Kort van stof

Kort van stof: april 2024

We hebben ons weer niet verveeld in april, er verscheen weer genoeg. Fraaie beginnetjes, fijne seriedeeltjes, vertier van hoge planken en wat al niet. We hebben ze weer a-chronologisch onder elkaar gezet, volgens het idee dat we al tijden huldigen: we helpen u een handje, met eerlijke, snelle en hoopvolle recensies in sneltreinvaart.

Space relic hunters (Silvester): In de verre toekomst veroveren vier goden uit een andere dimensie het hele universum. De huidige heersers worden de kling over gejaagd en alle religies worden verboden. Het bloed kruipt echter waar het niet gaan kan en er is veel clandestiene vraag naar oude religieuze relieken. Enter de relic hunters. We hebben het vaak over vaart in strips, maar deze oneshot is toch wel hors categorie. De personages staan geen seconde stil en de actie spat van elke pagina. De auteurs slagen er wonderwel in om ook een verrassend verhaal te vertellen mét een ingenieus plot en originele personages. Denk Tomb Raider of Indiana Jones in space. De gedetailleerde, maar toch cartooneske tekeningen en de lichte, pastellerige inkleuring maken het plaatje af. Vertier van de hoogste plank.

De nieuwe avonturen van de Kiekeboes 1 – Uranium-235 (Standaard uitgeverij): Merho stopt met de Kiekeboes? Nix en Charel Cambré starten een nieuwe reeks met respect voor de personages en geschiedenis van de reeks, maar met hun eigen insteek? Dat is het eerste dat we daarvan horen. “Hopelijk zijn er, ergens aan de minder begeerlijke kant op het autismespectrum, geen die-hard fans die, voorzien van loden oogkleppen, het album al afbreken voor ze het gelezen hebben, of meer nog: ware terreurcampagnes op de socials opzetten om iedereen die nog maar durft te zeggen dat ze uitkijken naar het album de grond in te boren.”, was onze eerste gedachte. Al snel beseften we dat het vrijwel onmogelijk is om zo debiel te zijn. Als Merho ermee stopt en er is een keuze tussen een mindere kopie, gevolgd door een bijna zeker einde in mineur voor de reeks nadat de huidige lezers uitsterven of een frisse wind die misschien wel nieuwe lezers aantrekt en de reeks in leven houdt, dan is de keuze toch snel gemaakt? En wij intelligente striplezers hebben toch het respect en de wijsheid om onze kop te houden tot we de strip gelezen hebben? Gerustgesteld lazen we dus de nieuwe strip en die is fantastisch. Een goed verhaal, een tijdsprong die steek houdt en zo een perfect evenwicht vindt tussen de oude reeks en de nieuwe wind, met humor, een beetje maatschappelijke betrokkenheid, prachtige tekeningen en een mooie inkleuring (iets realistischer dan we gewend zijn van de Kiekeboes, maar heel passend). Als er nu toch nog enkele neanderthalers opstaan en moord en brand schreeuwen uit conservatisme, dan hopen we dat Standaard uitgeverij doof blijft voor die opdringerige minderheid. Maar we achten het onmogelijk dat dat gebeurt. Als er toch mensen zijn die de strip minder vinden, dan zullen ze dat, na duizenden jaren beschaving, vast op een beleefde, beargumenteerde en onderbouwde manier kenbaar maken.

Morgen – Akte 2 (Silvester): We weten al even dat we voor levensechte personages en vloeiende dialogen niet bij scenaristen Leo en Rodolphe moeten zijn. Voor ingenieuze intriges daarentegen… In dit tweede deel van de trilogie volgen we nog steeds twee verhaallijnen. Enkele pubers in een jaren vijftig wereldje ontdekken dat ze eigenlijk opgesloten zitten in een gigantisch decor en in de tweede verhaallijn speelt in een apocalyptische toekomst. Verschillende scènes en plotwendingen zijn nogal gratuit en vallen wat licht uit, maar de onderliggende mysteries slagen er toch in om onze aandacht vast te houden en ons benieuwd te maken naar de ontknoping.

