Kort van stof

Kort van stof: februari 2024

Wat moeten we nog zeggen? Iedereen kent het klappen van de zweep intussen wel. Er lagen de afgelopen maand weer genoeg nieuwe strips op de plank voor een uitgebreide Kort van stof, die comme d’habitude, weer lekker snel, scherp en eerlijk wordt opgediend.

Buonaparte 2 – Oorlogsbuit (Daedalus):
Een strip over de fictieve avonturen van Napoleon in zijn verbanningsoord Sint-Helena? Waarom niet? Napoleon kan het niet laten om met de kloten van het Britse Rijk te rammelen, ook al beschikt hij over alle denkbare luxe. In deze strip wordt het Britse Rijk gepersonifieerd door Lord Hudson Lowe, de gouverneur van Sint-Helena. Die laatste ontwikkelt dan ook nog eens de theorie dat Napoleon in Egypte wellicht een gigantische schat van Alexander de Grote heeft ontdekt heeft en wil die veiligstellen voor het Britse rijk. Een psychologisch kat- en muisspel ontwikkelt zich tussen de twee mannen. De makers permitteren zich heel wat historische vrijheid, maar als je daar voorbij kan kijken, ligt er voor jou een spannende historische strip in de koelkast. De tekeningen zijn adequaat, maar wat stijfjes. Dat komt ervan als de recensent dwaze omschrijvingen als “in de koelkast” begint te verzinnen om toch maar niet steeds in dezelfde frasen te vervallen.

Een paus in de geschiedenis 6: Clemens V – Het offer van de tempeliers (Daedalus): Had iemand ons gezegd dat we met veel smaak de stripbiografieën van bekende Pausen zouden verslinden, dan hadden we die, bekleed met pek en veren en zittend op een spoorrail, de stad laten uitdragen. En dan komt Daedalus met deze reeks aanzetten. Al zes afleveringen lang slaagt de serie erin om razend interessante geschiedkundige pauselijke strapatsen te belichten. Deze keer krijgen we Paus Clemens V voor de kiezen. In het begin van de veertiende eeuw is Clemens V de eerste Paus die zich in Avignon vestigt. Hij wil het onrustige Rome ontvluchten. In Frankrijk raakt hij al snel verwikkeld in de politieke machinaties van Filips de Schone en de tempeliers. Immens boeiend, vlot lezend en vloeiend getekende strip, aangevuld met een goed gedocumenteerd en rijkelijk geïllustreerd historisch dossier. Puik.

Uitweg (Oogachtend): Magda, een Poolse lerares, is zwanger maar wil het kind niet houden. In Polen zijn de abortuswetten van de strengste van Europa en rust er nog steeds een zwaar stigma op de ingreep. B. Carrot beschrijft in 220 pagina sfeervol getekende pagina’s de lijdensweg van de jonge kleuterlerares. Carrot neemt de tijd om de complexe gevoelens van haar hoofdpersonages ruimte te geven. Tegelijkertijd fileert ze de heersende moraal door te tonen wat zoveel conservatisme doet met één enkele vrouw die gewoon wil wat wij allemaal willen: beslissen over je eigen leven en gelukkig zijn. Bovendien toont Carrot dat ze het metier van stripmaker beheerst door in haar tekeningen ook allegorische en symbolische sequenties te stoppen. Je weet wel: van die technieken die het stripmedium onderscheiden van pakweg films. Voeg daar het warm kleurgebruik en de übergeloofwaardige en menselijke personages aan toe en je beseft dat dit, ook dankzij het onderwerp, een belangrijk boek is. Lees hier een andere, uitgebreide recensie.

Marshal Bass 10 – Hell Paso (Silvester): Marshal Bass is op tien albums tijd onze favoriete westernreeks geworden. Zelfs topreeksen als Undertaker vinden we nog net iets minder. De reden daarvoor is het volstrekt unieke karakter van Bass: apathisch en egoïstisch gecombineerd met de extreme duistere sfeer van de albums. De makers deinzen er niet voor terug om het slechtste van de mens te tonen. Dat geheel overgieten ze dan nog eens met een sausje van heel donkere humor. In deze aflevering gaat de Marshal, eigenlijk nogal tegen z’n karakter in, naar Hell Passo om zijn voormalige kolonel te bevrijden. Hij komt terecht in een stad waar het schuim van de maatschappij zich ophoudt, wat zorgt voor heel wat memorabele scènes. Meestertekenaar Igor Kordey steekt in elk album ook minstens één imposante tweepagina-spread en ook in dit album is het weer genieten geblazen van een feestelijke saloonscène. Magnifieke strip.

