Kort van stof

Kort van stof: november 2022

Met de eindejaarslijstjes in zicht, hoopt een aantal stripliefhebbers vast dat de eindsprint nog wat redding biedt voor dit wat rustigere stripjaar. Maar ook nu houden de uitgevers hun troeven nog vast tot de laatste slagen: in december moet het dan allemaal echt gebeuren. November had een paar treffers, maar keek de Sint toch nog wat bleekjes in de bek, zoals je in sneltreinvaart kunt lezen in deze aflevering van Kort van stof.

Madeleine, verzetsstrijdster 1 – De vonkende roos (Daedalus): Machtige strip die het waargebeurde verhaal vertelt van Madeleine Riffaud, die tijdens WO II op haar zeventiende lid werd van het Franse verzet. Scenarist Morvan interviewde Madeleine nauwgezet en weet haar leven te vatten in korte, anekdotische hoofdstukjes. Madeleine zelf, blijkt uit de extra’s achter in de strip, is trotse bezitter van een no nonsens persoonlijkheid en slaagt erin haar verhaal te vertellen zonder veel poespas of zelfmystificatie. Tekenaar Bertail heeft een zwierige tekenstijl waarmee hij én de emoties van de personages én de enormiteit van sommige gebeurtenissen perfect weet te vatten. Bovendien zijn de tekeningen een streling voor het oog. Vooral compositorisch laat Bertail zich gelden. Mooi en menselijk boek over een thema dat niet vaak zo goed wordt uitgewerkt.

De kronieken van Amoras 11 – Schanulleke (Standaard uitgeverij): Het is moeilijk om veel over deze strip te vertellen zonder de plot te verraden. Kort gezegd gaat het om gehannes met de teletijdmachine, but not as we know it. Scenarist Legendre slaagt erin een tijdreisverhaal te schrijven met emotionele impact en intussen nog wat te strooien met relevante bedenkingen over mens en maatschappij. Elk van de personages krijgt een mooie karakterboog in deze aflevering, wat niet zo heel vaak voorkomt in ensemblestrips. Cambré en zijn team voorzien dat allemaal van tekeningen die niet alleen vaart en zwier hebben, maar bovendien, waar nodig, karikaturaal en ronduit grappig zijn. Eén van de beste afleveringen uit de reeks.

Travis 14 – De gevederde slang (Daedalus): Aan de actievolle kant van het sciencefiction spectrum is Travis één van de betere reeksen die u op dit moment kunt lezen. De strip wordt bomvol vaart gepompt, waarbij goede ideeën elkaar afwisselen. Ook in dit afsluitende deel van verhalencyclus 4 hoeft de lezer niet veel diepgang te verwachten, maar daarvoor leest u deze strip natuurlijk niet. Maar toch: ondanks het vele vecht- en schietwerk is de toekomst waarin de reeks zich afspeelt wel goed uitgedokterd. In deze cyclus zoomt men bijvoorbeeld in op Mexico. Drugskartels strijden er in een burgeroorlog om de macht, oliemaatschappijen trachten de uitkomst te beïnvloeden en dan dwalen er ook nog eens losgeslagen artificiële intelligenties door cyberspace…

Carmen MC Callum 14 – Radioactiviteit (Daedalus): De zusterreeks van bovenstaande Travis. Hetzelfde universum, gedeelde personages en dezelfde scenarist. We kunnen bovenstaande tekst aangaande het vele vecht- en schietwerk en de goed uitgedokterde toekomstvisie bijna copy-pasten. Gelukkig is er wel afwisseling. De belevenissen van Carmen Mc Callum handelen over andere toekomstige hete hangijzers zoals genetische manipulatie en atoomwapens. Belangrijk om te vermelden is dat deze reeks een tijdje te kampen had met bar slechte tekeningen. Daar werd duidelijk iets aan verholpen. Het creatieve team is nog steeds hetzelfde als voorheen, maar de kwaliteit van de tekeningen is merkbaar hoger dan in de vorige delen.

