En ja hoor, alles komt weer tegelijk op ons af. Alle uitgevers denken: nu is de ideale tijd om de nieuwe boeken te presenteren. Een hele bult dus, en wij maar lezen. Maar goed, dat is ons werk en we helpen je graag te vertellen waar jij je geld het beste aan kunt uitgeven. Tenzij je geen strips koopt om te lezen, maar om je collectie compleet te houden (hoi Thorgal, hoi Team Rafale). In dat geval hoef je je niet aan deze Kort van stof te wagen. Voor alle serieuze lezers: voor jullie, zoals gewoonlijk in sneltreinvaart, eerlijk en nuttig. Gaan we.
Bloedkoninginnen – Kahina 1: De berberkonigin (Daedalus): Kahina was een berberkoningin die haar volk en een hele hoop andere stammen en religies verenigde. Dat blok bood weerstand tijdens de Arabische inval in de Maghreb, aan het begin van de zevende eeuw. Met heel veel gevoel voor spektakel en drama kleuren de makers van deze strip grote delen van een onbekende geschiedenis in. Het is bijgevolg zeker geen saai geschiedenislesje, maar eerder een aaneenschakeling van spectaculaire oorlogsscènes, afgewisseld met heel wat uit de duim gezogen erotiek en bloeddorst. Héél entertainend allemaal. De tekeningen zijn van een adequaat niveau. Het is vooral de sfeervolle inkleuring van Scralett die de show steelt.
De wijsheid van Mythes – Herakles 3: De apotheose van de halfgod (Daedalus): Weinig verrassingen hier, in de afsluiter van de trilogie rond Herakles. We steken één en ander op, vooral uit het uitbundige extra dossier, we krijgen heel wat actie in de vorm van enkele van de bekende taken die Herakles tot een goed einde moet brengen, de tekeningen zijn consistent goed en een dosis seks kruidt het geheel af. We bleven wel een heel klein beetje op onze honger zitten op het einde. Deianeira, de geliefde van Herakles, tracht de man aan zich te binden met een liefdesspreuk die, op z’n zachtst gezegd, ongewilde gevolgen heeft. We hadden graag Deianeira’s reactie daarop gezien.
In het hoofd van Sherlock Holmes: Het schandelijke ticket 2 (Standaard uitgeverij): In deze afsluiter van een tweeluik wordt een ingewikkeld complot tot op het draadje ontrafeld door Dhr. Holmes. Hoewel het verhaal goed in elkaar zit is het vooral de grafische benadering die van dit boek een festijn maken. De lezer volgt het hele boek lang letterlijk een rode draad die realistische scènes verweeft met allegorische en/of grafische hersenspinsels, theorieën en denkpistes van Holmes. Af en toe wekken de makers het gevoel op dat je met een zomers vakantiepuzzelboek bezig bent wanneer je pagina’s tegen het licht moet houden of dubbel moet vouwen. Mooi uitgewerkt en een must voor elke Sherlock fan.
Barista (Menlu): Eerste bundeling van halvepaginastrips die eerder voor een deel verschenen in het ter ziele gegane Maxix. Het komt wat moeilijk op gang omdat we ook geïntroduceerd worden in de voorgschiedenis van hoofdfiguur Sam, die het bedrijfsleven verruilt voor een baan als barista. Sam, zonder manbun en tats, lijkt niet werkelijk op een barista, toch de masculiene mascotte van het mondiale hipsterdom – dat zou dan de bebaarde baas moeten zijn, maar hem ontbreekt het aan de kenmerkende cool. De situationele grapjes zijn zo zo la la. Niet hard lachen, maar wel leuk om door te lezen. Is ook een kwaliteit.
