Artikelen

Op bezoek bij René Windig: “Tekenen. Zo begrijp je hoe het in elkaar zit.”

‘Je bent toch een kunstenaar, die toevallig striptekenaar is geworden,’ zeg ik tegen René Windig, nadat we het al een hele ochtend over zijn nieuwe, langverwachte boek hebben.
‘Dat vindt Eddie ook altijd,’ zegt Windig. Dat is dan Eddie de Jong, schoolvriend, vriend-voor-het-leven en co-auteur van onder meer Heinz. ‘En Eddie vond zichzelf een bouwvakker, die striptekenaar was geworden. Ik mis het werken met Eddie. Ik mis het lachen, samen. Als we elkaar zien, dan is het bijna meteen raak. Nog steeds.’

René Windig maakte meer dan 30 jaar strips met Eddie de Jong. Ze creëerden onvergetelijke figuren zoals Rockin’ Belly, Dick Bosch – en natuurlijk Heinz. Sinds het definitieve einde van Heinz, in 2006, werkt René Windig alleen. Hij tekent. Vooral in zijn fameuze schetsboeken. Hij maakt collages. Hij maakt kleine schilderijtjes, sculpturen en diorama’s. Zijn thuisbasis is in de Amsterdamse stad. Daar staat ook zijn atelier, dat inmiddels meer wegheeft van een museum. ‘Ja, ik zag mijn kinderen laatst wel een beetje bedenkelijk kijken. Straks zitten zij ermee opgescheept.’ Tekenen doet hij al heel lang niet meer in het atelier, maar vooral in Callantsoog: ‘van drie kanten omringd door natuur. En van een kant door van die giftige hyacinten.’ Hij zegt het op een luchtige toon, maar eronder hoor je ook de boosheid. Diep in de tuin, bij het huis in Callantsoog, staat een houten woonwagen, een plek om te tekenen. Ook al is dat er de afgelopen vier jaar niet van gekomen.

‘Ik ben al vier jaar bezig met dit boek. Dat heeft alle aandacht opgeëist. Het is ingedikt, herordend. De eerste versie telde meer dan driehonderd pagina’s, daar is net de helft van overgebleven.’Logboek van een thuisblijver is meer dan een chronologische selectie uit Windigs fameuze schetsboeken. Natuurlijk, dat is het ook en dat is een feest voor het oog. Maar dit boek is ook een subtiel, vrolijk-melancholisch zelfportret, een onderzoek naar inspiratiebronnen en naar wat het leven de moeite waard maakt. Een paar verbindende teksten, enkele fenomenaal gekozen quotes en een uitgekiende beeldselectie vertellen ook een eigen verhaal. Tenminste, voor wie wil kijken, verbinden en dan doorkijken en -denken. En voor wie zich niet van de wijs laat brengen door de ironie, bizarre beesten, beeldgrapjes en – ook dat – visuele krachtpatserij van Windig. Zo houdt Windig de al te makkelijke emotie, en misschien wel het verdriet op afstand. ‘Je moet ook niet met je emoties te koop lopen, toch? En ik dat doe ik wel graag, mensen op het verkeerde spoor zetten. Als jij er dan melancholie in leest, dan klopt dat wel, ja.’ Meer heeft hij er niet over te zeggen.

René Windig heeft het talent om van dingen houden. Hij houdt van katten, en van Felix the Cat in het bijzonder – het kleinste museum van Haarlem toont een selectie uit zijn collectie. Hij houdt van vogels. Hij houdt van het werk van de 19e-eeuwse, Amerikaanse naturalist Audubon, van wie hij de boeken vol dierentekeningen graag versnijdt en verknipt. Hij houdt intens van de natuur. We gaan na de koffie nog even naar zijn stadsdaktuin in de slagschaduw van de Oude Kerk. In de kratten en dozen is de lente al begonnen, overdadig en woekerend. Windig wijst nog op zijn eigen compost en concludeert tevreden dat het in alle potten en bakken stikt van de regenwormen. ‘En dan heb ik de tuin van mijn vriendin in Diemen lekker laten verwilderen. En natuurlijk de tuin in Callantsoog.’

Logboek van een Thuisblijver is gewijd aan deze liefdes. ‘In feite is dit boek het vervolg op Windig Drawings.’ René heeft het over zijn eerste solo-, een bundel van zo’n 300 schetsen en tekeningen uit 1982, hoogstpersoonlijk werk dat de fans van het duo Windig & de Jong in die tijd niet altijd konden volgen. En in tegenstelling tot het nieuwe Logboek werd het in stemmig zwart-wit uitgebracht.

‘Ik tekende toen ook in zwart-wit. Ik doe alles met viltstift. Met het goedkope papier dat ik toen gebruikte – als je dat gaat inkleuren, dat wordt niks, dat loopt helemaal uit.’

Ik ben verbaasd, ik dacht het toen een kostenkwestie was bij de uitgever. Windig grinnikt. ‘Neenee, ik deed tot die tijd alles in zwart-wit. Ik was niet depressief of zo, maar toch…’ Hij vult het verder niet in. ‘Na de geboorte van mijn kinderen, toen ben ik in kleur gaan tekenen.’

Als we de la met schetsboeken opentrekken dan knallen de kleuren je tegemoet. Kleur is nu niet meer weg te denken uit het werk van Windig. De vormen en kleuren van Cobra springen in het oog. In zijn ouderlijk huis hing een echte Appel, door vader Ad Windig* geruild met de armlastige schilder. ‘Ook een vogel,’ grinnikt Windig. ‘Zou het daar allemaal mee begonnen zijn?’

We komen niet alleen Appel tegen in Logboek van een thuisblijver. De vormende bronnen van Windig zijn in de selectie versleuteld. Zo verraadt de opzet van het boek de reeks ‘Logboeken’ die door Omniboek zijn uitgegeven. We zien ook Hokusai, van Gogh – in dik viltstift met een verbluffende trefzekerheid hertekend. ‘Zo leer je die tekeningen kennen, zo onderzoek je ze, zo leer je ze begrijpen. De golf van Kanagawa, die zet ik nu in een keer neer, die heb ik helemaal in mijn vingers. Je moet het tekenen. Dat is voor mij de enige manier om te begrijpen hoe het allemaal in elkaar zit.’


* (Fotograaf Ad Windig wilde het schilderij wel ‘zonder die lelijke hanenpoot’, Appels handtekening. Het gaf de schilder de gelegenheid zijn werk weer mee te nemen en er een repliek van te maken – zonder handtekening. Het leidde tot een affaire die het NOS-journaal heeft gehaald.)