XIII Mystery 14 – Valstrikken en emoties (Dargaud): Jean Van Hamme onderbreekt opnieuw heel even zijn pensioen om enkele korte verhalen te schrijven rond XIII, die net 40 jaar oud geworden is. Van enkele verhalen twijfelen we aan de meerwaarde ervan, andere geven dan weer een boeiend inkijkje in het verleden van XIII. Meestal zijn de korte strips vrijwel alleen te begrijpen voor mensen die de XIII-saga van binnen en van buiten kennen. Een goed excuus om die nog eens te herlezen dus. Het meest fascinerend zijn de hommages van tekenaars die hun favoriete XIII-scène recreëren in hun eigen stijl. Die elf pagina’s voegen niets toe aan het XIII universum, maar ze waren grafisch wel verrassend en verrassend is beter dan nog maar eens dezelfde ouwe meuk.

Brigantus 1 – Verbatim (Le Lombard): We zijn niet zo’n fan van de scenario’s van Yves H., ofwel Hermann Junior. Meestal zijn die nogal clichématig, zonder goed uitgewerkte personages en met allesbehalve van de tong rollende dialogen. Ook in dit nieuwe tweeluik is het meer van hetzelfde. De plot zit vrij simpel in elkaar. Enkele Romeinse soldaten overleven een aanval van de Picten en proberen hun thuiskamp te bereiken. Onder hen bevindt zich een kolos van een kerel die, omdat hij niet van de juiste komaf is, door enkele andere Romeinen beschimpt en uitgesloten wordt. Uiteindelijk proberen ze hem zelfs te vermoorden. Dat is nogal een dwaze insteek. Als je met vijf man vlucht voor een horde wildemannen dan ga je toch niet de sterkste kerel in je team vermoorden? Wel goed nieuws is dat Hermann in vorm is. De tekeningen zijn prachtig en de overvloedige actie wordt fantastisch weergegeven.

Wraak in de hel 2 – Bloedrood Parijs (Silvester): Parijs 1904. Inspecteur Gosselin probeert een reeks gewelddadige aanslagen op te lossen en jaagt op een geheimzinnige gemaskerde. Hij ontdekt dat deze onverkwikkelijke zaak teruggaat tot de laatste chaotische dagen van de Commune van Parijs en dat er heel wat notabelen betrokken waren bij de schimmige samenzwering. Scenarist Pelaez slaagt erin om heel wat onbekende geschiedenis in het verhaal te verwerken. Hij legt een complexe historische gebeurtenis en een nog ingewikkeldere samenzwering helder uit en schuwt bovendien ook de actiescènes niet. De tekeningen van Tiburce Oger zijn rauw en levendig en de inkleuring met grijstinten en felrood laten de tekeningen flink hard binnenkomen. Dikke pluim ook voor de vertaler. De poëtische teksten zijn voor een keer poëtisch gebleven, ook in vertaling. Dat moet niet makkelijk geweest zijn. Wraak in de hel is een tweeluik in geen enkele boekenkast mag ontbreken.

Hexeleintje 4 – Dagdromen en nachtmerries (Diedeldus/Daedalus): We zijn fan van Hexeleintje, het meisje dat op een school vol toverij en fabeldieren zit, maar toch vonden we dit deeltje een mindere aflevering. De plot zit vrij krakkemikkig in elkaar en de dialogen kunnen een druppeltje smeerolie gebruiken. Ook de tekeningen zijn beter geweest. Dat euvel wordt deels goed gemaakt door de spannende cliffhanger, die toch nog benieuwd maakt naar de volgende aflevering. Eerste waarschuwing!

Wanted – Het bloedportret (Standaard uitgeverij): David Boriau verhoorde onze gebeden en schreef voor Steven Dhondt een scenario voor een westernstrip. De man maakt handig gebruik van de gewoontes van het genre, maar geeft er een eigen twist aan door niet voor de hand liggende, originele personages aan het verhaal toe te voegen. Dull, een jonge Cheyenne met talent voor het tekenen van wanted posters, zijn mentor Oscar en de zwarte premiejaagster Silent Rose slaan de handen ineen om een geheimzinnige schurk op te pakken. De strip zit vol vaart en goed geregisseerde actie, zonder dat de karakterontwikkeling daaronder leidt. En dan die tekeningen van Dhondt! Expressief, maar toch gritty, levendig en vol spanning. Dhondt maakt al jarenlang prachtig werk maar lijkt toch onder de radar van het grote publiek te blijven. We hopen dat deze strip daar verandering in brengt. De makers hebben op handige wijze ook de deur op een kier gelaten voor een mogelijk vervolg. Dat zou er bij ons ingaan als zoete koek.

