De natte dagen blijven maar aanhouden, dus enig leesvoer binnen handbereik is geen overbodige luxe. Waarschijnlijk heb je afgelopen tijd al het nodige aan je collectie toegevoegd, maar het is toch fijn te weten dat wij een oogje in het zeil houden om zeker te weten dat je niets mist. Ook in december verscheen immers weer het nodige en dan zit een ‘ongeluk’ in een klein hoekje. Dus ook deze maand weer een gulle hand met titels om te controleren of er niets aan je aandacht is ontsnapt.
Lucky Luke door… – De ontembaren (Lucky comics): Blutch, één van Frankrijks grappigste stripmakers (Check zeker Blotch eens), mag zich wagen aan een Lucky Luke hommage. Door een unlucky (Luke) toeval moet Luke voor twee kinderen zorgen en, zoals de titel dat aangeeft, zijn dat geen katjes om zonder handschoenen aan te pakken. Het ongebreidelde egocentrisme dat de twee koters tentoonspreiden is meer dan hilarisch. Verder wordt het album bevolkt door laffe sheriffs die braaf alles doen wat moeder de vrouw of boevenbendes hen bevelen, saloonhoertjes die de kinderen mee het podium op nemen en dragonders van vrouwen die Luke ringeloren voor zijn onzedige opvoeding van de kinderen. Zelfs zonder al die lolligheden zit de nevenplot, over een bende outlaws die verraden wordt door hun voormalige kompaan, ook nog eens goed in elkaar en wordt dat alles vakkundig op papier gezet. Grappigste strip van de maand!
De kronieken van Amoras 13 – De droom van Arthur (Standaard uitgeverij): Tekenaar Charel Cambré roept al enkele afleveringen lang dat het nieuwe album nu toch wel écht het beste van de reeks is. We hebben hem nog nooit ongelijk kunnen geven. In dit album stuiten Lambik en Jerom in Congo op Arthur, de lang verloren gewaande tweelingbroer van Lambik. Een tweede verhaallijn gaat over professor Barabas die gemetood en gecanceld wordt en is des te beter omdat hier de échte frustraties omtrent de cancelcultuur van Cambré en scenarist Legendre in doorschemeren. Het is echter de verhaallijn over Arthur die de show steelt en die leidt naar een even onverwachte als emotionele climax die ons zelfs een traantje deed wegpinken.
Undertaker 7 – Mister Prairie (Dargaud): Jonas Crow, de cynische begrafenisondernemer uit de titel, wordt naar een dorpje gesommeerd om de (onge)boreling van een nakende abortus te begraven. De man die de abortus zal uitvoeren is, verrassing, getrouwd met Rose, de grote liefde die Jonas eerder ontglipte. Alsof dat al niet genoeg was duiken er ook nog eens enkele religieuze gekken op die het hele dorp opzetten tegen alles wat ze zondig vinden. Spannend, sfeervol getekend en met personages die zich gedragen als echte mensen. Wat wil een striplezer nog meer? Bovendien werden we tijdens het lezen van sommige scènes écht kwaad bij het zien van zoveel blind geloof en stupiditeit. Strips die op die wijze emoties naar boven kunnen brengen bij de lezer zijn een zeldzaamheid en kunnen we niet hoog genoeg aanschrijven.
Morgen – Akte 1 (Silvester): Een nieuwe reeks in tandem geschreven door Leo en Rodolphe? Daar mag u ons altijd voor wakkermaken, zelfs middels een emmer ijskoud water. Morgen stelt niet teleur. Het boek bevat twee verhaallijnen die op het eerste gezicht niets met elkaar te maken hebben. In de ene volgen we enkele jongeren die in de jaren vijftig tal van vreemde ontdekkingen doen. De andere speelt zich af in de toekomst en volgt een vader en dochter op de vlucht. De tekeningen van Louis Alloing flirten met de klare lijn maar dat wordt wat ingeperkt door de gedetailleerde inkleuring van 1Ver2ânes. De intrige is alvast, euhm… heel intrigerend en we kijken ernaar uit om te zien hoe de twee verhaallijnen in elkaar zullen opgaan.
