De omslagtekening van De spiegel van ons verdriet van Christian de Metter pakt meteen. Op de voorgrond een kraai op een paal, je ziet hoe de nagels zich in het hout gezet hebben. Een kraai is altijd omineus: de dood kan niet ver zijn. Op de achtergrond een file, met auto’s maar ook een paardenwagen. Duidelijk is dat we ons op het platteland bevinden en dat het al van een tijd terug moet zijn. De vlucht bij De Metter lijkt sloom te gaan; van jachtigheid is geen sprake. Gelaten trekken de mensen weg. De achtergrondkleuren zijn geel, oranje en rood. Je ziet de weerschijn van het rood ook op de kraai. Dat zal brand zijn. Gecombineerd met de stoet vluchters roept het beeld al gauw het idee van oorlog op, zonder dat die expliciet getoond wordt. Nog voor De spiegel van ons verdriet is opengeslagen, is het al intrigerend.
Van Christian de Metter verschenen eerder twee andere boeken – Tot ziens daarboven en De kleuren van de brand – ook gemaakt naar romans van Pierre Lemaitre. Ze begonnen met de Eerste Wereldoorlog en bewogen zich langzaam richting de jaren veertig. Dit boek, het derde van de trilogie, begint in 1940, aan de vooravond van WO II. Op de eerste tekening weerklinkt een schot en daarna wordt er een kreet geslaakt. In het donker rent een naakte vrouw in paniek de straat op. Ze wordt opgenomen in een ziekenhuis en blijkt Louise Belmont te heten, een onderwijzeres.
Deze Louise werkt in het weekend in een café-restaurant. Ze is met een van de vaste gasten, dokter Thirion, meegegaan naar een hotelkamer en hij heeft zich voor haar ogen een kogel door het hoofd gejaagd. Daar blijkt een hele geschiedenis achter te zitten en Louise gaat die uitzoeken. Intussen staat de oorlog op uitbreken en maken we kennis met een groep soldaten in Fort Mayenberg, ergens aan de Maginotlinie. Een van hen is Raoul Landrade, die een rol zal spelen in de zoektocht van Louise. Ook maken we kennis met een charmante oplichter, die steeds in andere gedaante verschijnt: piloot, advocaat, priester. Een rechercheur, vlak voor zijn pensioen, Lecann, is hem op het spoor. Als de oorlog eenmaal uitgebroken is, komen in de chaos daarvan de levens van deze personen samen.
Christian de Metter vertelt het verhaal in een rustig tempo. Dat werkt goed, zeker tegen de achtergrond van de gebeurtenissen die vol van onrust zijn. Het gaat niet om de spanning en zeker niet om het spektakel. De spiegel van ons verdriet draait om de mensen, die in de chaos hun weg moeten zien te vinden. Het zijn bepaald geen helden en Raoul Landrade heeft zeker onsympathieke trekjes, maar dit zorgt er wel voor dat je het idee hebt dat je met echte mensen van doen hebt.
Aan de ene kant de geschiedenis: het uitbreken van de oorlog, mensen die voor het front uit vluchten. Maar anderzijds: in die geschiedenis zijn er mensen, met hun knulligheid, hun doortraptheid, maar ook met hun menselijkheid, hun hulpvaardigheid. En ieder heeft zijn eigen leven dat hij zo goed mogelijk op orde tracht te houden of te krijgen en dat is al lastig genoeg.
Er is veel donkerte in De spiegel van ons verdriet. Wie door het boek bladert, ziet hoe donker veel van de tekeningen zijn ingekleurd. Het verhaal speelt zich af in een donkere tijd en dat de oorlog hard is en gruwelijk kan zijn, komt zeker ook in het verhaal terug. Toch is het geen somber verhaal. Het kwaad waart rond, maar het goede steekt ook overal de kop op en dat met een zekere vanzelfsprekendheid. Louise neemt bijvoorbeeld de zorg op zich van kinderen wier moeder is omgekomen. Daar hoeft ze eigenlijk niet over na te denken.
Na het lezen blijft je niet de ellende bij, maar juist het positieve, dat er ook of juist in moeilijke tijden is.
Christian de Metter (naar een roman van Pierre Lemaitre) – De spiegel van ons verdriet. Scratch Books. 180 pagina’s hardcover. € 29,95