Happy sex 2 (Daedalus): Zep is vooral bekend als auteur van de jeugdstrip Titeuf, maar de man heeft heel wat meer pijlen op zijn boog. Zo verblijdde hij de wereld al met enkele graphic novels en maakt hij gagstrips. Deze Happy Sex is daar, zonder meer en onomwonden, een briljant voorbeeld van. U leidde het wellicht al af van de titel maar dit boek staat vol met expliciete gags over het beest met twee (of soms meerdere) ruggen. De grappen zijn op zich vaak bovengemiddeld goed, maar de karikaturale tekenstijl stuwt hen richting genialiteit. We hebben meerdere keren hardop gelachen onder het lezen. Azijnpissers als we zijn kunt u zich vast voorstellen dat dat niet al te vaak gebeurt. |Deze strip bestempelen we daarom als briljant.

Dune – Huis Harkonnen 1 & 2 (Silvester): Uitgeverij Silvester springt flux op de kar van de release van de tweede Dune film en overspoelt de markt met afgeleiden in stripvorm. Deze Huis Harkonnen is, na Huis Atreides, de tweede prequel en zal, normaal gezien nog opgevolgd worden door Huis Corrino. De focus op Huis Harkonnen, wrede schurken van heb ik jou daar, scoort al meteen heel wat punten, al blijft het irritant dat de makers onophoudelijk alles tot in de puntjes willen duiden en uitleggen via de dialogen. Dat zorgt voor heel wat onnatuurlijk taalgebruik, wat op de duur tegen gaat staan. Wij hebben hier thuis twee kinderen lopen die constant zeggen wat ze gedaan hebben, doen en straks zullen doen, en dat kunnen we nog net verdragen, maar van helden in een episch sciencefictionepos verwachten we wel wat meer – of juist minder. Los van dat soort schoonheidsfoutjes zijn de tekeningen prachtig, de plottwists verrassend genoeg en de ontploffingen legio. Een onmisbare strip voor de fans van Dune en sciencefiction in het algemeen.

Equinox 1: Maanpaard (Silvester): Kamara, Ayline, Sohalia en Celiane zijn vier hartsvriendinnen. Bij volle maan veranderen ze in fantastische paarden. Weermerries als het ware. Vermoedelijk kunt u uit die premisse afleiden dat we hier met een mythologisch gekleurde tienermeidenreeks te maken hebben. De strip doet wat we ervan verwachten: het soort zemelzoete romantiek met puberdrama mixen tot een voor de doelgroep hoogst aantrekkelijk tussendoortje. De door manga geïnspireerde tekeningen zijn net gelikt genoeg en het album barst van de extra’s.

Het lied van de merel (Nijgh en Van Ditmar): In deze graphic novel volgen we de zeventienjarige Annick die in 2011 het verleden van haar oma probeert te achterhalen, als de achttienjarige Emma in 1943. Van een strip bij een serieuze uitgeverij mét lovende quotes van onder andere Arnon Grunberg verwachten we veel. Wat we lazen was een boek dat zichzelf énorm serieus neemt, van thema tot onderliggende symboliek, maar dat het nogal zwaar op de maag ligt. Beloftes worden niet ingelost en de uitwerking schiet tekort. De personages hebben nul komma nul diepgang, leggen alles, maar dan ook alles, tot vervelens toe uit aan de lezer en spreken en gedragen zich alsof het doelpubliek tien jaar oud is. De tekeningen worden afgewisseld met collages wat soms voor interessante grafische spanningen zorgt. De historische context en ideeën zijn interessant, maar we slaagden er niet in om ook maar enige emotionele connectie te leggen. Na het lezen van dit boek voelden we ons bovendien het domme kneusje van de klas dat een uur lang met een welwillend, maar belerend vingertje werd onderwezen.

