Joris Vermassen werkt aan een nieuwe beeldroman. In een reeks columns (kijk hier voor de introductie) doet hij het complete proces uit de doeken. In deze zesde aflevering staat hij stil bij de impact van woordloosheid, symboliek en emotie in strip.
De oorlog dreigt in de verte. Van een zeldzaam vrij moment maakt soldaat Alois gebruik om een mooie wandeling te maken. Hij heeft de voorbije weken honderden bomen moeten omhakken om het schootsveld vrij te maken. Hij blijft staan bij een boom die niet geveld is. Hij plukt een appel en eet hem op.
Mijn eerste versie van deze scène was woordenloos. Het beviel me niet. Ik miste de emotie.
Alois is een hovenier met een liefde voor de natuur. Hij leeft mee met de seizoenen en heeft een grondige kennis van planten, bloemen en bomen. Zijn verbondenheid met de natuur is een belangrijk thema. Wanneer hij bij de appelboom blijft staan, is dat niet zomaar. Hij plukt die appel niet achteloos. Het is einde september en de bomen dragen vruchten, een schril contrast met de verwoestende oorlogsmachine die op komst is. Alois weet dat dit misschien een laatste moment van schoonheid is, voor de hel losbarst.
Maar hoe druk ik die gedachten en gevoelens uit in een beeld? Hoe kan ik die emoties in deze scène voelbaar maken? Ik worstelde lang met deze vraag. Ik wil een verhaal waarbij niet het plot primeert maar de gevoelens van het hoofdpersonage. De voor de hand liggende oplossing zou een voice-over kunnen zijn waarin Alois commentaar geeft.Ook dat beviel me niet. Het is nochtans een populaire techniek; het geeft menig graphic novel een schijn van literair gewicht. Het leunt aan bij de monologue intérieur van de roman, waarin de verteller ons een inkijkje biedt in zijn diepste zieleroerselen.
Maar een strip is geen roman. Zo’n commentaarteksten moet je consequent volhouden, wat vermoeiend of zelfs irritant kan worden. Ik wil geen overload aan tekst. Maar uitsluitend actie en dialoog is dan ook weer niet genoeg.
Bij een film volstaat enkel actie en dialoog omdat het medium heel fysiek is: je ziet echte mensen, soms op een groot scherm, en hun onuitgesproken gevoelens worden versterkt door de muziek.
Een strip heeft niet die fysieke impact. Je moet het doen met eenvoudige tekeningen en teksten op een symbolisch niveau. Om gevoelens te suggereren worden soms eenvoudige symbolen toegevoegd zoals streepjes of zweetdruppeltjes die verrassing of angst suggereren. Om dieper in het hoofd van een personage te kruipen heb je tekst nodig. Maar een commentaarstem vond ik niet geschikt.
De oplossing lag nochtans voor het grijpen: het denkballonnetje. Maar om een of andere reden had ik dat altijd uitgesloten. Misschien omdat ik het niet literair genoeg vond, te veel Suske en Wiske. Het kostte me de nodige tijd, maar ondertussen ben ik helemaal om. Er is niets mis met een denkballonnetje. Meer zelfs, het is een geniale uitvinding, uniek voor het stripmedium. Het biedt me de mogelijkheid om op het gepaste ogenblik in te zoomen op de gedachten van mijn hoofdpersonage, en me weer terug te trekken als dat niet nodig is. Het denkballonnetje is de perfecte synthese van de voice-over in de film en de vrije indirecte rede in de literatuur. Hoe kon ik zo stom zijn dat ik dat al die jaren niet wilde zien!
Eenmaal tot dit inzicht gekomen, was het nog een kwestie van de juiste dosering. Ik wil spaarzaam omspringen met denkballonnetjes. Er moet nog wat overblijven voor de verbeelding van de lezer. Daarom voegde ik aan deze scène één denkballonnetje toe, waarin Alois’ kennis van bomen en planten duidelijk wordt. Het vat ook meteen samen waarover dit verhaal gaat: een eenvoudige hovenier die vermalen wordt in een meedogenloze oorlog.
Het laatste, woordenloze prentje, waarin Alois een appel eet, kan de lezer invullen met zijn eigen verbeelding. Zelf zag ik pas achteraf de symboliek van de zondeval.
Kijk, dat is het mooie van stripmaken: dat je ondanks alle slimme strategietjes toch nog verrast bent over wat je hebt getekend.
Lees ook Joris maakt een strip 1: Research
Lees ook Joris maakt een strip 2: Script
Lees ook Joris maakt een strip 3: Drive