Sinds Soldaat-hovenier is verschenen wordt Joris Vermassen overladen met lof. En terecht, het is nu al een van de beste boeken van het jaar. Maar behalve lof, krijgt Vermassen ook voortdurend de vraag: wat is er allemaal waargebeurd in dit verhaal? “Eigenlijk zou dat er niet toe moeten doen’’, vindt de auteur. Al is hij zijn grootvader wel iets verschuldigd, want zonder hem zou Soldaat-hovenier nooit hebben bestaan.
Thuis in Gent heeft Joris Vermassen (1964) nog stapels papieren uit familiebezit. Zijn neef heeft veel oude documenten en brieven bewaard die Vermassen gebruikt voor zijn nieuwste beeldroman. “Toen mijn neef Soldaat-hovenier las, zei hij: ‘Grootvader zou hier en daar zijn wenkbrauwen hebben gefronst, maar hij zou het wel mooi gevonden hebben.’ Uiteindelijk was hij een groot liefhebber van literatuur. En als geen ander wist mijn grootvader dat elk verhaal uiteindelijk op de reële wereld is gebaseerd.”
Want vooropgesteld: dit verhaal is fictie. Al komt de inspiratie wel uit het dagboek dat Vermassen als jongeling al van zijn opa las, waarin hij gedetailleerd schreef over zijn jaren als soldaat in de Eerste Wereldoorlog.
In Soldaat-hovenier, een liefde tussen hemel en hel vertelt Vermassen het verhaal van Alois, een wat brave en diepgelovige tuinman die in augustus 1914 onder de wapenen wordt geroepen. Hij belooft zijn verloofde Clothilde voor de Kerst weer terug te zijn. Dan zullen ze trouwen. Maar maanden worden jaren. Alois vecht in de loopgraven en wordt later overgeplaatst naar Frankrijk waar hij verminkte soldaten moet helpen een vak te leren voor als de oorlog ooit voorbij is. Wanneer hij verliefd wordt op een Française, worstelt hij met zijn belofte aan Clothilde.
“Toen ik het dagboek van mijn grootvader voor het eerst las, was ik een jaar of 20’’, vertelt Vermassen. “Ik vond het niet makkelijk om te lezen, ik moest wennen aan zijn handschrift. In de strip heb je dat ook in de brieven die ik hem laat schrijven aan Clothilde die tussen de scènes door staan. Destijds vond ik het dagboek interessant, maar pas toen ik het vijftien jaar geleden nog eens herlas, ontdekte ik stilaan dat er een verhaal in zat. Mijn grootvader had een voorliefde voor schoonheid: mooie gebouwen, de natuur. Ook had hij een sterk gevoel voor rechtvaardigheid. Toen is een zaadje geplant dat langzaam begon te groeien: hier kon ik een mooi verhaal mee bouwen!”
Hommage
Vermassens grootvader heette ook Alois, hij heeft hem alleen als kleine jongen gekend. De echte Alois is geboren in 1882 en overleden in 1974. De Alois uit Soldaat-hovenier is niet zijn grootvader, benadrukt Vermassen. “Al zit het er dicht tegenaan. Het is een ode aan hem geworden. Mijn neven en nichten die hem ook kenden, noemen het ‘een mooie hommage’. Al is het verhaal deels verzonnen, ik heb wel het nodige gebruikt uit zijn dagboeken.”
Zo volgt het personage Alois de weg die grootvader Alois in de Eerste Wereldoorlog ook maakte. Gevochten in de Westhoek, later te werk gesteld achter de frontlinie in het Franse Port-Villez waar hij werkte met verminkte soldaten. Omdat hij nog niet getrouwd was, mocht hij niet eerder naar huis.
“In het dagboek schrijft mijn grootvader hoe hij zijn goede vriend Raymond na tien jaar weer terugziet in de kazerne na de mobilisatie. Ze trekken een tijd samen op. Daar lopen strip en werkelijkheid parallel. Maar wie Raymond in het echt was, weet ik niet. Ergens schrijft mijn opa in zijn dagboek: ‘Het weerzien met mijn oude wapenbroeder Raymond baarde mij veel vreugde.’ Wat een mooie zin! Die heb ik ook gebruikt in de strip. In zijn dagboek las ik dat ze later werden gescheiden toen het leger moest hergroeperen en ze allebei in een ander regiment terecht kwamen. Daarna hebben ze elkaar niet meer gezien, maar ik had een dramatische wending nodig voor een verhaal. Dus raakt Raymond in mijn verhaal zwaar gewond in Poperinge en zien ze elkaar later in Port-Villez weer terug.”