Jaren van de olifant (Davidfonds): In 2004 stapte Sam, de zoon van tekenaar Willy Linthout, uit het leven. Linthout, vooral bekend van de Urbanus strips en andere humoristische uitlatingen, verwerkte zijn verdriet door te tekenen. Het resultaat was het rauwe Jaren van de olifant. Potloodtekeningen die de tornado aan gevoelens van Linthout en de mensen rond hem heen trachten te vatten in iets bevattelijks. De autobiografische striproman werd bejubeld en bekroond maar kreeg nooit echt de uitgave die hij verdiende. Tot nu. Deze mooie hardcover kreeg 40 extra strippagina’s en een interview met Linthout erbovenop. Een indringend verhaal van wat een ingrijpende gebeurtenis als zelfdoding met de nabestaanden doet. We vermoeden dat dit boek niemand onberoerd zal laten. Het is eerlijk, moedig, soms grappig, maar bovenal aangrijpend op een diepmenselijke manier. Hoedje af.

De dode monnik 1 – Het vervloekte manuscript (Daedalus): Een jonge monnik leeft in een klooster waar de gelofte van stilte wel erg ver doorgedreven wordt: op een bepaalde leeftijd wordt je mond simpelweg dichtgenaaid. Een jonge snaak vindt een autobiografisch boek, geschreven door een pas overleden monnik, en begint dat stiekem te lezen. In een tekenstijl die neigt naar manga, maar die in een Europese stijl ingekleurd werd, krijgen we een spannende historische thriller voorgeschoteld waarin ons gewezen wordt op de gevaren van kritiekloos geloven in God en zijn aardse vertegenwoordigers. Les chevaliers de zodiaque meets The Name of the Rose.

Androïden 9 – De herder (Daedalus): Androïden, onze favoriete reeks met one-shots over robots, kent een derde seizoen. Hoera! De makers van dit deeltje zijn ons onbekend, maar hebben gelijk onze aandacht gevangen. Het verhaal heeft een originele premisse: een robot crashte duizenden jaren geleden op aarde. Om in de ruimte terug te keren probeert hij de ontwikkeling van de mensheid door de eeuwen heen te beïnvloeden. Hier en daar gaan de makers wat uit de bocht en moet je als lezer je best doen om het allemaal een beetje geloofwaardig te vinden, maar het ijzersterke concept blijft overeind. Wel veel tekst. Nooit gedacht dat robots zo babbelziek konden zijn.

De nieuwe avonturen van Nero 3 – De hemeltergers (Standaard Uitgeverij): Welkom bij het derde en meest Marc Sleene deel van de, wegens zijn overlijden, Marc Sleenloze Nero avonturen. Uiteraard ligt de Sleensheid van dit album voor een groot deel aan de magnifieke tekeningen van Dirk Stallaert. Die tekende de laatste ‘tig Nero albums op scenario van Sleen zelf al, dus Sleenser dan dit wordt het nooit meer. Grote revelatie is het Slenige scenario van Kim Duchateau. Duchateau weet het volkse absurdisme van de über-Sleen perfect te vatten. Deze twee heren leveren een nagenoeg perfect Nero avontuur af. Het boek telt bovendien dan nog eens 62 pagina’s die op geen enkel ogenblik vervelen. Chapeaux!

De Klaagzang van de verloren gewesten – De Sudenna’s 4.2 (Dargaud): Intussen weten we wel wat we mogen verwachten van deze reeks: middeleeuws wapengekletter met een grote gulp fantasy. In deze prequel cyclus ligt het zwaartepunt nog meer bij de Keltische en Ierse legendes waar Dufaux de reeks mee doorspekt. Men zou zelfs gewag kunnen maken van een Arthuriaanse invloed, aangezien er een draak, een heks en een wijze, oude man door het verhaal bewegen. De tekeningen van Paul Teng zijn iets te stijf in dialoogscènes, maar dat maakt hij ruimschoots goed in de fantastische en grootschalige actiescènes.