Legio Patria Nostra 2: Houten hand (Daedalus): Het eerste deel van deze reeks trok ons niet meteen over de streep, maar we zagen wel heel wat potentieel. Dit tweede deel lost die belofte volledig in. Casimir, een straatschoffie, is op de vlucht voor een straatbende en neemt dienst in het vreemdelingenlegioen. Daar vindt hij zijn draai niet en zit zijn afkeer voor autoriteit hem danig in de weg. Beetje bij beetje maakt hij vrienden en wanneer die hem helpen om zijn vroegere liefje te redden uit een bordeel, worden vriendschappen voor het leven gesmeed. Mooi verhaal, exotische setting, evocatieve tekeningen en als extraatje zijn de personages nog eens gebaseerd op echte mensen.

Man van het jaar 1983 (Daedalus): 1989, een man met plastic tassen in de hand stopt op het Tienanmenplein in China een colonne tanks. Een iconische foto van een man wiens identiteit nu nog altijd niet bekend is. In de reeks Man van het jaar wordt slim geschiedenis met fictie vermengd. De makers van deze strip laten hun verzinsels spelen tegenover de goed geresearchte achtergrond van historische feiten en slagen er tegelijk in om een onderhoudend mysterie te vertellen. Eén van de betere afleveringen in deze reeks.

Wagners nalatenschap (Silvester): We zijn niet echt grote fans van scenarist Stephen Desberg. De man heeft vaak problemen om een geloofwaardig verhaal te vertellen. In deze oneshot kan hij zijn vertelling baseren op ware gebeurtenissen en brengt hij het er beter vanaf. De kleinzoon van Wagner regisseert in de jaren zestig een opera en heeft een stomende affaire met de hoofdrolspeelster. De man en zijn productie worden echter achtervolgd door het foute oorlogsverleden van zijn familie. De tekeningen van Emilio Van der Zuiden neigen naar de atoomstijl en passen wonderwel bij deze familietragiek.

Rei Sen Pacific (Silvester): Olivier Speltens verblijdde ons in het verleden al met goed gedocumenteerde en prachtig getekende WOII epossen als Afrikakorps en De hel van het oostfront. In deze nieuwe trilogie onderhoudt hij ons over Japanse piloten in het oorlogstheater van de Stille Oceaan. Van een auteur die duidelijk een kick krijgt van het tekenen van technisch zo perfect mogelijk oorlogstuig en weidse gevechtstaferelen zou je niet verwachten dat ook zijn personages van vlees en bloed zijn, maar Speltens slaagt er wonderwel in om ons in te nemen voor zijn hoofdrolspelers. Een prachtige oorlogsstrip die iedereen met een fascinatie voor WO II zeker moet lezen.

De buurtpolitie 24 – De selfieroof (Standaard uitgeverij): We hebben het de afgelopen jaren niet onder stoelen of banken gestoken: dankzij de vernuftige plots, charmante personages en onderhoudende humor is De buurtpolitie voor ons één van de beste reeksen in het genre van de familiestrip. Dit nieuwe deeltje bevestigt al het voorgaande. Op krap 32 pagina’s weten de auteurs een verhaal te vertellen waarin een gsm-diefstal, illegaal vuurwerk, een verkiezing van beste koekje bij de koffie, een cursus hypnotiseren en nog veel meer handig in elkaar grijpen om een mooi afgeronde plot te vormen. Wij noteren ook de komst van een nieuwe coscenarist, Fred Felder, en een opvallend geslaagd gebruik van het aspect van ritme in de strip voor humoristische doeleindes. Of het ene met het andere te maken heeft weten we niet, maar dat we daar blij van worden wel.

Het vergeten eiland 3 – De schat van Cresus (Diedeldus/Daedalus): Eva en Mia zijn nog steeds op zoek naar hun moeder. In het dorp waar ze haar hopen te vinden is er iets aan het handje. De straten zijn leeg, er staat een vreemd standbeeld op het dorpsplein en ze vinden alle kinderen terug in kooien. Daarop volgt een nogal simpel verteld en getekend avontuur dat weet te charmeren door de originaliteit en inventiviteit van locatie en personages. De doelgroep, meiden van 10 tot 13, zullen Het vergeten eiland best wel waarderen. De strip eindigt met een fijne cliffhanger die nieuwsgierig maakt naar het volgende deel.