Hoe het de echte Raymond is vergaan, weet Vermassen niet. Wel kreeg hij kort na het verschijnen van Soldaat-hovenier bericht van iemand uit Gent die hem wist te vertellen dat zijn grootvader voor de oorlog nog een oogje had gehad op de zus van de echte Raymond, maar dat zij hem had afgewezen. “En zo levert fictie weer een stukje werkelijkheid op”, lacht Vermassen.
Monet
Toen Vermassen de voetsporen volgde van waar zijn grootvader allemaal geweest was tijdens de oorlog, ontdekte hij dat Port-Villez vlak bij Giverny ligt, de plek waar schilder Claude Monet woonde. “Ik ben daar eens ingedoken en las dat er tijdens de oorlog een soldaat kwam werken bij Monet. In mijn verbeelding heb ik daar mijn grootvader van gemaakt. Mijn opa was hovenier. Het leek me mooi om hem aan het werk te zetten in de beroemde tuin van Monet. De historische context waarin het verhaal zich afspeelt klopt. Monet was destijds bezig met het bouwen van zijn atelier. Door in die context een fictief personage te stoppen, krijg je een mooi geheel.”
Vermassen heeft lang geworsteld met de vorm van zijn nieuwe beeldroman. De mooie taal uit het dagboek van zijn grootvader wilde hij aanvankelijk verwerken in extra tekstkaders op de pagina’s. Uiteindelijk koos hij voor een radicaal andere aanpak van ‘gewone’ strippagina’s met tekstballonnen, waarbij de actie wordt afgewisseld met brieven die Alois en Clothilde elkaar schrijven. Zeker de eerste brieven van Alois zijn bijna een letterlijke transcriptie van dagboekfragmenten, alleen hier en daar aangepast aan hedendaags Nederlands. Door die aanpak verschafte Vermassen zich ruimte om de personages meer context te geven en de historische achtergrond beter uit te werken.
De brieven van Clothilde zijn verzonnen, maar ook niet helemaal. Het personage is gebaseerd op de grootmoeder van Vermassen die ook Clothilde heette. Van haar heeft hij nog twee brieven gelezen. “Mijn grootouders waren al bevriend voor de oorlog. Ik heb een foto uit 1909 waar ze samen opstaan bij de baron in Oosterzele. Hij werkte daar als hovenier en zij als dienstmeid. Pas ver na de oorlog zijn ze getrouwd.”
Verlangen
Het personage van de Française Marie waar Alois verliefd op wordt, is dan weer volledig verzonnen. Het verhaal gaat deels over gescheiden zijn van je geliefde en hoe je daar mee omgaat. Marie symboliseert dat verlangen in vlees en bloed.
Al had Marie echt bestaan kúnnen hebben. “Het boek was al bijna af toen ik het dagboek nog eens herlas en me iets opviel wat ik eerder over het hoofd had gezien. Toen mijn grootvader al in de 80 was, haalde hij herinneringen op aan de eenzaamheid tijdens de oorlog. Er was een soldaat in Port-Villez die daar een meisje had leren kennen. Hij vroeg aan mijn opa te getuigen dat hij nog niet getrouwd was en of hij mee wilde gaan naar het ouderlijk huis van het meisje. Maar de vader van het meisje stuurde hen weg. En dan beschrijft mijn opa hoe die vader achter hem aankwam en hem inviteerde wel binnen te komen. Blijkbaar zag hij mijn opa als betere partij voor zijn dochter. Na de oorlog heeft hij nog gecorrespondeerd met die familie. Dat meisje is getrouwd met iemand anders in Frankrijk. Maar het had dus allemaal anders kunnen lopen.”
Schoonheid en verwoesting
Hoewel het boek ook over liefde en gemis gaat, is het centrale thema in Soldaat-hovenier het contrast tussen schoonheid van de natuur met de verwoesting van de oorlog. “Een cliché waar ik een verhaal omheen heb gebouwd’’, vertelt Vermassen. “Ook mijn vorige boek Het zotte geweld draait eigenlijk om een cliché: de trieste clown die van binnen diepe pijn voelt, maar ondertussen anderen aan het lachen probeert te maken. Als stripmaker denk ik in beelden. Toen ik research ging doen voor het maken van dit album, zag ik het verwoeste landschap in de Westhoek. Later zag ik het werkelijk prachtige landschap in Frankrijk. Toen werd me duidelijk waar mijn boek echt over moest gaan. Alois is hovenier en je kijkt door zijn ogen en met zijn liefde voor natuur naar wat er allemaal voor vreselijks gebeurt.”
