Kort van stof

Kort van stof: april 2021

Best weer een vruchtbare maand, deze april. Iedereen kijkt vooruit en de uitgevers laten zich bepaald niet onbetuigd. Zonder het woord uitstorting te gebruiken, Pinksteren volgt nog, heeft de stripliefhebber alweer een flinke hoeveelheid strips op zich af zien komen. Wij scheiden het koren van het kaf, zoals gebruikelijk: kort, kritisch en comme d’habitude.

Dune, de graphic novel 1 (Silvester): De zoon van James Herbert profiteert al zijn hele leven van de spin-offs die hij baseert op de Dune boeken van zijn vader. Hij weet zich gelukkig steeds te omringen met getalenteerd volk om die verhalen tot een goed einde te brengen. Het duurt even voor je in het verhaal van deze graphic novel zit omdat de scènes niet zoveel samenhang vertonen en de spanningsboog van het boek er hier en daar wat slapjes bijhangt. Een vaak voorkomend euvel bij adaptaties omdat de adaptanten geen zicht hebben op de structuur van het geadapteerde. De tekeningen zijn echter superbe en het bronmateriaal zo goed dat ook deze versie zeer kan beklijven.

Werktitel: Mens (De Harmonie): Isa Grütter levert met dit boek iets speciaals af. Het is geen strip, maar ook geen prentenboek. Het is wél sequentieel en verhalend. Werktitel: mens is het schets- en ideeënboekje dat God de Vader bij zich droeg bij het ontwerpen van de mens. Dat briljante idee leidt tot observaties die variëren van poëtisch tot hilarisch. De autist in ons viel af en toe wel over denkfouten in het boek. Zo wordt er constant verwezen naar de eerder gecreëerde dieren, maar moeten bij de mens de voortplantingsorganen bijvoorbeeld nog uitgevonden worden. Onze Heer kan blijkbaar ook weleens een verstrooid dagje hebben. Mooi boek voor onder de kerstboom? Of nee: palmboom.

Donjon monsters 10 – Soldaten van eer (Silvester): In de Donjon monsters reeks zoomen Sfar en Trondheim in op één of meerdere nevenpersonages uit de Donjonreeks. Dit keer krijgen we twee broers voorgeschoteld die als bewakers in de Donjon werken. Wanneer één van hen een fout maakt moet de andere hem begeleiden naar de woestijn en om hem daar te executeren. Het hele album bestaat uit de geïllustreerde monoloog van broeder beul. Die heeft het verstand van een zesjarige en dat zorgt ervoor dat een kinderlijk naïeve tekst gekoppeld wordt aan een resem bloederige brutaliteiten. Komisch en tragisch tegelijkertijd. Bestond er maar een goed woord om dat sentiment te omschrijven!

Donjon avondschemer 110 – Het hoge noorden (Silvester): Het voorlaatste album voor de Donjon teloor zal gaan in album 111. Een hele hoop losse eindjes worden aan elkaar vastgeknoopt en het aantal personages dat door elkaar heen host, noopte tot een herlezing van de voorgaande albums. De makers laten de grappen voortvloeien uit de fantasy-setting en daardoor smaken die lekker fris. Excellent album van een reeks die iedereen met een beetje zin voor humor in de kast zou moeten hebben staan.

Duizend bommen en granaten – Scheldwoordenboek van Haddock (Casterman): Ah, Kapitein Haddock, de man zonder wie de Kuifjestrips goed geconstrueerde saaiheid zouden zijn… In dit hebbeding worden zijn meest gebruikte vloeken verzameld en etymologisch verklaard. Verwacht geen extra humor of meerdere lagen, het is wat het is: een woordenboek. In die optiek lees je het niet zomaar lekker weg en is het eerder een dingetje voor de koffietafel (of toiletbezoek) waar je af en toe eens in kan bladeren. Alleen voor echte fans of voor wie geen idee heeft wat ze aan nonkel Teun moeten geven met Kerst – of Maria lichtmis.

