CPNB Bestseller 60
Artikelen

Stripboeken zijn niet welkom in de CPNB Bestseller 60

In de Volkskrant van zaterdag 6 juli 2018 stond een artikel over de CPNB Bestseller 60, geschreven door Jet Steinz. Voor wie niet met dit fenomeen bekend is, elke week maakt de CPNB (Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek) een top 60 van de best verkochte boeken en plaatst deze lijst op het internet. Die Bestseller 60 wordt niet alleen door boeklezers geraadpleegd om te zien of er nog iets van hun gading tussen staat, maar ook door boekhandelaren om te zien of ze titels ze over het hoofd hebben gezien waar ze alsnog een stapeltje van willen inkopen. Een (gunstige) notering in deze lijst is kortom goed voor de bekendheid van boek en auteur, maar ook voor de verkoop. Zo werkt dat immers met top-lijsten.

Lijstvervuiling

Aan het begin van het artikel loopt Jet Steinz door de werkwijze van de CPNB en lezen we allereerst dat de cijfers vergaard worden door marktonderzoeksbureau GfK. Die peilt bij zo’n 900 verkooppunten wat er aan boeken verkocht wordt en maakt daar een top 1.000 van. Vervolgens haalt de CPNB eerst alle titels eruit die de lijst ‘vervuilen’. Een boek dat gedumpt is en voor een habbekrats bij slechts één keten te koop is zal vast veel verkopen, maar dat zegt weinig over de boekenmarkt als geheel. Daarom verwijdert de CPNB alle “Niet-Nederlandstalige boeken, actieboeken, strips, titels die alleen bij één keten verkocht worden en boeken met een prijs onder de € 3,50 […]”. Wacht even… strips? Van alle andere categorieën snappen we dat ze verwijderd worden, maar strips? Zomaar, in zijn geheel en zonder met de ogen te knipperen?

Jet Steinz vond deze gang van zaken blijkbaar volstrekt normaal want ze maakte er verder geen melding van, maar als uitgever van soul food comics zat ik wel even naar adem te snakken toen ik dit las. Soul food comics is opgericht met de gedachte dat stripboeken ook buiten de stripwinkel zouden moeten kunnen verkopen en we hebben ons dan ook vanaf het begin sterk gemaakt om algemene boekhandels en doorsnee boekenlezers te bereiken. Om dan te lezen dat nota bene de CPNB dit streven actief saboteert, is wel heel zuur. Voor de duidelijkheid, de CPNB heeft volgens artikel 2 lid 1 van haar Statuten tot doel: “het versterken van de positie van het boek in de Nederlandse samenleving met alle daartoe geëigende wettelijke middelen, uitmondend in de ontwikkeling in steeds bredere kring van zowel leescultuur als het eigen boekenbezit (en voorts al hetgeen met een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt), zulks door bevordering van een ruim gespreid en breed aanbod van Nederlandstalige boeken in openbare bibliotheek en boekhandel, en voorts alles wat daarmee in de meest uitgebreide zin des woords verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn”. Kort samengevat: de CPNB zegt boeken in de breedste zin van het woord te willen promoten bij een zo breed mogelijk publiek. Noem me bevooroordeeld, maar volgens mij horen stripboeken daar ook bij. Dus pakte ik de telefoon en belde de CPNB.

Het collectief

Ik kreeg een medewerker aan de lijn. Mensen die het beleid bepaalden waren helaas niet beschikbaar, maar hij wilde me ook wel van tekst en uitleg voorzien. Het probleem zat hem in het feit dat de Bestseller 60 alleen A-boeken bevat. In Nederland onderscheiden we vier categorieën, te weten A (algemene boeken), S (schoolboeken), W (wetenschappelijke boeken) en O (overige boeken, zoals luisterboeken en kalenders). Ik vertelde dat stripboeken A-boeken waren en de medewerker haastte zich een nieuwe verklaring te vinden. “We willen graag verhalende boeken in de lijst en strips, tja… die gaan natuurlijk vooral over beeld.” Eerst legde ik hem uit dat stripboeken weliswaar beeld bevatten, maar net zo goed om het verhaal draaien. Daarna herinnerde ik de man eraan dat de CPNB Bestseller 60 ook kookboeken, zelfhulpboeken en andere non-fictie bevatte. Of hij dat aan mij kon uitleggen. Nee, dat kon hij niet. Misschien was het toch beter dat ik met de persvoorlichter zou praten, dus of ik op een ander moment nog eens kon terugbellen. Geen probleem.