De adelaars van Rome – Zesde boek (Dargaud): Het is intussen zeven jaar geleden dat we boek vijf van De adelaars van Rome lazen. Toch konden we zonder moeite het verhaal in boek zes weer oppikken, en dat ondanks de vele personages en alle politiek gekonkel waarmee deze strip doorspekt is. Om maar te zeggen: tekenaar Marini kan ook schrijven. Zijn laatste worpen deden ons daar wat aan twijfelen, maar à la. Wat wellicht ook helpt zijn de fantastische tekeningen en de vele vrijwel tekstloze scènes met een guitige scheut seks en geweld. Zo zien we ons Oude Rome graag!
Thorgal 41 – Duizend ogen (Le Lombard): Thorgal was onze favoriete strip in onze kindertijd. We deden er jaren over om alle deeltjes. (een twintigtal toen!) bij elkaar te sparen middels verjaar- en feestdagen. Nu moeten we spijtig genoeg constateren dat voor ons de reeks mag stoppen. Dat ligt zeker niet aan de tekeningen van Vignaux. Die zijn kwalitatief en passend voor de reeks, maar de scenario’s gaan van kwaad naar erger. Yann, nochtans geen sukkelaar, slaagt er niet in om een écht goede Thorgalstrip te pennen. Dit deel begint met 5 pagina’s waarin Thorgal in een grot op hoogst onnatuurlijke wijze tegen zichzelf loopt te leuteren om zo dingen duidelijk te maken die eigenlijk vrijwel allemaal al in de tekeningen zitten: “Slangen? Skeletten… Geen goed teken…” Wat ’n opmerkingsgave, die Thorgal. Bovendien lijkt hij tussen twee albums een cursus geologie gevolgd te hebben want hij herkent zonder moeite enkele gesteentes, zoals basalt en calsiet, woorden die wellicht nog niet eens bestonden in de tijd van de Vikingen. Men tracht het verhaal ook nog eens interessant te houden met het doorzichtig trucje van het door elkaar husselen van de chronologie, maar dat mag niet baten. Het kalf lijkt verdronken.
Fauna en symboliek 1 – De sluwe vos (Dupuis): We weten dat Servais een meester is. Dat hebben we al zo vaak gehoord en de uitgever laat nooit uit om dat ook achterop zijn boeken te zetten. We begrijpen dat hij veel betekend heeft voor de animatiewereld, maar zijn strips hebben ons nooit echt kunnen bekoren. Te statische tekeningen, te veel symbolisch en naturalistisch gewauwel. Ondanks het feit dat het weer van dattum is in deze nieuwe reeks, kan die dankzij het onderwerp wel onze goedkeuring wegdragen. Servais verstript in dit boek enkele mythes met de vos in de hoofdrol. Omdat hij heel breed gaat in zijn keuzes, die beslaan vier continenten, zijn die mythes ook nieuw voor ons en kunnen ze onze aandacht moeiteloos vasthouden. De meester plant nog enkele boeken met andere beestjes in de hoofdrol. We zullen daar op de eerste rij van de klas en met gespitste ogen zitten wachten.
Celestin de maneslikker (Silvester): Tekenaar Corboz gooide via uitgeverij Silvester enkele hoge ogen met reeksen als Verhoeven brigade, De rivieren van het verleden en Moordenaar op maat. Niet verwonderlijk dus dat de uitgever acht jaar terug ging in de tijd om dit tweeluik op te duikelen en als oneshot uit te geven. We juichen dat toe, maar maken, ter uwer lering, wel een kleine kanttekening: de tekeningen zijn okay, maar halen begrijpelijkerwijs niet het niveau dat Corboz nu haalt. Het verhaal van Lupano is gelukkig best vermakelijk: een vondeling in een fictief koninkrijk tracht zijn sociale positie te verbeteren door het nastreven van een huwelijk met de prinses. Net op dat moment bereiden zijn vrienden de revolutie van het volk voor. Met veel zwier en humor weet Lupano een vermakelijk verhaal te vertellen dat de lezer bevredigd achterlaat.