Bowie – Stardust, Rayguns & Moonage Daydreams (Silvester): Een Bowie biografie die het verhaal van The Dame vertelt van zijn status als aanstormende nobody tot aan de gedwongen afvloeiing van zijn Ziggy Stardust personage. De poppy tekeningen van Mike Allred blijven soms wat te afstandelijk, maar zijn op hun best een flitsende verwezenlijking van de visie van Bowie. Het boek zit tjokvol anekdotes, weetjes en (grafische) easter eggs. Zeer boeiend voor de Bowie leek, verplicht materiaal voor de fans. Lees hier een uitgebreide, andere recensie.

Het fortuin van de Winczlavs 1: Vanko 1848 (Dupuis): Dertig jaar na het begin van succesreeks Largo Winch komt Van Hamme nu met een prequel. Want waar komt het geld eigenlijk vandaan dat de jonge Largo destijds erfde? We lezen in dit eerste deel hoe een verre voorouder vanuit Montenegro vlucht naar de Verenigde Staten om een bestaan op te bouwen. Zijn zoon breidt het fortuin uit door in de olie-industrie te stappen. De vaart in het verhaal lijdt onder de vele historische feitjes die Van Hamme er doorheen weeft. Ook de tekeningen van Philippe Berthet zijn statischer dan anders, waardoor Vanko 1848 geen meeslepend verhaal is geworden.

Brian Bones, Privédetective 3 – Corvette 57 (Silvester): Scenarist Rodolphe fungeert vaak als schrijfpartner van Leo (Centaurus, Memphis, et cetera). Brian Bones is een luchtige stripreeks die hij in zijn uppie schrijft en dat had voor ons niet gehoeven. Rodolphe is duidelijk fan van de strips uit de jaren ’50 en probeert de naïviteit en de sfeer daarvan te emuleren in deze detectivestrip. Hij komt echter uit bij een nogal simpel aandoende intrige en bordkartonnen personages. De tekeningen van George van Linthout slagen er helaas niet in om de meubelen te redden. Slecht zijn die niet, maar zodra er actie of perspectief om de hoek komt gluren, vallen ze plat.

Europa 1 – De maan van ijs (Silvester): Kijk, dit is hoe het wél moet. De schrijftandem Leo – Rodolphe start deze nieuwe SF-cyclus met een ijzersterk eerste album. Onder de bevroren oceanen van Europa, een maan Jupiter, zijn vreemde dingen aan de gang. De aarde ontvangt bizarre en cryptische berichten van het onderzoeksteam aldaar en nadien: niets meer. Een kersvers team wordt naar Europa gestuurd om uit te vissen hoe de vork aan de steel zit. Dankzij de goede opzet en de excellent uitgewerkte dynamiek tussen de personages is dit album een plezier om te lezen. Tekenaar Janjetov kwijt zich uitstekend van zijn taak. De man lijkt iets vloeiender te tekenen dan vroeger en de computer iets meer te laten voor wat hij is en dat komt zijn tekeningen ten goede.

Bootblack (Standaard Uitgeverij): Stripauteur Mikaël volgt zijn succesvolle graphic novel Giant op met een nieuw album in dezelfde setting, namelijk New York in de jaren 1935 – 1945. Meer dan die setting hebben de twee albums niet met elkaar gemeen, maar wat is het opnieuw een mooi boek! Mikaël weet de melting pot van de Big Apple trefzeker te, euhm… treffen, in een verhaal rond Al Chrysler, een jonge migrant die schoenen poetst om genoeg geld te verdienen om zijn grote liefde Margaret mee te kunnen nemen naar het pretpark in Coney Island. De jeugd van Al wordt, in het begin nogal rommelig, afgewisseld met de strapatsen van de 25-jarige Al die in Europa in WOII vecht. De climax van het verhaal is even perfect als verrassend. Topwerk!