Carthago 13 – Apsu is onze enige god (Daedalus): In een nieuwe verhaalcyclus van Carthago schrijven we het jaar 2027. Een tijdsprong tussen afleveringen is al lang geen origineel trucje meer in de populaire verhaalcultuur, maar hier wordt die goed ingezet. Scenarist Christophe Bec doet waar hij goed en slecht in is: fantastische en grootschalige actietaferelen mixen met een vrij knullige karakterontwikkeling. Dat hoeft op zich geen probleem te zijn, zeker als je ziet hoe magistraal Ennio Bufi die ideeën in beeld zet. Het hoeft niet altijd haute cuisine te zijn. Een vettige hap gaat er ook in.

Vaarwel Birkenau (Standaard uitgeverij): WOII blijft een onuitputtelijke bron voor de doorsnee Europese stripmaker. Dat komt wellicht omdat WOII verhalen elk gekend genre kunnen beslaan. Deze strip is bijvoorbeeld een soort autobiografische documentaire. Ginette Kolinka werd op haar negentiende afgevoerd naar het kamp Auschwitz II – Birkenau. Vijftig jaar lang zweeg ze over wat daar gebeurde, maar nu ze voorbij de zeventig is doet ze haar verhaal op scholen. Deze strip is de neerslag van een bezoek dat ze, samen met een klas scholieren, brengt aan het oude kamp. Verleden en heden worden handig door elkaar gemengd en de auteurs brengen het verhaal van Ginette met respect en klasse. Het feit dat je een ware getuigenis zit te lezen, maakt dat dit boek snijdt tot in je ziel. De tegenstelling van de gruwel met de positieve instelling van Ginette maakt haar verhaal nog aangrijpender. Beklijvend boek.

Beschermer van de wereldboom (Silvester): In deze high concept sciencefictionstrip wonen een aantal primitieve stammen in een reusachtige boom. Onderlinge ruzies en het afsterven van de boom zorgen voor heel wat onrust. Pierig, een soort van boomdruïde, wordt door een rivaliserende clan ontvoerd en ingeschakeld om een oplossing voor hun rottende stek te vinden. Pierig is niet happig om mee te werken, omdat zijn opdrachtgevers nota bene eerst zijn hele clan hebben uitgeroeid. Samen met drie van hen gaat hij toch op stap. Machtige setting, prachtige tekeningen, spannend verhaal en een iets té zweverige ontknoping maken van het boek net geen hoogvlieger, maar wel heel goede scifi pulp. De vlotte en levensechte dialogen, die tegenwoordig bij veel strips ontbreken, dragen bij aan het leesgenot.

Onderstroom (Daedalus): Een lesbisch koppel heeft al enkele mislukte zwangerschapspogingen achter de rug. Het geluk lijkt ze toe te lachen wanneer zo’n poging eindelijk lijkt te slagen, maar dan slaat het noodlot toe. Het is altijd moeilijk om een autobiografisch boek met een thema als dit te bespreken omdat een eerlijke recensent vaak als een gevoelloze flurk gezien wordt, maar iemand moet het doen. Gelukkig valt er heel wat positiefs te zeggen over deze graphic novel. De tekeningen zijn bijvoorbeeld prachtig en benutten alle mogelijke aspecten van het medium om, al dan niet op symbolische wijze, de thematiek over te brengen. Bovendien zijn we ervan overtuigd dat een boek als dit belangrijk is om eventuele taboes te doorbreken en mensen die iets gelijkaardigs hebben meegemaakt een hart onder de riem te steken. We hadden alleen gewild dat de personages en dialogen niet zo godsgruwelijk vlak en cliché waren geweest. We hebben niets tegen pathos, en met een thema als dit is die zeker niet misplaatst, maar zonder diepgang valt die wel plat op het gezicht.

