Kort van stof

Kort van stof: april 2023

Het aanbod van strips was in april een beetje zoals het weer: af en toe een zonnig momentje, soms een bui, vaak een dag ertussenin. Toch blijven wij, zoals u van ons gewend bent, in volle vaart doorgaan: we bespreken de albums is sneltreinvaart, met oog voor detail, eerlijk en rechtdoorzee.

Poulbots (Daedalus): Het is 1905. Jean, een kereltje uit de gegoede burgerij, raakt bevriend met enkele straatkinderen uit de Parijse wijk Montmartre. Omdat de kinderen vaak rond tekenaar Francisque Poulbot hangen krijgen die al gauw de bijnaam Poulbots. De vader van Jean wil een groot bouwproject realiseren en daarvoor moeten de arme families van Montmartre wijken, maar dat is buiten de Poulbots gerekend. Het verhaal van deze strip heeft Disney-achtige kwaliteiten. Het is een gevoelige en poëtische vertelling, en een half uurtje complexloos genieten. De prachtige, geverfde tableaus van Patrick Prugne maken het geheel af. Aan de andere kant blijft alles wel heel braaf en oppervlakkig. Van de vaak aangehaalde ontberingen krijgen we bijvoorbeeld weinig te zien. Daardoor wordt dit een strip die eerder PG-rated dan voor volwassenen is. Dat vernoemen we voor de duidelijkheid, want dat hoeft uiteraard niet in de weg te staan van het genieten van een prachtig stripalbum.

Ra’resnoet 2 – Vastberaden (Diedeldus/Daedalus): Ra’resnoet, de in onze moderne tijden weer levende tienermummy, is nog steeds op zoek naar haar ouders. In dit album krijgt ze de hulp van een hele bende fabelwezens en ondoden. De groepsdynamiek van dat zootje ongeregeld is perfect uitgewerkt. De scènes waarin de personages compleet loos gaan en lol trappen zijn bijgevolg ook de beste scènes uit het boek. Die waarin de plot wordt voortgedreven met net iets te veel tekst zijn dan weer van mindere kwaliteit. Los daarvan rekenen we deze reeks tot het bovenste segment van de strips voor jongeren die momenteel verschijnen. De originele invalshoek, de humor en de spetterende inkleuring van Manuel Puppo zijn daar niet vreemd aan.

Een paus in de geschiedenis 5 – Pius XII ½ – Tegenover het nazisme (Daedalus): Deze strip is wat men in het Engels zo mooi een mixed bag noemt. Pro: interessante historische fictie over een aspect van onze geschiedenis dat weinig in strips behandeld wordt, mooie en levendige tekeningen met een zwierig penseel op papier gezet, een prachtige inkleuring met veel textuur. Contra: de enorm stuntelige en houterige manier van vertellen, de opgeklopte en ongeloofwaardige emoties en de stijve zinsconstructies. Verdict: voor de liefhebbers van mooie plaatjes en/of historisch gekleurde fictie.

BFF’s 14 – Milieumeiden (Standaard uitgeverij): Jessica, een tienermeid met het hart op de juiste plaats, stort zich vol overgave op de bescherming van het milieu. De gags zijn soms hilarisch, dan weer goed voor een glimlach. Jessica en haar BFF’s wijden zich aan enkele hete hangijzers zoals de eeuwigheid van plastic en de illegale stort. De personages en tekeningen zijn fris en expressief en het opgestoken wijsvingertje blijft gelukkig achterwege. De makers slagen er ook in om geloofwaardige tienermeisjes neer te zetten die niet eendimensionaal of fake overkomen. Faut le faire.

Jommeke 314 – Griezels in het woud (Standaard uitgeverij): Jommeke en zijn kornuiten beleven een nogal eng avontuur in de Ardennen. Ze moeten het immers opnemen tegen mysterieuze en gigantische insecten. Een doorsnee Jommeke avontuur dat de originaliteit van de vorige twee albums ontbeert. Dagobert, de papegaai van de grootouders van de Miekes, is een leuk gevonden nevenpersonage en zorgt voor wat volkse kleur.

Het kasteel van miljoenen jaren 1 – Het voorvaderlijk erfgoed (Daedalus): Toen we op de achterflap van deze nieuwe reeks “Tussen The Raiders of The Lost Ark en X-Files lazen, dachten we: “Ja, ja, dat zal wel.” Oh, ongelovige Thomassen, wij! (Hoe zou dat nu toch komen?) Na de lezing van dit boek blijkt immers dat deze strip verrassend goed is. Een Duitser die twifelt aan het gedachtegoed van de nazi’s, wordt tijdens WOII op archeologische missie gestuurd en krijgt het aan de stok met kleine, grijze mannetjes. Actie, overtuigende personages en een prachtig uitgewerkt mysterie. Wat deze reeks met kop en schouders boven de concurrentie doet uitsteken is dat de fantastische elementen van het verhaal betonvast in historische feiten worden verankerd. Wat ons ook opviel is dat de strip heel veel tekst heeft, maar op geen enkel moment verveelt. Een spetterend begin van een topreeks!