Messara 2 – Minos (Silvester): Messara speelt zich af in de tijd van de bekendste Griekse mythes. De heldin uit de titel loopt op nogal gekunstelde wijze tal van grote namen uit de Griekse scène tegen het lijf. Hun dialogen buitelen hortend als stotend over elkaar heen. De Franstalige versie van dit album dateert van 1995. Interessant voor mensen die fan zijn van tekenaar Philippe Bonifay (van Zoo) en die willen zien wat voor een lange weg de man als tekenaar afgelegd heeft.

The Devil’s Stew – Three Gore Horror Stories (Eigen beheer): Tekenares Myilln schreef drie ultrakorte horrorverhaaltjes waar de gore van afspat en maakte daar vervolgens een stille strip bij. De verhaaltjes zijn origineel en goed gevonden, de eigenlijke teksten zijn iets minder kwalitatief, want opgetrokken uit nogal houterige zinnen met af en toe een ontsierend taalfoutje. Grootste argument om dit boekje aan te schaffen zijn de magnifieke tekeningen. Wonderlijk hoe plastisch die zijn! Je kan het vel van de personages bijna voelen en hun pezen, spieren en de kreukels in hun kleren barsten haast uit de pagina’s. Hier te bestellen.

Ik zal spuwen op jullie graf (Daedalus): Een strip gebaseerd op een noir novel van Boris Vian. “Lekker veel actie, ijskoude spanning en erotiek”, denken wij dan. Allemaal aanwezig: hoera! Scenarist Morvan maakt wel de fout om iets té grote lappen tekst uit de roman over te nemen. Die zijn bovendien slordig vertaald en geletterd zodat een wirwar aan fouten de leeservaring min of meer verneuken, nog los van de interne monologen die nergens op slaan.

Lynx 1 (Silvester): Lynx is een interplanetair agentschap dat moet toezien op dat maatschappelijke ontwikkeling van talloze planeten in het universum geen delicate ecosystemen beschadigt. Dat doen ze in ware James Bond stijl. Een inventieve en spannende plot gaat hand in hand met een originele invalshoek, maar de grootste plus zijn de personages. De chemie tussen agent Bor, een oude brombeer en Agent Pyriev, een verwende rijkeluisdochter, spat van de bladzijden. Bovendien broeit er bij beide agenten allerlei ongein onder hun oppervlakte, zodat ze allesbehalve de tweedimensionale personages blijven die ik net voor u beschreef.

Detectives 6 – Eaton in Love (Silvester): Het zesde deel in de tot nu toe briljante reeks oneshots over de “zeven beste detectives ter wereld”. In deze afleveringen krijgen we eindelijk wat meer te weten over de overkoepelende verhaallijn die we hier en daar al zagen doorschemeren. De personages zijn als vanouds hilarisch en schermen met elkaar door scherpe dialogen. Puik album, maar het minste in de reeks wegens een nogal voor de hand liggende en op een sisser aflopende ontknoping.

De jonge jaren van Thorgal 9 – De tranen van de hel (Le Lombard): Thorgal en een groep figuranten uit het vorige album spoelen aan op een mysterieus eiland. Drinkwater is er schaars en na een nogal lange en saaie opbouw verdwijnt Thorgal in een onderaards gangenstelsel om zoet water te zoeken. Het album is spannend genoeg en de tekeningen zijn fantastisch, maar het onderliggende filosofietje dat scenarist Yann ons bij het lezen oplepelt (te ver doorgedreven feminisme is ook niet alles en Aaricia moet niet al te veel in de weg lopen bij het avonturieren) smaakt toch wat zuur.

Moordenaar op maat 2 – Vermoorde onschuld (Silvester): Twee rijke mannen in het Wenen van 1900 besluiten uit verveling een testprojectje op te zetten. Kunnen ze een simpele armeluis omvormen tot publieke vijand nr. 1? De intrige doet verdacht hard aan de jaren 1980 film Trading Places denken, maar scenarist Lupano weet de plot toch op originele wijze uit te werken. Hoofdpersoon Viktor overkomt de ene na de andere ramp en hij verglijdt langzaam maar zeker in de criminaliteit. Tekenaar Corboz heeft een morsige stijl die perfect bij de Jugendstil van die tijd past.

