Klassieke verhalen worden telkens opnieuw verteld – ook in strips – en blijven daardoor fris. Maar wat maakt deze verhalen zo bijzonder? En hoe veranderen ze door de tijd? In Classic to Graphics gaat Bart van der Steen op onderzoek uit. In de tweede aflevering van onze zomerserie bespreekt hij de stripwereld van Koning Arthur.
Koning Arthur is nooit echt gestorven. Tenminste, zo gaat de legende. Na een zwaar gevecht met zijn zoon Mordred werd hij zwaargewond naar het mysterieuze eiland Avalon gebracht door zijn halfzus. En daar ligt hij nog steeds, wachtend op de dag dat Engeland hem weer nodig heeft. Daarom wordt hij de “once and future king” genoemd.
Hoewel het verhaal mythologisch klinkt – en dat is het ook – besloot koning Hendrik II (1133–1189), ruim zeshonderd jaar later, om voorgoed af te rekenen met het idee dat Arthur nog leefde. Zijn plan? Bewijs vinden dat Arthur écht dood was, door zogenaamd zijn graf te ontdekken bij Glastonbury Abbey.
Waarom? Omdat Welshe rebellen in opstand waren gekomen en verklaarden dat niet Hendrik, maar Arthur hun ware koning was. Door een nieuwe versie van het verhaal te lanceren – eentje waarin Arthur gewoon begraven lag – hoopte Hendrik die geruchten te stoppen.
Hier zie je maar: zelfs als het ‘maar een verhaal’ is, kan de legende van Arthur mensen in beweging brengen. Zelfs tot opstand aan toe. En daar kwam weer een tegenverhaal uit voort – ook verzonnen, maar met echte impact.
Tegenwoordig lijkt het misschien vergezocht dat mensen nog in actie komen voor een mythische koning. Maar fictie kan nog steeds echte daden uitlokken. Denk bijvoorbeeld aan verhalen over een ‘gestolen verkiezing’ die mensen zover krijgen om een parlementsgebouw te bestormen.
De onderhuidse kracht van Arthur is misschien minder explosief, maar zijn populariteit leeft nog steeds voort. Hij duikt overal op: in romans, animaties, films en in strips. In dit stuk bespreek ik twee graphic novels over koning Arthur. Niet alleen omdat ze slim geschreven en visueel indrukwekkend zijn, maar ook omdat ze op een slimme manier teruggrijpen op de oude Arthurlegendes.
Twee canonieke koning Arthurs
Volgens de overlevering was Koning Arthur een zesde-eeuwse Engelse vorst. Historisch gezien is de kans klein dat hij echt heeft bestaan, maar volgens de overlevering bracht hij orde en rust in een door oorlog en wetteloosheid verscheurd Engeland. Hij zou het land hebben verdedigd tegen buitenlandse indringers en een eind hebben gemaakt aan een periode vol anarchie en machtsmisbruik door lokale krijgsheren. Arthur richtte de Orde van de Ridders van de Ronde Tafel op en gaf het startschot voor de zoektocht naar de Heilige Graal.
Vanaf de negende eeuw werd de legende van koning Arthur populair in zowel Groot-Brittannië als Frankrijk. In de twaalfde eeuw kreeg het verhaal langzaam maar zeker zijn vaste vorm. Lange tijd bestonden er allerlei versies van het Arthurverhaal naast elkaar, maar twee daarvan sprongen eruit – en precies die twee zouden uiteindelijk hun weg vinden naar de wereld van de strip.
Het eerste canon: Le morte d’Arthur
De meest gezaghebbende versie van de Arthurlegende werd aan het einde van de vijftiende eeuw opgeschreven door ridder, politicus en schrijver Sir Thomas Malory: Le Morte d’Arthur (1485). Natuurlijk bestonden er al eerdere versies, zoals Geoffrey of Monmouths Historia Regum Britanniae (ca. 1135), Wace’s Roman de Brut (1155), de werken van Chrétien de Troyes (ca. 1135/1140–1190) en het Lancelot-en-prose (1215–1230). Maar Malory’s versie springt eruit als een van de toegankelijkste en complete vertellingen van het Arthurverhaal tot dan toe.
Dat Malory juist de Arthurlegende koos, was geen toeval. Hij had gevochten in de Rozenoorlogen (1455–1485), een burgeroorlog die Engeland dertig jaar lang verscheurde. Tijdens die oorlog werd Malory gevangen genomen en opgesloten. Terwijl het geweld buiten doorging, keerde hij zich – vanuit zijn cel – tot Arthur: de mythische koning die ooit vrede en orde bracht in een verdeeld land.
Malory verzamelde alle Arthurverhalen die hij kon vinden en smeedde ze samen tot één samenhangend geheel. Zijn versie werd lange tijd dé standaard.
Hoewel Malory in het Engels schreef, kreeg het boek van zijn uitgever een Franse (en grammaticaal onjuiste) titel. Le Morte d’Arthur was oorspronkelijk de titel van het laatste hoofdstuk, een verwijzing naar oudere Franse versies van de legende. Door deze titel aan het hele boek te geven, kreeg het verhaal een donkere ondertoon. Vanaf de eerste pagina weet de lezer dat het slecht zal aflopen: ondanks al zijn heldendaden zal Arthur uiteindelijk sterven – verraden en gedood door zijn eigen zoon Mordred. Zo krijgt het verhaal iets tragisch, bijna Grieks: het einde staat vast, en juist de pogingen om het noodlot te ontwijken leiden tot de ondergang.
