Kort van stof

Kort van stof: december 2020

Niet zo’n gekkenhuis als in november, maar toch was er nog genoeg te lezen in de feestmaand. We zetten de nieuwste strips weer voor je op een rijtje, zodat het lekker gemakkelijk leest. En onze belofte blijft overeind: na vijf minuten ben je weer helemaal bij. Dat is de kracht van de sneltreinvaart – en van Kort van stof. Gaan we:

Bloedkoninginnen – Constance van Antiochië – De rebelse prinses 1 (Daedalus): het Heilige land, Jeruzalem, het Byzantium van de twaalfde eeuw was dan misschien wel de favoriete vakantiebestemming van ridders en kruisvaarders, voor een jonge prinses was het daar geen pretje. Constance lijdt onder de tirannieke opvoeding van haar feeks van een moeder. Naarmate ze ouder wordt begint ze echter slinks en langzaamaan de macht naar zich toe te trekken. Wie interesse heeft in de Kruistochten of geschiedenis kan zich dit boek blind aanschaffen. Anderen zullen het onderwerp misschien wat droog vinden, al maken de flitsende tekeningen en de prachtige inkleuring veel goed.

Een godverdomse klootzak 2 – O Maneta (Blloan): het eerste deel van deze reeks kon ons niet meteen overtuigen. Scenarist van dienst is nochtans de heer Loisel, hij van Magasin General. Gelukkig kon dit tweede deel ons wel bekoren. Een eerste deel dient uiteraard vooral om de setting en de personages neer te zetten maar die hadden nog te weinig vlees aan de botten hangen. In deel twee wordt dat vlees met gusto geïntroduceerd. Plots is het verhaal spannend en leven we mee met geloofwaardige personages. Dat is beter dan omgekeerd. Zie hieronder. De tekeningen van Dhr. Pont waren al goed in het eerste deel, maar nu de plot swingt en we om de personages geven krijgen die meer kans om te stralen. Op naar een nog beter derde deel!

Michel Vaillant seizoen 2 9 – Duels (Graton): de doorlopende verhaallijn is alweer een tijdje achter ons gelaten. Ook Duels is weer een los te lezen verhaal, waarin op de achtergrond een lijntje doorloopt dat voorlopig kant noch wal raakt. Duels is eigenlijk een mager album, waarin Michel de hete adem van zijn renstalpartner Daniel Farid in de nek voelt. Aan de hand van kwistig gestrooide uitslagenlijstjes die her en der over de pagina’s fladderen, volgen we de inhaalslag van Vaillant, die aan het einde de volle buit binnentrekt met behulp van zijn oude vrind Steve Warson. En iedereen gaat weer over tot de orde van de dag.

Het Venijn 2 – Vloedgolf (Daedalus): in dit tweede deel van deze wraakwestern doet hoofdwraakneemster Emily zich voor als een non om te kunnen infiltreren in een kloosterweeshuis. De priester aan het hoofd daarvan was immers lid van de onverlaten die haar ouders tijdens een satanisch ritueel over de kling gejaagd hebben. Kom dat tegen! Maker Laurent Astier combineert een slimme afwisseling van flashbacks en heden met verrukkelijke archetypes van westernpersonages, actie, spannende intriges en een beetje sexyness tot een strip die knalt op alle cilinders. Door de introductie van heel wat schimmige nevenpersonages wordt de plot ook lekker aangedikt tot een mysterieus geheel. Eén van de beste reeksen die Daedalus momenteel publiceert.

De avonturen van Blake en Mortimer 27 – De schreeuw van de moloch (Blake en Mortimer): wie een album van Blake en Mortimer koopt weet waar hij of zij aan toe is: vlakke personages en amper meer tekeningen dan tekst. Toch weten de makers van dit 27ste deel te charmeren. De teksten zijn vaak overbodig maar zijn zo zwierig geschreven dat ze passen bij het kabbelende, gedistingeerde sfeertje dat rond B en M hangt. Dit album lezen is als op de koffie gaan bij een British gentlemen: ondanks het feit dat hij oud en saai is, zijn de Britishness die hij uitstraalt en het interieur van zijn huis zo exotisch dat het toch nog een leuke middag wordt. Leuk ook dat de sciencefiction gegevens in de plot niet de sci-fi van nu behelzen maar dichter aanleunen bij hoe iemand in de jaren 50 de toekomst zag.