Cortés 1 – De oorlog met twee gezichten (Daedalus): Deze nieuwe reeks over de veroveringen van Cortés zal vooral de geschiedenisliefhebbers doen likkebaarden. Het is duidelijk dat de makers heel veel onderzoek en feiten in het verhaal geïnvesteerd hebben. De gebeurtenissen worden dan ook nog eens goed belicht van de kant van de native Mexicans, iets wat in de meeste strips rond de kolonisering van de nieuwe wereld achterwege wordt gelaten. Soms overladen de feiten de actie een beetje, maar voor de juiste lezer zal dat geen probleem zijn. De tekeningen zijn niet speciaal virtuoos, maar weten de details van klederdracht, architectuur en dergelijke meer, prachtig weer te geven. Een goed gestoffeerd historisch dossier sluit, naar goede gewoonte bij Daedalus, deze strip af.
Anya 1 – De blauwe vogel (Silvester): Meesstertekenaar Crisse laat al enige tijd het tekenwerk voor zijn belangrijkste stripreeks Atalante over aan andere tekenaars. Voor dit scenario van Fred Besson haalde hij echter zijn tekenspullen nog eens boven. Besson schrijft een lichtvoetig kerstsprookje dat zich in Rusland afspeelt. Het verhaaltje zonder kapsones en met een ontwapenende eerlijkheid pakte ons zonder enige moeite in. De knisperig frisse tekeningen, vol zwierige lijnen en met een licht pastel ingekleurd, maken het geheel af. Het perfecte cadeautje voor striplezertjes in spé.
Omula en Rema 1 – Het einde van de wereld (Standaard uitgeverij): Op een verre planeet met technologie die de onze doet verbleken kampt men met plaatsgebrek. Daarom stuurt men een missie naar de oude wereld, die generaties geleden ontvlucht werd, om te zien of de boel daar weer leefbaar is. Door allerhande technische problemen overleven enkel de negenjarige Omula en haar kloon. Ze komen terecht op een planeet waarvan de beschaving verdacht veel wegheeft van het Oude Rome. Scenarist Yves Sente heeft in het verleden al bewezen dat hij goede strips in zich heeft, maar Omula en Rema is niet bepaald een hoogvlieger. Hoewel het concept net intrigerend genoeg is om ons verder te doen lezen zijn er heel wat mankementen. De personages gedragen zich nogal onrealistisch, de dialogen lijken aangekocht van ’n malafide tweedehandsdialogenhandelaar en door de vele tijdsprongen in het verhaal en de nogal afstandelijk vertelde gebeurtenissen die zich daarin voordoen zit er nul komma nul emotie in deze strip.
Zandstraal 11 (Belgisch Stripcentrum): Een nieuw nummer van het tijdschrift van het Belgisch stripcentrum. In het redactioneel wordt trots aangekondigd dat de lay-out vernieuwd werd. Allemaal goed en wel, maar de teksten zijn nog steeds tenenkrullend houterig. Slecht geschreven of slecht vertaald, daar durven we onze hand niet voor in het vuur steken. Dat is des te spijtiger want de inhoud is deze keer opnieuw heel interessant. Een artikel over minicollecties in de stripwereld zit tjokvol interessante historische info, er wordt een begin gemaakt van een Belgische tijdlijn voor strips en we krijgen een tiental aanraders bestaande uit de lievelingsstrips van de bibliotheekmedewerkers van het Belgisch stripcentrum. (Daar had wel wat meer uitleg bij gemogen, maar kom.) Als die enorme doorn in het oog, de krakkemikkelige teksten, nu eens aangepakt zou worden dan zou Zandstraal een quasi perfect geschiedkundig stripmagazine kunnen zijn.
Bloedkoninginnen – Johanna, de boosaardige koningin, Deel 2 (Daedalus): Daedalus laat wederom een bloedkoningin op ons los in dit tweede deel over Johanna. Als prinses en kleindochter van Lodewijk de Heilige, heeft ze haar zinnen op de kroon gezet en zal ze niet rusten eer ze die op haar hoofd kan zetten. De schier onverzettelijke wilskracht, listigheid en wreedheid die ze daarbij tentoonspreidt is een lust om te lezen. Dat de tekeningen niet mis zijn helpt natuurlijk ook. Als lezer krijg je ook nog een lichte injectie van historische wetenswaardigheden. Vooral de stamboom op de schutbladen wist ons in dat opzicht te bekoren. Fans van Bloedkoninginnen kunnen dit album bijgevolg zonder aarzelen toevoegen aan hun collectie.
