Kort van stof

Kort van stof: maart 2022

Maart, de maand met de staart, doet zijn naam eer aan. Er is van alles verschenen, van puik tot prut. We zien grote namen door de hoeven zakken en verrassingen boven drijven. Zo gaat dat. En dan is het maar mooi dat er zoiets is als Kort van stof, waarin alles op waarde wordt geschat. Zo behoeden we ook de striplezer, van wie de portemonnee niet oneindig diep is. Keuzes dus, en hier de hulp: krachtig, eerlijk en in sneltreinvaart.

Karolus Magnus, de barbarenkeizer 1 – De Wasconische gijzelaar (Daedalus): Aan de start van dit stripverhaal worden twee personages geïntroduceerd terwijl ze enkele mannen een kopje kleiner maken. Daarbij schreeuwen ze luidkeels hun eigen naam. Dat zet meteen de toon voor deze strip. We vermoeden dat er wel enkele historisch correcte details in het verhaal verwerkt zijn maar de strip lijkt toch vooral te gaan over de intriges, mooie vrouwen en zwaardgevechten. De personages gedragen zich ook allemaal alsof ze in een Amerikaanse actiefilm meespelen. Dat is natuurlijk allemaal toegestaan, zeker als de tekeningen even hard knisperen als in deze strip, maar u bent gewaarschuwd!

Storm 33 – De archivaris van het licht (Uitgeverij L): Het laatste écht goede Storm verhaal was deel 22, De armageddon reiziger. Tekenaar Romano Molenaar bewees zichzelf intussen als goede vervanger van Don Lawrence, maar de scenario’s zijn al lang verzand in een parodie op zichzelf. Het wordt nergens écht slecht, maar dit nieuwste deel stikt van de verzonnen namen waar slechte fantasy een patent op heeft, stijve dialogen, een tweeling die “de Van Vlietjes” heet en dergelijke meer. Bovendien zijn de locaties en wezens die wonderbaarlijk zouden moeten zijn nogal flauw gevonden en waggelt de plot alle kanten uit. Storm is melig geworden en beleeft avonturen waar een minder bekende stripfiguur niet weg mee zou komen.

Urbanus 198 – Rocco, de spokende clown (Standaard uitgeverij): In dit verhaal keren we terug naar de jeugd van Urbanus om zijn trauma rond horrorclown Rocco uit te pluizen. Een voor Urbanus onkarakteristiek straight forward scenario dat uiteraard nog altijd vol zit met absurditeiten als hard water, malse trappen en de maan die de jonge Urbanus terug naar de aarde spuwt wegens onsmakelijk. Humoristisch vakwerk.

Rotterdam Stripstad, 100 jaar strips in de stad (Cross Comix): Dit is 244 pagina’s liefde voor het beeldverhaal, ingeklemd tussen twee kaften en bijeengehouden met een linnen rug. Het is een fraaie pil over de rol van de stad Rotterdam in het beeldverhaal van de afgelopen honderd jaar – de wat omslachtige titel is daar heel duidelijk over. Uitvoerige en illustratieve geschiedschrijving, een imposante lijst auteursportretten plus veel Deelder, Euromast, Agent 327, Willemsbrug en vier lofzangen op de stad door jonge stripmakers. Dit boek doet een duit in het zakje van Nederlandse steden die de echte stripstad wil zijn, een strijd die al jaren wordt uitgevochten tussen Breda, Haarlem, Groningen, Zwolle, Noordwijk, Rotterdam – en dan vergeten we er vast nog een paar. Samenstellers Grip en Seesing laten de concurrenten de hielen zien.

Kurusan, de zwarte samoerai 1 – Yasuke (Daedalus): De premisse van deze strip deed ons het ergste vermoeden: een zwarte slaaf komt per toeval terecht in de Japanse feodale maatschappij en schopt het tot samoerai. Bij lezing raakten we echter scène na scène meer overtuigd van de kwaliteit van dit verhaal: respect voor beide culturen, geloofwaardige personages in aannemelijke situaties en ontiegelijk veel oog voor historisch detail. Zo hebben we onze strips graag: alle verwachtingen overtreffend.

Het valkenjong (Uitgeverij L): De jonge middeleeuwer Martin vindt een valkenjong in het bos en voedt dat op. Dat is tegen de wet want de valkenjacht behoort de kasteelheer toe. Martin laat zich echter niet zomaar ringeloren. Deze strip is gebaseerd op een roman en dat valt eraan te lezen. Als je een roman moet vatten in 44 strippagina’s moet je immers heel wat vet wegsnijden. Spijtig genoeg werd ook hier en daar een vitaal orgaan verwijderd en blijven we over met een nogal mager verhaal met personages die tegen zichzelf lopen te praten om de plot uit te leggen aan de lezers. De tekeningen van Steven Dupré zijn puik vakwerk, maar slagen er ook niet helemaal in het geheel met gevoel te injecteren. Leuk tussendoortje, maar een pluimgewicht.

