Kort van stof

Kort van stof: mei 2021

Zo. Het zonnetje is er eindelijk. Dus ligstoeltje uit de schuur, factor 20 op de bleke ledematen en een stapeltje boeken ter verpozing. In Kort van stof vertellen we weer wat de moeite waard is, wat per se gelezen moet worden en wat eventueel iets is voor een hele lange dag in de zon. Wat we maar willen zeggen: we zijn er weer, met de strips van de afgelopen maand. Kritisch, snel en zoals altijd met de beste bedoelingen.

Don Vega (Standaard uitgeverij): Pierre Alary is een fantastisch tekenaar. Zo weet u meteen waarom u dit boek moet kopen. Spijtig genoeg is hij een minder goed schrijver. Begrijp ons niet verkeerd: er is niets mis met deze Zorro prequel. Alary beschrijft het pleit van de armeluizen die het opnemen tegen de grootgrondbezitters in het Californië van de negentiende eeuw met gusto. Er is actie, romantiek en de schurken hebben weinig scrupules, maar het verhaal greep ons nergens naar de keel en was bovendien ook nog eens zeer voorspelbaar.

De Rode Ridder 270 – Het boek van Thoth (Standaard uitgeverij): Hoewel de ontwikkeling van de overkoepelende verhaallijn in de De Rode Ridder strips steeds interessanter wordt lijdt de reeks onder de te korte afleveringen. Dertig pagina’s strips, hoe mooi getekend ook, zijn niet genoeg om een deftige intrige te ontwikkelen. Te veel toevalligheden en inconsistenties die moeten zorgen voor een snelle afwerking van het verhaal verhinderen deze reeks om zijn potentieel te bereiken. Jammer.

Dagen van zand (Scratch): Een nieuw boek van Aimée de Jongh is altijd smullen. Bovendien kunnen we met de hand op het hart zeggen dat Dagen van zand haar beste solowerk tot nog toe is. Dagen van zand vertelt het verhaal van een fotograaf die de opdracht krijgt de abjecte armoede vast te leggen die tijdens de enorme droogte in het Amerika van de jaren dertig woest om zich heen greep. Een fantastisch onderwerp dat De Jongh vastlegt in perfect gecomponeerde tekeningen. De flow van het boek en de lay-out van de pagina’s zitten perfect en getuigen van een groot metier. De verhaallijn zelf en de karakterontwikkeling zijn nogal voorspelbaar en cliché. Dat is absoluut geen probleem: we hebben het over het soort clichématigheid die inherent is aan een goede vertelling. Maar toch, de dialogen zijn enorm oppervlakkig en gekunsteld. Als de Jongh daar in het vervolg werk van maakt zal haar volgende boek onmiskenbaar de klassieker zijn die ze ongetwijfeld in zich heeft.
Lees hier een andere, uitgebreide recensie.

De 5 rijken 3 – De liefde van een idioot (Daedalus): Fuck me! Wat is deze reeks goed! In het kort: Game of Thrones met antropomorfe mensdieren. Tal van politieke facties en personages, uit de vijf verschillende dierenrijken waarvan sprake, afkomstig van de armtierigste delen van de stad tot de hoogste regionen van de macht, buitelen over elkander heen in een kluwen van motivaties en intenties. En toch is de plot kristalhelder en elke beweegredenen geloofwaardig. U moet het lezen om te geloven. Prachtreeks!

De dood steekt in hetzelfde vel (Daedalus): Tweede deel van de verstrippingen van het oeuvre van de controversiële Boris Vian, die niet maalde om een relletje meer of minder. Dit verhaal draait om een hardhandige portier die een groot geheim heeft. Althans, dat zal het ooit zijn geweest. Deze Daniel is namelijk voor een kwart zwart. En ja, dat mag natuurlijk niemand weten. Wat het oplevert? Chantage, een bruut verhaal in een aangezette retro stijl waar je toch niet echt aan went, hoewel het past en voldoet. Beter dan deel 1, en dat was al bepaald niet slecht. Mag op de stapel!

De onderzoeken van Lord Harold 2 – Drie kleine muisjes (Standaard uitgeverij): Een jonge Engelse Lord uit adellijke kringen neemt dienst bij de politie. Lord Harold wordt gestationeerd in één van de armste wijken van Londen. Van die clash tussen die twee werelden kan alleen maar onversneden vertier komen! We zijn een beetje sarcastisch maar, eerlijk gezegd: het werkt wél. Een prachtig getekende misdaadthriller die zich, dankzij de humor, luchtig als een veertje neder vlijt in uw brein. Bent u Britofiel, dan kan u dit boek blind kopen wegens de voor de hand liggende extra bonus.