Het vergeten eiland 2 – De poorten van Janus (Diedeldus/Daedalus): In het vorige album strandden Eva en Mia samen met hun ouders op een vreemd eiland waar magie en vreemde cultussen de plak zwaaien. Ze dachten het eiland ontsnapt te zijn maar wie tekent hun verbazing (In dit geval Paola Antista) als ze ontdekken dat hun boot zich opnieuw op dezelfde kust heeft vast gevaren. De strip is getekend in een popcorntekenstijl die het doelpubliek (meiden van tien tot dertien schatten we) ongetwijfeld zal aanspreken. De mysteries en verschillende vragen die de plot opwerpen deden ons denken aan de televisiereeks Lost (Ja, ja, our age is showing). Hopelijk weet scenarist Xavier Bétaucourt deze stripreeks beter te eindigen dan de scenaristen van Lost indertijd. Afhankelijk daarvan zal blijken of deze reeks een aanrader of een misser is…
Jacques Gipar Integraal 3 – Parijs-Normandië (Silvester): Van de stripreeks rond sterreporter Jacques Gipar werden enkel de eerste drie delen vertaald door uitgeverij Gorilla. Die smeten nadien de handdoek in de ring. Gelukkig pikte uitgeverij Silvester de draad weer op met deze verzorgde integrales. Dit derde boek bundelt verhalen zeven, acht en negen en zal vooral spek voor de bek van liefhebbers van de meer klassieke strip zijn. In een lekker ouderwetse tekenstijl die twijfelt tussen bolle neuzen en atoomstijl (zien is geloven) beleeft Gipar avonturen die realistischer zijn dan die van Robbedoes, maar fantastischer dan die van Kuifje. Topwerk dat van de vergetelheid gered wordt door Silvester.
Suske en Wiske 371 – De zoevende zusters (Standaard uitgeverij): Wiske en tante Sidonia ontmoeten een oud besje dat samen met hen een geheime opdracht wil vervullen. Bovendien is de club ladies only. Suske, Jerom en Lambik vertrouwen het zaakje niet en gaan op onderzoek uit. Voor de club uit de titel worden enkele vrouwelijke nevenpersonages uit het verleden teruggehaald en we moeten zeggen dat dat een leuk weerzien was. De uiteindelijke oplossing van het mysterie en vooral hoe het gevaar uiteindelijk afgewend wordt is er niet enkel bij de haren, maar ook de wenkbrauwen, wimpers en die kleine haartjes op de arm bijgetrokken. Vermakelijk album, maar niet het beste van de reeks.
M.O.R.I.A.R.T.Y 2 – De dief met duizend gezichten (Silvester): M.O.R.I.A.R.T.Y wordt in Frankrijk uitgegeven als 1 verhaal per twee strips. Uitgever Silvester kiest er echter voor om complete verhalen te bundelen in prachtig uitgegeven hardcovers. Een keuze die we enkel maar kunnen toejuichen. Al helemaal als de strip ook nog eens retegoed is. Sherlock Holmes en Watson krijgen in deze aflevering te doen met een dief die tientallen persoonlijkheden lijkt te herbergen. De plot, tekeningen en actie zijn goed genoeg, maar de show wordt gestolen door Dhr. S. Freud, die erbij gehaald wordt om de dief te psycho-analyseren en nadien blijft rondhangen voor de rest van het onderzoek. De insinuaties die hij maakt aangaande de relatie Watson-Holmes en, vooral de reacties van die arme Watson daarop, zijn hilarisch.
Pol wordt nat (Silvester): Na Pol haalt adem en Pol eet, is dit opnieuw een deeltje van de reeks die enkele verrassende feiten onthuld over Dhr. Pol. Alle cynisme op een stokje, maar deze nieuwe avonturen van Pol doen het niet echt voor ons. Wellicht kan je een peuter blij maken door hieruit voor te lezen, maar tekst, tekeningen en verhaal kunnen écht niet tippen aan het origineel.