De gouden eeuw – Boek 2 (Dupuis): boek 1 had alles in zich om van dit tweeluik een klassieker te maken: een boeiend sprookje met commentaar op de huidige maatschappij, innemende en grappige personages en oogverblindend tekenwerk. Dit tweede deel heeft enkel nog dat laatste. Vreemd genoeg verliest scenarist Pedrosa zijn personages uit het oog en worden we opgesolferd met een nogal eenzijdig en oppervlakkig verslag van de belegering van een kasteel. Maar de tekeningen, man, dan wel vrouw! Die zijn van dien aard dat dit boek zelfs nog bij de beste van deze maand zou horen als je enkel naar de plaatjes kijkt. Kleurrijke glas-in-lood-raam-achtige tableaus waardoor het goddelijke licht je tegemoet schijnt. Lees hier een andere, uitvoerige recensie.

De Killer – Staatszaken 2: Kortsluiting (Casterman): het tweede deel van het nieuwe seizoen van de killer maakt de belofte van het eerste deel waar. De meedogenloze moordenaar moet undercover gaan als kantoorklerk die lange en saaie dagen maakt. De setting en wat die met de killer doet zijn een welkome nieuwe invalshoek. Het verhaal gaat net zoveel (of zelfs meer) over de nevenpersonages. Die zijn tot in de puntjes uitgewerkt en trakteren de lezer op hun unieke visie op het gekonkel in misdaad en politiek dat centraal staat in deze reeks.

Alex Senator 11 – De slaaf van Khorsabad (Casterman): mjah, de Senator spin-off is beter dan de hoofdreeks. Die is immers een comateus geval dat door allerhande belanghebbenden kunstmatig in leven wordt gehouden en al lang het geschenk van de eeuwige slaap had moeten krijgen. Daar is alles wel mee gezegd. Ook in deze nevenreeks krijgen we personages van bordkarton en een plot die samenhangt met flosdraad. De tekeningen zijn stijf en onorigineel. Vaak lijken de grimassen die de personages maken overgetrokken van foto’s, wat de beweeglijkheid niet echt vooruithelpt. Hier helpen slechts twee remedies: een écht nieuwe invalshoek (Zie Thorgal en De Rode Ridder) of toch maar dat verlossende spuitje.

Black Beard 1 – Knoop ze op! (Glénat): Jean-Yves Delitte kennen we vooral van zijn historische strips over zeeslagen. Net als bij die strips is dit eerste deel van Black Beard een prachtig getekende schatkamer vol historisch correct getekende mastworpen en fait divers uit het zeeleven tijdens de verlichting. Omdat Delitte hier wat meer de teugels kan laten vieren wanneer het op de plot aankomt is deze reeks meteen ook een heel stuk spannender. Een slaafs gevolgde navertelling van de realiteit is immers niet altijd de beste grondstof voor een verhaal vol vaart.

Brammetje Bram integraal 3 – Pauwen en pestkoppen (Arboris): wat een zalige stripserie en wat mogen we ons in de handjes wrijven dat Arboris deze prima jeugdreeks uit de vergetelheid heeft gered. In dit derde deel van Brammetje Bram staan drie verhalen die nog in Sjors verschenen, maar nooit in album. De verhalen zijn om te smullen: vrolijk, spannend en mooi gemaakt. Af en toe piept er zelfs iets Asterixerigs doorheen. De strip is niet opnieuw ingekleurd; het heeft zelfs nog de morsige kleurzweem van de oude striptijdschriften en juist daarom is het zo perfect. Om alsnog mee te beginnen!