Klaw 5 – Monkey (Diedeldus/Daedalus): Eén van de meest geslaagde ideeën in deze reeks is dat het verhaal soms gigantische tijdsprongen maakt. Dat houdt de plot en de setting fris. Dit vijfde deel speelt zich twee jaar na de vorige aflevering af. Angelo woont in Parijs en houdt de ogen open voor andere mensen die, net zoals hij, de krachten heeft van één van de tekens van de Chinese dierenriem. Terwijl hij een reeks vreemde inbraken, waarvoor je lening als een aap zou moeten zijn, nudge, nudge, wink, wink, komen nieuwe en oude vijanden hem op het spoor. Eén van de sprankelendste en origineelste stripreeksen die er momenteel bij de stripboer liggen voor jonge lezers met een smaak voor actie en manga-esque verhaallijnen.

De laatste schaduw 2 – Hoofdstuk II (Daedalus): WOI, Rusland, een troep Russische soldaten vindt onderdak in een landhuis in het bos. Terwijl enkele soldaten een opstand voorbereiden en alle gewonden willen doden om voedsel te besparen, verstoppen zich op zolder enkele oorlogswezen. En dan is er nog een geheimzinnige gemaskerde huiskwelduivel die tegen onrecht strijdt. Het is een waar plezier om de makers van deze strip met zo’n grote cast te zien jongleren en alle verhaallijntjes en motivaties in de plooi te laten vallen in slechts twee albums. Een spannende thriller in een onnavolgbare setting en sfeervol ingekleurde, expressieve tekeningen. Toppertje.

De strijd van Henry Fleming (Dupuis): Steve Cuzor is een begenadigd tekenaar die al enkele pareltjes van strips heeft afgeleverd op scenario van mensen die kunnen schrijven. (Zie, onder andere, Een ster van zwart katoen) Hij is echter de zoveelste tekenaar op een rij die het wel alleen denkt af te kunnen en die, ongehinderd door enige redactionele hulp van zijn uitgever, plat op zijn bek gaat. Het verhaal van deze strip is gebaseerd op een boek van Stephen Crane over de Amerikaanse Burgeroorlog. Thema is, uiteraard, de wreedheid en nodeloosheid van bloedvergieten. Dat alles wordt fantastisch in beeld gebracht door Cuzor. Het verhaal en de geloofwaardigheid van de personages raakte alleen kant noch wal. De motieven, drijfveren en innerlijke gedachten van de meesten onder hen lijken, zonder enige aanleiding, te keren met de wind. Tijdens de vele veldslagen worden ze bovendien vergezeld van would be diepe gedachten als “Als we zouden nadenken, was het nooit zover gekomen”. Hetzelfde geldt trouwens voor Steve Cuzor en de verantwoordelijke uitgever. Er is al genoeg leed in de wereld. Lees hier een andere, uitgebreide recensie.

De Queeste 1 – De dame van het verdwenen meer (Le Lombard): Nog niet zo lang geleden vertelden we in kort van stof over onze afkeer van de eindeloze stroom adaptaties in ons stripvorm. En dan zie je dat er even later een uitzondering alles weer onderuit haalt. Wauter Mannaert en Frédéric Maupomé leveren met deze moderne versie van de Arthur legendes immers een spetterende en vermakelijke jeugdstrip af. De jonge Arthur erft een queeste en moet, op zijn bromfiets, het beest achterna. Een dame van het meer gaat mee en maakt de zaken af en toe moeilijker in plaats van makkelijker. Deze eerste aflevering zit boordevol humor en emotie en heeft, zonder te zoet te klinken, het hart op de juiste plaats.

Olympus Mons 7 – Missie Farout (Daedalus): Een nieuw hoofdstuk breekt aan in de saga rond Olympus Mons. Op een verafgelegen dwergplaneet bestaan misschien de middelen om de mensheid, die in de knel zit, te redden. Een ruimtemissie wordt voorbereid. Scenarist Bec schrijft als een tienjarige met een overactieve verbeelding: veel grote, spectaculaire ideeën, maar heel weinig diepgang en karakterontwikkeling. De tekeningen van Rafaele, met veel majestueuze en impressionante vergezichten, zijn uiterst geschikt om die hersenspinsels in beeld te brengen.

