Brocéliande 6
Kort van stof

Kort van stof: maart 2020

In Kort van stof behandelt de 9e Kunst in sneltreinvaart een aantal nieuwe strips die in de afgelopen maand verschenen. En hoewel alles stil viel in de laatste anderhalve week, verschenen er toch nog een flinke hoop nieuwe strips, die de moeite waard zijn – en soms wat minder, daar zijn we eerlijk in.

De kathedraal van de afgrond 1 – Het evangelie van Ariathia (Daedalus): Twee gigantische rijken vechten een oorlog uit in een fantasy-setting. Tot zover niets interessants, maar wat gloort over de kim? Een hele wagonlading aan personages die als mieren over elkaar krioelen, een tsunami aan overbodige tekstkaders en een computerinkleuring die ons aan handgeschilderde tekeningen moet doen denken. Of is het omgekeerd? Een zeer doorsnee fantasy-verhaal dat wellicht nog interessant kan worden door de originele benadering van de kathedraal uit de titel. Met de hakken over de sloot.

Een avontuur van Baard en Kale – Waar is Kiki gebleven? (Dupuis): Baard en Kale door Blutch en Robber, dat schept nog eens hoge verwachtingen! De heren lossen die gelukkig volledig in. Onze helden krijgen te maken met een geheimzinnige ontvoering en worden aan de hand van cryptische hints duchtig aan het lijntje gehouden. Eindelijk nog eens een revamp, hommage, spin-off, of hoe je het ook wil noemen, die een eigen draai durft te geven aan het origineel. De tekeningen zijn fantastisch, de kleuren unheimlich en de humor van de bovenste plank.

Tot de laatste (Saga): Perfecte westernstrip die nu eens niet de geijkte zandpaden bewandelt. Russell is een koeiendrijver die zijn laatste vracht heeft afgeleverd. Hij wil een rustiger leven gaan leiden, maar daar komt weinig van terecht. Onderweg treft hij de wees Bennett, die hij onder zijn hoede neemt. Als deze jongen iets overkomt, wil Russell de onderste steen boven: hij ontdekt een smerig zaakje en schakelt een paar rauwdouwers in om orde op zaken te stellen. Perfect uitgevoerd, super getekend en ingekleurd met plotwendingen die ongezien zijn in het westerngenre. Man, man, man, wat een slot! Meer van dit, graag!

De Meester-Chocolatier 1 – De boetiek (Daedalus): Na strips over cognac en koffie stort scenarist Corbeyran zich op chocolade. Een chocolatier neemt ontslag bij een groot chocoladehuis en start zijn eigen bedrijfje op. Zijn partner die de geldzaken regelt leende echter bij nogal duistere onderwereldfiguren. Daar komen uiteraard vodden van. Voor deze reeks geldt hetzelfde als wat we al over de cognac en koffie strips schreven: het is eens iets anders dan vikings of cowboys. Dankzij de mix van goed uitgekiende personages, vlotte dialogen en interessante weetjes uit de chocoladewereld is dit een strip om duimen en vingers bij af te likken. (Ha ha)

Sigmund weet wel raad met werkstress (De Harmonie): Opnieuw een thematische bundeling met strookjes over de antipathieke psychiater Sigmund. Hoewel de grappen bij elkaar gesprokkeld zijn uit een archief van jaren valt het op hoe weinig sleet er op de grappen zit. Een dikke pluim voor de manier waarop allerhande verschijnselen die ruiken naar gebakken lucht moeiteloos gefileerd en naar het domein van de bullshit verwezen worden.

Piet Pienter en Bert Bibber – Integraal 1 (Matsuoka): De Nederlander verheugde zich op de kennismaking met deze twee figuren die hele Vlaamse volksstammen hebben vermaakt. Het dossier voorin was zo zo, de strips waren bij vlagen best geestig en leunen minder op de vervlogen actualiteit dan bij bijvoorbeeld Nero. Tenminste, als je het ritje in de tijdmachine accepteert: vrouwen en andersgekleurde mensen worden regelmatig geschoffeerd. Maar ach, zo was het nu eenmaal en iedereen deed het, zullen we maar denken. Ondanks de vele onderbrekingen (het was tenslotte een krantenstrip) hebben de verhalen goede vaart: een zorgvuldige studie waard. Misschien iets voor een volgend dossier?