De Legendariërs – De kronieken van Darkhell 2 – De bloedige ontmoeting (Silvester): We zijn eerlijk gezegd niet helemaal mee met de mythos en continuïteit rond De Legendariërs. Die lijkt ons nogal uitgebreid en voor superfans bestemd. Niet erg, want los daarvan kunnen we deze strip op andere merites beoordelen. Zo heeft de tekenstijl ontiegelijk veel vaart, wat het doelpubliek vast vet vindt. De flitsende tekeningen worden soms wat afgestopt door het proppen van te veel plaatjes en tekst op één en dezelfde pagina. We kunnen alleszins zeggen dat er in het verhaal tientallen dingen tegelijkertijd gebeuren en er extreem veel drama en actie van de pagina’s spat. Voor de ingewijden en fans van explosieve cartoony manga is de aankoop van deze reeks bijgevolg een no-brainer.
Michel Vaillant Légendes 2 – De ziel van de racepiloot (Graton): Als uitgevers geen moeite doen om met spannend en kwalitatief nieuw materiaal te komen, dan voelen wij ons daar ook niet toe verplicht. We copy-pasten dus gewoon onze recensie van het eerste deel van deze reeks: Deze reeks rond F1 piloot Michel Vaillant is het perfecte voorbeeld van hoe geldbejag een boegbeeld van de strip de grond in kan boren. Elk aspect van deze strip is zoutloos en duidelijk zonder ook maar enige passie voor het materiaal in elkaar geflanst. Van de krakkemikkige tekeningen, tot de fletse inkleuring, van het saaie en oubollige verhaal tot duffe personages. Oh, en kan iemand de vertaler of letteraar vertellen dat zijn spellingchecker nog op ‘Frans’ staat? In het Nederlands zetten we geen spaties voor een uitroep- of vraagteken.
De avonturen van Kuifje – De juwelen van Bianca Castafiore – De versie van het weekblad Kuifje (Casterman): We gaan er vanuit dat u Dhr. Kuifje wel kent en dat we u niets meer moeten vertellen over verhaal, tekst en tekeningen van dit boek. We concentreren ons dus op het waarom van deze uitgave. De juwelen van Bianco Castafiore verscheen immers in een compleet andere versie in het weekblad Kuifje dan diegene die later in albumvorm zou worden uitgegeven. Deze uitgave presenteert het originele verhaal en bevat bovendien een schat aan extra informatie. Geen enkele rechtgeaarde Kuifje-fan kan om de aanschaf van deze versie heen, hoeveel verschillende versies van dit album u ook al in de kast heeft staan.
Lucas’ Wars (Standaard uitgeverij): Een strip over de lijdensweg die Star Wars-bedenker George Lucas aflegde om Star Wars te kunnen maken. Dat deed ons toch eventjes op ons hoofd krabben. We zijn enorme fan van Star Wars en van Indiana Jones. Maar net door hoe Lucas de laatste twintig jaar omsprong met die intellectuele eigendommen (de clou zit wel in het woord eigendom, maar kom) maakt dat we geen grote fan meer zijn van de man zelf. Bovendien is er ook nog eens het akkefietje van het stelen van heel wat ontwerpen van de stripreeks Ravian zonder dat ooit toe te willen geven. We begonnen dus met een gezonde dosis wantrouwen aan dit boek. Lucas wordt van aan het begin neergezet als een wilskrachtig man die koppig zijn visie tracht te verwezenlijken en het ontbreken van enige kritiek op ’s mans latere daden deed ons initieel zwelgen in ons eigen gelijk. Ergens halverwege begonnen we het boek toch nog fantastisch te vinden: zoveel leuke Star Wars weetjes en wat een hoop stront kreeg die Lucas over zich heen bij het maken van z’n klassieke film. Aan het einde van het boek konden we er niet omheen: we zijn nog steeds een beetje kwaad op de oude Lucas, maar zijn rabiate fans van de George Lucas die de eerste Star Wars film maakte. Zelfs mensen die de Star Wars films nog nooit gezien hebben zullen niet anders kunnen dan voor deze underdog te supporteren. Lees hier een uitgebreid artikel, onder anderen over dit jubileumboek.
