Onlangs werd het kleurige eerste nummer van Brul! bezorgd bij iedereen die vorig jaar heeft bijgedragen aan de crowdfunding van het kinderstripblad. In het voorjaarsnummer van Brul!, dat een sympathieke verkoopprijs heeft van 5 euro en zich afficheert als ‘supertof tijdschrift met strips, strips, illustraties en strips’, staan inderdaad vooral strips. Het blad is in de markt gezet voor kinderen van 7 tot 12 die met Brul! volgens de makers voor het eerst iets te kiezen hebben. Brul! is nu eens geen afgeleide van Disney, Cartoon Network of Nickelodeon, maar naar eigen zeggen een leuk en prikkelend blad.
Terug naar het voorjaar van 2018. Initiatiefnemers en zogenaamde hoofdbrullers Thomas Langedijk, beter bekend als Tommy A, en Jeroen Funke lanceren een avontuurlijk project: een stripblad voor kinderen, dat compleet anders is dan wat er tot nu toe op de markt verschijnt. Via crowdfundingsplatform Voordekunst leggen ze uit waarom ze het tijd vinden voor iets nieuws:
“Als tekenaars van de kinderstrips Victor & Vishnu en Prins Kat vonden wij het altijd zo jammer dat er helemaal geen striptijdschrift is waar kinderen onze en andere leuke strips in kunnen ontdekken. Wij willen een fris, grappig en tikkeltje tegendraads blad maken waarin je in ieder nummer weer nieuwe leuke dingen ontdekt die kinderen elders niet zo snel tegenkomen. Want het aanbod voor kinderen is weliswaar groter dan het ooit geweest is, inhoudelijk is het verschraald. Juist door het grote aanbod zijn marketeers zich steeds meer met de inhoud gaan bemoeien. Wij doen niet aan doelgroeponderzoeken. We willen een leuk, prikkelend blad. Brul! bestaat uit een team stripmakers die vrijwillig betrokken zijn om precies dát blad te maken dat je ieder kind van nu zou gunnen. En waar je stiekem zelf ook van geniet.”
“Het duurde even, maar nu zijn we op volle sterkte”
In mei 2018 wordt Brul! succesvol gefinancierd via Voordekunst. In totaal 331 donateurs brengen de gewenste 8000 euro op, en meer: de teller stopt pas bij 9190 euro, voldoende voor vier nummers van Brul!. Hieraan voorafgaand is er een 0-nummer gepresenteerd tijdens de Comic Con in maart. Dan wordt ook duidelijk wat de makers voor ogen hebben: vier keer per jaar een nummer en geen eenmalige jaargang, maar een blad dat blijft.
Dan is het een tijdje rustig, want hoewel het de bedoeling is om al in augustus met een eerste nummer te komen, duurt het een extra zeven maanden. Intussen lezen we op de Facebookpagina van Brul! dat alle nummers in 2019 zullen verschijnen.
Dat het zo lang heeft geduurd wijt Jeroen Funke aan een griezelige spanning. “We hadden steeds het idee dat áls we echt beginnen we het tempo van een kwartaalblad moeten kunnen volhouden. Dus iedere drie maanden een nummer. Je kunt niet beginnen en dan al bij het tweede nummer achterop raken. Vandaar dat we eerst alles goed hebben opgezet, voordat we van start konden. Inmiddels hebben we het idee dat we vooruit kunnen plannen. We kunnen het aan.”
Spanning klinkt logisch, het is niet de werkelijke reden van de vertraging. “Misschien hebben we ons op de hele onderneming verkeken. We waren met z’n tweeën en moesten in het begin alles zelf doen. Daarbij kwam dat er naast Brul! van alles gebeurde. Thomas werd voor de tweede keer vader en ik zit met mijn Elke maand een boekje-project, dat ook niet mals is. Een idee is er zo, een goede planning maken duurt vaak toch langer. En we moesten wennen om zaken te delegeren.”
Kinderziektes noemt Funke het nu. “We vinden het vooral belangrijk om alles goed uit te zoeken. Dat je niet met allerlei zaken wordt geconfronteerd als je al onderweg bent. Toen we besloten om alle vier de nummers in 2019 uit te geven, konden we ons daarop richten. Met het opzetten van vaste rubrieken kun je bijvoorbeeld beter plannen. Het is geen probleem om de pagina’s gevuld te krijgen met strips, dat lukt ons wel.”
Je hebt te maken met een doelgroep en jezelf. Dat moet in balans zijn. Kinderen moeten het leuk vinden en wij ook.