Scotland 2 (Dargaud): Als er in deel 1 al heel wat vragen werden opgeworpen dan doen scenaristen Rodolphe en Leo er in dit album nog een schepje bovenop. Geheim agente Kathy Austin krijgt op de Schotse hooglanden te maken graancirkels, een vreemde aanvaller met een vervormd gezicht, tijdreizigers, Russische geheimagenten, een ‘soort polyeder’ en meer van dat soort zaken. Als je je als lezer fixeert op de plot en alle geheimzinnigheden dan is dit een album om van te smullen. Verwacht alleen geen logische motivaties van de personages. Die zijn er alleen om het verhaal voort te stuwen. We zien hier voor de zoveelste maal personages die zich ongeloofwaardig dom gedragen omdat ze één en ander moeten duidelijk maken aan het lezerspubliek of voor een opgeklopt conflict moeten zorgen. Het genre tijdreizigers dat de hele tijd vraagt welk jaar het is en wat “dit voedsel dat u soep noemt” is, is echt niet geloofwaardig. Zelfs de domste tijdreiziger zal zeggen dat-ie uit de toekomst komt, denken we dan.

Het echte verhaal van de Far West: Jim Bridger (Standaard uitgeverij): In dit rijtje uitstekende biografieën van Far West helden is het deze keer aan mountain man Jim Bridger. De man haalt het qua bekendheid niet tegen bijvoorbeeld een Buffalo Bill, maar net daarom is zijn verhaal interessanter om te lezen. De tekeningen van Pierre Place en de inkleuring van Chris zijn expressief, wat helpt om het verhaal wat minder droog te maken. Het scenario komt hier en daar immers iets te veel over als een geschiedenislesje. Dat had men misschien beter gecentraliseerd in het goed gestoffeerde historische dossiertje achteraan.

Warbirds 1 – Stuka, de kanonnenvogel (Daedalus): Hans-Ulrich Rudel is de bekendste Duitse Stukapiloot uit WOII. Warbirds doet kond van zijn volledige militaire loopbaan tijdens de “Oorlog om alle oorlogen te beëindigen.” (haha) Hoewel we heel wat historische informatie voor de kiezen krijgen, bestaat het grootste gedeelte van deze strip uit luchtgevechten. Daar zijn we niet echt rouwig om. Los van het feit dat die gevechten soms wat moeilijk te volgen zijn, worden ze wel fantastisch in beeld gezet. Op het einde krijg je nog wat achtergrondinformatie over de Stuka zelf, met een fraaie technische tekening erbij. Een topalbum voor de liefhebbers van gevechtsvliegtuigen.

Nachtwacht 13 – Drie donkere tattoos (Standaard uitgeverij): De vorige aflevering van de Nachtwacht was wat minder goed dan we gewend zijn. Gelukkig bewijst dit nieuwe deeltje dat we deze stripreeks nog lang niet moeten afschrijven. Het verhaal gaat over vervloekte tattoos die van mens tot mens kunnen springen en zelfs onafhankelijk tot leven komen en heeft daarmee en originele premisse te pakken. Scenarist Peter Van Gucht introduceert een hele hoop nieuwe en boeiende personages en de samenwerking tussen tekenaar Steve Van Baal en inkter Louis Clement loopt al veel gesmeerder dan in het vorige deel. Voeg daar nog eens de levendige kleuren van Marloes Deckers aan toe en je hebt een geslaagde jeugdstrip in handen.

F.C. De kampioenen 124 – Kevin de kat (Standaard uitgeverij): Een rosse zwerfkater heeft genoeg van het harde leven op straat en zoekt een warme thuis. Hij gaat één voor één de huizen van verschillende kampioenen af, maar die zijn lang niet allemaal even blij om de kat te zien. De aanwezigheid van het dier veroorzaakt heel wat komisch gehannes dankzij de gebruikelijke van de pot gerukte reacties van sommige van de kampioenen. Het feit dat de kat elke situatie compleet fout blijft interpreteren maakt deze strip alleen maar grappiger. Eerlijk gezegd kunnen wij niets slechts zeggen van een strip met een kat met de naam Kevin als hoofdrolspeler.