Le Morte d’Arthur is bedoeld als een soort compendium, wat het niet per se makkelijk leesbaar maakt. De lezer krijgt een stortvloed aan personages voorgeschoteld, wiens verhalen gelijktijdig en met elkaar verweven worden verteld – een verteltechniek die doet denken aan hoe Marvel-films en -series tegenwoordig met elkaar verbonden zijn (deze techniek heet entrelacement).
Toch verschilt Malory’s aanpak van die van Marvel. Waar moderne verhalen vaak focussen op het ‘waarom’, richt Malory zich vooral op het ‘wat’: hij beschrijft wat de personages doen en wat hen overkomt, maar er is weinig ruimte voor innerlijke dialogen, karakterontwikkeling of persoonlijke motivaties.
Het tweede canon: The once and future king
Heel anders is de tweede moderne canonieke versie van de Arthurlegende: The once and future king van T.H. White (1958). Eind jaren dertig besloot de voormalig leraar White het Arthurverhaal opnieuw te vertellen, grotendeels gebaseerd op Malory. Net als Malory leefde White in een tijd van oorlog. Engeland werd geconfronteerd met interne verdeeldheid en dreiging van buitenaf. En dus wendde ook hij zich tot koning Arthur – de koning die ooit orde en vrede had gebracht in een verscheurd land.
Maar White koos voor een lossere, humoristische stijl. Merlijn is bijvoorbeeld een verstrooide tovenaar die achterstevoren door de tijd leeft. Het ‘Questing Beast’ – in de oorspronkelijke verhalen nog een angstaanjagend monster – wordt bij White een soort komische sidekick. Halverwege de reeks merkt White zelfs terloops op: “Arthur was not one of those interesting characters…”
Toch zit White’s vertelwijze slim in elkaar. In plaats van alles te willen vertellen, zoals Malory deed, kiest White ervoor zich te richten op een klein aantal personages, hun innerlijke drijfveren en de relaties tussen hen. En juist daardoor komen sommige momenten des te harder binnen. Bijvoorbeeld wanneer hij de relatie tussen Lancelot en Arthur beschrijft, of Arthurs laatste avond voor het gevecht met Mordred. Op zulke momenten maakt de humor plaats voor oprechte tragiek. White’s versie is tot op de dag van vandaag de populairste moderne hervertelling van het Arthurverhaal.
Twee canons: twee comics
Het verschil tussen de twee belangrijkste canonieke versies van de Arthurlegende zie je duidelijk terug in twee graphic novels. Natuurlijk zijn er tientallen strips over koning Arthur, maar hier focus ik op deze twee.
De eerste is Le Morte d’Arthur, geschreven door John Matthews en getekend door Will Sweeney. Matthews is een internationaal gerenommeerde Arthurkenner – hij was onder andere historisch adviseur bij de film King Arthur uit 2003 – en Sweeney is striptekenaar, illustrator en designer. Hun graphic novel blijft dicht bij het bronmateriaal: het werk van Malory. De toon en de tekenstijl zijn serieus en realistisch, wat het verhaal een mythische, saga-achtige sfeer geeft.
In het voorwoord zegt Matthews dat hij geprobeerd heeft om de wirwar van verhalen iets toegankelijker te maken, en om op z’n minst een glimp te geven van de motivaties van de vele personages. Maar de grote kracht van dit stripboek zit in de trouw aan Malory: zowel qua toon als qua structuur. Dat blijkt ook uit het tekenwerk dat degelijk en traditioneel van vorm is. Oorspronkelijk was dit bedoeld als een vierdelige reeks, maar helaas is tot nu toe alleen het eerste deel verschenen.
Once & Future
Heel anders is de aanpak van Once & Future. Net zoals White’s Once and Future King een losse bewerking was van Le Morte d’Arthur, is deze comic een vrije, humoristische adaptatie, maar wel stevig geworteld in de wereld van de Arthurlegendes.
Wat is het verhaal? In 2020 vindt een groep Engelse white nationalists het zwaard Excalibur en wekken daarmee Arthur weer tot leven. Ze hopen dat hij orde en eenheid zal brengen, maar dan op hun manier: door alle minderheden het land uit te zetten. Maar eenmaal herrezen blijkt Arthur een Romano-Britse koning te zijn – een doodsvijand van de Angelsaksische ‘indringers’ die Engeland vanaf de zevende eeuw binnentrokken. Voor Arthur betekent ‘orde herstellen’ dus: alle huidige bewoners van de Britse eilanden verdrijven.
In plaats van een nieuw begin dreigt Arthur het land in totale ondergang te storten. Nu is het aan een groep hippies en buitenstaanders om het op te nemen tegen deze genocidale zombie-koning. Hun enige wapen – naast zwaarden, geweren en explosieven – is hun kennis van de verschillende versies van de Arthurlegende. In Once & Future, net als in de openingsanekdote van deze blog, geldt: elk verhaal dat door anderen wordt geloofd, krijgt kracht. Het kan zelfs oude, mythische zombie-koningen tot leven wekken.
Nieuwe versies van het Arthurverhaal bedenken wordt zo de enige manier om de dreiging van terugkerende, haatdragende mythen te bestrijden. Deze graphic novel is een slimme, conceptuele bewerking van de legende – helemaal in de geest van Whites speelse kijk op Malory’s Morte d’Arthur.
Natuurlijk is de serie meer dan alleen een literair spel met obscure teksten. Het bevat ook spectaculaire actiescènes en prachtig artwork. Maar wat Once & Future echt bijzonder maakt, is dat het verhaal alleen maar rijker en spannender wordt als je iets weet over de Arthurverhalen – of beter gezegd: Arthurverhálen.
Dus, wil je de Arthurlegende ontdekken én goede strips lezen? Pak dan vooral Morte d’Arthur en Once & Future erbij.