Vesper 3: Aurora Crux (Dargaud): Vesper is een prachtig getekend fantasy epos dat vol zit met originele personages en bulkt van de goede en originele ideeën. Aan de scenario-technische uitwerking schort er echter spijtig genoeg heel wat: te veel grote lappen tekst die de boel moeten uitgelegd krijgen, te veel flashbacks die zoveel info bevatten dat die tot een soort grijze brei verworden, te weinig tijd en ruimte om mee te leven met de personages. Het lijkt alsof auteur Jérémy een reeks van 10 strips in één boek heeft geperst. Het feit dat ongeveer alle personages, rituelen, streken, voorwerpen en dies meer een van de pot gerukte verzonnen naam krijgen maakt de verwarring enkel groter. De korte inhoud van het voorgaande vooraan in dit deel is bijvoorbeeld quasi onbegrijpelijk en doet zo zijn nut teniet. Wanneer je als Frangul immers gezelvaters in je bezel woept kan geen enkele druissel daar nog mee naar voert knoeperen. Voor de rest allemaal heel genietbaar hoor.
Geheim Agent G. Ruwel: De Zaak Roodbast (Plan A Uitgevers): Geestig geheimagentenverhaal voor kinderen vanaf negen jaar of wie zich ook maar op leesniveau AVI M6 bevindt. Het verhaal is uitgewerkt als een hybride: half strip, half leesboek. Of nou ja, half… het ziet er genoeg stripperig uit, maar eigenlijk is het een geïllustreerd kinderboek. Sommige sequenties zijn in kadertjes uitgewerkt en hoe dan ook: het leest lekker en het verhaal is ook nog grappig. De achtjarige (“dat scheelt maar een jaar”) merkte gaandeweg wel dat het hele monstergedoe haar wat minder aansprak. We agreed to disagree, dus.
Suske & Wiske 370: De krijtkampioen (Standaard Uitgeverij): Onze vrienden gaan op zoek naar de geheimen in krijttekeningen die geestelijke vader Willy Vandersteen in z’n kindertijd op de stoep tekende. De wetenschap daarachter is van ondergeschikt belang en laten we met veel plezier aan Professor Barabas over. Wat we lazen was een heerlijk nostalgisch verhaal waarin onze helden gecast worden in andere rollen dan we van hen gewend zijn. Lambik en Jerom als een soort van proto Robert en Bertrand-achtige zwervers zijn daar een fantastisch voorbeeld van. Prachtige aflevering na een vorig deeltje dat toch een beetje teleurstelde.
Pardalita (Querido): Raquel is zestien jaar en woont in een klein dorp waar iedereen elkaar kent. Voelt u de conservatieve bui al hangen? De ouders van Raquel zijn gescheiden en zelfs daar doet de kleingeestige goegemeente al lastig over. Als dan plots een fantastische meid in de vorm van Pardalita vanuit het niets de schoolpoorten binnenschrijdt en allerhande chemische reacties in het lichaam van Raquel laat kolken, wordt dat conservatief geharrewar uiteraard nog heel wat verstikkender. Het boek is opgevat als een samenraapsel van geïllustreerde dagboeknotities en stripscènes. Men had voor die dagboeknotities een mooier en meer organisch lettertype mogen kiezen. We vermoeden dat het origineel met de hand geletterd was maar dat er voor de Nederlandstalige versie, na het uitreiken van de Kerstbonussen, geen geld meer over was. Een ontroerend boek dat vooral zijn effect niet zal missen bij een jonge doelgroep. Voor de geoefende lezer staan er toch net iets té veel clichés in en doen sommige passages zelfs wat formalistisch aan.
Negalyod II: Het laatste woord (Daedalus): In een verre toekomst (of verleden, daar willen we vanaf zijn) wordt de wereld (of een wereld) bedreigd door overstromingen, ecologische akkefieten en de nare gewoontes die een bepaald slag volk placht te ontwikkelen als het leven een minimum aan post-apocalyptische trekjes begint te krijgen. Zoals zijn voorganger vertelt Negalyod II niet echt een rechttoe-rechtaan verhaal maar wordt ons eerder een totaalbeeld van scènes, rituelen, architectuur en levensbeschouwelijke taferelen aangeboden. Vreemde tijdssprongen en droomscènes maken het er allemaal niet makkelijker op. We raden aan om logica los te laten en u te laten meevoeren op deze machtige wildwater roetsjbaan. Tekenaar Perriot blinkt vooral uit in de mise-en-scène van massa scènes en zou maar half zo goed zijn zonder zijn inkleurster Florence Breton.
