Chumbo sleept je mee in een Braziliaanse geschiedenis die druipt van geweld, verraad, revolutie en stilzwijgende trauma’s. Wie op zoek is naar een beetje escapisme met kleurrijke figuren en heldere morele boodschappen, kan nu nog weglopen.
‘Chumbo’ betekent lood. In Brazilië verwijst het naar de ‘anos de chumbo’, de jaren van lood, waarin een militaire dictatuur met ijzeren vuist regeerde en dissidentie werd gesmoord in martelkamers. Lehmann gebruikt het woord niet alleen als historisch etiket. Lood is ook gewicht. Het lood in Chumbo verzwaart, verstikt en maakt waterdicht. Dat is precies wat Lehmann doet met deze roman: hij toont een wereld waarin je de geschiedenis niet achterlaat, maar het je lichaam en ziel langzaam verzwaart tot je je niet meer kunt bewegen.
We volgen de familie Wallace, een elitefamilie die zich met hand en tand in stand probeert te houden in een snel veranderend Brazilië. Patriarch Oswaldo is een steenrijke mijnbouwmagnaat, maar zijn familie is allesbehalve een stabiele dynastie. Zijn zonen vertegenwoordigen twee zijdes van de Braziliaanse toekomst: Severino, de gevoelige intellectueel die zich zal aansluiten bij de guerrilla’s van de linkse oppositie; en Ramires, de brute pestkop die zich ontpopt tot meelijwekkende speelbal van de dictatuur.
Het knappe is: Lehmann kiest geen partij. Of beter gezegd: hij laat de personages zichzelf verraden. Hij laat ze bloeden, zwijgen, schreeuwen, verdwijnen. Iedereen in Chumbo draagt schuld, maar niemand is slechts dader of slachtoffer. Het boek draait niet om politieke lessen, maar om morele verstrikking. Over vergif dat dwars door generaties heen sijpelt.
Lehmann werkte bijna tien jaar aan deze grafische roman. Je voelt het in elk paneel. Zijn tekeningen zijn zwart-wit, maar zelden eenvoudig. Hij wisselt af tussen realistisch uitgewerkte scènes en groteske karikaturen, maar dan met de chaos van een Latijns-Amerikaans verkiezingspamflet. Satire en ernst lopen naadloos in elkaar over. Schijnbaar moeiteloos schakelt hij tussen prettig simpele paneeltjes en fabuleuze overzichtpagina’s, allemaal gemaakt met een dun pennetje.
Sommige pagina’s lijken op krantenknipsels, andere op pamfletten of schaduwfotografie. Je doorbladert een visueel dossier vol getuigenissen, propaganda en angst. Een archief dat ademt, dat leeft, dat af en toe naar bloed ruikt.
De lezer heeft het niet makkelijk en krijgt geen houvast. Tijdlijnen verspringen, perspectieven schuiven, personages verouderen of verdwijnen zonder aankondiging. Je wordt gedwongen om mee te denken.
Wat dit boek ver boven het gemiddelde politieke familie-epos uittilt, is de manier waarop Lehmann het persoonlijke en het politieke niet los van elkaar toont, maar juist in elkaar laat grijpen. De revolutie in Brazilië wordt niet alleen gevoerd in de straten, de jungles en de gevangenissen, maar net zo goed in bed, aan de keukentafel, tussen vaders en zonen.
Severino’s radicalisering is geen plotmechanisme, maar een tragisch antwoord op een jeugd waarin zwijgen als zelfbehoud werd opgelegd. De manier waarop hij zich losmaakt van zijn familie is even begrijpelijk als pijnlijk. Zijn keuze voor de gewapende strijd voelt nooit heroïsch, eerder onontkoombaar. Ramires daarentegen, zijn broer, wordt niet zomaar een narcistische bullebak. Hij komt voort uit een kleine jongen die geleerd heeft dat liefde verdiend moet worden met gehoorzaamheid en wraak.
Niet eerder zag ik een graphic novel waarin familie zo onontkoombaar voelt. Niet als troost of toevlucht, maar als gevangenis.
Lehmann heeft het over een Brazilië dat nauwelijks voorkomt in het Westerse collectieve geheugen. Wij kennen Brazilië vooral als voetbal- en sambaland, of in het slechtste geval via de favela’s van City of God. De politieke trauma’s van het land – staatsgrepen, verdwijningen, clandestiene gevangenissen, verminkte waarheidscommissies – blijven vaak onder de radar.
Chumbo is daarmee niet alleen een artistiek project, het is ook een educatief manifest. Lehmann heeft zich diep ingelezen; hij sprak met Braziliaanse historici en verzetsstrijders, bezocht archieven en las tientallen getuigenissen. De echo’s van de militaire dictatuur in de hedendaagse Braziliaanse samenleving (denk aan de verkiezing van Bolsonaro en het militarisme dat nog steeds springlevend is) maken dit boek bovendien uiterst actueel.
Wees echter gewaarschuwd, Chumbo leest niet makkelijk. De stijl is intens, de structuur complex. Wie gewend is aan een strak verhaal met een heldere spanningsboog zal hier af en toe zuchten. Er zijn momenten waarop de gelaagdheid omslaat in overweldigende chaos. Maar dit is dan ook, zoals Lehmann zelf zegt, geen roman voor je plezier. Het is een roman om wakker van te liggen. En misschien wel om wakker van te blijven.
Matthias Lehmann bewijst zich als een meesterverteller die het stripmedium gebruikt om je midden in een geschiedenis te zetten die rauw, complex en levensecht aanvoelt. Na het dichtslaan heb je een documentaire gezien, een roman gelezen en een klap in je gezicht gekregen. Laat Chumbo je niet afschrikken. Laat het je overspoelen.
Matthias Lehmann – Chumbo. Concerto Books. 368 pagina’s. € 36,99