Brian Bones, Privédetective 5 – Facel Vega (Silvester): Brian Bones, privédetective, regelt een ontspannende vakantie in een Zweedse villa. Groot is onze verbazing allerminst als er van relaxen weinig in huis blijkt te komen. Brian Bone, privédetective, wordt immers uitgenodigd voor een feestje bij zijn buurman, een Afrikaanse hoogwaardigheidsbekleder in ballingschap. Echt slecht is deze strip niet, echt goed ook niet. De tekeningen, en dan vooral de anatomie, van de personages kan een stuk beter en het verhaal is gespeend van originaliteit maar krijgt wél punten omdat het vooruit gaat. Voor de fan van de klassieke strip.

Stormwind 1 – De nacht van de jagers (Silvester): Helios is een hels continent op een verre planeet dat bestaat uit woestijn en dorre steppes. Het wordt door de heersende klasse gebruikt als een ballingsoord. Gevangenen moeten er werken aan een groot project dat het land ooit vruchtbaar zal maken. Wanneer de verbannen edelman Alceste Stormwind een vrije edele helpt die gewond raakt tijdens een jachtpartij, rijpt bij hem het plan om te ontsnappen. De auteurs van deze strip mixen in juiste mate een renaissance-sfeertje met buitenaardse exotica en spanning met geloofwaardige personages en vlot taalgebruik. Een krachtig eerste deel van wat een afgeronde trilogie moet worden.

De horde van de tegenwind 1 – (Silvester): De horde van de tegenwind draait op een origineel en ijzersterk concept: op een vreemde planeet waait een vrijwel constante en dodelijke wind. Al generaties lang sturen de mensen hordes op dodelijke expedities tegen de wind in om de oorsprong ervan te vinden en er misschien zelfs de uitknop voor te vinden. De strip is gebaseerd op een boek en scenarist en tekenaar Éric Henninot ontwijkt handig de valkuilen van dergelijke onderneming. Hij neemt niet té veel teksten over en weet waar hij wat vet kan wegsnijden. De inleiding van de auteur van de roman is dan weer een grote hoop potsierlijke, hoogpotige drek en te vermijden. Initieel is het verhaal wat moeilijk te volgen door de grote cast, maar naar het einde toe begin je iedereen te kennen, ook weer dankzij Henninot, die elk personage een duidelijk herkenbaar ontwerp gaf. Puntgaaf debuut van wat ook een trilogie moet worden.

De laatste koningin (Concerto books): Rochette verraste in 2020 vriend, vijand en striplezer met zijn prachtige boek De wolf. Zijn nieuwe klepper De laatste koningin ligt een beetje in dezelfde lijn. Ook hier is de pracht van de fauna en flora in het gebergte onontbeerlijk voor het verhaal. Rochette gaat wild tekeer met zijn digitaal penseel en evoceert perfect de woestheid en pracht van onontgonnen en mensenvrij gebied. Er hangt echter veel meer vlees aan het karkas van dit boek dan aan De wolf. Rochette voert een tijdens WOI misvormde man op die door een kunstenares uit Montmartre aan een nieuw gezicht wordt geholpen. Er bloeit vervolgens iets moois tussen de twee. De scènes in grootstad Parijs zijn duidelijk goed geresearcht en contrasteren mooi met de episodes in de natuur. Net zoals de ongerepte natuur wordt de pure liefde van het koppel bedreigd door de voortschrijdende “beschaving”, die door Rochette bewust tussen aanhalingstekens wordt gezet. Rochette laat uiteraard achterwege om de voordelen van de vooruitgang, zoals penicilline en dergelijke meer, in zijn vergelijking op te nemen, maar soms moet je de zaken scherp stellen om een punt te maken. Prachtboek. Lees hier een andere, uitgebreide recensie.