Nottingham 3 – Robin (Le Lombard): Man, man, man, wat een rommeltje. Wat een flitsende hervertelling van het verhaal van Robin Hood moest worden is een janboel van jewelste geworden. Massa’s personages lopen oeverloos door elkaar heen, clichématige dialogen spuiend, tot we kop noch staart kregen aan het verhaal. Het is bijna een onmogelijke taak om te doorgronden wat er aan de hand is in deze strip. Ook enige emotionele connectie met de dramatis personae ontbreekt volledig. Deze strip heeft twee pluspunten: de actievolle en gedetailleerde tekeningen van Dellac en Béchu en het feit dat dit het laatste deel van de reeks lijkt te zijn.

Urbanus 201 – Het allerlaatste avontuur (Standaard Uitgeverij): Het is dan toch echt zo: dit is het allerlaatste avontuur van Urbanus. De makers volgen de geijkte paden vol hilarische vulgariteiten en absurde grappen. We hebben zelfs één keer hardop gelachen, wat geen sinecure is om bewerkstelligd te krijgen via het stripmedium. Willy Linthout en Urbanus voegen echter wat onverwachte emotie toe, zeker voor een Urbanus strip. Eén voor één nemen we samen met Urbanus afscheid van de belangrijkste personages en wanneer we op het einde een onverwachte cameo voor de kiezen kregen moesten we toch bijna een traantje wegpinken. Leuk dat het team achter de strip ook even voor het voetlicht mag treden. (En er vervolgens op de Urbanus zo eigen, onceremoniële manier weer uit wordt getrapt.)

Vertongen & Co 38 – De diabolische stoel (Standaard Uitgeverij): Wanneer Markske van F.C. De Kampioenen zijn eigen spin-off reeks kreeg vreesden wij de andere Kampioenen te zullen missen. Het tegengewicht dat personages als Xavier en Boma bieden aan de naïviteit en doorgedreven braafheid van Markske is de basis van heel wat humor bij de ons welbekende pottenstampers. Vertongen & Co ontwikkelde echter een geheel originele eigen supportcast die intussen haar volle potentieel behaald heeft. Uiteraard mag men van deze strip geen grand cru verwachten, maar binnen het genre kan een frisse en goede pint ook heel erg smaken.

Grishaverse – De jongen uit het woud (Blossom Books): Shadow & Bone is een fantasyreeks gebaseerd op een serie boeken voor tieners. Een minimum aan succes betekent natuurlijk spin-offs en bijgevolg deze prequel. Om met de tekeningen te beginnen: Op hun best zijn die niet slecht. Een fijne lijn die aanleunt tegen manga. De makers hadden echter duidelijk te kampen met tijdsdruk of werden te weinig betaald, want er wordt soms wel heel spaarzaam getekend. U kent dat wel: zo weinig mogelijk decor, ‘suggereren’ en less is more. Het verhaal is wat je van dit soort boeken kan verwachten: nogal cliché, voorgekauwd en overdreven dramatisch. Voeg daaraan toe dat de vertaling geen hoge toppen scheert en dat de Nederlandstalige lettering ook niet veel soeps is en je weet dat dit leesvoer uitsluitend voor de fans bestemd is.

Het echte verhaal van de Far West 2 – Wild Bill Hickok (Standaard Uitgeverij): Het lijkt een nieuw genre geworden te zijn: de ‘echte’ westernstrips, gebaseerd op ‘echte’ historische personages. Toch zouden we dit verhaal van Wild Bill Hickok met een korreltje ‘echt’ zout innemen. Er wordt immers geromantiseerd en gedramatiseerd dat het een aard heeft. Bovendien hebben we dit allemaal al eens anders gezien (in Deadwood onder andere) en gelezen, in enkele andere westernstrips die op ware feiten gebaseerd zijn. De makers proberen het geheel interessant te houden door het verhaal als een chronologische puzzel te vertellen. Normaal gezien zorgt zo’n ingreep in het verhaal ervoor dat de scènes elkaar versterken of bepaalde plotwendingen in een ander daglicht komen te staan. In deze strip zien we er daarentegen absoluut het nut niet van in. Voor de westernliefhebber is dit wellicht een lekker tussendoortje, maar hoogstaand niet bepaald.