Malefosse 1 – De zwarte duivel (Daedalus): Malefosse is een bescheiden stripklassieker die door uitgeverij Daedalus in een nieuw jasje werd gestoken. De uitgaven zijn verzorgd en een must voor de liefhebber van gedegen historische strips. Het verhaal speelt zich af in 1589 tijdens de godsdienstoorlog die het koninkrijk Frankrijk decennialang verscheurd heeft. Verhaal en tekeningen doen een beetje ouderwets aan, maar hebben de tand des tijds goed doorstaan. Het helpt dat de personages goed uit de verf komen tegen de achtergrond van een ingewikkelde politieke en religieuze achtergrond.

Merlu 1 – De weg van de nederlaag (Silvester): George Collin zit in het vrachtvervoer van vader op zoon. Leuk om een professionele toekomst te hebben. Helaas schrijven we het jaar 1940 en komt die malle Tweede Wereldoorlog roet in het eten gooien. Bummer! George blijft echter niet bij de pakken zitten. Hij beslist om de moffen een loer te draaien en begint te smokkelen. U begrijpt dat niet alles van een leien dakje loopt. Anders zou er uiteraard geen stripverhaal zijn. Echt wild van deze reeks werden we nooit, maar er valt ook niet echt iets op aan te merken. De tekeningen, dialogen en de plot zijn doorsnee goed. Toch is dit vooral een strip voor mensen die nog maar eens een ander facet van WOII belicht willen zien.

Buck Danny 7 – Sea dart (Dupuis): je hebt de oude en de nieuwe Buck Danny. De nieuwe is voor vliegtuigfreaks, die los gaan als er een schroefje fout getekend zit op de nieuwste stealth dit-en-dat; de oude heet Classic en is meer voor stripliefhebbers: in deel 7 van de Classic-reeks gaan we terug naar 1953. Buck, Tumb en die malle Sonny (de komische noot die nooit ergens naar klinkt) moeten weer een of andere missie tot een goed einde brengen, dit keer met een verkenningsmissie op de Argentijnse Altiplano, waar president Péron een of ander schimmig nazi-dingetje heeft verstopt. Al honderd keer gezien en gedaan, maar toch is dit verhaal best lekker. Let op: de classics zijn er steeds per twee delen. Dit verhaal wordt pas afgerond in deel 8. Maar eerlijk is eerlijk: dan heeft de niet per se in vliegmachines geïnteresseerde striplezer er vier goede verhalen op zitten.

De Engelen van Auschwitz (Silvester): Stephen Desberg is geen sukkelaar, zoals we zien bij ondere andere I.R.$. en De Schorpioen. Toch had hij misschien beter met zijn tengels van Auschwitz gebleven. Alles is aanwezig hoor: de pijn en het leed van de joden, de enorme godsgruwelijke tragiek, de gevangen die zich, oh ironie, tegen elkaar keren, enzovoort. Maar nergens leef je echt mee met hoofdpersoon David. Daarvoor is de gewild poëtische tekst te cliché, zijn de personages te oppervlakkig en loopt Desberg teveel te koop met zichzelf. In zijn opgezwollen voorwoord schrijft hij onder andere: “Ik dacht de verschrikkingen van de nazi’s te beëindigen door ze zelf gevangenen van hun geweld en van hun fabriek van menselijke vernietiging te maken.” Volgens ons had hij dan beter een teletijdmachine uitgevonden. Blaaskaak.

Jomme – De haaienrots (Ballon): het is al een tijdje geleden dat Vlaming Conz nog eens een strip getekend heeft. (“Vlaming” is niet de voornaam van Conz, maar wijst ons op de streek waar hij woont. Je weet wel. Ze praten daar helemaal fout.) We zouden hem liever nog eens een eigen verhaal voor volwassenen zien illustreren zoals zijn magnum opus De tweede kus. In de tussentijd nemen we vrede met deze hommage aan Jommeke. Conz koos daarvoor één van onze favoriete afleveringen: de haaienrots. Conz heeft respect voor het origineel, maar legt genoeg eigenzinnigheid op tafel om dit hommagealbum te verantwoorden. Vooral zijn pagina-indeling met af en toe een flitsende spread en de dialogen van Professor Gobelijn springen eruit. Dik in orde.