Klaw 1 – Ontwaken (Diedeldus/Daedalus): Een jongen ontdekt dat hij een bloeddorstige tijgerman als bodyguard heeft en dat zijn vader blijkbaar toch niet echt een simpele vishandelaar is. Een ongecompliceerde jeugdstrip met heel wat verrassende plottwists. Goed uitgewerkte personages, knallende emoties, bewegelijke tekeningen die naar manga lonken en vaart dat het een aard heeft. Toffe strip, waarvan meteen ook al het tweede deel verschenen is. Lees hier een andere, uitgebreide recensie.

Visa Transit 3 (Concerto Books): De tocht is volbracht en het was mooier dan verwacht. Het laatste deel van een bijzonder geestige, ernstige, visueel aantrekkelijke en thematische roadtrip-trilogie door Nicolas de Crécy is het perfecte sluitstuk gebleken van wat lekker begon (in deel 1), een klein dipje kende (in deel 2) maar glorieus werd voltooid. Het is het autobiografische verhaal van de auteur die met zijn neef in 1986 naar Turkije reist in een oude auto en onderweg over van alles nadenkt, teruggrijpt op eerdere gebeurtenissen uit zijn leven en sprongen in de toekomst maakt – als man van nu. Jeugdige overmoed gecombineerd met veel bespiegelingen over het leven en de zin van alles. De Crécy’s meest toegankelijke werk. Héél erg aanbevolen. Lees hier de recensie van deel 1.

Onze oorlog (Standaard uitgeverij): Een oneshot van stripmaker Mario Boon over twee mannen die diametraal tegenover elkaar stonden in WOII. Piet werkt voor het verzet en Karel is een bokser die aan het Oostfront vocht en nadien als bewaker in het beruchte fort van Breendonk werd aangesteld. Wanneer Piet daar gevangengezet wordt groeit er een vreemde relatie tussen hen die gestoeld is op hun gemeenschappelijke interesse in de bokssport. Boon slaagt erin om een spannend, informatief (daar zijn de waargebeurde feiten weer!) én emotioneel overtuigend verhaal te brengen. De strip ging nog beter dan zoete broodjes over de toonbank want de eerste druk is al ongeveer uitverkocht. Gelukkig staat er een herdruk gepland voor begin mei.

De laatste draak 1 – Het jade ei (Uitgeverij L): In 1499 zijn draken bijna uitgestorven. Enkel de orde van de drakenvrouwen kan ze berijden en wie op een goed blaadje staat bij hen kan op hun bescherming rekenen. De wilde exemplaren die nog rondvliegen worden opgejaagd door gelukszoekers die hopen het drakoniet dat in drakenhoofden zit te bemachtigen om te verkopen aan de hoogste bieder. Gooi daar nog wat strijd tussen Italiaanse stadstaten en gekonkel van de Katholieke kerk tegenaan en je hebt een gigantisch kruitvat. Wanneer er geruchten de ronde doen over een vers drakenei gaan de poppen pas echt aan het dansen. Goed gecomponeerde strip, met vele personages en allianties, die toch vlot wegleest. Een soort Game of Thrones maar dan in een veel realistischer setting.

De buurtpolitie 16 – De comeback (Standaard uitgeverij): Charmezanger Eddy Melody staat op uit het graf en zet een hilarische keten van gebeurtenissen in gang. De buurtpolitie grossiert in mysteries doorspekt met slapstick en humor en doet dat al zestien albums heel goed. Met een mooie rol voor Stromae als charmezanger André Hees.

Bommeldingen (Uitgeverij Klaas Driebergen): Een fijne verzameling artikelen die Driebergen de afgelopen tijd verstuurde aan lezers die geabonneerd zijn op zijn Bommeldingen-mailinglijst. Het zijn stukken zoals Bommel-afficionado’s ze graag hebben, over taal, personages en de diepere achtergronden van alles. Soms hangt Driebergen een artikel op aan een kattebelletje dat hij vond in de archieven van de Toonder Studio’s, dan weer vindt hij een aanknopingspunt voor een uitweiding over buldogs en olifanten, reuzen en duivelsfiguren, de Oude Schicht en Bommels ruitjesjas, fietsen en voetbal, het roken van pijpen en sigaren of de atoombom. Voor wie bij drie van deze onderwerpen al enthousiast wordt, is het boek een stevige aanrader. Prima leesvoer, voor onder een geruite plaid bij de open haard.