Largo Winch 24 – Het gouden percentiel (Dupuis): Toen Jean Van Hamme voor de elfde keer zijn pensioen als stripscenarist aankondigde werden de meeste van zijn succesreeksen, met wisselend succes, voortgezet. Largo Winch is onomstotelijk de best gelukte poging. De reeks bestaat traditioneel uit verhalen in tweeluik en Het gouden percentiel is het afsluitende deel van het twaalfde verhaal, en wat een afsluiter is dit, zeg! Verschillende spannende plotlijnen worden vlotjes in de lucht gehouden terwijl de ene prachtig getekende blockbuster-actiescène de andere afwisselt. De strip is wellicht iets meer actiefilm-met-explosies geworden dan de financiële actiethrillers die Van Hamme schreef, maar daar zijn we eigenlijk niet rouwig om.
Buck Danny 60 – Air Force One (Dupuis): De nieuwe aflevering van deze klassieke stripreeks begint nogal in medias res. Alsof deel 59 en 60 eigenlijk één strip waren die lukraak in twee werd gesplitst. Op zich geen probleem want wie koopt nu vanuit het niets deel 60 van een lopende reeks? De fan schaft zich dit album wellicht blind aan en zal er zich een half uurtje zoet mee kunnen houden. Voor de meerwaardezoeker is de strip net iets te weinig van het goede: een plot die als een dronkenman van links naar rechts slingert, plastieken dialogen en personages zo plat als ’n dubbeltje. Wel goed in beeld gezette luchtgevechten, dus als dat uw dingetje is zullen we u niet tegenhouden. Tegen de rest: u bent gewaarschuwd.
Animal Jack 3 – De apenplaneet (Dupuis): Jack had de kracht om te veranderen in elk dier dat hij maar wilde, maar in dit derde deel raakt hij die kwijt. Net nu er een wereldwijde crisis dreigt onder de apen. Jack, zijn vriend Malik en huisdiertje Vonkie moeten de wereld rondreizen om het gevaar te bedwingen. Mooi in beeld gebrachte avonturenstrip voor tienjarige belhamels. Als ouder van zo’n knaap is deze stripreeks een verademing in de zee van prut waardoor die tienjarigen dagelijks moeten waden.
Jommeke 318 – De drie geesten van Kerst (Standaard uitgeverij): We vroegen ons vorige maand in Kort van stof nog af wat de meerwaarde is van nog een verstripping van A Christmas Carol en zie: hier is de volgende al. Gelukkig weet deze adaptatie wél een duit in het zakje te doen. Ten eerste zet scenarist Kristof Berte het verhaal volledig naar de hand van zijn personages, ten tweede is het vrij waarschijnlijk dat het doelpubliek van Jommeke het originele verhaal nog niet kent en kan dit album bijgevolg dienen als leuke eerste kennismaking en ten derde schrijft tekenaar Philippe Delzenne een nog betere geschiedenis dan die nieuwe tekenaar op wiens naam we nu niet kunnen komen. (Sorry Philippe!)
Corentin Tregier In Congo (Daedalus): Uitgeverij Daedalus vist voor haar uitgaven vaak in de vijver van minder bekende stripmakers die grotere uitgeverijen links laten liggen. Dankzij die strategie worden we bij wijlen koud gepakt door een meesterwerk dat ons vanuit het niets de schoot wordt ingeworpen. Corentin Tregier krijgt de opdracht om in Congo een professor te gaan zoeken die in een aap zou zijn veranderd. De naïeve jongeman wordt bijgestaan door een onbetrouwbare macho generaal en een jongedame die heel wat te verbergen heeft. Wat volgt is een spannend verhaal met een hart dat warm klopt zonder over te hellen naar meligheid. Grote klasse!
Bunnie vs. Monkie 4 – En de supersnelle Maki! (Gottmer): Welkom in een bos bevolkt door schattige, maar ondeugende diertjes. In korte verhaaltjes vol slapstick in een cutie-pie stijltje dat twijfelt tussen zaterdagochtendcartoon en manga beleven deze dieren entertainende en grappige avonturen. Een soort van Looney Tunes voor de tienjarige van vandaag. We zeggen niet dat het niveau hetzelfde is als Bugs Bunny en co., dat kunnen we niet maken als ouwe zakken, maar we voorspellen wel dat dit boek er als zoete koek zal ingaan bij de doorsnee tienjarige.