Loire (Concerto Books): Louis krijgt een uitnodiging van een oude liefde om op bezoek te komen. Wanneer hij arriveert, wordt hij niet begroet door Agathe, maar door een groepje andere ex-minnaars. Meer nog: Agathe blijkt onlangs overleden te zijn. Gefopt! Agathe was een nogal vrije geest die vele liefdespartners gehad heeft en wilde dat die elkaar na haar dood zouden ontmoeten. Wat volgt is een zachtjes voortkabbelende, poëtische en diepmenselijke vertelling. Auteur Étienne Davodeau schuwt de grote gevoelens niet, maar smeert die ook niet overdadig uit en lardeert zijn vertelling met humor, mededogen en de kleine kantjes van de mens. Had een collega de uitdrukking niet al gebruikt voor één van haar recensies in deze Kort van stof, we hadden geschreven dat dit boek als balsem voor de ziel is.

Suske en Wiske 373 – Klaartje wakker (Standaard uitgeverij): Onze vrienden krijgen in dit album te maken met Klaas Vaak en diens tegenhanger Klaartje wakker. Er zijn verschillende soorten Sus en Wis avonturen. Dit is een typevoorbeeld van een meer fantastisch avontuur, met heel wat bovennatuurlijke, of beter gezegd, sprookjesachtige elementen. We zijn daar sowieso al minder fan van, maar in dit album worden wel heel veel elementen fluks de duim uit gezogen. Dat maakt dat het geheel, zelfs binnen de grenzen van de fantasie, een beetje vergezocht en ongeloofwaardig overkomt. Een mindere aflevering, maar dat kan uiteraard wel eens gebeuren. De verdoken prijsstijging die de uitgever heeft doorgevoerd, minder pagina’s voor dezelfde prijs, de daaruit voortspruitende loonsvermindering voor de auteurs en de ingekrompen ruimte voor plotontwikkeling speelt daar ongetwijfeld in mee.

Elecboy 3 – Het data kruis (Daedalus): Elecboy is een apocalyptisch verhaal waarin Mad Max nooit ver weg is. Twee clans vechten om de heerschappij over wat eigenlijk een woestenij is, terwijl de Elecboy uit de titel in het reine tracht te komen met de ontdekking dat hij eigenlijk een robot is. Dat is schrikken natuurlijk. De (vast digitaal) geschilderde tekeningen van Salaün vormen de grootste troef van deze strip en komen vooral tot hun recht tijdens de indrukwekkende actiescènes. Op momenten dat de auteur wat diepgang en filosofie in het verhaal steekt, valt de boel een beetje plat. Het wordt tijd dat de stripmakers die zichzelf zeer serieus nemen, zich van deze ingebeelde ketenen bevrijden. Laat de diepgang over aan mensen die dat wel kunnen. Weg met het stigma! Doorbreek het taboe!

Kansberekening (Concerto books): De dokter van grijze kantoorpik Martin Henry maakt een fout en vertelt hem ten onrechte dat hij terminaal ziek is. Martin beslist om zijn vrouw niets te vertellen en wil naar Canada reizen om walvissen te spotten. Je zou denken dat die premisse nogal zwaar op maag, lever of hand ligt, maar niets is minder waar. De melancholie die het ras der mensen plaagt, wordt gecounterd door de slapstick inherent aan haar bestaan. Een luchtig en ontroerend boek als balsem voor ieders gekwetste ziel. Lees hier een andere, uitgebreide recensie.

De nachtwacht 16 – De bloedheks (Standaard uitgeverij): U bent eerlijkheid van ons gewend, dus dat is wat u krijgt. Met spijt in het hart moeten we melden dat de strips van Nachtwacht tegenwoordig aan kwaliteit inboeten. We willen dat niet allemaal in de schoenen van de makers schuiven. De strip wemelt van aanwijzingen dat die snel-snel gemaakt zijn. De dialogen schrapen en schuren, het verhaal is er één van dertien in een dozijn en de decors van vele prenten blijven akelig leeg. De kan bijna niet anders dan het gevolg zijn van een te laag salaris voor de makers. We waren in eerste instantie unaniem enthousiast over deze stripreeks, maar dat enthousiasme is tanende. We zijn er gerust in dat Standaard uitgeverij na dit korte stukje van onze hand het roer volledig zal omgooien.

