Fante Bukowksi is een fluim van een vent, een drol van een kerel en een slap excuus voor alle poëten en schrijvers van de wereld. Zijn leven is een aaneenschakeling van mislukkingen, een teloorgang van jewelste en juist daarom is The Complete Works of Fante Bukowski een zalige leeservaring. De Amerikaanse stripmaker Noah van Sciver, die zich afgaande op zijn enorme productie bepaald niet van zijn luie kant laat zien, heeft met het levensverhaal van “de meest onderschatte dichter en schrijver alle tijden” een kunststukje geleverd.
Onlangs verscheen de bijna ongepaste joekel, geheel in de stijl van de vermaarde Library of America, waarin de drie delen van Scivers Bukowski zijn gebundeld: het titelloze eerste deel, Two en A perfect failure, samen goed voor een pil van 388 pagina’s. De uitgave, met een harde kaft, stofomslag en een boekverzorging om door een ringetje te halen, is terecht: het leven van Fante Bukowski, de mislukkeling met een gemankeerd zelfbeeld, is te mooi om niet schitterend te bezorgen.
Nu de drie los te lezen delen achter elkaar staan, zien we pas echt hoe knap de ontwikkeling in elkaar steekt: Fante heeft te schaften met zijn ouders, die hem onderhouden door iedere maand geld op zijn creditcard te zetten totdat ze erachter komen dat hij een hoer bezoekt – en feitelijk alleen omdat zij het naar eigen zeggen met alle belangrijke schrijvers doet. Fante ontmoet een lieve collega die ook literaire aspiraties heeft en uiteindelijk haar gedroomde succes bereikt, tot ongenoegen van Fante. En hij treft een lief kunstmeisje dat hem helpt, steunt en intussen haar eigen sores maar ternauwernood het hoofd kan bieden. Fante ziet het allemaal niet. Hij is te druk met zijn eigen beheer bokje Six Poems, waarvan hij er twintigduizend heeft laten maken; een twee keer dubbelgevouwen A4’tje met nietjes overigens. Al deze zaken lopen als rode draden door het verhaal, dat vooral leunt op anekdotiek. Van Sciver laat Bukowski steeds opnieuw mislukken, alsof het niet anders kan. Het wordt ook niet kansrijker als Fante zijn heil zoekt in het domein van de roman.
Toch heeft Fante geluk: zonder dat hij er erg in heeft wordt hem een gunst verleend door iemand van The New York Times, die toevallig dezelfde vrouw van lichte zeden frequenteert en dat graag onder de pet houdt. Eventjes mag hij het succes proeven, al verprutst hij dat subiet. De hoofdstukken in het boek zijn steeds voorzien van passende quotes en oneliners, als mantra’s van de zelfkant. Ze voorzien Fante van een passend cachet; niet per se positief, vooral niet, maar daarom des te grappiger.
Fante Bukowski is niet exemplarisch voor het overige werk van de zeer productieve Van Sciver. Hij maakte naam met zijn eigenbeheer-tijdschrift Blammo, dat met gemak een kroniek van de hedendaagse twintiger mag heten. Het zijn indringende, ontwapenende slice of life verhalen over jongeren en jongvolwassenen die niet leven in de fantasiewereld van MTV en de Kardashians. Het is pittig en af en toe sneu, maar in ieder geval net zo echt als het leven zelf.
Het werk van Van Sciver is grotendeels autobiografisch en de personages zijn altijd bezig het hoofd boven water te houden: net genoeg geld voor de huur, nergens een vangnet en geen tijd voor dromen of rust. De verhalen zijn eerlijk en hard tegelijk, met soms een sprankje hoop zonder dat het pathetisch wordt. De personages komen zo dichtbij dat je ze echt iets beters zou gunnen: weinig hedendaagse strips hebben die zeggingskracht. Deze verzamelde korte verhalen verschenen in de bundelingen Youth is wasted, Disquiet en Saint Cole, stuk voor stuk prachtige miniatuurtjes van het moderne Amerikaanse leven in verval.
Fante is van een ander laken een pak. Binnen zijn oeuvre zijn de verhalen rond de wannabe succesdichter Fante Bukowski duidelijk een uitlaatklep voor Van Sciver. Fante is een nietsnut, een hobo en een mislukte dichter die letterlijk wacht tot de mensheid ein-de-lijk eens overtuigd raakt van zijn enorme talent. Hij is zo vol van zichzelf en ziet de wereld om hem heen zo misnoegd aan, dat het komisch wordt. Bij Fante is de gunfactor heel ver weg en stiekem hoop je dat zijn gedichtjes en romanideeën het nooit ergens zullen redden, wat overigens een vrij zekere zaak is. Dat hij Kelly Perkins heet en zich een ronkend pseudoniem aanmeet dat hij samenstelt uit Charles Bukowski en John Fante, twee ploeteraars, zegt genoeg.
The Complete Works of Fante Bukowski heeft alles in zich om een genre-klassieker te worden, een album dat niet alleen bij stripliefhebbers maar ook bij poëzielezers en literair angehaugte types in de smaak kan vallen. En bij alle jonge mensen die een toekomst zien in het schrijven en uitventen van hun gedichtjes: zij kunnen lachen om iemand die het in ieder geval niet gemaakt heeft.
Noah van Sciver – The Complete Works of Fante Bukowski. Fantagraphics. 388 blz. € 34,99.