Leonard Cohen (Concerto Books): Net als bij het Bowie boek is ook deze Leonard Cohen bio tot de nok toe gevuld met feitjes, quotes en wetenswaardigheden over de bard met de duistere stem. Helaas heeft dit boek geen spanningsboog en doet het aan als een verzameling lukraak op één hoop gegooide scènes. Cohen zelf praat constant in door de auteur perfect uit zijn leven geïsoleerde oneliners of quotes, maar die auteur vergeet wel dat Cohen daartussenin ook weleens converseerde als een normaal mens. Het gevolg is dat Cohen in dit boek overkomt als een irritante wijsneus. Los daarvan heeft het boek wel een warmere en menselijkere tekenstijl dan het Bowie boek en biedt het leven van Cohen genoeg bronmateriaal om je tot op de laatste bladzijde aan de pagina’s gelijmd te houden. Lees hier een uitgebreide, andere recensie.

Lotta 2 – Vindt haar weg (Standaard uitgeverij): Een album met een resem strips rond Lotta, een jonge meid die allerhande guitenstreken uithaalt. De strips werden eerst gepubliceerd in het maandblad Tina (voor meiden van 8 tot 12 jaar). De tekeningen zijn lekker zacht en dromerig, de grappen enkel zacht. We kunnen ons met de beste wil ter wereld niet voorstellen dat meiden tussen de 10 en de 12 dit leuk vinden. Een achtjarige slikt de volgehouden naïviteit en braafheid waarschijnlijk wel en voor die doelgroep is dit een prachtige strip, maar koop hem alsjeblieft niet voor je prepuberende dochter, tenzij u voor eeuwig en altijd als terminaal onhip beschouwd wil worden. (En als diploma “recht van spreken”: we baseren deze conclusie op de mening van een dame van 10 jaar die we hier hebben rondlopen.)

Plunk! – Director’s Cut (Oogachtend): Luc Cromheecke en Laurent Letzer bedachten het rare ruimtewezenachtige mannetje Plunk eigenlijk voor de grap: een parodie op marketing. De roze pineut werd echter als snel een vehikel voor de meest van de pot gerukte absurdistische grappen. Surrealisme, meligheid, dwaze pointes, spelen met de conventies van de strip: alles zit erin en alles is bovendien van wereldniveau. De twee auteurs slagen er ook in de beste “aangespoeld op een eilandje met één palmboom” grap én de beste “Trap op een hark en krijg die in je smoel” grap ooit te bedenken en verdienen alleen daarom al een standbeeld. Lees hier een uitgebreide, andere recensie.

Een Paus in de geschiedenis 1 – Petrus, een bedreiging voor het Romeinse rijk (Daedalus): Een nieuwe stripreeks met historische personages in de hoofdrol. Deze keer, zoals u zelf al las in de titel, met een gala aan diverse pausen. Uitgeverij Daedalus is zo stilletjes aan de go to stripuitgever voor dit soort reeksen. Net zoals veel van hun andere, gelijkaardige reeksen zijn de tekeningen niet onaardig, de historische dossiers achterin zeer interessant maar zijn de strips toch vooral voor wie in dit soort materie geïnteresseerd is. Maar ook als vanouds: de teksten zijn geschreven, vertaald en geredigeerd door iemand met het taalgevoel van een dronken baviaan.

Goblins 4 – Op weg naar het beloofde land (Silvester): De goblins evolueerden van éénpaginagags naar korte verhaaltjes en in dit vierde album wagen de makers zich aan een compleet verhaal van albumlengte. Wat ons betreft is dat experiment geslaagd. De goblins zijn de constante vernederingen van de mensen, dwergen en elfen die hen omringen kotsbeu en een voorspelling zet hen op weg naar hun beloofde land. Het op de trektocht van Moses gebaseerde verhaal is slechts een excuus om de goblins in exotische settingen op inventieve en bloederige manier te laten sterven. Dikke pluim ook voor de tekeningen van Martin Cortinage. De slapstick en de expressiviteit die de man uit zijn tekenpen laat vloeien maken de grappen op zijn minst dubbel zo lollig.