Androïden 10 – Darwin (Daedalus): In een reeks met oneshots door verschillende auteurs is het normaal dat de kwaliteit van de afleveringen wisselend is. In dit tiende deel in een reeks met verhalen over robots en androïden lijken we de bodem van het vat te bereiken. De tekeningen zijn niet onaardig maar vaak lijkt de onderlinge samenhang tussen de prenten op de pagina ver zoek. Dat is niet het grootste probleem. Het verhaal is ongeloofwaardig en heeft gaten ter grootte van een kleine komeet in de plot en de personages handelen en praten als zo stijf een Galliër die als kind in de ketel met viagra is gevallen. Wanneer de wetenschappers op een maanbasis, waarvan we toch enige intelligentie verwachten, zich gedragen als gelobotomiseerde neanderthalers, dan haken we af. We moeten ook met de vinger wijzen naar de vertaler. Het kan zijn dat de originele Franse dialogen écht zo tergend fake en houterig waren, maar als vertaler heb je de plicht dat zo goed mogelijk recht te trekken.

Uur U 24 – De rode draak (Silvester): Iedereen komt het wel eens tegen: je bent privédetective in een parallel universum waar er in 1955 extreme spanningen zijn tussen Amerika en China. Een oorlog lijkt onvermijdelijk en de anti-Chinese gevoelens in Los Angeles lopen hoog op. En dan krijg je plots een zaak in de schoot geworpen van een verdwenen Aziatisch-Amerikaanse miljonair. Balen, toch? Een geslaagde aflevering van Uur U die het beste van Polanski’s Chinatown remixt.

Mobius 2 – De dromende stad (Silvester): Het eerste deel van dit drieluik kwam aanzetten met een interessant centraal idee. Als je sterft, kom je terecht op een parallelle wereld. Een duistere macht probeert zoveel mogelijk van die werelden te vernietigen, terwijl de mensen van de organisatie Berg dat proberen te verijdelen. In het verhaal maken zij handig gebruik van het springen naar andere werelden. Dat is tot daar aan toe. In dit tweede deel gaan de makers een beetje uit de bocht door de werking van hun universum en de mythologie ervan té veel te willen uitleggen. Aan de andere kant worden er een hele hoop demonen geïntroduceerd die door Igor Kordey uitmuntend worden vormgegeven. Als je als lezer achterwege laat om te willen begrijpen wat er nu eigenlijk gebeurt en je laat meedrijven op de wildwaterstroom staat je toch nog een entertainende rit te wachten.

De rode ridder 281 – De vleerkoning (Standaard uitgeverij): Dit vijfde rode ridder album van de hand van scenarist Peter Van Gucht is zijn beste tot nog toe. Van Gucht slaagt erin goed gedoseerde mix van boeiende personages, geheimzinnigheid en avontuur bij elkaar te pennen. Eens te meer wordt duidelijk dat er, al dan niet op vraag van de uitgever, gekozen wordt voor een terug-naar-de-wortels aanpak voor deze reeks. Op zich is daar niets mis mee, en het album is vermakelijk genoeg. Toch vinden we het spijtig dat er een stap achteruit gezet wordt. Er zijn immers al meer dan 200 albums met deze aanpak. We vrezen dat, als het twintigtal diehard fans dat de nieuwe aanpak van vorige scenarist Marc Legendre verketterde de pijp aan Maarten gegeven heeft, ook Johan (De rode ridder) een stille dood zal sterven.

Jommeke 319 – Bie en de superbijen (Standaard uitgeverij): Over Marc Legendre gesproken, ook Jommeke wordt af en toe door hem van een scenario voorzien. Vrees niet, die hard stripfan, Legendre houdt zich in deze aan de succesformule van Jef Nys. Hij doet dat bovendien kundig en met veel respect voor de traditie. Legendre weet bijvoorbeeld de fantasie van Filiberke uitstekend te channelen, iets wat wij altijd al één van de beste aspecten aan de Jommekeverhalen vonden. De tekeningen van Philippe Delzenne vinden wij, op straffe van een tik op de vingers op de socials, uitmuntend. Dat alles zorgt voor een amusante aflevering van het strooien dakje waar niemand aanstoot zal aan nemen. We krijgen nu wel het beeld van een Legendre-iaans ruige Jommeke met stoppelbaard die worstelt met de trauma’s uit zijn jeugd, sexy Miekes, een geestelijk gestoorde Filiberke en een aan zijn eigen serums verslaafde professor Gobelijn niet uit ons hoofd. Een ideetje voor later misschien.