Soldaat-hovenier mocht geen zoveelste oorlogsverhaal worden dat vooral over de ellende in de loopgraven ging. “Die loopgraven zijn uiteindelijk alleen de opmaat naar het tweede deel van het verhaal dat zich in Frankrijk afspeelt. Dat heeft me overigens nog wel hoofdbrekens gekost, want het dagboek van mijn grootvader gaat voor driekwart over de beginjaren van de oorlog, terwijl ik de nadruk op de latere jaren wilde leggen in het verhaal. Dat ik zo lang heb gewerkt aan dit album, komt mede omdat ik worstelde met het tijdsverloop in het verhaal: wat was het juiste evenwicht?”
Het zotte geweld, waar Vermassen over begint, verscheen in 2014. Net als Soldaat-hovenier heeft ook dat boek jaren moeten rijpen voor het er uiteindelijk was. Dat zijn albums zo veel tijd nodig hebben, komt omdat hij naar eigen zeggen ‘geen striptekenaar’ is. “Ik ben een verhalenverteller. Het zotte geweld was aanvankelijk ook bedoeld als filmscenario. Pas toen dat project niets werd, ben ik gaan nadenken over een stripvorm. Ik teken en schilder graag, maar het maken van een verhaal in beelden is heel veel werk. Ik heb last van uitstelgedrag en ga dan andere dingen doen die belangrijker zijn. Maar het voordeel van dat gedrag is dat een verhaal daardoor goed kan rijpen.”
En net als Soldaat-hovenier is ook Het zotte geweld deels geënt op ware gebeurtenissen. Zo was Vermassen net als de hoofdpersoon uit dat album stand-up comedian onder de naam Fritz Van den Heuvel. En net als in de strip is ook Vermassens zus jong overleden. Maar toch is ook dat album, net als Soldaat-hovenier, bovenal fictie.
Waargebeurd
Vermassen gelooft dat je moeilijk een verhaal kunt verzinnen als je er geen band mee hebt. “Je moet het kunnen voelen. En ja, dan put je uit de werkelijkheid. Maar zoals Gerard Reve ooit zei: ‘waargebeurd is geen excuus’. Je moet disrespectvol durven omgaan met je eigen materiaal en de dingen uit je eigen leven die je gebruikt. Niet de waarheid is het belangrijkste, maar dat het waarachtig overkomt. Beide albums zijn geïnspireerd op het ware leven, maar het verhaal moet vooral universeel zijn.”
Het verklaart waarom Vermassen het eigenlijk zonde vindt om te veel te vertellen over wat er nu wel en wat er nu niet waargebeurd is in Soldaat-hovenier. “Al begrijp ik die behoefte wel van lezers. Ik krijg die vraag echt heel veel.’’ Maar in de filosofie van Vermassen moet de auteur niet te veel tussen zijn werk en de lezer in staan. “Ik zal nooit een egodocument kunnen maken. Ik wil bovenal een goed verhaal vertellen waar mensen zich in herkennen: iedereen kent verdriet en eenzaamheid. Ik geef ook les en ik zeg vaak tegen mijn studenten: alles kan een bron zijn voor een verhaal, maar je moet er wel een goed verhaal van maken.”
En een goed verhaal is Soldaat-hovenier geworden. Tegen het einde van het album laat Vermassen Monet tegen Alois zeggen dat ‘alleen schoonheid ons kan redden’. Het verwoordt het thema van het boek. “Monet heeft iets dergelijks gezegd. Hij weigerde bijvoorbeeld een schilderij te maken van de verwoeste kathedraal van Reims. Maar ik heb de uitspraak ook gebruikt omdat er een echo in zit. Aan het begin van het boek haal ik de dichter Rainer Maria Rilke aan met de quote: ‘Want het schone is niets dan het begin der verschrikking’. In Het zotte geweld laat ik zien dat pijn en humor dicht bij elkaar liggen. In Soldaat-hovenier doe ik dat met schoonheid en verschrikking.”
Lees hier de recensie van Soldaat-hovenier door Erik Ploegmakers
Of lees hier het verslag van Joris Vermassen over de totstandkoming van Soldaat-hovenier