FRNK 8: Uittocht (Diedeldus/Daedalus): In het achtste deel van FRNK komen heel wat (tijds)lijntjes samen. In de voorgaande delen zagen we allerhande personages uit allerhande verschillende tijdperken naar het verleden reizen. Die lopen elkaar nu allemaal min of meer tegen het lijf, waarbij bovendien ook enkele eerdere mysteries ontrafeld worden. Een herlezing van voorgaande delen is geen overbodige luxe, maar petje af voor de makers die alle opgeworpen plotjes mooi weten op te vangen en af te handelen. De tekeningen zijn van hoog niveau: dynamisch en expressief, wat dan weer mooi ten dienste staat van de grappig en extensief uitgewerkte personages. Alles positief voor deze fantastische jeugdreeks en kijken enorm uit naar het volgende deel. Zeker na de cliffhanger die in dit deel op ons werd afgevuurd. Puik.
Nefilim 1: In het spoor van onze voorouders (Le Lombard): 1864, de Amerikaanse burgeroorlog woedt volop en een groep wetenschappers gaat midden in het gebied van vijandige indianen op zoek naar bewijs dat er ooit reuzen op het continent gewoond hebben. Ze worden vergezeld door een groepje blauwbloezen met zwarte huid die wegens sluimerend racisme weggepromoveerd werden. Deze nieuwe reeks is geen hoogvlieger, tekeningen en verhaal zitten in de middenmoot, en wordt nog net op het paard getild door de rake karakterisering van de personages. Bovendien zal de reeks er als zoete koek ingaan bij liefhebbers van genrevermenging. Westerns en fantasy hebben we, dachten we, nog niet zoveel gehad.
Het gevaarlijkste beroep ter wereld 1a & 1b (Dupuis): Louna en Ziad zijn broer en zus en hebben een droom: ze willen allebei superheld worden. Gelukkig leven ze in een wereld waarin dat ook echt kan. Makers Bocquet en Lai creëren een geloofwaardige achtergrond vol detail en humor. Broer en zus krijgen elk een apart album waarin ze soms elkaars pad kruisen en die beiden eindigen met dezelfde cliffhanger. Zoiets is al vaak gedaan en veelal blijft dat bij een gimmick, maar deze twee verhalen zijn extreem goed opgebouwd. De makers creëren door glimpjes van het tegenverhaal te onthullen in beide albums mysteries die je als lezer echt benieuwd maken naar de tegenhanger. Knap!
Hongerig papier (Hanabi Publishers): Fraai staaltje poldermanga over een meisje dat de hulp van een monnik inroept om haar favoriete manga-tekenaar van de ondergang te redden. Het verhaal zit gewiekst in elkaar en wordt met veel vaart verteld, al zit er ergens halverwege weer zo’n lekker verwarrende vechtscene die de betrekkelijke leek moeilijk kan duiden. Maar hé: het ziet er tenminste tof uit, dus who cares? Kooijmans vindt met haar prettige tekenstijl een knappe balans tussen oost en west: het is niet té manga en ook weer niet te euro. Begrijpt u wel?