Louisiana 3 – De kleur van bloed (Dargaud): We hadden het niet verwacht, maar na een teleurstellend tweede deel, slagen de makers erin om deze trilogie waardig af te sluiten. De nogal ongemotiveerde en onlogische acties en reacties van de personages uit het vorige deel worden in deze afsluiter namelijk deels verklaard. U moet wel over een serieuze dosis welwillendheid beschikken om het allemaal te kunnen behapstukken, maar met wat extra energie en toewijding, leest u alsnog een machtige familiekroniek. De opgang en ondergang van een Amerikaanse slavenplantage, doorspekt met bloed, een beetje seks en voodoo.

Boris Vian 3 – Ze snappen het niet (Daedalus): Boris Vian schreef in de jaren veertig enkele provocerende thrillers vol seks en geweld. En daar moest natuurlijk een verstripping van komen. Het bronmateriaal is solide en de tekeningen doen wat denken aan Bastien Vivès op een mindere dag: niet even altijd even geniaal, maar wel te pruimen. De teksten lijken echter zonder veel nadenken overgenomen te zijn uit de boeken, waarna er weinig of geen deftige redactie aan te pas gekomen is. Een voorbeeldje: “Dat is nu een week geleden en ik word wakker op een mooie lenteochtend, midden in de maand juli en dat is niet zo onwaarschijnlijk als het lijkt, want de lente is ook een eigenschap en er is geen reden waarom een lentedag niet kan vallen op eender welk moment in het jaar.” Wie kop en/of staart krijgt aan deze zin mag proberen de rest van het boek te ontcijferen.

Suske en Wiske 365 – De boze boleet (Standaard uitgeverij): Suske en Wiske raken verzeild in een avontuur waarvoor ze moeten afreizen naar een mysterieus eiland vol gemuteerde champignons. Dit is één van de meer geflipte en fantasievolle afleveringen van de laatste paar jaar. Wij hebben daar geen problemen mee, vooral als die gegevens zo goed uitgewerkt worden. Het eiland is volledig begroeid met allerhande verschillende soorten fungi, elk met hun eigen van de pot gerukte gevaren en eigenschappen. Voeg daar nog de obligate geheimzinnige geheimzinnigheid van dienst aan toe en je hebt een strip waarin je je twintig minuutjes kan verschuilen voor de harde en fantasieloze buitenwereld.

Crisis (Podium): Jip van den Toorn is een cartoonist voor De Volkskrant, al noemen zij en haar broodheren die bezigheid ‘beeldcolumnist’. Dat illustreert meteen al mooi de zweem van gebakken lucht die er om dit boek heen hangt. De blurbs en de korte inhoud op de achterkaft blazen van de hoogst mogelijke toren. In de eerste quote is het al prijs: de tekeningen worden “waanzinnig goed” genoemd. Iedereen heeft recht op zijn mening maar dit bewijst nog maar eens dat, als je lang genoeg in het rond shopt op zoek naar quotes, er uiteindelijk wel iemand zonder enige kennis van zaken iets razend positief zal zeggen. De tekeningen zijn namelijk allesbehalve “waanzinnig goed”. “Aanvaardbaar” lijkt ons een beter omschrijving aangezien ze in het beste geval op overgetrokken foto’s lijken. Bij cartoons is de grap echter het belangrijkste, maar ook daar knelt jammer genoeg een schoentje. Pas op, er staan best wel een aantal grappige vondsten in dit boek, maar de grotere helft is zo banaal dat het niet mooi meer is. Sommige grappen hebben we al tientallen keren zien passeren op Facebook, van “gewone mensen”, niet van “beeldcolumnisten.” Had men de helft van dit boek geschrapt en alle overdreven loftuitingen en borstklopperij achterwege gelaten, we hadden dit een beter boek gevonden. Niet “waanzinnig goed”, maar wel beter.