Tango 5 – De laatste condor (Le Lombard): bloederigste aflevering van deze prima strip, die nog steeds in Zuid-Amerika speelt. In een onbewaakt ogenblik verdwijnt Tango’s maatje Mario. Mario heeft als voormalige politierakker natuurlijk plenty vijanden, maar voor Tango is dat geen belemmering. Die komt er op een wel heel curieuze manier achter waar Mario wordt vastgehouden. Een stukje beveiligingscamerawerk van een halve bumpersticker, je moet er maar op komen. De ontknoping is toch weer echt fraai, het verhaal kan verder. Niet het beste album, toch een knallerreeks.

De bruid van Septimus (Blake en Mortimer): de 9de Kunst doet strips. Dit is geen strip maar een geïllustreerd prozaverhaal. Zijn wij fundamentalisten? Neen! Bovendien gaat dit kleinood over de heren Blake en Mortimer. Genoeg verantwoording nu en over naar de vraag van de dag: lijkt het ergens naar? Vreemd genoeg leest dit boekje vlotter dan een B en M strip. Waarschijnlijk heeft dit prozaverhaal zelfs ongeveer evenveel tekst als een aflevering uit de reguliere reeks. Het verhaaltje is recht door zee. Geen moeilijk gedoe met extreem veel uitleg, maar gewoon een gezellig avontuurtje. Mooi tekeningetje ernaast en klaar. Het boek ontleent zijn bestaansrecht aan de bekende figuren die het gebruikt, niet aan de feitelijke kwaliteit van de inhoud. Hadden B en M niet meegespeeld in dit verhaal, we hadden gezegd: links laten liggen.

Suske & Wiske – De sonometer (Standaard uitgeverij): Willy Vandersteen produceerde ooit acht Suske en Wiske albums in een meer verfijnde tekenstijl en met iets “serieuzere” plotlijnen. Deze verhalen werden gepubliceerd in het weekblad Kuifje. Die albums werden bekend onder de naam De Blauwe Reeks en worden tot op de dag van vandaag bij de beste Suske en Wiske avonturen ooit gerekend. Vandersteen begon indertijd aan een negende verhaal, maar maakte het nooit af. Ter ere van de 75ste verjaardag van Sus en Wis werd De Sonometer nu toch afgemaakt. Dat had men beter niet gedaan. De grappen in het album overstijgen amper het niveau van de kleuterklas en de personages worden enorm slecht neergezet. Lambik is in dit verhaal bijvoorbeeld even dom en klungelig als de Lambik uit de reguliere reeks. De Lambik uit de Blauwe reeks kreeg echter een iets heldhaftigere rol kreeg toebedeeld. De tekeningen zijn het enige lichtpuntje. Wel spijtig dat men koos voor digitale schaduwen bij de inkleuring. Die doen de tekeningen van dit album en de vlakke maar mooie inkleuring van de klassieke albums geen eer aan. Lees hier een andere, uitvoerige recensie.

Urbanus 191 – Hotdogs en babyborrels (Standaard uitgeverij): een nieuwe Urbanus, een nieuwe hoop gezever, absurd gebral, geflipte plotwendingen, vulgariteiten, onverantwoord geweld en flauwe grappen. En dat bedoelen we goed. In dit album begint Urbanus een weeshuis voor honden, wisselt God de Vader rijstpap in voor een vleesdieet en krijgt elke inwoner van Tollembeek een Aziatisch gelukskatje dat zegt hoe lang je nog te leven hebt en dat is nog maar het topje van de ijsberg. Mysterieuze cliffhanger op het einde ook. Het katje van Urbanus zelf meldt ons immers: nog negen avonturen…

