een strip 2: Script
Lees ook Joris maakt een strip 3: Drive
Lees ook Joris maakt een strip 4: De Ware Lijn