De Kiekeboes 164: Seizoensfinale (Standaard uitgeverij): Het laatste De Kiekeboes album met een scenario van de hand van geestelijke vader Mehro doet wat het moet doen: entertainen. Verschillende verhaallijnen worden verweven tot een mooi geheel en als extra ingrediënt krijgen we cameo’s of rollen voor heel wat bekende figuren uit de reeks. Een waardig afscheid vol retestrakke actie. Wel een beetje sneu dat de uitgever moedwillig vaag doet over de toekomst van de Kiekeboes. Dit album werd overal aangekondigd als “Het laatste album”, terwijl dat natuurlijk “Het laatste album met medewerking van Merho” moet zijn. De albums worden al jaren door een team van verschillende tekenaars en scenaristen gemaakt en wij durven er onze Kiekeboe voor in het vuur te steken dat men al aan album 165 bezig is.
Agatha: Het echte leven van Agatha Christie (Standaard Uitgeverij): Agatha Christie schreef niet alleen spannende boeken, ze leidde ook een interessant leven. Het toppunt daarvan was haar mysterieuze, elf dagen lange verdwijning. Dit boek is een simpel, maar mooi, getekende biografie vol interessante weetjes. Er wordt nogal dik opgelegd dat Christie een sterke vrouw is, wat ons af en toe tegen de haren instrijkt. Christie ís inderdaad een sterke en bewonderenswaardige vrouw, maar met zo’n krampachtige focus bereik je vaak het omgekeerde. Ook de titel vonden we een beetje vreemd. “Het echte verhaal van…” reserveer je voor het échte levensverhaal van een persoon wiens leven vooral in een gedramatiseerde en fictieve versie bekend is. Pocahontas of Davy Crocket of zo. Bij ons weten is er nog geen Disneyfilm over Christie gemaakt die de makers van dit boek zou moeten nopen om haar “echte” verhaal nu eindelijk eens te vertellen.
Hoka Hey! 1: Georges (Daedalus): Tweede Western van de maand, maar dit is andere (en zoetere) koek. Georges is een Indiaans jongetje dat door een dominee als blanke wordt opgevoed. Een bende outlaws met een geheime missie vermoorden de dominee en Georges sluit zich bij hen aan. Langzaam maar zeker groeien George en Little Knife, een verbitterde Indianenrebel, naar elkaar toe. De personages krijgen ruimte om zich te ontwikkelen zonder dat auteur Neyef de actie en de raadselachtige motieven van de medespelers uit het oog verliest. De andere twee outlaws, de Ierse Sully en No Moon, een Indiaanse met een verminkt gezicht, laten duidelijk ook nog niet het achterste van hun tong zien. Het resultaat is een prachtig getekend, uiterst goed gebalanceerd en ontroerend verhaal. Lees hier een andere, uitgebreide recensie.
Vis (Menlu): Mooi, ingetogen verhaal over het stille meisje Vis, dat in groep 7 zit. Steeds als ze wordt gepest, klimt ze in een oude eik in het park om daarmee gesprekken te voeren over gevoelszaken. Ze krijgt een klik met een meisje in haar klas, Peer. Bij Peer thuis gaat niet alles gemakkelijk, of althans: in de fijne gesprekken tussen Vis en Peer (ja, de namen zijn dubieus) wordt die situatie steeds ontweken. Een verhaal over huiselijk geweld wordt vaak stichtelijk en saai, met veel geheven vingertjes. Dat is hier zeker niet aan de orde: het is een zacht en innemend debuut van stripmaker Irene Schiphorst, op scenario van Will Kranendonk, bedoeld voor jongeren van tien tot veertien jaar.
Team Rafale 12: Valstrik in de Rode Zee (Dupuis): We proberen echt altijd elke strip die ons wordt aangeboden helemaal uit te lezen, maar dit was niet bepaald een spek naar onze bek. Ongeloofwaardige bordkartonnen personages, stijve tekeningen die meer op overgetrokken foto’s dan op stripplaatjes lijken en een plot van likmevestje. We zijn blij voor de vermoedelijk vrij oude en héél witte verzamelaars die dit er nog bij willen proppen in de boekenkast, maar wij laten dit album met plezier links liggen.