Olympus Mons 5 – In de schaduw van de zon (Daedalus): Verspreid over de aardbol liggen enkele reusachtige ufo’s. Op Mars hebben de ET’s er ook al eentje verloren. Al vier albums lang volgen we de verschillende verhaallijnen van onverschrokken onderzoekers die de ufo’s trachten binnen te dringen om hun mysterie te ontrafelen. Dit vijfde album voegt daar weinig aan toe. De onthullingen die we voorgeschoteld krijgen komen te druppelsgewijs en doen vermoeden dat de makers de reeks een beetje aan het rekken zijn. Ook grappig is de onmetelijk slimme androïde die aan de hand van enkele minuutjes luisteren naar iemand die Engels spreekt de taal kan leren, maar vervolgens wel converseert zoals een soort huishoudrobot uit sciencefiction van de jaren vijftig: Incorrect!

De kronieken van Amoras 8 – Avontuur in Piscine-Les-Bains (Standaard uitgeverij): Het achtste deel van De kronieken van Amoras is een tijdreisavontuur. Sus, Wis en hun vreemd samengestelde gezin reizen terug in de tijd om te voorkomen dat Krimson in een bepaalde grot een trein vol schatten vindt waar hij later al zijn schavuiterij mee zal bekostigen. Hoewel de strip als vanouds excellent getekend werd door de Studio Charel Cambré en vlot wegleest wordt er veel gevraagd van de suspension of disbelief van de lezer. We willen niets verklappen maar de acties die onze helden in het verleden stellen zijn van een vrij ongeloofwaardige domheid.

Lucky Luke door Mathieu Bonhomme – Wanted Lucky Luke (Lucky comics): Lucky Luke ontmoet in de wilde en dorre prairie drie bloedmooie zussen die op weg zijn om hun veestapel te verpatsen in een ver en stoffig stadje. Omdat de dames best wel wat hulp kunnen gebruiken vergezelt Luke hen tot ze veilig en wel ter plaatse aankomen. Wanneer we te weten komen dat er een prijs op Luke’s hoofd staat gaan de poppen aan het dansen. Bonhomme lardeert zijn verhaal met veel spanning en kolder en tekent het vervolgens uit in een prachtig ingekleurde en mooi gestileerde tekenstijl. Enig minpuntje is dat de drie dames te lijden hebben onder nogal wat clichés die al te vaak aan de vrouwelijke sekse worden toegeschreven. Ok, het wilde westen was nu niet meteen de meest woke periode uit de geschiedenis en we hebben een zusje dood aan politiek correct ge-retcon, maar hier ligt het er misschien toch nét iets te dik op.
Lees hier een andere, uitgebreide recensie.

De nieuwe avonturen van Rik Ringers 5 – Commissaris Griot (Le Lombard): We zijn nooit fan geweest van de oude avonturen van Rik Ringers, misschien dat daarom deze nieuwe avonturen onze lurven tot nog toe links lieten liggen. Dit vijfde deel komt echter dicht in de buurt van wat we van een policier verwachten. Twee misdaadintriges kronkelen om elkaar heen en leiden tot een spannende en bevredigende ontknoping. Grootste ster in deze strip, en de reden waarom hij ons zo beviel, is Commissaris Griot: een Afrikaanse speurder die via een uitwisselingsprogramma in het koude Parijs van de jaren zeventig terechtkomt. Scenarist Zidrou danst op speelse wijze met de door onwetendheid ingegeven racistische houding van de kleingeestige burgerij van de seventies en zorgt daarmee voor de beste scènes in deze strip.

De buurtpolitie 13 – Gauwdief 2.0 (Standaard uitgeverij): De buurtpolitie politiet gezapig verder in dit dertiende deel. Ietwat dommige, maar zeer sympathieke, personages lossen een misdaad op die op het eerste gezicht onverklaarbaar is: tientallen diefstallen in kamers met afgesloten deuren. Er lijkt een beetje sleet te zitten op de formule. In tegenstelling tot vele vorige albums mist dit deel een sociaal-maatschappelijk angeltje dat de vorige verhalen vaak wel hadden. Bovendien zagen we de ontknoping van mijlenver komen: hard stompend met de voeten, zwaaiend met de armen en luid en vals zingend: “Ik ben de ontknoping en het zit zo!”