André Hazes, de stripbiografie: 1990 – 2004 Tranen (Silvester): André Hazes is larger than life. Zijn karakter en verslavingen, zijn succes, de tragiek die rond zijn leven hangt: al die dingen maken hem uiterst geschikt als onderwerp voor een boeiende biografie. We durven zelfs verder gaan: zelfs wie de man amper kent, zal niet onberoerd blijven bij het lezen deze strip. De makers van dit boek slagen erin om een melodramatisch leven zonder veel melodrama te brengen. Zonder te oordelen zoomen ze in op alle grote en kleine kantjes van Hazes en zijn entourage. De bedrieglijk simpele tekeningen worden vaak onderbroken door een paginagroot rustpunt dat er meestal diep inhakt. Klasse.

De nieuwe avonturen van Bruno Brazil – Black Program 2 (Le Lombard): Christus Jezus, wat een zootje is me dit. Stijve tekeningen, personages die de ene ongefundeerde, ongeloofwaardige, ongemotiveerde beslissing na de andere nemen en een plot met een serieuze vorm van anorexia. Een actiestrip met de schwung van een bevroren slak. De nieuwe avonturen van Bruno Brazil had men beter zonder poespas geaborteerd voor ze als een misvormd monster ter wereld kwamen.

De Schorpioen 13 – Tamose de Egyptenaar (Dargaud): stertekenaar Marini verliet de reeks na het vorige album wegens onenigheid met scenarist Desberg. Het is min of meer duidelijk waarom. Aflevering 12 sloot een verhaal vol spanning, boeiende personages en verrassende plotwendingen af. Dit dertiende deel is een flauw afkooksel daarvan. Critone, die Marini vervangt, doet het niet slecht maar is toch vooral een Marini van de Aldi. Wij hopen dat de gigantische ruimte voor verbetering die hier gaapt gauw benut zal worden.

De buurtpolitie 11 – Schijn bedriegt (Standaard uitgeverij): je zou denken dat een stripreeks voor alle leeftijden die het moet hebben van samenlopen van omstandigheden en knotsgekke misverstanden na tien albums wel wat sleet op de formule begint te vertonen. Quod Non. Het elfde deel van de Buurtpolitie brengt meer van hetzelfde en doet dat goed. Beter dan de concurrentie zelfs. De misverstanden waarvan sprake zijn aan één kant hilarisch absurd en origineel, maar aan de andere kant zelfs lichtjes geloofwaardig. Faut le faire.

Cézembre Boek 1 (Silvester): “Wanneer krijgen we eens een maandje zonder WOII strips?” verzuchtten we onlangs moegelezen op de redactie. De verzuchting werd op eensgezind geknik onthaald, maar toen stormde één onzer redacteurs met Cézembre deel 1 binnen. “Een stertekenaar die zijn eigen scenario schrijft? Dat kan niet goed zijn!”, probeerde iemand nog, maar er was geen ontkomen aan: dit boek is meesterlijk. Nicolas Malfin kennen we vooral van Golden City. Dat de man de tekenpen kan hanteren wisten we al, maar nu blijkt dat hij ook een goed verhaal met haast van de pagina’s spattende personages kan vertellen. Korte inhoud? Vooruit dan maar: Het relaas van een bezet stadje aan de smaragdkust tijdens WOII. Conclusie? Een aanrader van jewelste!

Het masker van Fudo 4 (Silvester): De afsluiter van dit vierluik biedt dezelfde ingrediënten die van de drie voorgaande delen al zo’n lekker hapje maakten: Japanese Lore, grafisch geweld, een retespannende verhaallijn en prachtige, feeërieke tekeningen (ondanks of net dankzij al dat bloed.) Een waardige afsluiter van de derde cyclus in deze setting. We zouden zeker wel een vierde cyclus van De Scharlaken wolken lusten. Bedenker Saverio Tenuta is nog maar 51 jaar oud, dus dat zit er wellicht wel nog in.