Zeppelin’s War 3 – Zeppelin contra pterodactylus (Daedalus): Sorry, maar als een titel als Zeppelin contra Pterodactylus u niet terstond aanzet tot het kopen van deze strip zien we niet in wat wij nog meer kunnen zeggen. Of misschien toch nog: Hitler en Raspoetin in een van de pot gerukte uchronie, spetterende luchtgevechten met tweedekkers en sauriërs, een verhaal dat onder al die pulp ook nog ‘ns goed in elkaar zit en meer verrassende plotwendingen dan het aantal Inuit woorden voor sneeuw. Als dat u niet over de streep trekt dan is deze strip allesbehalve uw pakkie-an.
Ik ben hun stilte (Standaard uitgeverij): Eva is een nogal onconventionele psychologe die quasi ongebreideld seks, drank en drugs tot zich neemt. Bovendien wordt ze constant begeleid door de stemmen van de geesten van de drie belangrijke vrouwen in haar leven. Wanneer een voormalige patiënte haar vraagt om haar bij te staan bij een erfeniskwestie raakt ze verwikkeld in de familievete van een rijke en excentrieke familie van wijnbouwers (cavabouwers?). En dan hebben we het nog niet eens over het lijk waar ze over struikelt. Tientallen goed uitgewerkte personages laveren tussen humor, spanning, en film noir om uiteindelijk tot een misschien net iets té overdreven, maar daarom niet minder grandioze, ontknoping te komen. Jordi Lafebre is een zeldzaam voorbeeld van een geniaal striptekenaar die ook een écht superbe strip kan schrijven. Wij zijn hun stilte is de tweede strip die hij solo tackelt en wij hopen dat hij dat zal blijven doen. Lees hier een uitgebreid artikel, onder anderen over dit jubileumboek.
De marathon van de eeuw (Le Lombard): De derde editie van de moderne Olympische spelen vond in 1904 plaats in St. Louis. De organisatie was in handen van de nogal achterlijke en racistische James E. Sullivan. Hij greep de spelen, en dan vooral de marathon, aan om de superioriteit van blanke Amerikanen te bewijzen. Deze strip toont dat dat niet van een leien dakje liep. Hoewel het verhaal gebaseerd is op ware feiten, overgieten scenarist Kid Toussaint en tekenaar José Louis Munuera het boek met een sausje getrokken van grootse Amerikaanse slapstick komedies als die van Buster Keaton en The Marx Brothers. Het rommelige verloop van de wedstrijd en de karikaturale deelnemers worden nog eens extra in de verf gezet door de zwierige tekeningen van Munuera. Heerlijke strip. Lees hier een uitgebreid artikel, onder anderen over dit jubileumboek.
Tuskegee Ghost 1 (Silvester): Van Benjamin Von Eckartsberg wisten we na Gung Ho al dat hij een spetterende post-apocalyptische strip kon schrijven. Tuskegee Ghost is echter andere koek. Robert Hoffman was één van de eerste zwarte piloten in WOII en kampt met ’n knoert van ’n post-traumatische stoornis. Zijn zoon Mark volgt in 1969 tegen de zin van zijn vader een pilotenopleidingen. Het verhaal springt heen en weer tussen WOII en 1969 en verdiept zo de motieven voor de clash tussen vader en zoon. Die wordt bovendien nog eens verweven met het racisme waarmee de beide mannen in hun “eigen” tijd mee te maken krijgen. Goed geschreven personages, hoewel de vertaling soms te wensen overlaat. Zo worden vaak nogal neutrale termen gebruikt waar in de geest van het verhaal toch wel wat straffer taalgebruik op zijn plaats is. We vermoeden dat agressieve racisten zich bedienen van een iets stoerder taalregister. De volledig digitale tekeningen van Olivier Dauger hebben een heel eigen stijl en signatuur en bevielen ons daardoor beter dan het werk van andere adepten van de digitale golf.
