Strips

Terug naar Liverpool is vermakelijk what-if-experiment dat iets te doldwaas wordt

Om te toornen aan de erfenis van de Beatles moet je stevig in je schoenen staan. Zelfs de grote Peter Jackson bleef niet zonder kritiek toen hij vorig jaar de schitterend opgepoetste Get Back documentaire de wereld in slingerde. Zomaar even een biografie in stripvorm publiceren over de meest besproken band in de geschiedenis, het voegt waarschijnlijk weinig toe. En dus bedacht Hervé Bourhis iets anders.

Hij schreef een verhaal over hoe de geschiedenis er uit gezien zou hebben als John Lennon niet in 1980 vermoord zou zijn en de band weer bij elkaar zou komen. Bourhis heeft recht van spreken, hij schreef al eerder boeken over rock muziek en The Beatles.

Terug naar Liverpool is een vermakelijk experiment. De Fab Four zijn ieder hun eigen weg gegaan en er is nog weinig onderling contact. Tien jaar na het stoppen van de band leeft de legende weliswaar nog voort, maar zijn de hoofdpersonen aanzienlijk minder onaantastbaar geworden. Lennon worstelt met het afbrokkelen van zijn carrière en gebrek aan inspiratie. Hij heeft al vijf jaar niets uitgevoerd en zit in een knalharde midlife crisis. Het is zelfs zo erg dat de jonge generatie hem vaak niet meer (her)kent, of toch in ieder geval ziet als vergane glorie (“Pap, is het waar dat je vroeger muzikant was?”). McCartney ploegt op zijn beurt gewoon door, hij scoort hitsingles en leeft een simpel bestaan op het Schotse platteland. Totdat Lennon op een dag bij hem voor de deur staat.

In no time snappen we waarom de twee ook alweer zonder elkaar waren verdergegaan. Lennon is arrogant (“Paul, ik vind je solocarrière waardeloos”) en McCartney wil alles wat vroeger was achter zich laten. Toch lukt het Lennon hem te overtuigen een nieuw album voor hem te produceren en langzaam glijden de kemphanen in een samenwerking. Ringo krijgt vervolgens een ongeluk en bij het ziekenbezoek besluit het trio om samen ‘wat tijd door te brengen in Liverpool’. Niet geheel onverwacht bloeit de vriendschap toch weer op en men besluit de band weer bij elkaar te brengen. Er is echter één probleem: George. Harrison was in oorsprong ook al de wig die de band liet splitsen en anno 1980 is hij er niet makkelijker op geworden. Het mag duidelijk zijn dat hij uiteindelijk overstag gaat en de reünie is een feit.

Vanaf dat moment verandert het verhaal in De Doldwaze Avonturen Van The Beatles. De fantasie van Hervé Bourhis draait hier op volle toeren en we zien de band in achtervolgingen, vechtpartijen, gijzelingen en andere nogal ongeloofwaardige scenario’s. De knipoog naar de (belabberde) avonturenfilms in de hoogtijdagen van de Beatlemania is duidelijk. Een grappige vondst, maar na al die moeite om de groep samen te brengen, had er meer in het verhaal gezeten. Het gedachtenexperiment is zo mooi: hoe goed zou de groep wel niet geweest kunnen zijn op hun veertigste, met de beschikking over een schat aan ervaring, nieuwe technologie en culturele bagage? Hier wordt helaas geen aandacht aan besteed.

Gelukkig zijn de tekeningen van Julien Solé om te smullen en weet hij de overbekende koppen zo te tekenen dat ze levensecht maar geen karikaturen zijn. Sowieso is er duidelijk aandacht oog voor detail, het boek staat bomvol met grappige easter eggs.

Het beste wordt bewaard voor de laatste pagina’s. Bourhis beschrijft hier gestructureerd wat er wél echt gebeurde in 1980 en dit ligt niet eens zo ver af van zijn fantasie. Het had – los van de rare avonturen – best zo gebeurd kunnen zijn. Afsluitend lezen we hoe vaak het in al die jaren bijna tot een reünie kwam en het is eigenlijk bizar dat het er uiteindelijk nooit is gelukt.

Alles bij elkaar is Terug naar Liverpool een aantrekkelijk “what if” verhaal, waar toch beduidend meer uitgehaald had kunnen worden door wat gas terug te nemen.

Hervé Bourhis & Julien Solé – Terug naar Liverpool. Concerto. 100 pagina’s. € 22,99.