F.C. De Kampioenen 130 – Xavier rebelleert (Standaard uitgeverij): De afleveringen van F.C. De Kampioenen waarin het leger op de hak wordt genomen, behoren tot onze favorieten. In dit deeltje beslist de aartsluie Xavier om een modelsergeant te worden. Als gevolg daarvan krijgt hij de leiding over een belangrijke gevechtsoefening. De makers steken de draak met de dominante machtshiërarchie en met machogedrag en drijven dat ten top met soldaten die het tijdens de gevechtsoefening zonder kogels moeten doen en voortdurend “Pang” roepen. De humor die hieruit voortvloeit, maakt deze Kampioenen tot een grand cru binnen de reeks.

Milo 1 – Droomclip (Standaard uitgeverij): Belgisch popfenomeen Camille heeft al drie afleveringen lang haar eigen stripreeks die nu aangevuld wordt met een stripreeks gebaseerd op de “telenovelle” waarin ze het meisje Milo, een jonge dansers, oftewel zichzelf, speelt. We zijn oud en afgeleefd en de dood loert om de hoek dus wij onthouden ons van uitspraken aangaande het bronmateriaal wegens niet bevoegd. We zouden het bovendien niet eens begrijpen, iets wat pubers ons af en toe naar het hoofd slingeren. We concentreren ons in de plaats daarvan op de technische aspecten van deze strip en harken een oordeel bij elkaar. Tekenaar Steve Van Bael is een vakman en zijn tekeningen zijn open, uitnodigend en passen wonderwel bij de thematiek. Het scenario is echter heel wat minder. Slapjes, voor de hand liggend en met dialogen die geen enkel strottenhoofd zouden mogen passeren. Misschien zijn de scenario’s van de TV-reeks van hetzelfde allooi. In dat geval: petje af voor het naadloos volgen van dat idioom. Een strip als deze draait volledig op het feit dat het publiek sowieso al fan is en nog niet over alle capaciteiten beschikt om een gedegen kritisch oordeel te vellen en zal bijgevolg geen lang leven beschoren zijn. Kleine mensjes worden immers groter en slimmer. We hopen dat Van Bael binnenkort eens zijn tanden kan zetten in een scenario of een reeks die zijn talent waardig is.

Jommeke 320 – Het ongeluksbeeldje (Standaard uitgeverij): Jommeke vindt op een rommelmarkt een vreemd beeldje. Het blijkt een afgodsbeeldje uit de Amazone te zijn. Professor Gobelijn neemt zijn gevolg mee naar de jungle om de oorsprong van het kunstwerkje te achterhalen. Een spannend exotisch avontuur met de insteek van sommige van de beste Jommeke verhalen. Vakkundig op papier gezet door oudgediende Delzenne. Scenarist Kristof Berte doet het goed in zijn Jommeke albums, al zouden we graag zien dat hij het personage Filiberke wat beter benut. Normaal gezien leeft die in zijn eigen droomwereld en speelt hij astronaut of iets dergelijks, of is hij op zijn minst wat onnozeler dan de rest. Dat mag gerust wat meer uitgespeeld worden. Voor de rest: topentertainment.

De buizerd 2 – Voor de eeuwigheid (Standaard uitgeverij): Jean-Yves Delitte is een meester in het tekenen van oude zeilschepen. In vorige reeksen leek hij zich vooral daarop te concentreren en details als plot en personages een beetje te verwaarlozen. Voor het tweeluik De buizerd heeft iemand hem blijkbaar toch ingefluisterd dat trossen en dwarsmasten allemaal goed en wel zijn, maar dat lezers graag ook wat meeleven met de matrozen die die losgooien of beklimmen. Het personage van De Buizerd, een antiheld van jewelste, heeft wat meer inhoud dan we van Delitte gewend zijn en is een schavuit you hate to love, maar het zijn uiteraard nog altijd de paginagrote tekeningen van boten die de show stelen. Wijzelf hebben daar 0,0 interesse in, maar werden plat geslagen door de prachtig uitgewerkte tableaus. Dat zegt genoeg, denken we.