Met ons bedoelt Funke intussen allang niet meer alleen de twee initiatiefnemers. De vaste redactie was al vlug uitgebreid met eindredacteur Tonio van Vugt en vanaf het moment dat opmaker Roel Venderbosch erbij kwam raakte alles in een stroomversnelling. Sinds kort is ook Karida van Bochove binnenboord. Funke hoopt ook op de komst van Kees de Boer: “Dat zou echt mooi zijn, voor de korte verhalen en de geweldige illustraties. Hij weet alles, kent iedereen in die wereld.”
Waar Brul! zich nadrukkelijk onderscheidt van andere striptijdschriften is de vrije, summiere benadering als het gaat om doelgroepen, positionering en marketing. Funke heeft niet veel op met die termen. Het enthousiasme voor het idee lijkt te prevaleren. Overmoedig? “Geen idee, wij vinden andere dingen belangrijk. Zoals wij het zien: je hebt te maken met een doelgroep en jezelf. Dat moet in balans zijn. Kinderen moeten het leuk vinden en wij ook.”
Wordt de doelgroep, kinderen van 7 tot 12 jaar, dan van een afstandje bekeken? Volgens Funke gaat dat allemaal heel losjes. “We hebben een beetje rondgevraagd bij kinderen van vrienden en collega’s, of ze het snappen en leuk vinden. We kregen best nuttige feedback naar aanleiding van het 0-nummer. We zijn ons er intussen van bewust dat wij zelf niet de doelgroep zijn. Dat moeten we eerlijk gezegd wel in de gaten houden: wij kiezen het werk vooral uit als we het zelf gaaf vinden, maar het moet ook geschikt zijn voor kinderen. En omdat wij alles zelf aandragen is het handig om een grotere en gemêleerde redactie te hebben. Anders wordt alles zo hetzelfde.”
Intussen heeft Brul! bijna vierhonderd leden en met die opbrengst zijn we in staat een volledige jaargang te drukken en te versturen
Omdat een abonnement voor vier nummers geldt, zullen er na ieder nummer nieuwe abonnees bij komen. Funke benadrukt dat dat altijd de bedoeling is geweest: “We hebben vanaf het begin gezegd dat we het niet vier nummers gaan proberen en dan pas verder kijken. We willen blijven. Die vier nummers waren er alleen om het bedrag van de crowdfunding te kunnen uitleggen. Je steunt ons met een jaarabonnement van vier nummers, dat idee.”
Na de crowdfunding kwam er nog een handvol abonnees bij. Funke: “Intussen heeft Brul! bijna vierhonderd leden en met die opbrengst zijn we in staat een volledige jaargang te drukken en te versturen. Als dat aantal blijft of een beetje groeit, kunnen we steeds weer verder. En dan bedoel ik: dan kunnen we drukken en versturen. We kunnen verder niemand betalen, we maken het omdat we het leuk vinden.”
Voor de losse verkoop worden nog eens 200 exemplaren extra gedrukt. De distributie daarvan is in handen van Ron Poland van Strips in Voorraad, die de stripwinkels in Nederland bevoorraadt. In Vlaanderen verspreidt Bart Pinceel van het gelijknamige distributiehuis het kindertijdschift, ook in stripwinkels. Funke: “Daarnaast is er een select clubje winkels dat bijvoorbeeld ook de Zone 5300 verkoopt. Daar haken we ook bij aan. Die losse verkoop doen we erbij, in de hoop dat we ermee scoren en nieuwe abonnees krijgen. We steken er verder niet veel extra energie in. Wat dit soort zaken betreft moeten we het nu vooral van goodwill hebben. We zijn zelf vooral de zakelijke kant aan het opzetten, we worden een stichting die als uitgever gaat fungeren.”
Hoewel alles pas net lekker loopt, kijkt Funke ook al terug. Met een goed gemoed, welteverstaan: “Het was allemaal echt spannend. Iets bedenken is makkelijk, maar dan moet je het ook nog doen. De crowdfunding was heftig, toen we zagen dat het ging lukken waren we vooral blij. Maar het zorgt ook voor een geweldige verantwoordelijkheid. Mensen verwachten nu iets van je. Dat is mooi, maar als je het goed wil doen moet je er tijd in steken, veel tijd. We hebben allemaal onze eigen werkzaamheden, dus het moet tussen de bedrijven door.”
Liefdewerk oud papier dus. “Natuurlijk, maar als je een paar dozen bezorgd krijg met het eerste nummer, dan ben je echt trots. Dat is te gek. En dan zie je de foto’s op Facebook van lezende kinderen. Daar doe je het voor. Dat het even duurde zijn de mensen dan allang vergeten. Vanaf nu volle kracht vooruit.”