Brocéliande, woud van het kleine volkje 6 – Het dal zonder terugkeer (Daedalus): Een nieuwe one-shot in het Brocéliande universum, bevolkt door elfjes, kobolden en andere feeën, is steeds een plezier. In deze episode wordt een zeer interessant historisch gegeven verwerkt want alles draait rond een spelletje Soule. Dat is een soort rugby, maar dan ieder voor zich en op een speelterrein van een paar kilometer diameter. De couleur locale die wordt toegevoegd door Bretagne als locatie te nemen maakt het plaatje helemaal af.

Androïden 6 – De deserteurs (Daedalus): De kwaliteitsbewaking van deze zusterreeks van Brocéliande, one-shots maar dan sciencefiction, ligt duidelijk op apegapen. De mensheid stuurt een leger androïden met artificiële intelligentie de ruimte in om één of ander buitenaards ras uit te roeien. Twee onder hen krijgen echter een eigen bewustzijn en deserteren. Wat volgt is een verhaal vol wauwelende filosofie dat hard zijn best doet om diepgang te simuleren. Een plas brak water vermomt als fris bergmeertje. De vertaling tracht lage toppen te scheren, maar haalt zelfs dat niveau niet.

Kapitein Ansjovis 4 – Gevierendeeld (Syndikaat): Leuke éénpaginagrappen van een reeks die steeds beter wordt, echt een jeugdstrip voor 9 tot 12 jaar. De figuren zijn lekker uitgewerkt en passen goed bij elkaar. In de verte lijkt het wat dat betreft op de klassieke Sjors en Sjimmie: ook bij hen zag je de grappen zich aandienen, vanwege de karakters. (Wat een goed ding is, overigens.) Kapitein Ansjovis is een reeks die je er af en toe eens bij pakt om even lekker te lachen. Klassieker uit de Syndikaat-stal. Hulde.

Olivier Varèse 4 – De geur van magnolia (Silvester): Journalist Olivier Varèse komt op het spoor van een reeks moorden en een ontvoering in wetenschappelijke kringen en gaat daar met gusto achteraan. De plot is simpel maar pretendeert niets meer te zijn dan dat en is uitgewerkt met een klassieke James Bond-achtige joie de vivre: spetterende actie, mooie vrouwen en mannen en excentrieke personages. Opvallend veel humor ook. De tekeningen zijn van een piepjonge Marini, bekend van succesreeksen De Schorpioen en De Adelaars van Rome maar zijn al opvallend goed. Interessant om te zien hoe schatplichtig hij was aan Eduardo Risso in die tijd.

De wijsheid van de oudheid – Daedalus en Icarus (Daedalus): Daedalus begint met een reeks van strips gebaseerd op Griekse mythes. In het verleden storten zulke projecten al te vaak in zee omdat ze de balans tussen entertainment en academische wijsheid niet wisten vol te houden. Dat lijkt hier op het eerste zicht geen probleem te zijn. Het verhaal van de bouwer van het labyrint voor de minotaurus wordt vlotjes gebracht en net genoeg gelardeerd met obscure Griekse vertelseltjes. Het stripmedium zit nog niet vlotjes in de vingers van de makers want hier en daar komt het geheel wat stroef over, maar we gunnen hen tijd om te leren. Veelbelovend.

Conan 5 – Scharlaken citadel (Glénat): In dit verhaal is Conan geen schedels klievende barbaar maar de koning van een vredelievend volk geworden. Dat was interessant geweest, hadden de auteurs van deze strip hem niet meteen laten ontvoeren om hem in een kerker te dumpen waaruit hij ongeveer de hele strip aan tracht te ontsnappen. Gevolg: wat hersenloos spierballengebral dat we elders ook kunnen krijgen. Een gemiste kans. Op de tekeningen valt technisch gezien weinig aan te merken, ze zijn zelfs zeer aantrekkelijk, maar misschien wel iets té Disney voor een hoofdpersonage dat darmen van tussen zijn tanden pulkt met botsplinters.