XIII 28: Cuba, waar alles begon (Dargaud): Veel van de oudere afleveringen van XIII beginnen met een ingewikkelde pagina boordevol informatie. Die moet je dan eerst doorworstelen om het verhaal dat volgt te kunnen snappen. Dat dat deze keer niet gebeurd en dat de makers simpelweg een ingewikkeld doch helder verhaal vertellen, verdient een bloemetje. Daardoor vergeven we hen ook het plotelement rond het geheugen van XIII dat door een chip gewist of teruggeroepen kan worden. Oké, dit is XIII, maar laat dat gezeik rond dat geheugen nu eens vallen! Los daarvan doet Jigounov een zeer goede Vance en raast de plot vooruit naar een spannende cliffhanger. Puike aflevering.

Michel Vaillant Legendes 1 – De hel van Indianapolis (Graton): Deze nieuwe reeks rond F1 piloot Michel Vaillant is het perfecte voorbeeld van hoe geldbejag een boegbeeld van de strip de grond in kan boren. Elk aspect van deze strip is zoutloos en duidelijk zonder ook maar enige passie voor het materiaal in elkaar geflanst. Van de krakkemikkige tekeningen, tot de fletse inkleuring, van het saaie en oubollige verhaal tot duffe personages. Oh, en kan iemand de vertaler of letteraar vertellen dat zijn spellingchecker nog op ‘Frans’ staat? In het Nederlands zetten we geen spaties voor een uitroep- of vraagteken. Kijk maar!

Jommeke 312 – Zonnedorp Kampioen! (Standaard Uitgeverij): Het tweede scenario van Kristof Berte voor de Jommeke reeks is opnieuw een schot in de roos. Jommeke en zijn vrienden organiseren een voetbalwedstrijd om genoeg geld te kunnen inzamelen om hun favoriete grasveldje over te kopen van een duivelse projectontwikkelaarster. De ploegen zijn samengesteld uit een stoet van bekende personages. Berte weet die oude bekenden slim uit te spelen en slaagt er wonderwel in hun karikaturale tics te gebruiken in functie van zijn verhaal. Bovendien vermoeden we dat de jonge lezertjes waar deze strip voor bedoeld is op het puntje van hun stoel zullen zitten tijdens het matchverloop.

F.C. De Kampioenen – Scheurkalender 2023 (Standaard Uitgeverij): Het einde van 2022 nadert en daar zijn de op strips gebaseerde scheurkalenders alweer. De Kampioenenkalender biedt hetzelfde als vorig jaar: grapjes, weetjes, spelletjes, strips en nog een hele hoop ander vertier. De kalender is met zorg in elkaar gezet. Er is duidelijk aandacht besteed aan vorm en inhoud, wat onze vrees dat dit een projectje is om snel wat geld te scheppen vakkundig de kop indrukt. Kwalitatief dus, maar qua niveau toch nog iets meer op kinderen gericht dan de stripreeks zelf. Intussen is de kalender al eens herdrukt en als we afgaan op het succes die de vorige kalender bij ons kroost te beurt viel zal dat misschien niet de enige herdruk zijn. We kijken dus aan tegen nog een jaartje “moppen voorlezen aan de ontbijttafel”.

De Buurtpolitie – Scheurkalender 2023 (Standaard Uitgeverij): Ook De Buurtpolitie heeft een scheurkalender uit en qua zorg en kwaliteit kunnen we u, met de hand op het hart, melden dat die van een gelijkaardig allooi zijn als bij de F.C. De Kampioenen Kalender. Het enige verschil is dat de personages en het niveau beter lijken te passen bij iets oudere kinderen. Als de Kampioenen tienjarigen kunnen bekoren, dan lijkt De Buurtpolitie het ook nog goed te zullen doen bij twaalfjarigen.