De Beestenburcht 2 – Margrieten in de winter (Casterman): Topscenarist Dorison verzint voor ons een vervolg op Animal Farm en slaagt erin ons de keel dicht te snoeren van emotie. Het is winter in de beestenburcht en de leefomstandigheden zijn hard voor iedereen uitgezonderd de dictator stier en zijn meute honden. Onder leiding van de witte kattin Miss B en het gigolokonijn Cesar besluiten de boerderijdieren in passief verzet te gaan. Er ontstaan barstjes in het harnas van de macht, maar dat gaat niet zonder slag of stoot. Daarbij komen nog eens de zeer expressieve tekeningen van Delep die de pijn en tegenslag van de dieren nog harder doen aankomen. U begrijpt dat dit een niet te missen stripreeks is. En als u dat niet begrijpt, dan weet u het nu tenminste.

De Meesterchocolatier Deel 2 – De concurrentie (Daedalus): Na zijn trilogieën over cognac en koffie komt Corbeyran aanzetten met chocolade. Dit soort strips boeten vaak in aan geloofwaardigheid door de manier waarop de makers alle info over hun stokpaardje op de lezers overbrengen. Ook nu is het weer prijs: personages die gesprekken beginnen met: “Zeg eens, wist jij dat…” en dan een ellenlange uitleg over hoe je ganache maakt. Los daarvan spelen twee dingen in het voordeel van deze reeks: de lesjes over chocolade worden dan wel knullig aangebracht, maar zijn wel interessant en de personages en de plot zijn net boeiend genoeg om de meubelen te redden. Het achtergronddossier had voor ons weggelaten mogen worden. Dat is ofwel keislecht geschreven ofwel keislecht vertaald. Soms krijg je er als lezer kop noch staart aan.

Terug naar Aldebaran – 3e episode (Dargaud): Stripmaker Leo is intussen 76 jaar oud en rondt met dit album zijn vijfde cyclus rond Aldebaran af. Hij gebruikt daarvoor dezelfde mix als altijd: een hele hoop onverklaarbare fauna en flora staat een hoop kolonisten op een vreemde planeet naar het leven. Leuke invalshoek, maar zijn beestjes beginnen meer en meer van de pot gerukte eigenschappen te vertonen, die bovendien smeken naar een verklaring maar er geen krijgen. Daarnaast lijken de menselijke personages bij elk album aan emotie in te boeten. Leo is nooit de beste scenarist geweest als het op karakterontwikkeling aankomt, maar als een kolonist op een onbekende planeet op duizenden lichtjaren van de aarde zich afvraagt “Waar zulke vreemde beesten vandaan komen”, dan is er toch wat aan het handje, me dunkt. Misschien toch maar gewoon gaan genieten van je oude dag Leo, baby!

Thorgal 38 – De selkie (Le Lombard): het zag er een tijdje naar uit dat de Thorgalstrips naar de verdommenis zouden geholpen worden met al die oppervlakkige, slecht geschreven spin-offs en de (eerlijk is eerlijk) al maar moeilijker te ontcijferen tekeningen van Rosinski. Maar zie: de spin-offs zijn ten einde en duo Yann (scenario) en Vignaux (tekeningen) leveren een tweede kwalitatief goed album af. Ook in deze aflevering wordt gekozen voor een setting dicht bij huis en een verhaal dat diep geworteld is in de Viking mythes. Het verhaal zit goed in elkaar, we krijgen enkele spectaculaire (en goed in beeld gezette) scènes en de lotgevallen van de personages raken meer als wat je van een strip van 48 pagina’s zou verwachten. Vignaux heeft zijn draai gevonden tussen zijn eigen aanpak en trouw aan de stijl van Rosinski en een extra pluim gaat naar Gaétan Georges die het geheel prachtig ingekleurd heeft. Puik werk.