MWDHX 2 – Korte metten (Syndikaat): Strookgrappen van Alex Turk die ergens een hele schuur vol dikke planken heeft. Hij zaagt ze flink: in de openingsstroken heeft mevrouw de Heks flinke prammen en zit iedereen naar haar voorgevel te loeren. Na verloop van tijd, als de planken gezaagd zijn, ontploft haar decolleté en gaat de strip vrolijk verder met de volgende rij grappen. Soms slaan ze de plank mis, maar vaker is mevrouw de Heks toch geslaagd. Mag op de stapel in het kleine kamertje.

Supergroom 1 – Superheld tegen wil en dank (Dupuis): Wanneer Robbedoes het gevoel krijgt dat er iets teveel aandacht gaat naar superhelden bedenkt hij een eigen geheime identiteit: Supergroom. Omdat diens avonturen tot iets teveel schade aan het publieke domein hebben geleid bergt Robbedoes zijn cape en masker snel weer op. Na een tijdje duikt echter een copycat op die iets minder principes blijkt te hebben. Net op het moment dat Robbedoes wat rust wil nemen wegens burnoutverschijnselen. Dit is Robbedoes zoals we hem graag hebben: swingende plaatjes, moderne humor en volwassen personages die uit iets meer dan bordkarton bestaan. Lees hier de uitgebreide recensie.

Alle dagen ui (Soul Food Comics): B. Carrot dook in de harde wereld van asielzoekers en kwam naar de oppervlakte met een klapper van een debuut. Alle dagen Ui is gebaseerd op het ware verhaal van Saied, een Egyptisch zakenman die asiel zocht in Nederland en meer dan een jaar werd vastgehouden in een detentiecentrum. Carrot weet perfect de grens te bewaken tussen schmaltz en oprechte emoties en zet, aan de hand van details, levensechte personages en huizenhoge gevoelens neer. Een diepmenselijk boek over mensen die ontmenselijkt worden.

De Killer – Staatszaken 1 – Negatieve behandeling (Casterman): De vorige reeks van de Killer kan men met een gerust hart een klassieker noemen. De avonturen van de filosofische huurmoordenaar kwamen eind jaren 90 als geroepen in een vastgeroeste stripwereld. Op het einde begonnen de verhalen echter te verzanden in iets teveel flauw geëmmer en iets te weinig actie. Deze nieuwe reeks doet zijn best dat te verhelpen. Het concept is hetzelfde, maar anders, want de killer werkt nu als een soort van clandestiene moordenaar voor de overheid. Deze broodnodige creatieve infusie, en het feit dat de makers niet vergeten ook wat seks en actie in het verhaal te steken, zorgen ervoor dat het personage weer wat meeslepender wordt.

De Wijsheid van de Oudheid – De Ilias 1/3 – De twistappel (Daedalus): Net zoals Daedalus en Icarus is dit eerste deel van een trilogie over de Ilias een fris brokje leerrijk entertainment. We nemen hier nog even de tijd om de katernen die aan elk boek worden toegevoegd te belichten. Elke strip wordt aangevuld met een meer gedetailleerde bespreking van het bronmateriaal. Verhelderend voor wie er interesse in heeft. De teksten worden geïllustreerd met schilderijen en kunstwerken (vooral uit het symbolisme) die een welkome extra dimensie geven aan het proza en de strip. Drie voor de prijs van één!

Daedalus 1 (Concerto books): Charles Burns stort zich op de B-films van de jaren 50 en 60. Het verhaal neemt de ontluikende romance tussen twee tieners, Brian en Laurie, als leidraad. Burns zou Burns echter niet zijn als hij dat gegeven niet door de mangel zou halen. Hij switcht meesterlijk tussen ongemakkelijke scènes uit de schetsboeken van Brian, films die in de strip bekeken worden, de innerlijke gedachtewereld van de twee hoofdpersonages en jongleert ook vlot met de vertelstandpunten. Bevreemdend, beurtelings koud en warm, maar simpelweg meesterlijk. Wel vreemd dat uitgever en/of vertaler ervoor kozen om Engelstalige filmtitels te vertalen. Zeg nu zelf: ‘Kruipt onder de huid’ bekt niet echt lekker. Of hadden ze misschien tot doel de leeservaring nog weirder te maken? Lees hier de uitgebreide recensie.