Die arme Lambil. Al sinds 1973 tekent hij de avonturen van De Blauwbloezen en zelfs na een halve eeuw weet hij niet van ophouden. Een paar jaar geleden werd hem gevraagd wat de toekomst zou brengen. Nou, sprak hij kranig, ik ga door tot het bittere eind. Ik zal sterven met het potlood in mijn hand, achter de tekentafel. Heroïsche woorden, bijna als van een stripfiguur. Maar er was veel meer aan de hand: Willy Lambil kwakkelde met zijn gezondheid, zijn vaste partner en scenarist Raoul Cauvin overleed en de uitgever begon te trekken. Meneer Lambil, zou u uw rechten van de reeks niet aan ons willen verkopen? We zullen goed voor uw kindjes zorgen. Het zal Blutch en Chesterfield aan niets ontbreken.
Intussen bleek dat Lambil zijn deadline niet ging halen en dus werd er ineens een Blauwbloezen-album tussen gefrommeld dat niet door Lambil getekend was: deel 65 was van de hand van José Luis Munuera. De oude meneer was not amused. Hij zei letterlijk dat hij dat album zelfs niet eens wil zien. “Het is een soort verraad voor mij. Ik zal hen dat nooit vergeven.” Niks aan de hand, hoor, sprak de uitgever daarop. Willy is een gevoelig mens en dacht eventjes dat hij onmisbaar was. (Saillant detail dat de uitgever in kwestie er niet bij meldde of dat een terechte constatering van Lambil was, of niet.) Onverkwikkelijk op zijn zachtst gezegd. De vuile was werd snel van de lijn gehaald, maar de hele buurt had het zien hangen.
Wat we meemaken: een uitgever die de reeks het liefst vandaag nog wil overnemen om er voluit de boer mee op te gaan. Ga dan gerust uit van een Blauwbloezen Classics-reeks en Blauwbloezen door… naast de reguliere serie, plus nevenreeksen rond kapitein Stark (deel 1: Aanvalleuuuuu!), Kakkerlak en Arabesk. En whatever, iets van De jeugdjaren van Blutch en Chesterfield. Tegelijkertijd is Lambil ook niet van gisteren, die ziet dat natuurlijk niet zitten. Maar wat moet hij dan? Weet u nog, die toestand met de erven-Franquin over die “nieuwe” Guust? Wil hij zijn nageslacht met dat soort stinkende zaakjes opzadelen? Misschien was het daarom dat we kortgeleden opnieuw hoorden dat Lambil, die arme man, ermee wil stoppen. Vast niet eens met het tekenen, maar vooral met alle gedoe eromheen.
Ja mensen, zo gaat de stripwereld met zijn bejaarden om. Zolang het kan blijven de uitgevers aan de knokige vingers van de auteurs trekken, alsof het uiers zijn. Dus gewoon doorgaan Hermann, we verkopen nog iedere keer goed van je boekjes – ook al klaagt iedereen dat het al zes jaar niet meer te pruimen is. Aria en Yoko Tsuno mogen niet met pensioen, liever zien we ze leeglopen en wegkwijnen. En als de originele maker dan uiteindelijk afstand heeft genomen (van zijn werk of van ons allemaal) dan is het hek van de dam. Dan wordt het muffe uit de reeks geklopt en krijgen we De nieuwe avonturen van Bob Morane, Seizoen 2 van Michel Vaillant, Aria Nova en Yoko Tsuno 2.0. Iedereen weet het, ook de bejaarde tekenaars die hun jarenlange ziel en zaligheid gereduceerd zien worden tot een figuurtje dat gewoon door iedere jandoedel kan worden overgenomen en voortgezet. De stripmaker als ambtenaar, zijn schepping als melkkoe, de lezer als betalende sukkel.
Op die manier laat een stripmaker niets wezenlijks na. Want stel dat we over twintig jaar de Wikipedia-pagina van De Blauwbloezen actualiseren vanwege het 89ste nummer dat dan is verschenen. Dan staat er in het inleidende stukje hooguit dat Willy Lambil één van de vele auteurs is. Je gunt iemand met zijn staat van dienst een eervolle aftocht – om in gepaste termen te blijven. Dat de serie stopt met zijn zelfgekozen laatste plaatje en dat we hem een prijs geven, een pleintje naar hem vernoemen en dan erg lang applaudisseren. Iedereen zal De Blauwbloezen herinneren als een goede strip van twee heren die hebben gedaan wat ze konden: ons laten lachen en fijne uurtjes leesplezier bezorgen.
Wat het wordt? Kijk maar naar Robbedoes. Bij gebrek aan visie, lef en fatsoen wordt de reeks steeds verder uitgehold en opgerekt. De Blauwbloezen wordt een strip waar je niet meer warm of koud van wordt, die je hooguit meeneemt omdat je de reeks compleet wil houden. Dat namelijk schijnt een heel belangrijke reden te zijn voor uitgevers om niet met een stripserie te kappen. In dat licht bezien kunnen wij, de striplezers met het hart op de goede plaats, het verschil maken. Wij kunnen in opstand komen tegen alle kwalijke kanten van de uitgever die nu al handenwringend zit te wachten tot Lambil zijn tekenpen neerlegt, zijn rechten verkoopt en eindelijk een stapje opzij doet. Wij geven Lambil alle credits, schouderklopjes en loftuitingen voor het mooie werk dat hij verrichtte en stoppen met het kopen van De Blauwbloezen na hem – natuurlijk wel pas nadat Lambil een flink geldbedrag heeft geïncasseerd voor zijn rechten. Dus mede-completisten en gewoontekopers: zullen we Lambil deze eer bewijzen?
Deze tekst verscheen in aangepaste vorm eerder als column in Zone 5300 (2025-01)