De oase (Soulfood Comics): Simon Hureau koopt een nieuw huis en de daarbij horende steriele tuin. Hij beslist om er een stadsoase met zoveel mogelijk biodiversiteit van te maken. Dit boek is de neerslag daarvan. Eerste euvel is het totale gebrek aan enige spanning of een verhaallijn. Oké, geen probleem, dit is misschien niet zo’n boek. Het is namelijk een dagboek en mensen die interesse hebben in deze materie kunnen er wellicht uit bijleren. Tweede euvel: Die Hureau vindt zichzelf blijkbaar enorm interessant en een echte held. Zelfs al staan wij achter praktisch alle ideeën die in dit boek aan bod komen: we vonden de maker ervan na een tiental bladzijden al vrij pedant. Er zijn zeker lezers te vinden voor dit boek, en die moeten de gok maar nemen. Het helpt wellicht als je een even hoge dunk van jezelf hebt als Hureau.

Marc Sleen – De interviews (Davidsfonds): In een vuistdik boek van meer dan 500 bladzijden worden quasi alle interviews die Marc ‘Nero’ Sleen ooit gaf verzameld. Dit boek is niets minder dan een huzarenstukje. U begrijpt wellicht dat enkel een fanatieke fan zo’n boek in één stuk uitleest. Deze klepper is eerder een boek om in stukjes tot u te nemen en af en toe een interviewtje uit te verorberen. Het helpt enorm dat Sleen ook in interviews blijk geeft van zijn rastalent als verteller.

Nachtwacht 7 – Het fedora fantoom (Standaard uitgeverij): Over dit zevende album van De Nachtwacht valt weinig te zeggen. De makers gaan door met hetzelfde elan en houden de kwaliteit van de vorige delen aan. Het verhaal is simpel (en dus geschikt voor de doelgroep) en steekt goed in elkaar. Een kleurrijke en humorvolle strip over vampiers, weerwolven, elfen en magie. Meer moet dat soms niet zijn. Niet geschikt voor volwassenen uiteraard, maar we slaagden erin de twee negenjarige relschoppers die hier rondlopen toch een half uur uit elkanders haren te houden met deze strip.

Zij schreven geschiedenis – Jeanne d’ Arc (Daedalus): Het verhaal van Jeanne d’ Arc in stripvorm, duh. De makers van deze strip leveren een verdienstelijk verhaal af en slagen erin de valstrik van een te verkapte vertelling zonder spanningsboog soepel te ontlopen door er een raamvertelling van te maken. De strip wordt aangevuld met een mooi en goed gestoffeerd dossier, maar het grootste pluspunt zijn de tekeningen. Die zijn niet van het saai-realistische soort dat vaak in historische strips de kop opsteekt maar zijn juist enorm energiek. Dikke en zeer dunne lijnen roepen samen een soort kubistisch Disney-sfeertje op. Opnieuw een voorbeeldje dat afwijking van de norm doet lezen.

Airborne 44 9 – Black Boys (Casterman): Jarbinet werkt lustig door aan zijn gesmaakte WOII-reeks en neemt in dit negende deel de dagelijkse worstelingen van de zwarte soldaten onder de loep. Net zoals in de eerste acht delen weeft Jarbinet een evenwichtig verhaal dat tegelijkertijd aangrijpt en entertaint. Hij strooit gretig met historische feitjes maar laat deze het verhaal niet ondersneeuwen. We weten niet of het aan de vertaling of aan Jarbinet zelf ligt, maar het enige minpuntje aan dit boek zijn de dialogen. Die spatten nu niet meteen van de pagina en lijken horen eerder thuis in een handboek “Hoe schrijf ik de stoffigste zinsneden voor houten marionetten”.

Songlife (Concerto): Gerrit De Jager, hij van De familie Doorzon, levert met Songlife een biografie op muziek af. In soms grappige, maar eigenlijk vaak meer melancholische anekdotes loodst hij ons door zijn leven aan de hand van songs die bij hem zijn blijven hangen. Bijvoorbeeld omdat ze gelinkt zijn aan een persoonlijk ingrijpende gebeurtenis. Zijn overpeinzingen, hoewel vaak raak en ontroerend, dreigen soms iets te navelstaarderig te worden. De Jager countert dat sfeertje echter handig met intermezzo’s waarin zijn tienerdochter de muzikale grond onder zijn voeten weg maait. Mooi boek.

Een Paus in de geschiedenis 3 – Paus Johannes Paulus II – “Wees niet bang!” (Daedalus): We kennen zeer weinig mensen die van zichzelf de gedachte zullen vormen dat ze graag weleens wat meer zouden weten over die dekselse Johannes Paulus II. Voor diegenen die dat wel doen is er nu eindelijk deze strip. De eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat de makers erin slagen om hun onderwerp toch enige schwung mee te geven. Ondanks onze scepsis bij aanvatting van de (eerste) lezing moeten we toegeven dat het leven van Karol Józef Wojtyła boeiender is dan wat je zou denken. Al verdenken we de makers ook van het toevoegen van heel wat verzonnen dramatiek.