Heden verse vis 2 – Bruggenbouwers (Standaard uitgeverij): Het eerste deel van deze semi-semi-semi-semi autobiografische strip met hoofdrolspelers Marc Legendre en Charel Cambré stond vorig jaar in onze top vijf. Dit tweede deel is even grappig en even goed getekend. Marc en Charel stranden ergens in Spanje en willen verder werken aan een nieuwe strip. Al snel worden ze echter meegezogen in de kleindorpse politiek en de machiavellistische spelletjes van hun rijke uitgever. Prachtig boek, zonder twijfel, maar dit jaar valt het net buiten onze top vijf omdat de gebeurtenissen net dat ietsje minder persoonlijk of echt aandoen en de satire op de stripwereld waar we vorig jaar zo van genoten net iets minder aanwezig is. Wél nog in onze top tien, dus gene kak.
Blacksad 7 – De maskers vallen af 2/2 (Dargaud): Blacksad is een topreeks die in niemands collectie mag ontbreken. De antropomorfische fifties noir wereld van de katachtige detective Blacksad wordt door tekenaar (of moeten we schilder zeggen?) Guarnido steeds beter in beeld gezet en de verhalen zijn van een torenhoge kwaliteit. Toch vonden we dit een iets minder goed deeltje. Deze aflevering sluit een tweeluik af en daar wringt misschien het schoentje. De auteurs maken normaal gezien per strip afgeronde verhalen. We hebben absoluut niets tegen tweeluiken, maar de plot lijkt hier wat ongelijk verdeeld over deel 1 en deel 2. De afwikkeling en de twists in het verhaal werden voor de geoefende lezer immers al min of meer al duidelijk op het einde van deel 1. Daardoor bevat deel twee niet echt veel grote verassingen meer en doet het eerder aan als een minder spannende oefening verhaallijntjes knopen en/of afmaken. We vermoeden dat een lezing van de twee delen achter elkaar een andere en betere leeservaring oplevert, maar dan hadden de makers misschien beter het hele verhaal in één boek uitgebracht.
Guust 22 – Flater slaat weer toe! (Dupuis): Na alle gerechtelijke perikelen tussen de uitgever en de erven Franquin (waar we het laatste nog niet over hebben gehoord) hebben we nu eindelijk de strip zelf in handen: een nieuw album van ieders favoriete Guust: Flater. Alle personages, huisdieren en uitvindingen die van Franquins beste personage zo’n hit maakten zijn aanwezig. Bovendien zijn de grappen van Delaf en ook zijn dynamisch tekenwerk bijna even goed als die van Franquin. Delaf voegt daarbij nog eens een interessant gegeven toe aan zijn gags: continuïteit. Een rode draad loopt door de grappen waardoor ze nog net dat ietsje impactvoller zijn. Dit boek is kortom een geslaagde voortzetting van de beste creatie van Franquin en één van de beste gagstrips die we dit jaar in de handen geduwd kregen. Vreemd toch, als je bedenkt dat de uitgever en de erven in hun perscommuniqués omtrent hun gekibbel aangeven dat ze vooral bezorgd zijn om de kwaliteit van de nieuwe strip. Zouden ze dan toch andere motieven hebben om elkaar voor de rechtbank te sleuren?
Alex Senator 14 – De eed van Arminius (Casterman): Zeker geen slechte strip, maar hier en daar wel wat onevenwichtig. Kundige tekeningen, al kon men soms de fotoreferenties voor de gezichtsuitdrukkingen wat beter gekozen hebben, gecombineerd met een sfeervolle inkleuring. De scènes variëren van paginalange actie waar dialogen als “Dood iedereen” en “Rhaaah” nogal spaarzaam over de platen verdeeld zijn tot vrij tekstzware scènes waarin vooral, in nogal onnatuurlijke aandoende dialogen, veel aan de lezer uitgelegd moet worden. Alex Senator is desalniettemin een goed voorbeeld van een spin-off of voortzetting van een succesvolle klassieker waarin men op zijn minst probeert om met een origineel concept iets kwalitatiefs af te leveren en niet gewoon zoveel mogelijk geld tracht mee te graaien. Er zijn ook al vorige delen geweest die beter waren dan dit veertiende deel. Alleen daarom al halen we onze mantel der liefde graag van stal.