Neptunus 1e episode (Dargaud): Braziliaans stripmaker Léo moet ondertussen ongeveer 180 jaar oud zijn maar blijft in vrij hoog tempo strips maken. Intussen weten we wat we van hem mogen verwachten: stijve personages en mysterieuze sciencefiction. Als je het eerste kan behapstukken valt er veel te rapen bij het tweede. In deze nieuwe Aldebaran-cyclus nadert een vreemd tuig de aarde. Niemand weet waar het vandaan komt, maar dan ontdekt men dat er een Engelse tekst naast de sluisdeur staat. Léo slaagt erin te prikkelen met een goed gevonden raadsel.

Suske en Wiske – Weetjes over lang geleden (Standaard uitgeverij): Een boekje vol met weetjes over de geschiedenis vergezeld door plaatjes uit de Suske en Wiske strips. Wat een flop. De weetjes in dit boekje zijn van een twijfelachtig allooi. Ze zijn vaak nogal onduidelijk geschreven en werpen in sommige gevallen zelfs meer vragen op dan er beantwoord worden. Bovendien is er nul komma nul denkwerk en tijd in de lay-out gestoken. Het geheel lijkt op een simpel Word document waar men willekeurig prentjes van Suske en Wiske tussen geplakt heeft. Als kind waren wij verzot op dit soort boeken dus wij staan hier totaal open voor. Dit boekje is echter overduidelijk een slecht verzorgd project, bedoeld om makkelijk geld te scheppen.

Het bloed van de Valois 1 – De man van de rivier (Daedalus): Eén van de dingen waar uitgeverij Daedalus in uitblinkt is historische strips. Ook dit eerste deel van een nieuwe reeks bevestigt dat. Sfeervol ingekleurde tekeningen die wat aan Servais doen denken, illustreren vrij accurate historische fictie. De makers verweven de echte geschiedenis van de telgen Valois met de fictieve geschiedenis van het gezin van een timmerman en voegen zo een meer herkenbare emotionele kern toe aan wat anders nogal een stoffige kroniek zou zijn. Opgelet: tekeningen en taalgebruik doen wat ouderwets aan, maar dat is wellicht zelfs (half) zo bedoeld en past bij het verhaal.

Buck Danny Origins ½: de piloot met de gebroken vleugel (Dupuis): De revamps, prequels, remakes, hommages, pastiches en quasi exacte kopieën in de stripwereld dansen ons al een tijdje tot ziekmakens toe voor de ogen. Toegegeven: soms zit daar wat lekkers tussen. Zo niet deze Buck Danny. Wij houden ervan dat men aan dit soort verhalen of personages een nieuwe draai geeft. We hebben echter de indruk dat deze prequel zo mogelijk nog ouderwetser is dan de originele strips. Als dat “respect voor het bronmateriaal” heet dan geven wij onze portie door aan Fikkie.

De woorden van de panter (Daedalus): De prijs voor het origineelste stripverhaal van deze maand gaat naar De woorden van de Panter, een boek vol moderne dierenfabels. Auteur Jérémie Moreau slaagt erin de conservatieve moraal en het gebiedende vingertje dat de meeste fabels vergezelt te vermijden en grossiert in boeiende inzichten. Hier en daar komt het poëtische en dromerige aspect ervan wat te veel bovendrijven, maar laat ons zeggen dat dat tot het domein van persoonlijke smaak behoort, waar het gezellig kan aanschurken tegen de über-digitale tekeningen en inkleuring. Een goede strip voor alle mensen van goede wil.

Waar is het dagboek van Anne Frank (Prometheus): Ari Folman verstripte enkele jaren geleden Het achterhuis en dat vonden we prachtig. In 2021 bracht hij een tekenfilm uit genaamd Where is Anne Frank? En die heeft hij nu weer verstript tot Waar is het dagboek van Anne Frank, een titel als vraag zonder vraagteken. Volgt u het nog? Hoe goed we de strip van Het achterhuis ook vonden, dit tweede deel is een zware teleurstelling. De invalshoek, Kitty die uit het dagboek tot leven komt in de wereld van vandaag en door onze huidige maatschappij zwerft, is nogal gekunsteld. Het commentaar dat Kitty heeft op allerhande sociale misstanden is terecht maar tegelijkertijd oppervlakkig en gemakzuchtig. Wat ook niet echt bijdraagt is de vertaling en de verzorging van de tekst. Leestekens zijn in heel wat dialogen blijkbaar slechts een optie en we hebben robots uit jaren vijftig sciencefictionfilms levensechter horen communiceren. Dat alles werd vervolgens ook nog eens in een afschuwelijk lettertype gegoten. Goed van literair uitgever Prometheus dat ze strips willen uitgeven, maar misschien hadden ze iemand uit het veld in de arm moeten nemen om de productie te overzien.