Strips

Schuiten leeft zich uit op zijn grote inspirator Jules Verne

Een nieuwe strip van François Schuiten is altijd iets om naar uit te kijken. Je kunt eindeloos blijven staren naar zijn verstilde, wat emotieloze tekeningen. Juist door de afstandelijkheid die hij weet te roepen in zijn werk, kan hij zelfs als hij landschappen en gebouwen zo realistisch mogelijk weergeeft, vol gedetailleerde arceringen, een droomwereld oproepen.

Het hoogtepunt in zijn oeuvre is de Duistere Steden-reeks, die hij maakte met scenarist Benoit Peeters. De verhalen van Peeters zijn niet allemaal even briljant, maar het tekenwerk van Schuiten tilt elk album naar een hoog niveau. De reeks bestond uit losstaande verhalen die amper enig verband met elkaar hielden, behalve dat ze zich in een alternatief universum afspelen waar de techniek en architectuur een net andere weg in hebben geslagen als in het onze.

De liefde voor de fin de siècle-cultuur met de sciencefiction-verhalen van Jules Verne (1828-1905) en de architectuur van Victor Horta hebben Schuiten en Peeters nooit onder stoelen of banken gestoken. Zo maakte Schuiten de illustraties bij het boek Parijs in de 20ste eeuw, een vroeg werk van Jules Verne dat nooit werd uitgegeven en waarvan het manuscript een eeuw later werd herontdekt en in 1994 alsnog verscheen.

Het maakte dan ook nieuwsgierig naar hun nieuwste album: De terugkeer van kapitein Nemo, een van de bekendste personages van Verne. Temeer daar Schuiten een aantal jaar geleden had aangekondigd te stoppen met tekenen. Het Blake en Mortimer-album De laatste farao zou zijn laatste kunstje zijn. Daarna maakte hij echter nog een uitzondering om het tweeluik Aquarica van zijn overleden vriend Benoit Sokal af te ronden. En nu is er dus De terugkeer van kapitein Nemo. Niet echt nieuw werk overigens, maar een bundeling tekeningen die Schuiten al eerder maakte en waar Peeters nu tekst bij heeft bedacht, aangevuld met toch ook een paar nieuwe tekeningen.

Schuiten maakte deze pagina’s ooit voor de gemeente Amiens in Noord-Frankrijk waar Jules Verne veel boeken schreef en waar zijn woonhuis is omgebouwd tot museum. Schuiten ontwierp onder andere een beeld van de onderzeeër Nautilus uit Vernes klassieker Twintigduizend mijlen onder zee, die is samengevloeid met een gigantische octopus.

Het is dat fantasiewezen, half dier half machine, dat centraal staat in dit nieuwe album. Voor wie Vernes werk nooit gelezen heeft, een heel korte samenvatting van wat er aan dit album voorafgaat. Kapitein Nemo is een zonderlinge figuur die wrok koestert tegen de menselijke beschaving en die in zijn enorme onderzeeër de wereldzeeën doorkruist. De figuur keerde terug in een latere roman van Verne: Het geheimzinnige eiland. Aan het eind van dat album sterft Nemo en laten zijn vrienden de Nautilus afzinken naar de zeebodem waarin hij een zeemansgraf krijgt.

Vanaf daar pakt Peeters het op. Nemo komt weer bij zijn positieven. Alleen heeft hij geen controle meer over zijn onderzeeër, omdat de Nautilus door een enorme inktvis is verzwolgen waarna die twee zijn samengevloeid tot iets nieuws. De ‘Nautipus’, zoals Nemo hem noemt, brengt hem uiteindelijk naar Amiens waar hij terechtkomt in het woonhuis van Jules Verne. Dan (spoiler alert) vloeien Nemo en Verne symbolisch net zo samen als de Nautilus en de octopus in het echt, waarna de hoofdpersoon aan een bureau gaat zitten en de eerste zinnen van de roman Twintigduizend mijlen onder zee op papier zet.

Schuiten is al Jules Verne-fan sinds zijn kinderjaren. In een interview vertelde hij ooit dat zijn moeder hem als kind Vernes boeken voorlas voor het slapen gaan, wat zijn fantasie volledig heeft gevormd. Daarover zei hij: “Wat Jules Verne zo fascinerend maakt, is zijn nauwgezette beschrijving van de wetenschap die in zijn jaren een enorme vlucht nam. Alles moest wetenschappelijk kloppen in zijn verhalen, om die hypermoderne realiteit vervolgens uit te breiden met zijn verbeelding. En dat is een buitengewone mix.” Het is precies die mix die de Duistere Steden-reeks later zo sterk maakte.

De opzet van De terugkeer van kapitein Nemo doet denken aan De archivaris, een eerder deel uit die reeks, met tekst en grote tekeningen gescheiden naast elkaar. Geen klassieke strip dus. Maar ook meer dan een geïllustreerd verhaal. Een tussenvorm. En mijn hemel, wat is het weer heerlijk wegdromen in de grote zwart-wit-tekeningen van Schuiten. Het enige wat je kunt doen nadat je dit album hebt dichtgeslagen, is bidden dat Schuiten toch nog een keer terugkomt op zijn besluit om te stoppen met tekenen.

François Schuiten en Benoit Peeters – De terugkeer van kapitein Nemo. Casterman. 96 pagina’s hardcover. € 29,99