Game Over 22: War*m? Dar*m! (Dupuis): Tweeëntwintig albums lang bewijst het mannetje van Game Over al dat je met een ijzersterk concept en een verbeeldingsvol brein kan blijven gaan zonder kwaliteit in te boeten. Elke tekstloze gag in dit album verbeeldt een video game in tal van genres met als clou de soms verrassende, vaak grappige dood van het hoofdpersonage. Vernieuwing moet je na tweeëntwintig albums natuurlijk niet meer verwachten, een occasionele glimlach des te meer.
Animal Jack 2: De magische berg (Dupuis): Animal Jack is een jongetje dat zichzelf in elk dier ter wereld kan veranderen en magische avonturen beleeft. Als vrij oude en héél witte man kunnen wij vanuit onze expertise besluiten dat dit een goed getekende en vertelde strip is. We besloten echter ons tienjarige doelpubliek aan het werk te zetten. (Die denken toch niet dat we ze gratis gaan blijven voeden en kleden?) Dat publiek was heel lovend na lezing van deel 1 en slaakte effectief, het gebeurt, een vreugdekreet bij het zien van deel 2. Meteen na lezing volgde de vraag “Wanneer komt deel 3 uit?” Dat zegt niet enkel iets over het feit dat de jeugd écht geen van geduld meer heeft en elk verlangen nu meteen bevredigd wil zien, maar ook iets over de kwaliteit van deze strip.
De Ridders van de Zodiak – Time Odyssey 1: Saint Seiya (Daedalus): De ridders van de Zodiak, bij ons, bedankt Club Dorothée, bekend als Les Chevaliers du Zodiaque is er nu ook in handige stripvorm. Dat we dat nog mogen meemaken! Meer nog: we hadden dat al lang geleden kunnen meemaken want een kort rondje Googelen wees ons erop dat deze ridders eerst en vooral in manga-vorm bestonden en dat de tekenfilm een adaptatie van een strip was. Dat maakte ons dan weer benieuwd naar de originele manga. Die is wellicht beter dan de strip die we hier bespreken. Die heeft zijn merites, de actie spat er bijvoorbeeld vanaf, maar verhaal en de componenten waaruit dat doorgaans bestaat zijn op los zand gebouwd. We denken dat de strip vooral in de smaak zal vallen bij de “echte” fan, die de intro boordevol uitleg in kaders waar de gewone lezer zich bij het openslaan van het album moet doorworstelen, simpelweg kan overslaan en bij het segment van de jongere lezertjes die teksten die langer zijn dan drie zinnen gewoonweg niet lezen en onbekommerd om de plot genieten van de beeldenpracht. Adem uit.
Nero 1: Het offer (Dupuis): Ook in dit debuut is de verpakking mooier dan de inhoud. Toegegeven: het tekenwerk van Mammucari is van het meest zwierige en dynamische dat we in tijden zagen. De vele actiescènes in deze strip zijn grafisch om duimen en vingers bij af te likken. Het verhaal: een moslim en een Christenhond, gezworen vijanden, gaan samen met een sexy vrouwelijke sidekick op zoek naar een geheim dat de kenner ervan de machtigste persoon op aarde zal maken, of zoiets. Inderdaad, het is flinterdun. Gezien het gigantische loopje dat ze met de geschiedenis maken vermoeden we dat de makers ook geen zin hadden om dikke geschiedenisboeken te lezen ter voorbereiding op deze strip. Sterker nog: ze waren onze kritiek zelfs voor door een soort van disclaimer te voorzien waarin ze min of meer zeggen dat het niet hun bedoeling was om historisch correct te werken. Goh ja: moet kunnen, vinden we, als het maar amuseert. Zwakste punt van de strip zijn de dialogen. Die zijn vaak om op te schieten. Dat ligt, wat ons betreft, helemaal aan de vertaling. Zelfs al waren de dialogen in het originele Frans zo schabouwelijk, dan is het de plicht van een goed vertaler om die op zijn minst toch een miniem beetje rechter te proberen trekken.