Strips

Het Humboldtdier barst van de grappen, maar mist spanning en verdieping

Humboldtdier omslagTegen het einde van 2020 verscheen het eerste deel van Het Beest, een dik, groot boek waarin Frank Pé en Zidrou een marsupilami ten tonele voerden waarvan je je kon voorstellen dat hij echt zou kunnen bestaan. Deze marsupilami was gewond, verfomfaaid, angstig en reageerde als een kat in het nauw, met achterdocht en agressie.

Flix laat het beest van Pé en Zidrou duidelijk links liggen en positioneert zijn marsupilami volledig aan de andere kant van het spectrum: die van het bijna menselijke knuffeldier dat de Marsupilami is geworden sinds hij zijn eigen serie kreeg. De enige overeenkomst is dat ook Flix zijn marsupilami in een decor plaatst waar Robbedoes en Kwabbernoot, op één cameo na, geen enkele rol spelen.

Humboldtdier p.26Het verhaal begint in 1801. Alexander von Humboldt, de Pruisische ontdekkingsreiziger en natuurwetenschapper, bevindt zich in een oerwoud gelegen tussen Paraguay en Colombia. Flix schetst hem als een rijkeluiszoontje met ADHD en de concentratieboog van een bosaardbei. Hij is lyrisch over alles wat hij tegenkomt en sommeert zijn chagrijnige, tegensputterende gids alles in te pakken en mee te nemen. Aan het eind van deze kluchtige proloog, waarin Flix een spervuur aan grappen op de lezer afvuurt, slaagt Humboldt er door stom toeval in een marsupilami te vangen en te verschepen naar Europa.

Hierna verplaatst de handeling zich naar Berlijn, in 1931. Het door dieren bezeten meisje Mimi laat per ongeluk het krat kapotvallen waarin de Marsupilami na 130 jaar nog steeds zit opgesloten. Hij is natuurlijk dood, maar dankzij de geest van een mummie wordt hij weer tot leven gewekt. Mimi en de Marsupilami zijn vanaf dat moment onafscheidelijk. Mimi snapt dat een marsupilami in Berlijn niet veilig is en ze probeert hem daarom verscholen te houden. Maar de Marsupilami wil zijn drie eieren terug, die hij in zijn handen had toen Humboldt hem ving en samen gaan de twee op zoek, met een hoop komische avonturen tot gevolg.

Humboldtdier p.8De openingsscène met Humboldt zet de toon voor de rest van het album. Als de focus verschuift naar Berlijn wordt het verhaal weliswaar iets rustiger en avontuurlijker, maar de nadruk blijft liggen op veel humor en een hoog tempo. Flix geeft zijn marsupilami een nagenoeg menselijk intellect en een onwaarschijnlijk adaptatie- en observatievermogen. Uit de manier waarop de Marsupilami na 130 jaar tot leven wordt gewekt, blijkt al dat het Flix niet gaat om realisme of logica, liever slaat hij elke rationele verklaring over en gaat hij door met het verhaal. Hoe de Marsupilami zo perfect geconserveerd is, hoe hij Mimi ongezien weet te volgen, hoe hij Duits kan begrijpen, hoe hij weet dat een fornuis is om te koken, hoe hij snapt hoe je een raam met de klink opent … de suspension of disbelief is een groot goed bij het lezen van dit album. Gelukkig doet Flix dit alles met zoveel flair en hier en daar een knipoog – alsof hij wil zeggen dat hij weet dat hij spot met de regels – dat je het hem zonder sputteren vergeeft.

Toch is het eindresultaat niet zonder meer geslaagd. Het heen en weer rennen door Berlijn dient, net als in Robbedoes in Berlijn, voor het etaleren van de stad waar Flix verknocht aan is, maar net als de proloog met Humboldt is het allemaal erg kluchtig waardoor het niet helemaal beklijft. Het verhaal mist eigenlijk wat spanning of emoties om ervoor te zorgen dat je echt meeleeft met de personages. Het is niet dat het de twee protagonisten van een leien dakje gaat, maar dat de Marsupilami als een ware Jerom alle problemen weet op te lossen, werkt niet mee – een valkuil die Pé en Zidrou zeer bewust vermeden. En dan kan het gebeuren dat het verhaal toch net een keer te vaak een beroep doet op de eerder genoemde suspension of disbelief.

Humboldtdier p.30Het Humboldtdier is een grappig verhaal, met veel kluchtige situaties die in hoog tempo worden geserveerd. De fijne tekenstijl van Flix, zijn feilloze timing en mimiek en natuurlijk de personages geven het boek bovendien een hoog feel-good gehalte. Maar de overdaad aan grappen en het gebrek aan werkelijke spanning, voorkomen dat het album een dieper niveau bereikt. De subtiel verweven satire en de sympathieke moraal over respect voor alles dat leeft, lijken erop te duiden dat Flix die verdieping wel heeft gezocht, maar ze zijn te vrijblijvend gebruikt om het gebrek te verhelpen. Dat is jammer, want hoewel Het Humboldtdier doet wat het belooft, heeft Flix eerder al laten zien – met name in zijn graphic novels Don Quichot en Münchhausen en Freud – dat hij met een combinatie van ernst en humor op zijn best is, en dat extra snufje zout had Het Humboldtdier geen slecht gedaan.

Flix – Het Humboldtdier. Dupuis. 72 pag. € 9,99