Om maar meteen met het jammere te beginnen: deel 5 is verschenen en het spektakelstuk Gung Ho is klaar. Zes jaar geleden verscheen het eerste deel van het dystopische apocalyps-theater en sindsdien hebben tekenaar Von Kummant en scenarist Von Eckartsberg er alles aan gedaan om de lezer erbij te houden. En hoewel alles klopt en het complete verhaal leest als een wervelwind, is het toch zonde dat het over is.
Gung Ho zit zó goed in elkaar: stel je een wereld voor waarin plukjes mensen zich in ommuurde kolonies ophouden. In een voortdurende staat van overleven proberen ze aan de witte dood te ontkomen. Deze witte dood, zo heet ook het vijfde afsluitende deel van de reeks, bestaat uit zogenaamde rippers: wrede dieren die lijken op watervlugge ijsberen met de kop van een scherpgetande aap. Zij jagen, liggen altijd op de loer en ontzien niemand.
Gung Ho speelt in Kolonie nummer 16, een haast onneembare vesting waar iedereen met wapens rondloopt. Buiten de muren komen de mensen zelden, alleen als er bevoorrading op komst is of als de kust veilig lijkt. En zo zijn er elders meer kolonies, die allemaal min of meer worden aangestuurd door een centraal orgaan – maar hoe en wat precies, dat blijft onbenoemd. Als de trein met wapens, benzine en voedsel wordt aangevallen, breekt de pleuris uit. Want waarom zouden de rippers dat doen? Of is hier iets anders aan de hand? In de vijf delen is dat de fraaie constante: er is altijd stress, gedoe, spanning en angst. En er zijn vragen die de lezer scherp houden.
Maar er is meer: feitelijk is Gung Ho een verhaal over generaties. Waar de oude garde de samenleving volgens traditionele lijnen en machtstructuren probeert vol te houden en vorm te geven, loopt de jeugd over van hormonen en branie. Dat zorgt voor ingewikkelde situaties die gaandeweg escaleren, vooral als blijkt dat een hooggeplaatste meneer niet met zijn fikken van een meisje kan afblijven. De jongeman die daarover zijn beklag doet, wordt als zondebok opgeofferd door de ouderen en uit de kolonie gezet. Het zet de situatie op scherp: de ouderen bedrijven een smerig politiek spelletje, de jongeren eisen verandering en keren zich tegen de heersende klasse, die toevallig ook vaak de ouders zijn.
In een heerlijke tekenstijl, die toch aanvankelijk een beetje wennen is, wordt het verhaal met veel vaart verteld. Von Kummant tekent zonder outlines; zijn kleurgebruik leunt sterk tegen 3d-tekenfilmwerk aan. Hij werkt veel met stoffen, grains, texturen: het geeft de strip een soort hyperrealistische uitstraling, hoewel het zeker geen fotografisch overtrekwerkje is. Alles ziet er gelikt, strak en toch onheilspellend genoeg uit.
Wie een paar extra euro’s te besteden heeft, krijgt een flinke box waarin vijf limited editions passen: achterin die speciale edities wordt een kijkje in de keuken gegund en zien we hoe Von Kummant zijn tekenwerk aanpakt. Interessant, al kun je je afvragen waarom dat in ieder deel opnieuw wordt getoond. Maar los daarvan: het is heerlijke eye candy en het is gewoon luxe. Bij die limited editions zitten steeds ex librissen waarvan de eerste en laatste zijn gesigneerd door de auteurs. En zo zitten er meer extraatjes bij de luxe boeken. Zoveel, dat ze niet samen met de vijf delen in de luxe foedraal passen – tenminste, als je ze daarna nog uit de box wil krijgen. Nog eens: alleen overdadige luxe natuurlijk, dus geen klachten.
De uitgever wil nog wel eens stunten met eerdere delen (drie met korting, of zoiets) dus hou het in de gaten. Zij die de volle mep hebben betaald, weten het: Gung Ho was al goed, werd steeds beter en eindigt met een knal. Het idee dat het zes jaar geleden al werd ontvangen als een topreeks, en dat al die tijd is gebleven, maakt het des te beter. En toch ook een beetje met het jammere idee dat het nu echt uit is.
Thomas von Kummant & Benjamin von Eckartsberg – Gung Ho. Silvester. Vijf delen, hardcover. 104 pagina’s per deel. € 24,95. Ook in limited edition met dossier en (gesigneerd) ex libris, 120 pagina’s. € 39,95.