Eerlijk gezegd was dit ook de eerste keer dat iemand hem vroeg naar dit onderwerp

Persvoorlichter Job Jan Altena viel maar gelijk met de deur in huis. De CPNB is geen overheidsorgaan of ideële stichting, maar een organisatie die zich inzet voor de commerciële belangen van een collectief, bestaande uit de Koninklijke Boekverkopersbond (KBb), de Groep Algemene Uitgevers (GAU) en de Vereniging Openbare Bibliotheken (VOB). Deze drie organisaties betalen de rekeningen en bepalen de agenda. Als er geen aandacht wordt besteed aan stripboeken, dan komt dat omdat de leden van die organisaties daar blijkbaar niet om vragen. Eerlijk gezegd was dit ook de eerste keer dat iemand hem vroeg naar dit onderwerp.

Dat verbaasde me toch enigszins. Ik keek nog eens op de website van de CPNB. Daar omschrijft ze zichzelf en haar taak als volgt: “De CPNB spant zich in voor meer, betere en nieuwe ontmoetingen tussen lezers, auteurs en het Nederlandse boek. Collectieve boekpromotie voor boekwinkels, uitgeverijen en openbare bibliotheken die teruggaat tot 1930. De Nederlandse boekenwereld heeft zich in Stichting CPNB verenigd ter bevordering van leesplezier, leescultuur en boekbezit.” Noem me naïef, maar volgens mij wordt hier toch de indruk gewekt van een stichting die zich druk maakt om het maatschappelijk belang van lezen en literatuur. Duidelijk is in ieder geval dat de drie partners van het collectief nergens bij naam worden genoemd en dat woorden die expliciet verwijzen naar de commerciële functie van de CPNB worden vermeden.

Selectie

Volgens Altena worden bij het samenstellen van de Bestseller 60 niet alleen de stripboeken uit de lijst gehaald. Naast de redenen die in het artikel van Jet Steinz al werden genoemd, hanteert men de regel dat alle boeken verhalend moeten zijn. Een kookboek of andere non-fictie wordt dus alleen toegestaan als het op de een of ander manier ook voor de ontspanning te lezen is. Overigens wordt er per boek beoordeeld of het in de lijst mag, daardoor worden niet alle stripboeken geweerd. Fokke & Sukke, De avonden en de Bommelboeken van Marten Toonder zijn voorbeelden van stripboeken die de lijst in het verleden wel hebben gehaald.

Als je de CPNB Bestseller 60 zou samenstellen zoals ze dat in Vlaanderen doen, dan zouden strips er misschien ook wel in voorkomen

Hoe de CPNB de Bestseller 60 samenstelt wordt overigens nergens vermeld op de website. Onderaan de pagina staat: “De Stichting CPNB stelt De Bestseller 60 samen op basis van door de KVB-SMB / GfK verzamelde verkoopgegevens van meer dan 900 Nederlandse boekwinkels over de verkoopperiode van maandag tot en met zondag.” Ook daar worden dus weer algemene bewoordingen gebruikt die een objectieve, neutrale indruk wekken. Nergens wordt uitgelegd dat het een selectie betreft. Op basis van welke criteria gebeurt dat eigenlijk? Dat kan ook Altena niet uitleggen. Het lijkt erop dat de commissie die de lijst samenstelt de vrije hand heeft in het hanteren van de regels.

In Vlaanderen is alles anders

In Vlaanderen publiceert Boek.be een verkoop-top 100 waar wel elke week stripboeken in staan, in de top 10 zelfs, maar volgens Altena dient die lijst een heel ander doel, dus zijn de criteria ook anders. Als je de CPNB Bestseller 60 zou samenstellen zoals Boek.be dat doet, dan zouden er waarschijnlijk ook stripboeken in voorkomen, vermoedt hij. Maar waarom gebeurt dat dan niet, vraag ik hem. Als blijkt dat stripboeken graag gelezen worden en goed verkopen, waarom zou je ze dan niet vermelden in de Bestseller 60? Willen boekwinkels die de Bestseller 60 gebruiken om te zien of ze iets gemist dit soort informatie niet juist weten? Volgens Altena moest ik die vraag maar voorleggen aan het collectief. Sowieso, als we hier iets aan wilden veranderen dan was zijn beste advies lid te worden van het collectief, dus uitgevers van de GAU en winkels van KBb.

De rest van het gesprek was een herhaling van zetten. De CPNB kan ons niet verder helpen, de criteria voor het samenstellen van de Bestseller 60 zijn en blijven onduidelijk en voor meer tekst en uitleg moeten we bij de ‘opdrachtgevers’ zijn. Vandaar dat we binnenkort eens aankloppen bij de leden van het collectief, om te zien of we daar meer kunnen bewerkstelligen. Dan kunnen we gelijk vragen of het mogelijk is om lid te worden en of dat ook gewicht in de schaal legt. Mijn eigen ervaring is dat dit makkelijker is gezegd dan gedaan. Het collectief is gericht op een boekenwereld waarin strips slechts in de marge figureren en dat heeft consequenties.

 

Dit artikel is onderdeel van het dossier “Strips in Boekenland