Mixtape Madness (Concerto): De meeste mensen kennen de veel te vroeg van ons heen gegane Eric Schreurs vooral van zijn kriebelige en vulgaire strip Joop Klepzeiker. De man was echter ook een begenadigd illustrator van mixtapes, getuige dit kleinood. Schreurs verblijdde vrienden en collega’s vaak met zelf samengestelde cd’s van zijn favoriete nummers. Die voorzag hij van zelf getekende covers. Die prenten zijn van een ontstellende schoonheid. In zijn kenmerkende krasserige stijl geeft hij gestalte aan de tragiek die vaak dwaalt door zijn lievelingsmuziek: oude jazzmuzikanten, verwrongen tronies en geflipte fauna sieren de pagina’s van dit boekje. Spijtig dat het formaat zo onooglijk klein is. Oké, het boekje heeft het formaat van een cd, we snappen het, maar deze kunstwerkjes verdienen beter.

Puzzelpreut (Mus): Columniste en journaliste Nele Reymen levert een humoristisch puzzelboek af waarin ze de mythes van de roze wolk na de bevalling op losse schroeven zet. Het ontbreekt het boek niet aan goede grappen, maar het is duidelijk dat het schaap na een tijdje de preut af was en dat Reymen im arren moede nogal veel naar het ‘taboe’ van het door de bevalling gescheurde vagijn grijpt. Ze doet dat zelfs zoveel dat het op de duur lijkt alsof ze krampachtig haar best doet om edgy en shockerend te zijn; terwijl iedereen die ooit al eens een kind van ver gezien heeft best wel weet dat vagina’s tijdens bevallingen weleens tegen hun veel geroemde elasticiteit aanlopen. De humor zit zeer vaak vooral in de fantastische tekeningen zit en die zijn afkomstig van de onvolprezen MAT. Die wordt ergens op de binnenkaft in kleine lettertjes genoemd. Alsof het de bedoeling is dat het publiek denkt dat Reymen ook de tekeningen gemaakt heeft want, zeg nu zelf, wie leest er nu het colofon? We kunnen ons niet van de indruk ontdoen dat dit een doordachte zet is en dat vinden we eigenlijk nogal antipathiek.

Idulfania (Oogachtend): Tekenwonder en graphic novelist par excellence Brecht Evens maakt niet altijd dikke, dikke graphic novels. Ooit maakte hij voor Zazie, de kinderbijlage van het stadsmagazine van Brussel, een absurde strookstrip over sprookjes en fantasy: Idulfania. In korte, dromerige en surrealistische stripjes neemt Evens daarin de spelregels van het genre onder schot. De humor ligt vaak in een ver doorgedreven realisme dat uiteraard niet strookt met de wetten van fabels en andere verzinseltjes. Zeer grappig, soms ontroerend en uiteraard uitmuntend getekend.

Een zoo vol verdwenen dieren 1 (Standaard uitgeverij): Deborah, een jonge dierenarts in opleiding, versiert een stageplekje in een vreemde zoo. In de Archeo Zoo zitten immers enkel dieren die uitgestorven zijn. Met deze goed gevonden premisse nemen de makers de jonge lezers bij de hand voor een ontdekkingstocht door de een wonderlijke wereld van uitgestorven fauna. De strip zelf bestaat uit éénpaginagags die veel humor aanwenden om volop dierenweetjes te dispenseren. De originele invalshoek straalt af op de humor en zorgt voor grappen die origineler zijn dan wat je doorgaans van gagstrips verwacht. Een mooi dossier met nog meer wist-je-datjes rondt het album af.

Kinderen in het verzet 7 – Uit de lucht gevallen (Le Lombard): een reeks om altijd naar uit te zien, maar dit zevende deel was het duidelijk niet. Het idee van de kinderen die een verzetsalias hebben en zo de Duitsers en Vichy-Fransen dwars zitten, is nog steeds sterk, maar dit deel is wat te ver gehomeopathiseerd. Er is een dingetje, er is wat contact, het is een beetje gedoe, en op de achtergrond gebeurt van alles. Maar echt iets nieuws komen we niet te weten, het wordt ook nergens gevaarlijk. Dat een geallieerd vliegtuig ongemerkt kan landen en opstijgen in bezet gebied, op een zompig veld, in het donker, klinkt ook wat apart. Op naar nummer 8.