De vuurpijl (Blake en Mortimer): Dit album is het vervolg op het eerste Blake en Mortimer album: De U-straal. Wij maakten de fout om het te willen lezen zonder dat we de voorganger gelezen hadden. Verdict: kop noch staart aan te krijgen. Wat kunnen we hier dan wel over zeggen? Het album is in een mooi nostalgische klare lijnstijl getekend en is prachtig ingekleurd. De teksten en manier van vertellen zijn echter zo oubollig dat je een leek zou kunnen wijsmaken dat we met een parodie te maken hebben. Leuk voor de fans wellicht, maar zijn die niet ongeveer even uitgestorven als de “kolossale zoolganger” die in de strip voorkomt? Lees hier een andere, uitgebreide recensie

Meisjes van Medusa (Standaard uitgeverij): Charlien is een ballerina die vooral danst om haar moeder, de directrice van het dansinstituut, te plezieren. Ze lijdt daar uiteraard geen beetje onder. Charlien komt tijdens de zoektocht naar zichzelf in contact met een vreemde sekte waar vrouw zijn het hoogste goed is. De in de realiteit geankerde coming of age kant van het verhaal kan ermee door. Ondanks het feit dat de uitgeverij de fout maakte om het boek in de markt te zetten voor volwassen lezers. Qua niveau is dit boek misschien eerder iets voor veertienjarigen. Het geheel doet ons ook iets té veel aan Black Swan denken. De tekeningen zijn dynamisch en laten de personages opleven. Met een paar simpele lijnen kan tekenaar Lode Peeters een hele gevoelswereld oproepen. De plotlijn met de sekte is echter een rommeltje van jewelste waarin heel wat clichés lukraak op een hoop gegooid worden. Ook op de dialogen valt één en ander aan te merken. Die schipperen constant tussen net iets te vrij geïnterpreteerde spreektaal, in stripcultuur geijkte clichéuitspraken die niemand ooit in het echt zou gebruiken en frasen die zo uit een Amerikaanse film gehaald lijken. Daardoor horen we niet de personages, maar vooral de scenarist. We konden ons niet aan de indruk onttrekken dat dit verhaal in één gulp op papier gesmeten is. Dat is spijtig want we denken dat hier meer in zat: met wat herwerken, doordenken en een goede redactie had dit een betere strip kunnen zijn.

De klaagzang van de verloren gewesten – Heksen 3 – Regina Obscura (Dargaud): De klaagzang van de verloren gewesten is pure nostalgie voor ons. We kunnen dan ook veel van deze reeks verdragen, maar nu is scenarist Dufaux ons uiteindelijk toch nog kwijt. In deze prequel vol riddergeweld, demonen heksen en fantasy draaft een vrij grote cast als kippen zonder kop door elkaar. Quasi continu loopt er wel iemand te emmeren over “De duisternis van de liefde” om dan, oh zo poëtisch, over te gaan op iets in de trant als “De liefde van de duisternis”. Als je de drijfveren van de personages onder de loep neemt kan je ook niet anders concluderen dan dat ze allemaal paranoïde schizofrenen op het toppunt van een psychose zijn. Meisje en moeder willen vader doden want hij is het grootste kwaad ooit. Vader doodt moeder, meisje treft vader later dood aan en… Wekt hem weer tot leven om plots zijn beste vriendin te worden (?!) Gelukkig is alles heel mooi in beeld gebracht door Béatrice Tillier. Wanneer we, zoals ooit lang geleden bij het album Sioban, alleen naar de plaatjes kijken worden we toch weer een beetje gelukkig.

Game Keepers 3 – De vloek van Atlantis (Standaard uitgeverij): De game keepers zijn tieners die op gezette tijden de digitale wereld moeten betreden om de slechterik Cordelia te verslaan. Zij doen dat alsof ze in een videogame zitten. In deze aflevering heeft de game een onderwaterig Atlantis-achtig thema. De tekeningen van Studio Cambré zijn oké (olé, olé) maar het verhaal is over het algemeen vlees noch vis. Slecht is het niet, maar er wordt nogal veel geleund op toevalligheden om van een waterdichte plot te kunnen spreken. We vrezen dat de stripreeks een tragisch lot beschoren zal zijn als de tv-serie waarop het gebaseerd is aan populariteit verliest.

Meta-Baron 7: Adal de bastaard (Daedalus): Jodorowsky mag van ons doen wat hij wil: we blijven fan. De geflipte verbeelding van de man kan zelfs van de meest van de pot gerukte en door elkaar gehutselde verhaallijnen een entertainende brok ultrageweld met sekssaus maken. Deze spin-off van De Metabronnen, zelf een spin-off van De Incal, kon ons echter nooit helemaal overtuigen. Zijne Chileense Helderziendheid Jodorowksy wordt wel vernoemd als bedenker van het verhaal, maar we vermoeden dat het meeste toch uit de koker van scenarist Jerry Frissen komt. In dit nieuwe deel, dat het verhaal vertelt van de zoon van de laatste Metabaron, lijkt Frissen echter plots op het juiste spoor te zitten. Een kosmisch koningsdrama spat van de pagina’s, die door tekenaar Pete Woods worden gelardeerd met allerhande grafisch prachtig in elkaar stekende ruimtewezens en vreemde technologieën. Ruimtepulp van de bovenste plank!