Thorgal Saga 2 – Wendigo (Le Lombard): Het tweede deel van de buiten de reeks albums van Thorgal is geen schot recht in de roos, maar is ook geen totale misser. Het verhaal begint goed wanneer Thorgal, Aaricia en Jolan op de terugweg van het land Qa door een stam van Noord-Amerikaanse Indianen in de val worden gelokt. Die figuren spannen Thorgal voor hun kar om de wendigo, een soort bovennatuurlijke Indiaanse Yeti, erbij te lappen. Hier en daar rammelt de rest van de plot een beetje, maar er zitten genoeg leuke ideeën in de strip om het geheel boeiend te houden. Het zijn vooral de tekeningen van Corentin Rouge die de show stelen. De man neemt zijn tijd om sfeer te scheppen met grote platen en lange, stille sequenties en tekent zo een prachtalbum van 120 pagina’s bij elkaar. Opnieuw wordt in deze nevenreeks een Thorgal strip afgeleverd die beter is dan wat er momenteel in de hoofdreeks verschijnt.

Arcana 5 – De kring van Patmos 2/2 (Silvester): Stargate is een Amerikaanse geheime dienst die de draad oppikt wanneer andere geheime diensten de handdoek in de ring gooien. De agenten van Stargate kunnen, met behulp van een soort tarotkaarten, de realiteit beïnvloeden. Deze reeks gaat voluit voor de actie en vermengt die met allerhande geflipte bovennatuurlijke theorieën. Een soort X-files op speed. Wie graag strips met een torenhoog testosteron- en octaangehalte leest zal zich hier geen bult aan vallen.

De duistere steden – De terugkeer van kapitein Nemo (Casterman): Voor een nieuw album in het Duistere steden universum mag men ons altijd wakker maken, maar het liefst niet te vroeg. In deze aflevering zetten de Heren Schuiten en Peeters het verhaal van Kapitein Nemo naar hun hand en introduceren ze de bekende onderzeebootpiratenkapitein in hun eigen wereld. Het boek is geen echte strip maar bestaat uit paginagrote prenten vergezeld van tekstblokjes. Eerlijk gezegd vonden we de teksten nogal slapjes. Die voegen weinig of niets toe aan het verhaal van Nemo of de Duistere Steden en komen vaak nogal gezwollen en dikdoenerig over. De prenten van Schuiten blijven een streling voor het oog. Meer dan ooit arceert de man zich een plekje aan het firmament met zijn gedetailleerde tekeningen. We hebben meer tijd gespendeerd aan het kwijlend bewonderen van zijn platen dan aan het lezen van de begeleidende teksten en dat wil wat zeggen. Lees hier een andere, uitgebreide recensie.

Tuskegee Ghost 2/2 (Silvester): Robert was één van de eerste zwarte piloten tijdens WOII: een Tuskegee airman. In 1969 worstelt hij met een knoert van een post traumatisch stresssyndroom dankzij een verdrongen trauma. Bovendien wil zijn zoon piloot worden en staat de Vietnam-oorlog aan de deur. Alsof een ingewikkelde generatiestrijd nog niet genoeg is steekt ook nog eens de Ku Klux Klan de kop op. Prachtig getekend en emotioneel verhaal met maar één minpuntje: sommige scènes gaan er nét over qua pathos en cliché. We vermoeden dat, als de makers één album meer hadden gemaakt om de zaken wat minder oppervlakkig uit te puren, we met een klassieker te doen zouden hebben. Topstrip, daar niet van, maar er had meer in gezeten. Lees hier een andere, uitgebreide recensie.

Kurusan: De zwarte samoerai 2 – Daimyo (Daedalus): Ondanks de wat vreemde premisse (een zwarte Afrikaanse slaaf komt terecht in het oude Japan en schopt het tot samoerai) waren we onder de indruk van het eerste deel van deze reeks. Dit tweede deel bouwt verder op hetzelfde elan. Yasuke gaat de strijd aan tegen de vijanden van zijn meester en wordt onderweg verliefd. De makers tonen veel respect voor de geschiedenis en peperen hun verhaal met allerhande interessante faits divers, maar wat het meeste opvalt zijn de personages: die zijn zo levensecht dat je niet anders kan dan meevoelen.