Donkere wolken boven Brest (Daedalus): Zondag 29 augustus 1937: een onderzeeër vol Spaanse republikeinen strandt in Brest en dat zorgt voor heel wat opschudding. De Franse politiek wil zich niet mengen in de Spaanse burgeroorlog dus weigeren ze de bemanning te helpen hun schip op te lappen. Vastgepind in de haven zijn ze een doelwit voor Franquisten, dubbelspionnen en fascisten. Een fascinerend verhaal dat mooi in beeld gebracht is met zeer expressieve penseelstreken.

Jommeke in de knel én de penarie (Standaard uitgeverij): Humorist Jelle De Beule mocht een scenario schrijven voor een Jommeke hommage en, fuck me, wat knettert dat! De Beule stuurt een belastingcontroleur op Jommeke af om die te beboeten voor alle niet aangegeven schatten uit de vorige albums. De Beule serveert ons onder andere een vier pagina’s tellend rapport van de Belgische federale overheid waarin al die schatten getaxeerd wordt. Hilarisch en een mooi bewijs van de dedicatie van De Beule. De Beule neemt ook een hele hoop andere Jommeke-clichés op de hak, met als uitschieter de versprekingen van Professor Gobelijn. Tekenaar Thijs De Cloedt meet zich een hedendaagse animatietekenstijl aan (Denk Rick and Morty en Bojack Horseman) en geeft zo het album ook grafisch een modernistische push. Excellente hommage!

Suske en Wiske 357 – De zalige ziener (Standaard uitgeverij): Lambik zit in een dipje en voelt zich nutteloos. Hij gaat op zoek naar een doel in het leven. Per ongelofelijk toeval krijgt hij een amulet van een waarzegster in handen en plots wordt hij de grootste waarzegger ter wereld. Dat de opzet er nogal aan de haren is bij gesleurd, mag de pret niet bederven, dat is nu eenmaal eigen aan dit soort familiestrips, meer nog: dit is een zalige aflevering van Sus en Wis. De voorspellingen van Lambik en de manier waarop de personages die trachten te verijdelen zorgen voor een zeer spannend verhaal. De scheut Aziatische folklore doet dan weer aan de beste Suske en Wiske albums van Paul Geerts denken.

Brocéliande, woud van het kleine volkje 7 – De beuk van de reiziger (Daedalus): Een man treurt om zijn gestorven vrouw en dochtertje en geeft uiteindelijk toe aan zichzelf dat hij een gigantische eikel is die min of meer zelf verantwoordelijk is voor hun dood. Een ruil met het kleine volkje zorgt ervoor dat hij zijn dochtertje nog één dag per jaar kan zien. Wat begint als een nogal kleffe, tekstzware strip, transformeert al snel tot een oprecht goede tearjerker die weinigen onberoerd zal laten. Een waardige afsluiter van deze reeks met oneshots rond Bretoense sagen in het bos van Brocéliande.

Frigiel en Fluffy 4 – Het bevroren koninkrijk (Silvester): Een strip voor de allerjongsten gebaseerd op de Youtube exploten van een Minecraft gamer is niet meteen ons kopje thee. Gelukkige kan men deze reeks ook lezen alsof ze op zichzelf staat. Frigiel & Fluffy is een rechttoe-rechtaan spannend verhaal dat niet neerkijkt op het jonge doelpubliek en dat erin slaagt met succes door te slaan naar de juiste kant tussen “te braaf” en “net stout genoeg”.

Afrikakorps 2 – Crusader (Silvester): Tweede deel van een trilogie rond het Afrikakorps, het Duitse expeditieleger in Afrika tijdens WOII. In een technisch onderlegde en meeslepende strip krijgen we de lotgevallen van een Duitse tankeenheid voor de kiezen. Spetterende veldslagen en goed gepresenteerde geschiedenis in hapklare brokken. We hebben heel wat bijgeleerd zonder het gevoel te hebben dat we aan het leren waren. Missie geslaagd dus!